1.1.2 Onderzoek doen met de onderzoekscyclus

1.1.2 Onderzoek doen met de onderzoekscyclus

Het doel van deze bouwsteen

Introductie

Image by Pexels from Pixabay

Als een ICT student of professional zul je allerlei ICT uitdagingen op moeten lossen. Daarvoor zul je vragen moeten beantwoorden om tot een geschikte oplossing te komen, denk bijvoorbeeld aan "Wat wil de eindgebruiker eigenlijk?" en "Bestaan hier misschien al geschikte oplossingen voor?". Wanneer het vinden van een antwoord meer vraagt dan "even Googlen" en op het bovenste antwoord klikken, zul je een onderzoek(je) moeten uitvoeren om tot een goed antwoord te komen.

In deze bouwsteen leer je wat onderzoek doen eigenlijk is (niet alleen voor wetenschappers!), maak je kennis met de onderzoekscyclus en gebruik je deze om een aanpak te bedenken voor je onderzoek (op vraagniveau) en er kritisch over na te denken.


Heb je vragen of opmerkingen over deze bouwsteen? Neem dan contact op met Danny Plass (Saxion).

Leerdoelen

Na deze bouwsteen:

  • weet je wat onderzoek doen is en waarom we het doen (ook al zijn we geen wetenschappers)

  • weet je welke stappen je doorloopt als je een (onderzoeks)vraag beantwoord (de onderzoekscyclus)

  • kun je een aanpak bedenken om een (onderzoeks)vraag te beantwoorden aan de hand van de stappen in de onderzoekscyclus

  • kun je aan de hand van een paar reflecterende vragen kritisch kijken naar de stappen die wilt doorlopen of achteraf: die je hebt doorlopen

DOT-framework

Het DOT-framework. cc-by-sa HAN (link)

Binnen het DOT-framework probeer je een centrale vraag op te lossen. Om voor deze centrale opdracht een oplossing te ontwikkelen heb je informatie nodig, zoals "Wat zijn de wensen van de eindgebruikers?" (Veld), "Wat voor ICT oplossingen zijn er al geprobeerd voor dit probleem?" (Bieb), of "Is dit prototype inderdaad sneller dan de oude applicatie?" (Lab). Dit zijn voorbeelden van vragen die je kunt beantwoorden door onderzoek te doen. Als je onderzoek doet, doorloop je de onderzoekscyclus.

Wat is onderzoek?

Is dit onderzoek?

​Is het volgende onderzoek?

  • Iemand probeert met een script systematisch uit hoeveel spelers tegelijk een online spel kunnen spelen voordat de server plat gaat.
  • Iemand kijkt wat voor oplossingen er al bestaan voor een bepaald probleem.
  • Iemand observeert hoe mensen op dit moment een bepaalde taak uitvoeren, zonder ICT hulpmiddelen.
  • Iemand interviewt een opdrachtgever om erachter te komen welke eisen die heeft voor een oplossing voor zijn probleem.
  • Iemand maakt bewust een afweging tussen verschillende besturingssystemen door ze te vergelijken op belangrijke aspecten.

 

Ja, dit is allemaal onderzoek! Maar wat is dat dan, onderzoek?

Een definitie

Image by StartupStockPhotos from Pixabay

Daan Andriessen (2014), lector Methodologie van Praktijkgericht Onderzoek aan Hogeschool Utrecht, heeft onderzoek voor hbo professionals als volgt gedefinieerd: Het methodisch beantwoorden van vragen dat leidt tot relevante kennis.

Methodisch?
Je kunt als (aanstaande) professional niet zomaar wat roepen. Je wilt een goede oplossing bieden. Je klanten en collega's vertrouwen op je oordeel en zijn afhankelijk van je. Je wilt het beantwoorden van vragen dus goed aanpakken, zodat je zeker genoeg bent van je antwoord. Durf je je smart phone onder je antwoord te verwedden? Of je reputatie als professional?

Relevant?
Relevant houdt in dat het je helpt in je werk, bijvoorbeeld om dat probleem voor je klant op te lossen of om je eigen manier van werken te verbeteren. Dit is het verschil met universitair onderzoek, waarbij het genoeg is dat het nieuwe kennis oplevert. Wij willen kennis waar we direct wat aan hebben.

Onderzoekend vermogen

Maar eigenlijk gaat het om meer dan alleen onderzoek doen. Om goed problemen op te kunnen lossen moet je niet alleen nieuwe antwoorden kunnen vinden, maar heb je ook een onderzoekende houding nodig en moet je verder kunnen bouwen op bestaand werk van anderen. Deze drie aspecten samen (houding, toepassen en doen) noemen we onderzoekend vermogen.

Images from Losse, M.A. & Nahuis, R. (2015). Tussenrapportage OiO-Project 14/15 -
Plan van Aanpak 15/16. Werkdocument, Enschede: Saxion.

 

Onderzoekende houding
Nieuwsgierig zijn en open voor vernieuwing. Willen begrijpen en kritisch zijn. Dit zijn belangrijke eigenschappen om jezelf eigen te maken. Alleen dan kun je vanuit de juiste houding bestaand werk toepassen en onderzoek doen. Alleen als je nieuwsgierig bent kijk je breed genoeg naar mogelijke oplossingen om de juiste keuze te maken. En als je niet kritisch kunt kijken naar je eigen werk en dat van anderen, kun je jezelf en je werk ook niet verbeteren. Daarom wordt wel gezegd dat dit het belangrijkste onderdeel is van je onderzoekend vermogen.

Bestaand werk toepassen
Er is al heel veel gedaan door anderen waar je op verder kunt bouwen voor jouw oplossing. Als je hier geen gebruik van maakt ben je steeds het wiel opnieuw aan het uitvinden. Die tijd had je ook aan andere dingen kunnen besteden! Maak daarom gebruik van experts, bestaande publicaties, analyses, databases, best practices enz. om goed geinformeerde beslissingen te maken.

Onderzoek doen
Soms is alleen kijken naar wat anderen al hebben gedaan niet genoeg. Het probleem dat jij probeert op te lossen is vaak net wat anders dan wat anderen al hebben gedaan, zodat je bestaand werk niet zomaar klakkeloos over kunt nemen. In zo'n geval zul je zelf nieuwe kennis en nieuwe oplossingen moeten creëren, door zelf onderzoek te doen.

De cyclus

Als je onderzoek doet doorloop je een simpele cyclus van vraag naar antwoord, wat weer tot nieuwe vragen kan leiden.

  1. Stel je vraag
    Wat wil je weten?
    Voorbeeld: Een fysiotherapeut klopt bij je aan. Ze wil graag weten of het mogelijk is haar sessies op afstand te doen, zodat patiënten niet per sé naar de praktijk hoeven te komen om toch de nodige zorg te krijgen, bijvoorbeeld als ze in quarantaine zitten. De volgende vraag komt bij je op: Hoe kun je in zo'n situatie het handigst lichaamsbewegingen meten?
     
  2. Verzamel de gegevens
    Welke gegevens heb je nodig om je vraag te beantwoorden? Hoe krijg je deze?
    Je duikt die veelgebruikte zoekmachine in op zoek naar bestaande oplossingen. Je komt een aantal mogelijkheden tegen en hun eigenschappen, zoals camera's en bewegingssensoren (zoals de gyroscoop in je smartphone). Om straks te bepalen welke oplossing het handigst is kijk je onder andere naar hoe makkelijk het te gebruiken is door de patiënt, maar ook of de informatie die die oplossing zou leveren wel goed genoeg is voor fysiotherapie.
     
  3. Analyseer de gegevens
    Hoe moet je deze gegevens verwerken om antwoord te kunnen geven op je vraag?
    Je zet de mogelijkheden en hun belangrijkste eigenschappen in een tabel. Je hebt ook een kolom voor "handig in gebruik" en "geschikt voor fysio" in de tabel opgenomen, de belangrijkste criteria.
     
  4. Trek conclusies
    Wat is op basis van je analyse het antwoord op je vraag?
    Doordat je de gegevens overzichtelijk aan de hand van de criteria in een tabel hebt gezet, zie je in een oogopslag de conclusie. Hoewel camera's minder precieze informatie leveren over de beweging dan bewegingssensoren, is het wel veel eenvoudiger voor de patiënt om te doen. Je hebt weer een nieuwe vraag: Wat voor camera's zouden de beste bewegingsinformatie kunnen geven?

Checklist

Voor het bepalen van je aanpak voor het beantwoorden van een vraag ga je elk van de 4 stappen van de onderzoekscyclus langs. Sta even kort stil bij de volgende twee vragen:

  • Doe je het goede?
    Wat zijn de verschillende mogelijkheden voor deze stap? Geeft dit inderdaad antwoord op de vraag waarmee je begon? In onderzoekstermen noemen we dit ook wel validiteit.
    Als je wilt weten of mensen je spel leuk vinden, zou je ze bijvoorbeeld een filmpje kunnen laten zien van mensen die het spel spelen en ze dan vragen of ze het zelf ook zouden willen spelen. Zeggen ze "ja", dan neem je aan dat ze je spel inderdaad leuk vinden. Maar kunnen ze wel bepalen of een spel leuk is door alleen naar een filmpje te kijken? En is het misschien gewoon een beleefdheids-ja? Zeker als je vraagt aan familie en vrienden willen ze misschien gewoon aardig zijn. Kun je een andere manier bedenken om deze vraag te beantwoorden?
     
  • Doe je het goed?
    Zelfs als je gekozen hebt voor een bepaalde aanpak die op zich goed past bij je vraag, dan nog kan er vanalles goed of fout gaan in de uitvoering. Ook hier kun je al zoveel mogelijk rekening mee houden bij het bepalen van je aanpak. Als je hetzelfde onderzoek nog een keer zou doen, zou je dan vergelijkbare resultaten krijgen, of zou er ook een heel ander antwoord uit kunnen rollen? In onderzoekstermen noemen we dit betrouwbaarheid.
    Om je vraag te beantwoorden of mensen je spel leuk vinden om te spelen, heb je besloten dat je mensen het spel zelf gaat laten spelen. Ook benadruk je dat je eerlijke feedback wilt horen, zodat je het spel beter kunt maken. Daarnaast kijk je ook naar de reacties van de testers tijdens het spelen. Je neefje van 8 en nichtje van 10 vinden je spel geweldig. Goed nieuws! Een van je teamgenoten laat het spel ook spelen, door z'n opa en oma, maar zij vonden het spel helemaal niet leuk. Wat nu?

Doe je het goede? en Doe je het goed? geven je een handvat om kritisch te kijken naar je aanpak. Je kunt ook de volgende vragen proberen: Beantwoordt dit inderdaad je vraag? En durf je je smartphone onder het antwoord te verwedden?

Praktijktips

  1. De stappen van de onderzoekscyclus geven niet alleen een mooi handvat om op jouw aanpak (of dat van anderen) te reflecteren, maar ook een handige structuur voor communicatie hierover over met anderen.

  2. In het onderzoeksrapport beschrijf je je aanpak in het hoofdstuk genaamd Aanpak of Methoden.

  3. Als je voor een bepaalde aanpak kiest, bijvoorbeeld voor interviews, zoek dan eens naar de valkuilen en best practices voor deze methode. Zo kun je problemen van te voren al voorkomen.

  4. Als je een onderzoek(je) hebt gedaan, kijk dan terug aan de hand van de checklistvragen. Hoe vaker je dit doet, des te beter je weet wat er allemaal mis kan gaan. Zo kun je deze problemen vermijden in je volgende project.

Opdrachten

Zelfassessment (1.1 Curiosity)

Individuele opdracht (1.1 Curiosity)

Voor een van de informatievragen voor jouw praktijkvraag, bedenk een aanpak. Vul hiervoor elke stap van de onderzoekscyclus in, zodat je een concreet beeld schetst van vraag naar antwoord. 

Kijk nu naar elke stap. Kun je een reden bedenken waarom hier mogelijk niet de informatie uit zou komen die je nodig hebt voor het beantwoorden van je vraag?

 

Onderzoekscyclus Hoe? Mogelijke problemen
1. Vragen stellen <vul hier je informatievraag in> -
2. Gegevens verzamelen    
3. Gegevens analyseren    
4. Conclusies trekken    

 

Projectopdracht

Neem een van de informatievragen in je project. Bepaal daarvoor een gedetailleerde aanpak aan de hand van de stappen in de onderzoekscyclus. 

Optie A) Uitwisseling

Bekijk nu de aanpak van een ander team en bedenk per stap wat er mogelijk fout zou kunnen gaan. Doen ze het goede? Doen ze het goed? Geef je inzichten terug aan het andere team.

Bekijk nu de mogelijke problemen die het andere team heeft bedacht voor jullie aanpak. Bedenk een andere aanpak die de grootste problemen oplost.

Optie B) Zelf-reflectie

Bekijk nu je aanpak en bedenk per stap wat er mogelijk fout zou kunnen gaan. Doe je het goede? Doe je het goed?

Bedenk nu voor de belangrijkste problemen 3 mogelijke oplossingen. Kies vervolgens de aanpak die naar verwachting tot het best passende antwoord leidt voor de vraag, en haalbaar blijft binnen de context van het project.

Bronnen

Andriessen, D. (2014). Praktisch relevant én methodisch grondig? Dimensies van onderzoek in het HBO: Openbare les 2014.

Losse, M. A. Onderzoekend vermogen ontwikkelen bij studenten: een methodiek voor hbo-docenten. Boom, 2018.

Voor de docent

In deze sectie kun je zowel een moduleverantwoordelijke als uitvoerend docent extra informatie en tips geven, zodat zij snel kunnen inschatten of en hoe zij deze bouwsteen in hun module of les in zouden kunnen passen.

Het doel van deze bouwsteen

De onderzoekscyclus biedt een handig stappenplan voor het methodisch beantwoorden van vragen. Een handig uitgangspunt voor het zelf doen van onderzoek.

Plaats in het curriculum en module

Vroeg in leerjaar 1. Geen voorkennis vereist.

Voorbeeld lesplan

Studenten kunnen vooraf de bouwsteen doornemen, de self-assessment en de individuele opdracht doen. In de les kunnen ze vervolgens in groepjes aanpakken bedenken en op reflecteren.

Ook is het een interessante workshop oefening om verschillende aanpakken te vergelijken voor dezelfde vraag.

Binnen een project kunnen studenten een concrete aanpak bedenken voor een van de informatievragen die ze zullen moeten beantwoorden. Ook hier kun je aanpakken laten uitwisselen en zo de studenten naar elkaars werk laten kijken.

Tips bij de opdrachten

-

Tips voor projectbegeleiding

Het is vooral van belang reflectie te stimuleren, zodat studenten leren van elk project dat ze doorlopen.

Beoordelen

De reflectievragen rond validiteit en betrouwbaarheid kunnen handvatten geven voor de beoordeling. Voor eerstejaars zeker niet te streng beoordelen. Als de conclusies daadwerkelijk antwoord zouden geven op de vraag is al een goed eindresultaat.

  • Het arrangement 1.1.2 Onderzoek doen met de onderzoekscyclus is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Laatst gewijzigd
    2020-09-01 23:36:18
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Als een ICT student of professional zul je allerlei ICT uitdagingen op moeten lossen. Daarvoor zul je vragen moeten beantwoorden om tot een geschikte oplossing te komen, denk bijvoorbeeld aan "Wat wil de eindgebruiker eigenlijk?" en "Bestaan hier misschien al geschikte oplossingen voor?". Wanneer het vinden van een antwoord meer vraagt dan "even Googlen" en op het bovenste antwoord klikken, zul je een onderzoek(je) moeten uitvoeren om tot een goed antwoord te komen. In deze bouwsteen leer je wat onderzoek doen eigenlijk is (niet alleen voor wetenschappers!), maak je kennis met de onderzoekscyclus en gebruik je deze om een aanpak te bedenken voor je onderzoek (op vraagniveau) en er kritisch over na te denken. Dit is een HBO-ICT bouwsteen voor Onderzoek in Onderwijs.
    Leerniveau
    HBO - Bachelor;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    2 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    bouwsteen, hbo ict oio, onderzoek, onderzoek doen, onderzoekscyclus

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Saxion HBO-ICT. (z.d.).

    1.1.2 Peer inspection

    https://maken.wikiwijs.nl/156078/1_1_2_Peer_inspection