Inleiding
Wat na het 2de jaar?
Na het 2de middelbaar moet je een hele belangrijke studiekeuze maken.
Deze keuze is in vele gevallen heel bepalend voor de rest van jouw leven.
Het is dus enorm belangrijk dat je heel goed weet wat de mogelijkheden zijn en welke studierichtingen er allemaal bestaan.
Op dit leerpad krijg je een overzicht van sterke TSO en KSO richtingen in de 2de graad.
Indien je nog meer info wenst over een bepaalde studierichting, kan je steeds een mailtje sturen naar jouw klasleraar, het ILB en het CLB.
1. Industriële wetenschappen en Techniek wetenschappen
Info:
Jouw wiskundige basis moet voldoende sterk zijn.
Industriële wetenschappen is sterk theoretisch met de klemtoon op wiskunde en (industriële) wetenschappen. Naast een ruime algemene vorming bestudeer je vooral theoretisch de industriële technologie.
Techniek is hier geen activiteit, maar eerder een probleemoplossend denken.
Deze studierichting is de meest theoretische van het studiegebied Mechanica-elektriciteit.
Later?
Na de derde graad stroom je door naar het hoger onderwijs.
|
Vakken?
Welke vakken?
Opvallend is het aantal lestijden wiskunde (5u tot 6u per week).
In deze richting krijgen vakken als mechanica, elektriciteit, fysica en chemie ruime aandacht.
Je leert op een wetenschappelijke manier de kenmerken van fysische verschijnselen onderzoeken en wetenschappelijke wetmatigheden formuleren.
Je leert ook de toepassingen ervan in technologische realisaties.
Het ontwerpen van ruimtelijke vormen en schema’s met professionele software komt eveneens aan bod.
De technische vakken focussen op mechanica, elektriciteit, elektronica, toegepaste chemie en fysica.
Profiel?
Leerlingen die voor deze richting kiezen, beschikken over een goede intelligentie en abstractievermogen.
Kijk naar het filmpje om een beeld te krijgen van 'Industriële wetenschappen':
2. Sociale en technische wetenschappen (STV)
Deze richting bieden we ook op Ursulinen Mechelen aan!
Info:
Sociale en technische wetenschappen biedt je een brede vorming aan op sociaal, wetenschappelijk en technisch vlak.
Het uitgangspunt voor elk vak is de mens en zijn omgeving.
De wetenschappen worden niet zuiver abstract en theoretisch benaderd, maar verwijzen voortdurend naar concrete toepassingen.
Profiel?
Je hebt een brede interesse in mens en maatschappij,bent sociaal voelend en creatief.
De opleiding leert je hoe de mens functioneert in de samenleving.
Je leert sociale activiteiten organiseren aangepast aan verschillende doelgroepen en contexten.
Het technisch aspect uit zich in de praktijk rond voeding gesteund op wetenschappelijke inzichten.
Vakken?
De vakken kunnen onderverdeeld worden in drie groepen:
- natuurwetenschappen (biologie, chemie, fysica en laboratoriumoefeningen); hier komen volgende thema’s aan bod: metrologie, materiemodel, kracht, arbeid, energie en vermogen, classificatie van organismen en stoffen, zintuigen, stofklassen, terrein-studie, chemische reacties, druk, warmteleer.
In Natuurwetenschappen verwerf je inzichten en vaardigheden via experimenten en praktische opdrachten, gesteund op de theorie;
- sociale wetenschappen (maatschappelijke en sociale vorming); de doelstellingen zijn: verkennen van eigen mogelijkheden, verduidelijken van leerprocessen (geheugen, intelligentie, leren …), passend communiceren in verschillende situaties, menselijk gedrag en interacties waarnemen en observeren, omgaan met rechten en plichten als jongere, verkennen en illustreren van de diversiteit tussen mensen;
- voeding (toegepaste wetenschappen en praktijk); hier wordt er concreet gewerkt met voedingsproducten.
De voedingsmiddelen worden verwerkt volgens bepaalde principes.
Je leert hierbij de juiste methode of techniek hanteren met aandacht voor het correct gebruik van de gepaste apparatuur.
Zorg dragen voor kwaliteit van de voeding wordt in al zijn facetten benaderd.
STV: kijk naar het filmpje om een beter beeld te krijgen
3. Handel (Business economics)
Ook deze richting bieden wij aan op Ursulinen Mechelen!
Info?
Handel is een studierichting die je wil opleiden voor een commerciële of een administratieve loopbaan in het bedrijfsleven, de overheidsadministratie of de dienstensector.
Handel bereidt je ook voor op het hoger onderwijs.
In deze polyvalente opleiding ligt de klemtoon op een ruime bedrijfseconomische vorming met veel aandacht voor de praktijk van het zakendoen, de technieken van boekhouding, de binnen- en buitenlandse handel, de toegepaste informatica …
Het bedrijfsleven hecht ook veel belang aan een vlotte communicatie – zowel mondeling als schriftelijk – in de eigen taal maar ook in vreemde talen (Engels, Frans en later ook Duits).
Je leert hoe een bedrijf praktisch georganiseerd is.
De bedrijfsgerichte vorming met boekhouden, toegepaste informatica, zakelijke communicatie, recht… staat centraal.
Je leert rekenvaardigheden toepassen binnen de handelssector.
Profiel?
Men verwacht dat je ordelijk en nauwkeurig kunt werken.
Je leert de financiële dagboeken bijhouden, voorraadbeheer, facturatie…
Je leert financiële verrichtingen registreren in een dubbele boekhouding, manueel en met een boekhoudpakket op de computer.
Je krijgt inzicht in de functie van boekhouden voor kostenberekening en als instrument voor het voeren van een beleid in een bedrijf.
In economie leer je over economische bedrijvigheid, monetair beleid, groei en conjunctuur, consumenten- en producentengedrag, kopen en verkopen, ondernemingsvormen, verzekeringen, markten en prijzen…
Je krijgt een basis van burgerlijk en handelsrecht en sociale en fiscale wetgeving.
Je leert kantoortechnieken zoals onthaal, (elektronische) postbehandeling, klasseren, vergaderen, verslaggeving, facturering, PR en communicatie, aankoopformaliteiten …
Je leert het magazijn en de leveranciers- en klantenadministratie organiseren.
De verschillende klantentypes, de verkoopsvormen van kleinhandel tot e-commerce, de goederen en hun eigenschappen, de kassa …komen aan bod in verkoopstechnieken.
Je leert een verkoopsgesprek voeren.
Je leert tekstverwerking, rekenblad, gegevensblad, presentatiepakket, internet en de basis van programmeren.
Later?
Dit zijn de mogelijkheden binnen het studiegebied HANDEL:
Boekhouden - informatica
Handel
Informaticabeheer
Kantoor
Secretariaat-talen
Toerisme
Verkoop
Alles is handel!
4. Handel-talen en Toerisme
Handel-Talen
Handel-talen is een studierichting die je opleidt voor een commerciële of een administratieve loopbaan in het bedrijfsleven, de overheidsadministratie of de dienstensector.
Het is een polyvalente studierichting die een veelzijdige vorming in moderne talen (Frans, Engels en Duits) en toegepaste informatica aanbiedt.
Het leren schrijven van zakenbrieven is een essentieel onderdeel.
Deze studierichting is duidelijk minder wiskundig onderbouwd en besteedt minder aandacht aan bedrijfseconomie dan de studierichting Handel .
De klemtoon ligt op de talen en is vooral afgestemd op de praktijk en de specifieke handelstaal, zowel mondeling als schriftelijk.
Inhoud?
Bedrijfseconomie, informatica en de taalvakken zijn op elkaar afgestemd.
In bedrijfseconomie bestudeer je – in mindere mate dan in de studierichting Handel – de activiteiten van een kleine handelsonderneming.
De handelsverrichtingen en de boekhoudkundige aspecten die ermee gepaard gaan, worden toegelicht.
Je leert een aantal financiële verrichtingen boeken en leren de documenten kennen die ermee verband houden. Er is aandacht voor de btw-verplichtingen en de btw-aangifte.
Je leert ook de technieken van de dubbele boekhouding.
Je moet inzicht hebben in de opbouw van het rekeningstelsel en de werking van de verschillende types rekeningen.
De elementaire boekhoudkundige verrichtingen in een handelszaak leren zij correct analyseren en registreren. In informatica maak je kennis met de apparatuur en leer je taakgericht werken met diverse professionele softwarepakketten (Windows, Office …).
Tekstverwerking, gegevensbeheer, rekenblad, presentatie, internet en e-mail komen aan bod.
Informatica is geen doel op zich maar een ondersteuning van de moderne schriftelijke communicatie (fax, internet, netwerken, e-mail).
Verschil tussen Handelen handel-talen
Toerisme
Toerisme wil je enerzijds voorbereiden op een functie binnen de toeristische sector en anderzijds ook laten doorstromen naar het hoger onderwijs.
Profiel?
De toeristische sector vraagt polyvalente, flexibele mensen met een brede kijk op de wereld, een uitgebreide talenkennis, communicatieve vaardigheden en een grote zelfstandigheid.
Er wordt een brede interesse verwacht voor de cultuurhistorische en geografische aspecten van het toerisme en de vrije tijd.
Op het einde van de tweede graad kan je onder begeleiding systematisch informatie in verband met toeristische bestemmingen en producten (vervoer, verblijf, vermaak) opzoeken, selecteren en gebruiken.
Je kunt het reis- en koopgedrag van een toerist ontleden en kunt overweg met de algemeen gebruikte reisdocumenten, contracten en betaalmiddelen.
De communicatieve, de toeristische en de economische component zijn de pijlers van de studierichting.
De communicatieve component omvat de taalvakken, communicatietechnieken en de informatica. Communicatievaardigheid (spreken, schrijven, lezen en luisteren) in de moedertaal en in drie tot vier vreemde talen is zeer belangrijk.
In communicatietechnieken worden vaardigheden aangeleerd om in diverse omstandigheden vlot te kunnen omgaan met (groepen) mensen.
Goed kunnen werken met ICT-pakketten is noodzakelijk.
Vakken?
Tot de toeristische component behoren de algemene vakken geschiedenis en aardrijkskunde en het vak toerisme.
Dit laatste is opgebouwd rond een aantal thema’s die een breed spectrum van de toeristische wereld ter sprake brengen: de geografische ligging, bereikbaarheid, uitstippelen van de reisroutes, recht, wetgeving en verzekering …
Bekijk dit zeer duidelijk filmpje over 'Toerisme'
5. KSO: Beeldende en architecturale kunsten - Fotografie
Deze studierichting is bedoeld voor creatieve leerlingen die naast een brede algemene vorming, uitgebreid willen kennismaken met bouwkunst en architectuur(tekenen).
Tijdens de 2e graad ontdek je gaandeweg of je de architecturale dan wel de beeldende weg wil inslaan.
Inzet, een goede studiemethode, voldoende ruimtelijk aanvoelen en graag tekenen zijn nodig om deze veelzijdige opleiding (algemeen, creatief en artistiek) met succes te doorlopen.
Je maakt kennis met een brede waaier van artistieke uitingen, met architectuur en industriële vormgeving.
Je leert eenvoudige constructies en elementaire bouwmaterialen kennen.
Je leert waarnemen en tekenen wat je ziet.
Je gebruikt hiervoor potlood, krijt, pastel, houtskool, inkt en allerlei andere materialen. Al doende krijg je inzicht in vorm, ruimte, kleur, compositie…
Naast het vrij beeldend tekenen, leer je ook exact tekenen.
Je maakt projectietekeningen, leert complexe volumes tekenen vanuit verschillende standpunten.
Je leert rekening houden met (de functie van) de omgeving waarin je ontwerp zal geplaatst worden.
Je leert je creaties zowel met de computer (grafische programma’s) als met verschillende tekeninstrumenten voorstellen.
Binnen beeldende vorming maak je kennis met verschillende technieken en materialen waarmee je boodschappen of inhouden voorstellen.
Je leert je zowel uitdrukken in het platte vlak als in de ruimte.
Je werkt met hout, metaal, zand, recyclagemateriaal, verf, klei… en ontwikkelt je ruimtelijk inzicht.
Je ontwerpt, groeit naar en realiseert geleidelijk aan je opdracht.
Je leert over beweging, evenwicht, contrast, verhouding…
Je maakt ook kennis met grafische technieken zoals linodruk (drukken met regels) en monotype (drukken met afzonderlijke letters en tekens).
In sommige scholen peilt men alvorens je in te schrijven tijdens een informatief gesprek naar je motivatie.
6. Elektriciteit-elektronica of Elektrotechnieken
Deze studierichting wil een brede, theoretische vorming bieden.
De algemene vakken zijn van een behoorlijk niveau.
De wiskundige inbreng is belangrijk.
In elektriciteit en elektronica wordt geleerd eerder probleemoplossend te denken en te handelen.
Men leert analyseren en berekeningen uitvoeren.
Praktisch, uitvoerend werk komt niet direct aan bod.
Een stevige basiskennis van elektriciteit en elektronica verwerven is de centrale doelstelling.
Vakken?
In de tweede graad bestudeer je in het vakgebied elektriciteit de basisschakelingen, elektrostatica, elektromagnetisme, gelijk- en wisselstroom, elektrische wetten, elektrische installaties in woningen.
In elektronica komen analoge en digitale basisschakelingen, logische functies en poortschakelingen, digitale codes, beginselen van de halfgeleider-technologie aan bod.
7. Bouw- en Houtkunde of Houttechnieken
Bouw- en houtkunde richt zich naar jongeren met een ruime interesse voor het bestuderen, het ontwerpen en het realiseren van bouwconstructies.
Het is een eerder theoretische richting met veel aandacht voor wiskunde en technologie.
Je verwerft inzicht in bouw- en houtconstructies.
Je leert probleemoplossend denken, één of meerdere oplossingen uitwerken, analyseren en evalueren.
De technische realisaties worden niet alleen op papier maar ook in werkelijkheid uitgevoerd.
Je leert plannen en organiseren.
Je leert in de praktijk rekening houden met de veiligheid van de werkomgeving, bouwwetgeving, topografie, weg- en waterbouwkundige aspecten, stabiliteit, sterkte, ...
De klemtoon ligt eerder op het vlak van conceptuele inzichten (ontwerpen en organiseren) dan op het vlak van het praktisch realiseren (uitvoeren).
Omdat deze opleiding zo theoretisch is, heb je in de derde graad veel mogelijkheden en kan je daarna kiezen tussen onmiddellijk gaan werken of verder studeren in het hoger onderwijs.
8. Elektromechanica of Mechanische Technieken
Elektromechanica
Elektromechanica is een eerder theoretische richting, waarin wiskunde, mechanica en elektriciteit ruim aan bod komen. Je leert analyseren en berekeningen uitvoeren in elektromechanische kringen.
De theorie wordt ondersteund door labo-oefeningen.
In de tweede graad wordt een brede basis meegegeven als voorbereiding op verdere uitdieping of meer gespecialiseerde keuzes in de derde graad. Je leert verschillende materialen, toestellen en technieken kennen. Je leert constructies en installaties ontwerpen, de processen voorbereiden en begeleiden met professionele software.
Door het praktisch uitvoeren leer je het oorspronkelijke concept op zijn waarde beoordelen.
Je ontdekt de wereld van verlichting, motoren en generatoren, automatisering, PLC- sturingen.
Je leert hoe machines met de computer bediend en ontworpen (CNC, CAD-CAM) worden.
Deze studierichting omvat twee grote blokken:
ELEKTRICITEIT: je leert elektromechanische kringen analyseren, de basiswetten van de elektriciteit toepassen in diverse elektrische opstellingen.
Je voert elementaire berekeningen uit die steunen op een wiskundige basis.
MECHANICA: je verwerft basiskennis van theoretische mechanica en past dit toe in het vervaardigen van mechanische werkstukken.
Je krijgt inzicht in de werking, de mogelijkheden en het gebruik van de belangrijkste werktuigmachines en gereedschappen.
Je leert de eigenschappen van de materialen en de krachten die er op inwerken kennen.
Soorten bewegingen, overbrengingen, samenstelling van krachten komen aan bod.
Mechanische Technieken
Starten kan na elke basisoptie van het tweede leerjaar. Mechanische technieken is een praktijkgerichte studierichting die bedoeld is als kennismaking met de beginselen van mechanica en metaalbewerking.
In een modern bedrijf worden de handbediende machines steeds minder gebruikt.
Men doet er een beroep op computersturingen: de CNC-gestuurde machines.
De principes hiervan worden in de tweede graad aangebracht door voldoende aandacht te besteden aan elektriciteit en informatica.
Zo word je voorbereid op de derde graad, waar de modernste CAD-CAM-technieken toegepast worden (d.w.z. een werkstuk wordt met de computer getekend, de tekening wordt naar de productiemachine gestuurd die dan automatisch het werkstuk produceert).
In de praktijklessen maak je aanvankelijk met hand- en machinewerkstukken waarbij boren, schaven, frezen, draaien en slijpen toegepast worden.
Je leert metaalbewerkingsmachines instellen en bedienen.
Het programmeren en werken met computer, numeriek gestuurde machines en computertekenen zijn geïntegreerd.
9. Grafische media
In de tweede graad Grafische media krijg je een brede grafische basisopleiding op het vlak van het ontwerpen, vormgeven en zelfstandig realiseren van grafische eindproducten.
In tegenstelling tot Grafische communicatie is deze richting eerder praktisch gericht.
De graficus is een communicatie-specialist in gedrukte en online media.
Een huisstijl van een bedrijf (logo, kleur, lettertype, look) wordt zowel in het drukwerk als op online presentaties toegepast.
Ook stof, hout, metaal, kunststof kunnen bedrukt worden (bijvoorbeeld T-shirts, wegwijzers langs de straat, cijfers op je uurwerk…).
Je leert in de praktijk alle stappen van het drukproces: ontwerpen, elektronische opmaak, drukvormvervaardiging, drukken en afwerken (plooien, snijden, nieten, inbinden).
Je leert ontwerpen, ook met grafische software op de computer.
Je maakt kennis met typografie, tekstverwerking, reproductiefotografie…
Je leert tekst, tabellen en foto’s bewerken, schikken en opmaken.
Je leert internettoepassingen, webdesign, presentatiesoftware...
Je leert de belangrijkste druktechnieken zoals typodruk, offsetdruk en zeefdruk.
Ook printing-on-demand, computergestuurd drukken komen aan bod.
Later?
Later in het hoger onderwijs?
10. Bio-esthetiek
Je kan deze richting aanvatten na elke optie van het tweede leerjaar.
Deze richting is meer gericht op de arbeidsmarkt dan op doorstromen naar het hoger onderwijs.
Bio-esthetiek biedt naast een algemene vorming een theoretisch-praktische opleiding in de schoonheidsverzorging.
Een wetenschappelijke basis, met nadruk op chemie en biologie, ondersteunt de praktijk.
Je krijgt een belangrijk pakket praktische en technische vakken en minder algemene vakken.
Je wordt opgeleid tot schoonheidsspecialiste.
Je leert over de verzorging van gelaat, handen, voeten en lichaam, aspecten van haarverzorging en make-up.
De praktijkvakken worden wetenschappelijk onderbouwd door toegepaste biologie (menselijk lichaam) en chemie.
Je leert de mogelijkheden en beperkingen van verzorgingsproducten kennen en kritisch omgaan met reclame. Je leert materialen en apparaten hygiënisch en veilig gebruiken.
Zo kan je schoonheidsbehandelingen verantwoord uitvoeren.
Sociale vaardigheden zijn belangrijk.
Er wordt verwacht dat je gevoel voor schoonheid hebt en handig bent.
Bio-esthetiek is gericht op de arbeidsmarkt, maar je kan het nog verder studeren.
11.Hotel
Hotel
Hotel is een polyvalente studierichting die afgestudeerden toelaat diverse functies uit te voeren in de horecasector.
Enerzijds worden basisvaardigheden voor taal en communicatie aangeleerd, anderzijds richt men zich naar basistechnieken voor keuken, zaal, receptie en hotel.
De studierichting Hotel vertrekt vanuit de theoretische-technische kennis en legt steeds de link met de praktijk.
In de tweede graad wordt de nadruk gelegd op basisbereidingen (bv. aardappelenbereidingen, groenten) en -technieken (bv. bakken, stoven, braden) in keuken en restaurant. Er worden eenvoudige menu’s bereid en geserveerd. In het deel restaurant worden de serveertechnieken aangeleerd. Je wordt voorbereid op het beroep van kok, kelner en hotelbediende. Je leert zelfstandig gerechten bereiden en bedienen, aangepaste dranken serveren bij de gerechten, gasten onthalen in het restaurant of het hotel.
Talen en communicatievaardigheden zijn essentieel in deze opleiding.
Een kelner en hotelmedewerker moet zijn klanten immers vlot te woord kunnen staan en niet enkel in het Nederlands.
Ook het beheer en de organisatie van een hotel -restaurant met zijn bedrijfseconomische aspecten zoals bedrijfsbeheer, aan- en verkoop, bedrijfsuitrusting... komen aan bod.
Kennis van wijnen en andere dranken, voeding (scheikunde, technologie, dieet, bereiding…), menuleer, de regels van hygiëne en veiligheid… komen aan bod.
Esthetisch gevoel en creativiteit worden ontwikkeld.
Deze zijn belangrijk voor bereiding van gerechten, presentatie, tafelschikking en inrichting.
Je leert samenwerken met collega’s, omgaan met klanten, je hulpvaardig opstellen…
Hotel
12. Lichamelijke opvoeding en Sport
Deze richting kan je aanvatten na elke optie van het tweede leerjaar.
Voorwaarde is dat je graag en goed sport.
Zeven lestijden sport worden toegevoegd aan de twee lestijden lichamelijke opvoeding.
MAAR!!!! Deze studierichting is geen specialisatie in één bepaalde sporttak, maar laat je kennismaken met verschillende sporttakken (atletiek, balsporten, toestelturnen, zwemmen …).
Ook ritmiek en expressie komen aan bod.
Het globale studiepakket van Lichamelijke opvoeding en sport is minder theoretisch-wetenschappelijk dan Sportwetenschappen (ASO).
De beoordelingseisen van de sportvakken daarentegen vallen zwaarder uit.
Er staan in deze studierichting dan ook dubbel zoveel lestijden hiervan op het programma.
Profiel:
Je moet over een goede fysieke conditie beschikken voor verschillende disciplines en gemotiveerd zijn om extra inspanningen te leveren voor disciplines waar je iets minder aanleg of interesse voor hebt.
De sporten kunnen verschillen van school tot school. …
Extra trainingen kunnen bijkomende kosten geven.
Je kunt verplicht worden tot deelname aan sportstages, uitstappen en competities.
De klemtoon ligt op het sporttechnische, maar er is ook aandacht voor het beleven van beweging, de bewegingscultuur van de vrije tijd, fairplay, samenwerking, verantwoordelijkheid, aanvaarden van regels, waarden en normen.
Theoretische vakken ondersteunen de praktijk van de sport, het inzicht in gezondheids- en trainingsprincipes, een verantwoorde spelorganisatie, het leidinggeven en omgaan met groepen.
Instaptesten!
Hoe voorbereiden op de sportrichting?
Later?
Situering binnen studiegebied "Sport"
|
|
|
Heb je nog vragen?
Indien er iets niet duidelijk is, kan je steeds terecht bij jouw klasleraar, het ILB en CLB.
Op deze site vind je ook heel veel info: www.onderijskiezer.be
Je kan daar ook een interessetest op invullen, indien je écht nog geen idee hebt over wat je wil verder studeren?
Wil je meer info over onze eigen ASO opleidingen, spreek dan jouw klasleraren aan.