Toerisme

Toerisme wil je enerzijds voorbereiden op een functie binnen de toeristische sector en anderzijds ook laten doorstromen naar het hoger onderwijs.

Profiel?

De toeristische sector vraagt polyvalente, flexibele mensen met een brede kijk op de wereld, een uitgebreide talenkennis, communicatieve vaardigheden en een grote zelfstandigheid.


Er wordt een brede interesse verwacht voor de cultuurhistorische en geografische aspecten van het toerisme en de vrije tijd.


Op het einde van de tweede graad kan je onder begeleiding systematisch informatie in verband met toeristische bestemmingen en producten (vervoer, verblijf, vermaak) opzoeken, selecteren en gebruiken.


Je kunt het reis- en koopgedrag van een toerist ontleden en kunt overweg met de algemeen gebruikte reisdocumenten, contracten en betaalmiddelen.


De communicatieve, de toeristische en de economische component zijn de pijlers van de studierichting.

De communicatieve component omvat de taalvakken, communicatietechnieken en de informatica. Communicatievaardigheid (spreken, schrijven, lezen en luisteren) in de moedertaal en in drie tot vier vreemde talen is zeer belangrijk.


In communicatietechnieken worden vaardigheden aangeleerd om in diverse omstandigheden vlot te kunnen omgaan met (groepen) mensen.
Goed kunnen werken met ICT-pakketten is noodzakelijk.


Vakken?

Tot de toeristische component behoren de algemene vakken geschiedenis en aardrijkskunde en het vak toerisme.
Dit laatste is opgebouwd rond een aantal thema’s die een breed spectrum van de toeristische wereld ter sprake brengen: de geografische ligging, bereikbaarheid, uitstippelen van de reisroutes, recht, wetgeving en verzekering …