Intro
Voordat je begint aan dit thema is het belangrijk om een paar dingen op een rijtje te zetten;
- In dit thema wordt gebruik gemaakt van een elektronische leeromgeving: Wikiwijs. Dat wil zeggen dat alle stof online staat op deze site. Je kan hier je per onderwerp een uitleg zien over de stof met daarbij de opdrachten.
- In dit thema maken we gebruik van een nieuwe werkwijze: Flip-the-classroom. Dit houdt in dat jullie de stof voor de volgende les thuis bestuderen en in de les de bijbehorende opdracht van dit onderwerp maken. Andersom als normaal dus! Het is dus super belangrijk dat je voorafgaand aan de les concequent de stof doorneemt, want anders moet je dit in de les doen en heb je te weinig tijd voor de opdracht. Waak erop dat je niet met onnodig veel huiswerk komt te zitten ;).
- In dit thema worden jullie uitgedaagd om zelf op je eigen manier aan de slag te gaan met het onderwerp. Per onderwerp krijgen jullie een grote opdracht met veel creatieve vrijheid waar je de kennis van het onderwerp voor nodig hebt. Dit vraagt dus een hoop eigen verantwoordelijkheid. Ga hier goed mee om!
- Alle opdrachten kunnen op een computer gemaakt worden. Je hebt dus digitale skills nodig om de opdrachten te voltooien. Als je dit lastig vindt trek op tijd aan de bel bij je docent.
Heel veel leerervaringen gewenst en succes met dit thema!
Wat is bloed?
Voorbereiding
Bloedvatenstelsel
Ons lichaam heeft zuurstof en energie nodig om zijn functies uit te kunnen voeren bijvoorbeeld bewegen. Zuurstof neem je op in de longen en energie neem je op in je darmen. Dit zijn dus specifieke plekken in je lichaam. Echter is het zo dat alle cellen van je lichaam de voedingsstoffen nodig hebben, dus ook de huidcellen in je grote linkerteen. Die voedingsstoffen moeten dus door je lichaam vervoert worden. Hiervoor hebben we bloed!
In jouw lichaam is een enorm buizenstelsel van bloedvaten aangelegd waar bloed door je hart doorheen gepompt kan worden. Het bloed is in staat om de zuurstof op te halen in je longen en de energie in je darmen en dit vervolgens door middel van al die buisjes bij alle cellen van je lichaam af te leveren, zodat zij hun functie kunnen uitvoeren. Buiten de voedingsstoffen kunnen je afvalstoffen ook afgevoerd worden. Je zou het kunnen zien als de verwarming in je huis.

Samenstelling van bloed
Voor de samenstelling van bloed is het belangrijk dat het in staat is stoffen op te nemen en af te geven. We kunnen bloed onderverdelen in bloedplasma en de vastbestanddelen. Het bloedplasma is het vloeibare gedeelte van je bloed. Erg belangrijk om ervoor te zorgen dat bloed door je lichaam kan stromen ;). Het bestaat voor een groot deel uit water, maar ook een hoop eiwitten. Er zijn ook een hoop andere stoffen in opgelost als bijvoorbeeld suiker.
De vaste bestandsdelen zijn de bloedcellen. Je hebt rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes. Rode bloedcellen zijn cellen die in staat zijn zuurstof te binden. Hierdoor ben je in staat meer zuurstof op te nemen en zo te voldoen aan de zuurstofvoorziening van je lichaam. Door je rode bloedcellen is je bloed rood van kleur. Witte bloedcellen zijn belangrijk in het bestrijden van ziekteverwekkers. Witte bloedcellen kunnen van vorm veranderen en op die manier zich om een bacterie of virus heen sluiten, zodat de ziekteverwekker opgegeten wordt. Als een soort van pacman! De losgevallen stukken cel van grotere cellen noemen we bloedplaatjes. Deze zijn belangrijk bij het repareren van beschadigingen aan het bloedvat. De bloedplaatjes vormen een netwerk van eiwitten om zo het ontstane gat, bijvoorbeeld doordat je je snijdt of valt, te kunnen dichten.

Bonus! Kleinere dieren
Ons lichaam is super groot als je het vergelijkt met dat van insecten. Insecten beschikken ook over bloed, maar bij insecten is het meer een vrije vloeistof die door het hele lichaam loopt. Bloed loopt niet door vaten zoals bij gewervelden, maar kan gewoon vrij door het lichaam lopen en op deze manier alle cellen bereiken. We noemen dit een open bloedsomloop. Hoe kun je aan de hand van een open bloedsomloop verklaren dat er geen insectensoorten zijn die zo groot kunnen worden als mensen?

Toets: Check voorbereiding
Start
Opdracht
Aantekeningopdracht
Het maken van aantekeningen is enorm belangrijk bij het verwerken van de stof. Van wat je hoort ben je maar in staat 10% procent te onthouden en van wat je leest 20% terwijl als je iets doet ben je in staat 50% te onthouden. Ergens actief mee aan de slag gaan, maken van aantekeningen, zorgt er dus voor dat je meer dan 2 keer zoveel onthoudt!
Om te oefenen met het maken van aantekeningen gaan jullie in deze opdracht aantekeningen maken over het eerste onderwerp (wat is bloed?).
1. Kies uit een van de onderstaande manieren van het maken van aantekeneningen. Gebruik de achterstaande ICT-tool om de aantekeningen te maken.
2. Wissel de aantekeningen met elkaar uit en geef elkaar feedback over wat er nog mist of welke informatie er te veel in staat.
Het hart en bloedsomloop
Voorbereiding
Het bloedvatenstelsel
Het bloedvatenstelsel bestaat uit de kleine en grote bloedsomloop. De kleine bloedsomloop brengt bloed van het hart naar de longen via de longslagader en weer naar het hart via de longader. Het bloed neemt bij de longen zuurstof op en geeft koolstofdioxide af. Hierdoor wordt het bloed zuurstofrijk; er is veel zuurstof in opgenomen. Wanneer er weinig zuurstof in is opgenomen noemen we dit zuurstofarm. In het plaatjes hieronder is het zuurstofrijke bloed aangegeven met een rode kleur en het zuurstofarme bloed met een blauwe kleur. Deze kleuren dienen ter verduidelijking, want in alle vaten van het lichaam is het bloed echter gewoon rood.
In de grote bloedsomloop wordt het bloed van het hart naar de rest van het lichaam vervoerd. Het bloed stroomt via de aorta naar het de rest van het lichaam. Het bloed in de aorta is zuurstofrijk. Bloed stroomt naar alle delen van het lichaam; naar onder en naar boven. De zuurstof wordt afgegeven aan de cellen van het lichaam. Wanneer dit gebeurt is stroom het bloed via de onderste en bovenste holle ader terug naar het hart.

Soorten bloedvaten
We onderscheiden 3 soorten bloedvaten; slagaders, aders en haarvaten. In een slagader stroomt bloed van je hart af. Bloed stroomt hier schokkend doorheen. Het wordt namelijk voortgeduwd door de slagen van je hart. Dit zorgt voor veel druk op de wanden van het bloedvat. Daarom hebben slagaders een dikke wand. De bekendste is de aorta. Deze slagader is het grootste bloedvat van je lichaam. De vertakkingen van de aorta brengen bloed naar alle delen van je lichaam. Slagaders vertakken in steeds kleinere en dunnere bloedvaten. De kleinste bloedvaten heten haarvaten. De wanden van deze bloedvaten zijn een cel dik wat ervoor zorgt dat er gemakkelijk uitwisseling van voedingsstoffen en afvalstoffen kan plaats vinden tussen de omliggende cellen. Het bloed stroomt vanuit de haarvaten in de aders. Deze aders brengen het bloed weer terug naar het hart. Het bloed stroomt geleidelijk door de aders heen.

Bouw van het hart
Om een vloeistof ergens doorheen te laten lopen is er een pomp nodig, zoals bijvoorbeeld het water in een aquarium. In ons lichaam is ons hart de pomp. Ons hart is een holle spier die kan spannen en ontspannen er zo voor zorgen dat het bloed door alle vaten van het lichaam gepompt wordt. Bloed stroomt het hart binnen bij de boezems. Boezems zijn holtes aan de buitenkant van het hart. Als de boezems vol zijn gelopen trekken de boezems tegelijk samen en pompen ze het bloed naar de kamers. De kamers pompen het bloed naar de rest van het lichaam. Het hart wordt altijd vanuit degene van wie het hart is bekeken. Dit betekent dat je in het plaatje hieronder nog maar eens goed moet kijken naar wat de linken en wat de rechter boezem en kamer is!

Bonus! Wat als je hart er mee stopt?
Een hartaanval, ook wel hartinfarct genoemd, is een van de grootste doodsoorzaken in Nederland. Bij een hartaanval raakt de kransslagader, de slagaders die je hart voorzien van voeding, plotseling verstopt waardoor je hart geen bloed meer krijgt en dus ook geen zuurstof. Aangezien je hart een spier is wordt het lastiger voor je hart om zijn werk te doen. Iemand met een hartaanval ervaart een enorme stekende pijn in de borst, maar deze persoon in is wel bij kennis.
Het gevolg van een hartaanval kan een hartstilstand zijn. Bij een hartstilstand is je hart niet meer in staat bloed door je lichaam te pompen, waardoor je bewusteloos raakt. Een hartstilstand kan ook andere oorzaken hebben als een verkeerde impulsafgifte van je hersenen (hartritmestoornis) of andere hartziektes. Veel mensen denken dat een hart bij een hartstilstand stil staat, maar vaak is het zo dat je hart ongecontroleerde bewegingen maakt. Het gevolg van een hartstilstand is de dood.
Het is zaak bij een hartstilstand zo snel mogelijk te reageren. Hoe sneller er gereageerd wordt des meer schade de gedupeerde bespaart blijft. Al na 4 minuten kan er onherstelbare schade aan je hersenen ontstaan. Elke seconde telt! Zo snel mogelijk moet een reanimatie gestart worden. Bij reanimatie wordt er in een bepaald ritme sterk op de borst gedrukt van de gedupeerde. Dit kan de pompende functie van het hart voor een klein gedeelte opvangen. Om het hart weer aan de praat te krijgen is een AED (automatische externe defibrillator) nodig. Een AED geeft een hele sterke schok aan het hart waardoor het stop met kloppen. Doordat het gestoorde hartritme onderbroken wordt kan het lichaam zelf het hartritme weer oppakken, waardoor het hart weer als normaal kan kloppen.

Toets: Check voorbereiding
Start
Opdracht
Je eigen hartslag meten
Een grote oorzaak van hartstilstanden zijn
hartritmestoornissen. Iemand met een hartritmestoornis heeft een onregelmatig hartritme. Veel mensen weten niet van zichzelf dat ze hartritmestoornissen hebben. Hoe eerder hartritmestoornissen vastgesteld kunnen worden hoe kleiner de kans door bijbehorende behandeling op een hartstilstand.Om meer mensen zich bewust te maken van hun hartritme is er een app ontwikkelt; Fibricheck. Fibricheck is een door arsten gecertificeerde app die dus een betrouwbaar beeld van je hartritme kan geven met alleen de voorcamera van je mobiele telefoon.
In deze opdracht gaan jullie je eigen hartritme meten en hier zelf een conclusie uit proberen te trekken. Volg de onderstaande stappen.
1. Download fibricheck op je mobiele telefoon via de playstore of appstore of gebruik de onderstaande link:
https://play.google.com/store/apps/details?id=com.qompium.fibricheck&hl=nl
2. Maak een account aan.
3. Meet met de app gedurende een minuut je hartritme terwijl je op een stoel zit. Let tijdens het meten goed op je hartslag (op de app is dit je bpm (beats per minute). Noteer opvallende dingen aan je hartslag die er gedurende deze minuut.
4. Schrijf aan het einde onder de opvallende resultaten je gemiddelde hartslag en of je hartritme regelmatig of onregelmatig was.
5. Spring nu voor gedurende 1 minuut met je armen en benen in en uit.
6. Meet direct na de korte sportoefening nogmaals je hartslag voor een minuut lang met Fibricheck. Noteer wederom opvallende zaken.
7. Noteer aan het eind van de meting ook weer je gemiddelde hartslag en of je hartritme regelmatig of onregelmatig was.
8. Zoek op internet een gemiddelde hartslag op en vergelijk deze met je eigen hartslag.
- Wat zijn de verschillen jouw hartslagen en het gemiddelde? Klopt die sneller of trager?
- Hoe komt het dat je geslacht invloed heeft op je hartslag?
- Wat is het verschil tussen je hartslag in rust en na een sportieve activiteit?
- Hoe kun je dit verschil verklaren aan de hand van de functie van je hart?
- Waarom wordt een hartslag altijd in rust gemeten?
Validatie app:
9. Schrijf een kort stukje over wat je van de app vindt en beantwoordt hierin de volgende zaken? Tip je mag internet gebruiken.
- Hoe is de app in staat met alleen een camera je hartslag te meten?
- Hoe komt het dat dit een betrouwbaar resultaat kan geven?
- Wat is het belang van regelmatig je hartritme meten?
Vind je het interessant je hartslag te meten en zou je gedurende een langere tijd je hartritme in de gaten willen houden? Je kan ook kiezen om een abonnement te nemen van een maand of een jaar, zodat je langer dan een dag er mee aan de slag kunt.
Leren
Leren onderdelen hart
In deze quizlet zie je een schematische tekening van een hart. In het hart staan verschillende onderdelen aangegeven. Quizlet is een handige tool om deze onderdelen op verschillende manieren te leren.
Belangrijke bloedvaten
In deze quizlet zie je een overzichtstekening van de menselijke bloedsomloop. In de afbeelding zijn een aantal belangrijke bloedvaten benoemd. Quizlet is een handige tool om deze vaten op meerdere manieren te leren.
Uitscheiding
Voorbereiding
Wat is uitscheiding?
Uitscheiding is het proces waarbij organismen schadelijke stoffen kwijt raken uit het bloed. Door de stofwisseling komen in ons lichaam een hoop schadelijke stoffen vrij. Deze komen vrij in het bloed. Je lichaam is in staat deze stoffen uit te scheiden. Koolstofdioxide kun wordt in je longen omgewisseld met zuurstof. Op deze manier adem je koolstofdioxide uit waardoor je he
t uitscheidt.
Je lever is in staat sommige afvalstoffen af te breken tot kleinere stoffen. Hiermee kan de lever de stoffen onschadelijk maken. De stoffen worden vervolgens weer afgegeven aan het bloed, maar doordat ze kleiner zijn zijn deze stoffen wel gemakkelijker uit je bloed te filteren. Je nieren werken als het filter van ons lichaam. Door de werking van je nieren worden de schadelijke stoffen ook daadwerkelijk uit je bloed gehaald. Het verlaat het lichaam in de vorm van urine.
Werking lever
Je lever is een veelzijdig orgaan met veel verschillende functies. Een van de functies van de lever is het afbreken van gifstoffen in het lichaam, waardoor ze onschadelijk gemaakt worden. Doordat de lever de stoffen weer afgeeft aan het bloed en dus niet uit het lichaam verwijdert behoort hij eigenlijk niet tot het uitscheidingsstelsel. Er is geen directe connectie met de nieren, maar de lever heeft wel invloed op de samenstelling van de urine die door de nieren gemaakt wordt.
De lever ligt aan de rechterkant van het lichaam net boven het middenrif. De poortader vervoert bloed van de darmen naar de lever. Het bloed in de poortader is zuurstofarm, maar bevat wel veel voedingsstoffen die zijn opgenomen in de darmen. Hier kunnen ook een hoop afvalstoffen bij aanwezig zijn die worden opgenomen door de lever. Hieronder staan een aantal afbraakreacties in de lever beschreven:
De lever kan het zuurstofbindend eiwit hemoglobine uit je oude rode bloedcellen omzetten in bilirubine. Bilirubine is schadelijk voor je lichaam. Daarom wordt het niet afgegeven aan je bloed, maar aan het galsysteem. Hierdoor komt in je verteringsstelsel terecht en verlaat het je lichaam via je ontlasting (poep). Bilirubine zorgt voor de bruine kleur van je ontlasting.
Wanneer eiwitten in je lever worden afgebroken komt er ureum vrij. Ureum is onschadelijk voor het lichaam en wordt weer afgegeven aan het bloed. Je nieren zijn in staat ureum uit je bloed te filteren. Ureum is verantwoordelijk voor de typische geur van urine.
- Alcohol → Koolstofdioxide en water
Alcohol is een stof die aanwezig is in alcoholhoudende dranken. Wanneer er alcohol in je bloed is heeft dit effect op het functioneren van bijvoorbeeld de hersenen. Je lever is in staat alcohol af te breken. Echter wordt niet alle alcohol afgebroken, waardoor de overgebleven alcohol ervoor kan zorgen dat je dronken wordt.

Werking nieren
Je nieren werken als een filter van je bloed. Je
hebt twee nieren en liggen tegen je rug aan. Zuurstofrijk bloed wordt via de nierslagader aangevoerd aan de nieren. Het bloed loopt door de nieren heen. Er worden buiten afvalstoffen ook water en zouten uit je bloed gefilterd. Er ontstaat urine. De urine wordt afgevoerd via de urineleiders naar de blaas. Het overige bloed verlaat je nieren via je nierader. Je blaas loopt langzaam vol en kan worden geleegd door te plassen. Wanneer je veel water drinkt zal er meer water uit je bloed worden gefilterd en loopt je blaas dus ook sneller vol.
Hiernaast zie je de doorsnede van een nier. De buitenkant van de nieren wordt de nierschors genoemd. Aan de binnenkant van de nieren bevindt zich het niermerg. In de nierschors en niermerg wordt je bloed gefilterd. De urine die hieruit ontstaat wordt opgevangen in je nierbekken.
De functies van je nieren zijn:
- Afvalstoffen uitscheiden
- Hoeveelheid water en zouten in je lichaam reguleren
- Je bloeddruk controleren
- Zuurgraad van je bloed in stand houden
Bonus! Nierdialyse
Nierfalen is een veelvoorkomend probleem bij mensen waarbij de nieren niet meer hun werk kunnen doen. Toch kunnen mensen met slechtwerkende nieren door blijven leven. Deze mensen kunnen of een nieuwe nier krijgen of nierdialyse ondergaan. Bij nierdialyse wordt de werking van de nier nagebootst door een apparaat. Het apparaat word op twee plekken met de bloedbaan verbonden in de arm. Hierdoor kan het bloed uit het lichaam stromen, waarna het langs een kunstnier komt. Deze filtert de gifstoffen uit het bloed net zoals een echte nier. Vervolgens komt het bloed weer in het lichaam terecht. Op deze manier kan op kunstmatige wijze het bloed gefilterd worden.

Toets: Check voorbereiding
Start
Opdracht
Urineonderzoek
Artsen vragen wel eens aan patiënten om een potje met urine mee te nemen. Er kan gemakkelijk op basis van zicht of teststrips een uitspraak gedaan worden over de kwaliteit van de urine, maar ook kan er een onderzoek in het lab gedaan worden naar welke stoffen in welke maten voorkomen in het urine. Dit is belangrijke informatie omdat de samenstelling van je urine veel kan zeggen over je gezondheid. Artsen kunnen uit de resultaten van een urineondezoek indicaties herleiden die aangeven waar er iets misgaat in het lichaam.
In deze opdracht gaan jullie zelf op het web onderzoek doen naar de achterliggende oorzaak van de samenstelling van urine. Jullie doen het onderzoek in viertallen. Als viertal kiezen jullie een van de casussen uit de tabel. Vervolgens verdeel je het viertal in tweetallen. Een tweetal kiest voor een adviesrol en het andere tweetal kiest voor de diagnosticerende rol (vaststellen probleem).
Adviesrol: Bij de adviesrol ga je een advies aan een patiënt voorzien om iets te voorkomen. Hiervoor beschrijf je in het verslag wat het effect van een situatie is op je lichaam. Hoe je het kan voorkomen. Ook doe je een hypothese over de samenstelling van de urine bij de lichaamsverandering.
Diagnosticerende rol: Je krijgt enkele gegevens over de samenstelling van de urine van een patiënt. Oorzaak zoeken achter de waarden van de urine. Waar zal de oorzaak in het lichaam zitten? Beargumenteer of er een vervolgonderzoek nodig is?
Casusnummer |
Adviesrol |
Diagnosticerende rol |
1. |
Gebruik van alcohol |
Urine:
- Laag albumine/creatinine-ratio
- Laag percentage eiwitten
- Bijna kleurloos van kleur
|
2. |
Leukemie |
Urine:
- Rood van kleur
- Bevat hemoglobine
|
3. |
Slecht werkende lever |
Urine:
- Donker van kleur
- Verlaagd niveau aan ureum
|
4. |
Zwangerschap |
Urine:
- Lichte verhoging albumine
- Bevat het hormoon HCG
|
Vervolgens gaan jullie de resultaten van de tweetallen met elkaar vergelijken. Stel hierbij de volgende vragen:
- Wat zijn de overeenkomsten?
- Wat zijn de verschillen?
- Zou de diagnose van de patiënt de lichaamsverandering bij de adviesrol kunnen zijn? Leg dit uit!
Werk met je viertal samen in een googledocs. In googledocs is het mogelijk om tegelijk te typen in een bestand. Dit bespaart je het werk van samenvoegen van meerdere documenten en is het makkelijker je stukjes mooi in elkaar over te laten lopen. Googledocs is te verkrijgen via de volgende link:
https://www.google.nl/intl/nl/docs/about/
Succes!
Afweersysteem
Voorbereiding
Het afweersysteem
Er zijn in onze omgeving een hoop micro-organismes aanwezig. Dit zijn eencellige organismen die je niet met het blote oog kan zien bijvoorbeeld bacteriën en virussen. Veel van deze organismes zijn niet schadelijk voor ons lichaam, maar een deel is in staat ons ziek te maken. Antigenen of ziekteverwekkers zijn lichaamsvreemde stoffen zoals virussen, bacteriën of grote moleculen. Ze kunnen schadelijke effecten hebben op ons lichaam. Daarom heeft het lichaam een afweersysteem. Afweer is elke weerstand die het lichaam tegen een ziekteverwekker verricht. We onderscheiden twee typen afweer; de specieke en aspecifieke afweer.
Aspecifieke afweer
De afspecifieke afweer is de afweer die niet specifiek gericht is tegen een bepaald soort ziekteverwekker, maar tegen alle ziekteverwekkers. De eerste linie van afweer is onze huid en onze slijmvliezen. Onze huid vormt een beschermende laag van als onze interne weefsels die ziekteverwekkers buiten houdt. De huid is een vorm van mechanische afweer. De ziekteverwekkers worden niet gedood of bestreden maar alleen buiten gehouden.
Een andere vorm van afspecifieke afweer zijn macrofagen. Macrofagen zijn witten bloedcellen die fagocyteren. Dit gebeurt met antigenen die in het lichaam zijn gekomen als de mechanische afweer kapot is door bijvoorbeeld een wondje. Net zoals elke cel heeft een antigeen eiwitten op zijn celmembraan zitten. Een macrofaag is in staat deze eiwitten te herkennen en vervolgens te fagocyteren. Als een macrofaag een antigeen heeft gefagocyteerd scheidt die hij een eiwit uit wat ervoor zorgt dat er meer macrofagen naar die plek komen. Zo kunnen grote hoeveelheden antigenen die het lichaam binnen komen bij bijvoorbeeld een wondje tegelijk gefacocyteerd worden.

Specifieke afweer
Bij de specifieke afweer worden specifieke antigenen bestreden. Als een antigen voor het eerst het lichaam binnen komt wordt die gefagocyteerd door een macrofaag. Deze presenteert het eiwit van de antigeen op zijn celmembraan. Dit eiwit wordt gepresenteerd aan een lymfocyt (een soort witte bloedcel). De lymfocyt die is in staat antistoffen aan te maken. Antistoffen zijn eiwitten die zich aan de eiwitten van de antigenen binden en vervolgens specifiek dit type antigen uitschakeld. Dit proces gaat de eerste keer erg langzaam. Het eiwit wordt echter opgeslagen in geheugencellen (een soort witte bloedcel). Hierdoor wordt dit soort antigen bij een volgende keer dat het het lichaam betreedt herkent en kunnen er meteen antistoffen worden aangemaakt. Wanneer je lichaam een bepaald antigeen herkent ben je immuun geworden voor dit antigeen.
Bonus! Vaccinaties
Bij vaccinaties maken artsen kunnen slim gebruik van het afweersysteem. Bij een vaccinatie worden verzwakte antigenen in iemands bloedsomloop gespoten. Doordat de antigenen verzwakt zijn wordt je hier niet ziek van, maar het lichaam herkent de antigenen wel door de eiwitten op de celmembranen. Hierdoor gaat je lichaam wel antigenen aanmaken en deze opslaan in geheugencellen. Je raakt dus immuun voor het antigen. Door kinderen te vaccineren hebben we kindersterfte door ziektes als bof, mazelen en kinkhoest voor een groot deel terug gedrongen.

Toets: Check voorbereiding
Start
Opdracht
Vaccinaties slecht voor de volksgezondheid?
Sinds de ontdekking van vaccinaties is er veel om te doen geweest. De laatste jaren wordt het tegengeluid voor vaccinaties steeds luider. De meeste mensen in Nederland laten hun kinderen vaccineren, maar er is ook een steeds groter wordende groep die er bewust voor kiest dit niet te doen. In deze opdracht gaan jullie in tweetallen op zoek naar waarom deze mensen hiervoor kiezen en wat de redenen zijn om je kind wel te vaccineren. Schrijf hier een stuk over (je kan hiervoor weer googledocs gebruikenen vermeld hierin ook de bron waar je het vandaan hebt. Ga met je tweetal op onderzoek op de volgende platformen:
- Nieuwssites: bijvoorbeeld nu, de telegraaf of nos.
- Social media: bijvoorbeeld facebook, instagram of twitter.
- Forums: het is hier handig om op te zoek gaan naar specifieke forums met betrekking tot dit onderwerp.
Als je alle voor- en tegenargumenten hebt benoemd voeg je ook nog een individueel stuk met je eigen mening in het stuk. Beschrijf kort maar krachtig of volgens jou kinderen in het algemeen wel of geen vaccinatie zouden moeten krijgen? Beargumenteer je keuze.
Voeg je argumentatie toe op de facebookpagina over vaccineren, zodat er een overzicht van de klas ontstaat;
https://www.facebook.com/Vaccineren-in-Nederland-104444097787257/?modal=admin_todo_tour

Facebookpagina vaccineren
Begrippenlijst
In dit arrangement staan een hoop dikgedrukte woorden. Dit zijn belangrijke termen met betrekking tot dit thema. Maak voor jezelf een begrippenlijst, zodat je deze begrippen gemakkelijker kan leren. Je mag er ook voor kiezen deze begrippen in een Quizlet te zetten.
Pathologie
Opdracht
Presentaties pathologie
Er zijn een hoop ziektes die invloed hebben op de bloedsomloop. Deze ziektes kunnen allerlei verschillende oorzaken hebben. Denk aan erfelijke factoren, voeding, roken of stress. Ziektes aan het hart, de lever, de nieren of belangrijke bloedvaten kunnen grote gevolgen hebben voor iemandsgezondheid en aandoeningen in deze catergoriën zijn veelvoorkomende doodsoorzaken.
Bij dit onderwerp is er geen voorbereiding met kennis. Deze kennis gaan jullie aan elkaar geven! Er zijn een aantal ziektes met betrekking tot het bloedvatenstelsel. Met je groepje ga je een van deze ziektes kiezen en hierover een presentatie geven aan de rest van de klas. Voor de presentatie maak je gebruik van PowerPoint, zodat deze op de ELO gezet kan worden om te leren door je medeleerlingen. Zorg ervoor dat dit dus een goede PowerPoint is! Op deze manier wordt je expert in je eigen onderwerp.
Ziektes:
- Trombose
- Leverkanker
- Atheromatose
- Artrose
- Endocarditis
- Nierschade
- Sikkelcelziekte
- Aids
Laat in je presentatie in ieder geval de volgende zaken terugkomen:
- Hoe werkt de ziekte?
- Welke symptomen horen bij de ziekte?
- Hoe kun je deze symptomen verklaren?
- Welk effect heeft de ziekte op je lichaam?
- Wat zijn de behandelmethoden?
Break a leg!