Het bloedvatenstelsel
Het bloedvatenstelsel bestaat uit de kleine en grote bloedsomloop. De kleine bloedsomloop brengt bloed van het hart naar de longen via de longslagader en weer naar het hart via de longader. Het bloed neemt bij de longen zuurstof op en geeft koolstofdioxide af. Hierdoor wordt het bloed zuurstofrijk; er is veel zuurstof in opgenomen. Wanneer er weinig zuurstof in is opgenomen noemen we dit zuurstofarm. In het plaatjes hieronder is het zuurstofrijke bloed aangegeven met een rode kleur en het zuurstofarme bloed met een blauwe kleur. Deze kleuren dienen ter verduidelijking, want in alle vaten van het lichaam is het bloed echter gewoon rood.
In de grote bloedsomloop wordt het bloed van het hart naar de rest van het lichaam vervoerd. Het bloed stroomt via de aorta naar het de rest van het lichaam. Het bloed in de aorta is zuurstofrijk. Bloed stroomt naar alle delen van het lichaam; naar onder en naar boven. De zuurstof wordt afgegeven aan de cellen van het lichaam. Wanneer dit gebeurt is stroom het bloed via de onderste en bovenste holle ader terug naar het hart.

Soorten bloedvaten
We onderscheiden 3 soorten bloedvaten; slagaders, aders en haarvaten. In een slagader stroomt bloed van je hart af. Bloed stroomt hier schokkend doorheen. Het wordt namelijk voortgeduwd door de slagen van je hart. Dit zorgt voor veel druk op de wanden van het bloedvat. Daarom hebben slagaders een dikke wand. De bekendste is de aorta. Deze slagader is het grootste bloedvat van je lichaam. De vertakkingen van de aorta brengen bloed naar alle delen van je lichaam. Slagaders vertakken in steeds kleinere en dunnere bloedvaten. De kleinste bloedvaten heten haarvaten. De wanden van deze bloedvaten zijn een cel dik wat ervoor zorgt dat er gemakkelijk uitwisseling van voedingsstoffen en afvalstoffen kan plaats vinden tussen de omliggende cellen. Het bloed stroomt vanuit de haarvaten in de aders. Deze aders brengen het bloed weer terug naar het hart. Het bloed stroomt geleidelijk door de aders heen.

Bouw van het hart
Om een vloeistof ergens doorheen te laten lopen is er een pomp nodig, zoals bijvoorbeeld het water in een aquarium. In ons lichaam is ons hart de pomp. Ons hart is een holle spier die kan spannen en ontspannen er zo voor zorgen dat het bloed door alle vaten van het lichaam gepompt wordt. Bloed stroomt het hart binnen bij de boezems. Boezems zijn holtes aan de buitenkant van het hart. Als de boezems vol zijn gelopen trekken de boezems tegelijk samen en pompen ze het bloed naar de kamers. De kamers pompen het bloed naar de rest van het lichaam. Het hart wordt altijd vanuit degene van wie het hart is bekeken. Dit betekent dat je in het plaatje hieronder nog maar eens goed moet kijken naar wat de linken en wat de rechter boezem en kamer is!

Uitleg het hart https://youtu.be/fXQTeS8f9wY
Bonus! Wat als je hart er mee stopt?
Een hartaanval, ook wel hartinfarct genoemd, is een van de grootste doodsoorzaken in Nederland. Bij een hartaanval raakt de kransslagader, de slagaders die je hart voorzien van voeding, plotseling verstopt waardoor je hart geen bloed meer krijgt en dus ook geen zuurstof. Aangezien je hart een spier is wordt het lastiger voor je hart om zijn werk te doen. Iemand met een hartaanval ervaart een enorme stekende pijn in de borst, maar deze persoon in is wel bij kennis.
Het gevolg van een hartaanval kan een hartstilstand zijn. Bij een hartstilstand is je hart niet meer in staat bloed door je lichaam te pompen, waardoor je bewusteloos raakt. Een hartstilstand kan ook andere oorzaken hebben als een verkeerde impulsafgifte van je hersenen (hartritmestoornis) of andere hartziektes. Veel mensen denken dat een hart bij een hartstilstand stil staat, maar vaak is het zo dat je hart ongecontroleerde bewegingen maakt. Het gevolg van een hartstilstand is de dood.
Het is zaak bij een hartstilstand zo snel mogelijk te reageren. Hoe sneller er gereageerd wordt des meer schade de gedupeerde bespaart blijft. Al na 4 minuten kan er onherstelbare schade aan je hersenen ontstaan. Elke seconde telt! Zo snel mogelijk moet een reanimatie gestart worden. Bij reanimatie wordt er in een bepaald ritme sterk op de borst gedrukt van de gedupeerde. Dit kan de pompende functie van het hart voor een klein gedeelte opvangen. Om het hart weer aan de praat te krijgen is een AED (automatische externe defibrillator) nodig. Een AED geeft een hele sterke schok aan het hart waardoor het stop met kloppen. Doordat het gestoorde hartritme onderbroken wordt kan het lichaam zelf het hartritme weer oppakken, waardoor het hart weer als normaal kan kloppen.
