Eerder heb jij een proeftoets afgelegd en hierdoor weet de docent, welk onderwerp jij het minst beheerst.. Geen zorgen! Deze les ga jij speciaal werken aan dat onderwerp :).
Dit leerarrangement bestaat uit vijf verschillende onderwerpen (genummerd van 1 t/m 5).
Jij klikt op het onderwerp dat je hebt gekregen, leest de tekst, kijkt eventuele filmpjes en maakt de opdrachten.
Dit is een individuele opdracht. Dit houdt in dat jij in stilte aan de slag gaat en andere leerlingen niet van hun werk afhoudt. Vragen stel je aan de docent.
Ben je eerder klaar? Dat kan. Je kan dan zelf verder de onderwerpen kiezen die je wilt oefenen. Alle onderwerpen behandeld? Dan kan je bij het onderdeel ''Klaar?'' een filmpje kijken.
Veel succes.
Leerdoelen
1 - Voortplantingsstelsel man
Je kunt aan het eind van de wikiwijs:
In eigen woorden de functies van alle onderdelen van het mannelijk voortplantingsstelsel vertellen;
Weet je welk deel van de penis wordt weggesneden bij een besnijdenis en kan je hier redenen voor geven;
Vertellen wat er gebeurt bij een erectie;
Beschrijven wat het verband is tussen een orgasme en een zaadlozing.
2 - Voortplantingsstelsel vrouw
Je kunt aan het eind van de wikiwijs:
In eigen woorden de functies van alle onderdelen van het vrouwelijk voortplantingsstelsel vertellen;
Vertellen waarom afscheiding belangrijk is;
De termen: ovulatie, bevruchting en innesteling uitleggen.
3 - Menstruatie
Je kunt aan het eind van de wikiwijs:
Beschrijven wat er gebeurt met het baarmoederslijmvlies tijdens de menstruatie;
De menstruatiecyclus uitleggen met behulp van een afbeelding;
Middelen opnoemen die gebruikt kan worden tijdens een menstruatie.
4 - Geboorteregeling
Je kunt aan het eind van de wikiwijs:
Vertellen wat geboorteregeling is;
Onbetrouwbare methoden opnoemen voor geboorteregeling;
Betrouwbare methoden opnoemen voor geboorteregeling;
Vertellen wat een morning-afterpil en abortus inhoudt.
5 - SOA's
Je kunt aan het eind van de wikiwijs:
Vertellen op welke manieren je een soa kunt binnenkrijgen;
Voorbeelden van soa's opnoemen;
De gevolgen van chlamydia en aids vertellen.
1 - Voortplantingsstelsel man
1.1. De onderdelen van het voortplantingsstelsel van een man
Je hebt geleerd dat het voorplantingsorgaan van de man uit verschillende onderdelen bestaat. Deze onderdelen moet je kennen en de functie ervan kunnen uitleggen.
In de balzak liggen de twee teelballen.
In de teelballenworden miljoenen zaadcellen (spermacellen) gemaakt vanaf de puberteit.
In de bijballen worden de zaadcellen tijdelijk opgeslagen.
De zaadleiders vervoeren de zaadcellen.
De zaadblaasjes voegen vocht toe en de prostaat voegt ook vocht toe en nog eens voedingstoffen. Dit noemen wij dan sperma. Sperma bestaat uit zaadcellen en vocht.
Bij de prostaat komen de zaadleiders uit in de urinebuis.
Via de urinebuis komt het sperma bij een zaadlozing naar buiten.
De urinebuis vervoert ook urine af vanuit de urineblaas. De urinebuis loopt door de penis.
De eikel is de top van de penis en is erg gevoelig. Als het aangeraakt wordt kan de man seksueel opgeworden worden.
De voorhuid bedekt de eikel en kan over de eikel worden teruggetrokken. Tussen de voorhuid en de eikel kan gemakkelijk een ontsteking ontstaan. Een jongen/man moet daarom de eikel dagelijks schoonmaken.
Het voortplantingsstelsel van een man (schematisch)
1.1. Opdracht
1.2 Hygiëne
Tussen de voorhuid en de eikel kan gemakkelijk een ontsteking ontstaan. Daarom moet een jongen/man dagelijks de eikel schoonmaken. De voorhuid moet hij dan terugtrekken en de eikel en de voorhuid afspoelen met water.
Besnijden houdt in dat de voorhuid wordt weggesneden. Dit wordt in sommige landen gedaan. Vaak gebeurt dit vanwege het geloof, maar de voorhuid kan ook vanwege hygiënische redenen worden besneden.
Besnijdenis
1.2 Opdracht
1.3 Erectie
In de penis zitten zwellichamen. Zwellichamen kunnen zich vullen met bloed. Als dat gebeurt wordt de penis groter en stijf. Dit noemen wij een erectie of een ''stijve''.
Jongens kunnen op de vervelendste momenten een erectie krijgen. Vaak hebben jongens 's nachts een erectie. Dit wordt dan een natte droom genoemd. Ook bij het wakker worden kunnen zij een erectie hebben.
1.3 Opdracht
1.4 Zaadlozing en orgasme
Bij geslachtsgemeenschap brengt een man zijn penis in de vagina van de vrouw. In de vagina wordt de penis op en neer bewogen. Dit gebeurt door bewegingen van de man en vrouw. De eikel wordt daar steeds bij geprikkeld en de penis is in erectie. De man kan hierdoor een zaadlozing krijgen.
Een zaadlozing houdt in dat sperma met schokken uit de penis komt. Het sperma komt in de vagina van de vrouw. Per zaadlozing komt er een theelepel sperma uit de penis. Sperma bestaat uit vocht met zaadcellen. Eén zaadlozing bevat 100 tot 400 miljoen zaadcellen. Sperma is klevering en wit van kleur.
Klaarkomen/orgasme is het lekkere gevoel dat de man krijgt tijdens een zaadlozing.
Met masturbatie/zelfbevredeging kan een jongen/man zelf zorgen voor een orgasme. Een jongen beweegt dan met zijn hand de huid om de penis op en een neer. Daardoor kan er een zaadlozing komen. Dit wordt ookwel ''aftrekken'' genoemd. De grootte van de penis is niet belangrijk bij het krijgen van fijne gevoelens.
1.4 Opdracht
2 - Voortplantingsstelsel vrouw
2.1 De onderdelen van het voortplantingsstelsel van een vrouw
Je hebt geleerd dat het voorplantingsorgaan van de vrouw uit verschillende onderdelen bestaat. Deze onderdelen moet je kennen en de functie ervan kunnen uitleggen.
De kleine schaamlippen, de grote schaamlippen, de clitoris en de opening van de plasbuis zijn de onderdelen die je vanaf de buitenkant kunt zien.
De kleine schaamlippen kunnen bij seksuele opwinding slijm maken. Hierdoor wordt de toegang tot de vagina glad. De penis kan gemakkelijker naar binnen glijden tijdens de geslachtsgemeenschap.
De grote schaamlippen helpen bij het beschermen van de vagina.
De clitoris is gevoelig voor seksuele prikkels. Door prikkeling van de clitoris kan een vrouw een orgasme krijgen.
Het voortplantingsstelsel bestaat ook uit onderdelen die je niet vanaf de buitenkant kunt zien.
De vrouw heeft twee eierstokken. Vanaf de puberteit vindt in de eierstokken de ontwikkeling van eicellen plaats. Eicellen zijn de vrouwelijke geslachtscellen. Als er vrouw ongeveer 50 jaar, komen steeds minder eicellen tot ontwikkeling. De vrouw is dan in de overgang en kan enkele jaren duren. Na de overgang stopt de ontwikkeling van eicellen helemaal.
Na een ovulatie/eisprong komt de eicel in de eileider. De eileider is de plaats waar de bevruchting plaats kan vinden.
De eileiders eindigen in de baarmoeder. De wand van de baarmoeder bestaat uit spieren waarop een slijmlaag groeit (het baarmoederslijmvlies). Deze slijmlaag zorgt ervoor dat de bevruchte eicel zich hier veilig in kan nestelen. In de baarmoeder kan een bevruchte eicel uitgroeien tot een baby.
De vagina is zo'n 8 tot 10 cm diep.
In de urineblaas wordt tijdelijk urine opgeslagen.
Via de urinebuisverlaat de urine het lichaam.
2.1 Opdracht
2.2 Hygiëne
Tussen de schaamlippen kan slijm gaan zitten. Bacteriën kunnen hierin snel groeien. Daardoor kunnen ontstekingen ontstaan. Het is daarom belangrijk elke dag de schaamlippen goed schoon te spoelen met water.
Afscheiding is slijm en/of vocht dat uit je vagina komt. Dit is hartstikke normaal. Zo houdt je vagina zichzelf schoon. Normale afscheiding heeft een witte of heldere kleur.
Als je een vaginale infectie hebt kan je afscheiding veranderen van kleur.
2.2 Opdracht
2.3 Ovulatie, bevruchting en innesteling
Ovulatie/eisprong houdt in dat er een eicel vrijkomt uit de eierstok. Gemiddeld komt er één keer per vier weken een eicel vrij. De eileiders vervoeren de eicellen. Dit vervoer gaat in de richting van de baarmoeder.
Bevruchting houdt in dat de kern van de zaadcel vermelt met de kern van de eicel. Dit gebeurt in de EILEIDER en niet in de baarmoeder! Als de eicel niet wordt bevrucht gaat de eicel binnen één dag dood. Als de eicel wel wordt bevrucht gaat de bevruchte eicel zich delen. Er ontstaat een klompje cellen en dit gaat via de eileider naar de baarmoeder.
Innesteling houdt in dat het klompje cellen vastgroeit aan het baarmoederslijmvlies. De vrouw is dan zwanger. Het klompje cellen groeit in negen maanden uit tot een kind. Een ongeboren kind wordt embryo genoemd.
Ovulatie/eisprong
Bevruchting
Innesteling
2.3 Opdracht
3 - Menstruatie
3.1 Baarmoederslijmvlies
In de binnenkant van de baarmoederwand zit slijmvlies. Dit slijmvlies wordt baarmoederslijmvlies genoemd. Het dikke slijmvlies bevat veel bloedvaten.
Om innesteling mogelijk te maken wordt dit slijmvlies dikker. Innesteling houdt in dat de bevruchte eicel - die een klompje cellen is geworden - gaat vastgroeien in het baarmoederslijmvlies.
Als er geen eicel wordt bevrucht, kan er ook geen innesteling plaatsvinden. De eicel gaat dood en twee weken later wordt het slijmvlies van de baarmoederwand gedeeltelijk afgebroken. Via de vagina komt slijmvlies met bloed naar buiten. Dit noemen wij menstruatie of ongesteld zijn.
Kijk dit filmpje over menstruatiepijn. Gebruik hiervoor oordopjes/koptelefoon. Maak daarna de bijbehorende opdracht.
Menstruatiepijn
3.2 Opdracht
3.3 Menstruatiecyclus
Je weet dat het slijmvlies van de baarmoeder dikker wordt voor de innesteling. Als er geen innesteling plaatsvindt wordt het baarmoederslijmvlies gedeeltelijk afgebroken en komt dat met bloed uit de vagina.
In de menstruatiecyclus is dag 1 de eerste dag van de menstruatie. De menstruatie duurt volgens deze menstruatiecyclus vier dagen, maar kan variëren per persoon gemiddeld rond de 3 à 7 dagen. In de afbeelding zie je dat de dikte van het baarmoederslijmvlies afneemt.
Na de menstruatie wordt het baarmoederslijmvlies dikker. Het bereidt zich voor innesteling als een eicel wordt bevrucht.
Rond dag 14 vindt de eisprong/ovulatie plaats. Dit is niet de enige dag dat de vrouw zwanger kan worden. Een zaadcel leeft gemiddeld drie dagen en een eiceléén dag. De vrouw kan bijvoorbeeld zwanger worden als er op dag 11 een zaadcel in het lichaam is gekomen en op dag 14 de eisprong plaatsvindt.
Als er geen bevruchting (eicel + zaadcel) plaatsvindt, begint op ongeveer de 28e dag de menstruatie weer opnieuw.
1. Menstruatiecyclus en de dikte van het baarmoederslijmvlies
En wat nou als de eicel wel wordt bevrucht...
De eicel gaat zich delen en wordt een klompje cellen. Dit klompje cellen gaat vanuit de eileider richting de baarmoeder. Het baarmoederslijmvlies is nodig zodat het klompje cellen zich kan vastgroeien. Daardoor wordt het baarmoederslijmvlies niet meer afgebroken tijdens de zwangerschap. Er vindt dus geen menstruatie meer plaats.
Op afbeelding 2 zie je dat er op dag 14 een eisprong/ovulatie heeft plaatsgevonden. De eicel is bevrucht en rond dag 20 heeft het zich vastgegroeid in het baarmoederslijmvlies. Kijk maar naar het klompje cellen op dag 20 in afbeelding 2. Uiteindelijk wordt dit klompje cellen een baby!
2. Het baarmoederslijmvlies tijdens een zwangerschap
3.3 Opdracht
3.4 Tampons en maandverband
Er zijn verschillende middelen om resten van het baarmoederslijmvlies en het bloed op te vangen.
Tampons draag je in de vagina. De watten van de tampon nemen het bloed op. Aan het eind zit er een touwtje. Dit touwtje zit buiten de vagina en hieraan trek je om de tampon uit de vagina te halen. Tampons zijn te koop in verschillende formaten. De tampon moet meerdere keren op een dag verwisseld worden.
Maandverband plak je in het ondergoed. Het vangt de resten van het baarmoederslijmvlies en het bloed op. Maandverband is ook te koop in verschillende formaten en diktes. Het maandverband moet meerdere keren op een dag verwisseld worden.
Tussen de schaamlippen moet de vrouw zich goed wassen. Doe dit alleen met water!
3.4 Opdracht
4 - Geboorteregeling
4.1 Onbetrouwbare methoden
Geboortereling houdt in dat de man en vrouw samen bepalen of zij wel of geen kind willen. Als zij geen zwangerschap willen, kan er gebruikt worden gemaakt van voorbehoedsmiddelen.
Periodieke onthouding houdt in dat er wordt berekend wanneer de vrouw vruchtbaar is. Tijdens de vruchtbare periode vindt er geen geslachtsgemeenschap plaats. Dit is natuurlijk erg onbetrouwbaar. Je kan nooit precies weten wanneer de eisprong van de vrouw is. Het kan altijd eerder of later komen. Ook heeft niet elke vrouw een regelmatige menstruatiecyclus.
''Voor het zingen de kerk uit'' houdt in dat de man zijn penis terugtrekt als hij zijn orgasme voelt aankomen. De zaadlozing vindt dan niet in de vagina plaats. Deze methode is ook onbetrouwbaar. In het voorvocht kan ook zaadcellen zitten en dat kan voor het orgasme al in de vagina zijn gekomen.
4.1 Opdracht
4.2 Betrouwbare methoden
Een voorbeeld van een betrouwbare methode is het condoom. Het is een hoesje van dun rubber dat om de stijve penis wordt gebracht. Hierdoor kan er geen sperma in de vagina komen en het biedt bescherming tegen soa's. Een condoom moet na gebruik weggegooid worden.
De pil/anticonceptiepil is het voorboedsmiddel dat het meest gebruikt wordt en is bij juist gebruik ook betrouwbaar. De tabletten zitten in een strip en op die strip zijn de dagen van de week aangegeven. Hierdoor merk je het sneller als de vrouw vergeet de pil in te nemen. De pil bevat hormonen waardoor er geen eisprong plaatsvindt. Als er geen eicel vrijkomt, kan die ook niet worden bevrucht door een zaadcel. De meeste soorten pillen moeten drie weken dagelijks worden ingenomen. Daarna wordt de pil één week niet ingenomen. Dit wordt de pauzeweek genoemd. De menstruatie vindt dan plaats.
4.2 Opdracht
4.3 Noodmaatregelen tegen ongewenste zwangerschap
Je hebt onveilige geslachtsgemeenschap gehad. Je bent bijvoorbeeld vergeten de pil in te nemen, het condoom is gescheurd of je bent ziek geweest en hebt overgegeven. Door het overgeven kan de pil zijn werking verliezen.
Morning-afterpil is een pil met veel hormonen. Je moet het niet gebruiken als vervanging van voorbehoedsmiddelen. De pil kan tot 72 uur (drie dagen) na de geslachtsgemeenschap worden ingenomen, maar werkt het best als het zo snel mogelijk wordt ingenomen. Na drie dagen heeft het geen nut meer. De morning-afterpil voorkomt de innesteling van een bevruchte eicel of voorkomt/vertraagt de eisprong.
Abortus houdt in dat de zwangerschap opzettelijk wordt afgebroken. Met een zuigpompje wordt het baarmoederslijmvlies met het embryo weggezogen. De vrouw krijgt daar vijf dagen wettelijke bedenktijd. Dit om een overhaaste beslissing te voorkomen. Een abortus kan tot de 23e week van de zwangerschap worden uitgevoerd. Op de 23e week is de embryo even groot als een maiskolf.
4.3 Opdracht
5 - SOA's
5.1 Chlamydia
Chlamydia is een voorbeeld van een seksueel overdraagbare aandoening (soa). Jongens/mannen kunnen pijn krijgen in de penis en de balzak. Er kan een waterige afscheiding uit de penis komen. Vrouwen kunnen ook pijn voelen bij hun voortplantingsorgaan, meer afscheiding uit de vagina dan normaal en bloedverlies buiten de menstruatie komt ook voor. Je hoeft niet altijd iets te merken als je chlamydia hebt. Helaas heeft chlamydia nare gevolgen, als je er niet op tijd bent. Vrouwen kunnen er onvruchtbaar van wirdeb, er kan een een zwangerschap buiten de baarmoeder ontstaan (bijv. in de eileider) en bij mannen kan er een bijbal ontsteking komen.
5.1 Opdracht
5.2 Aids
Aids is een voorbeeld van een seksueel overdraagbare aandoening (soa). Aids is helaas niet te genezen en is vaak dodelijk. Het afweersysteem in het lichaam beschermt je tegen ziekten. Aids tast het afweersysteem aan en daardoor wordt je sneller en erger ziek dan normaal gesproken.
Het aids-virus ook wel hiv genoemd, veroorzaakt aids. Als je hiv hebt ben je besmet. Als je besmet bent hoef je niet meteen ziek te zijn. Iemand die besmet is met hiv, maar niet ziek is, noem je seropositief. De meeste mensen die seropositief zijn, krijgen uiteindelijk aids. Het kan jaren duren voordat iemand ziek wordt.
Het aids-virus kan je binnenkrijgen via bloed, sperma, vaginaal vocht, voorvocht of moedermelk van een besmette persoon. Als je drinkt uit de beker van een persoon met het aids-virus krijg je het aids-virus niet binnen. Via speeksel is het aids-virus niet overdraagbaar. Als er bloed zit op de beker van de persoon met aids-virus is het virus wel overdraagbaar.
5.2 Opdracht
Klaar?
Alleen als je alle onderwerpen hebt behandeld 1 t/m 5!
10 dingen over jongens die je niet bij SEKSUELE voorlichting hebt geleerd - TIEN
Het arrangement T4 Voortplanting is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Majda Bou
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2020-03-18 18:35:43
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.