2.1 De onderdelen van het voortplantingsstelsel van een vrouw

Je hebt geleerd dat het voorplantingsorgaan van de vrouw uit verschillende onderdelen bestaat. Deze onderdelen moet je kennen en de functie ervan kunnen uitleggen.

De kleine schaamlippen, de grote schaamlippen, de clitoris en de opening van de plasbuis zijn de onderdelen die je vanaf de buitenkant kunt zien.

De kleine schaamlippen kunnen bij seksuele opwinding slijm maken. Hierdoor wordt de toegang tot de vagina glad. De penis kan gemakkelijker naar binnen glijden tijdens de geslachtsgemeenschap.

De grote schaamlippen helpen bij het beschermen van de vagina.

De clitoris is gevoelig voor seksuele prikkels. Door prikkeling van de clitoris kan een vrouw een orgasme krijgen.

Het voortplantingsstelsel bestaat ook uit onderdelen die je niet vanaf de buitenkant kunt zien.

De vrouw heeft twee eierstokken. Vanaf de puberteit vindt in de eierstokken de ontwikkeling van eicellen plaats. Eicellen zijn de vrouwelijke geslachtscellen. Als er vrouw ongeveer 50 jaar, komen steeds minder eicellen tot ontwikkeling. De vrouw is dan in de overgang en kan enkele jaren duren. Na de overgang stopt de ontwikkeling van eicellen helemaal.

Na een ovulatie/eisprong komt de eicel in de eileider. De eileider is de plaats waar de bevruchting plaats kan vinden.

De eileiders eindigen in de baarmoeder. De wand van de baarmoeder bestaat uit spieren waarop een slijmlaag groeit (het baarmoederslijmvlies). Deze slijmlaag zorgt ervoor dat de bevruchte eicel zich hier veilig in kan nestelen. In de baarmoeder kan een bevruchte eicel uitgroeien tot een baby.

De vagina is zo'n 8 tot 10 cm diep.

In de urineblaas wordt tijdelijk urine opgeslagen.

Via de urinebuis verlaat de urine het lichaam.