Ovulatie/eisprong houdt in dat er een eicel vrijkomt uit de eierstok. Gemiddeld komt er één keer per vier weken een eicel vrij. De eileiders vervoeren de eicellen. Dit vervoer gaat in de richting van de baarmoeder.
Bevruchting houdt in dat de kern van de zaadcel vermelt met de kern van de eicel. Dit gebeurt in de EILEIDER en niet in de baarmoeder! Als de eicel niet wordt bevrucht gaat de eicel binnen één dag dood. Als de eicel wel wordt bevrucht gaat de bevruchte eicel zich delen. Er ontstaat een klompje cellen en dit gaat via de eileider naar de baarmoeder.
Innesteling houdt in dat het klompje cellen vastgroeit aan het baarmoederslijmvlies. De vrouw is dan zwanger. Het klompje cellen groeit in negen maanden uit tot een kind. Een ongeboren kind wordt embryo genoemd.