Thema: Kwadratische verbanden - 4H Wiskunde B

Thema: Kwadratische verbanden - 4H Wiskunde B

Thema: Kwadratische verbanden - 4H Wiskunde B

Inleiding

In dit thema staan kwadratische verbanden centraal.

Kwadratische verbanden horen bij parabolen. Parabolen kunnen een berg- of dalparabool zijn en hebben een top.

Je gaat in de volgende paragrafen informatie afleiden uit de formule van de parabool. Je gaat ook vanuit een grafiek de kwadratische formule van een parabool opstellen. Deze formule kun je omzetten naar andere vormen waardoor je er weer andere informatie uit kunt aflezen. Je gaat ook de nulpunten van een parabool berekenen, snij- en raakpunten van een lijn met een parabool bepalen en onbekende variabelen berekenen. De methoden die je leert, ga je ook gebruiken voor vergelijkingen van andere machten.

Wat kan ik straks?

Aan het einde van dit thema kun je:

  • aan de hand van een formule uitleggen hoe de grafiek eruit ziet.
  • kwadratische vergelijkingen oplossen met verschillende methodes (kwadraatafsplitsen, de abc-formule gebruiken, ...)
  • de nulpunten van een parabool berekenen.
  • transformaties toepassen op een formule van een parabool.
  • een formule omzetten naar de standaardvorm, de topvorm of de nulpuntsvorm.
  • snel werken met vergelijkingen met breuken.
  • de raaklijn aan een punt opstellen.
  • met de discriminant van de vergelijking bepalen hoe veel snijpunten er zijn.
  • vergelijkingen met hogere machten oplossen.

 

Paragrafen

Hieronder vind je per paragraaf een knop met een link naar het betreffende arrangement.

Paragraaf 1  Parabolen
Paragraaf 2  Kwadratische vergelijkingen
Paragraaf 3  Formules van parabolen
Paragraaf 4  Nog meer vergelijkingen
Paragraaf 5  Parabool en lijn
Paragraaf 6  Toepassingen

Afsluiting

Samenvatting

Kwadratische vergelijkingen oplossen

De nulpunten van een vergelijking zijn de oplossingen van de vergelijking als \(\small y=0\).

Bij het systematisch oplossen van kwadratische vergelijkingen zijn er twee belangrijke stappen:

  • herleiden op \(\small 0\),

  • daarna kun je kiezen uit:

    • ontbinden in factoren

      Na het ontbinden heb je een product met uitkomst nul. Dat kan alleen als minstens één van beide factoren nul is.

      Voorbeeld:

      \(\small x^2-3x-4\) \(\small =\) \(\small 0\)


      ONTBINDEN IN FACTOREN

      \(\small (x-4)(x+1)\) \(\small =\) \(\small 0\)
      \(\small x=4\)   of   \(\small x=\text{-}1\)  
    • kwadraatafsplitsen

      Voorbeeld:

      \(\small 2x^2+12x+6\) \(\small =\) \(\small 0\)

      DELEN DOOR \(\small 2\)

      KWADRAATAFSPLITSEN

      PLUS \(\small 6\)

      \(\small x^2+6x+3\) \(\small =\) \(\small 0\)
      \(\small (x+3)^2-9+3\) \(\small =\) \(\small 0\)
      \(\small (x+3)^2\) \(\small =\) \(\small 6\)
      \(\small x + 3 = \sqrt{6}\) of \(\small x + 3 = \text{-}\sqrt{6}\)  
      \(\small x =\text{-} 3 + \sqrt{6}\) of \(\small x =\text{-} 3 - \sqrt{6}\)  
    • abc-formule (wortelformule)

      Van de vierkantsvergelijking \(\small ax^2+bx+c=0\) (met \(\small a \ne 0\)) is \(\small D=b^2-4ac \) de discriminant.
      De vergelijking heeft

      • geen oplossingen als \(\small D \lt 0\)
      • één oplossing als \(\small D =0\), namelijk: \(\small x=\text{-}{b \over 2a}\)

      • twee oplossingen als \(\small D \gt 0\), namelijk \(\small x={\text{-}b+\sqrt{D} \over 2a}\) of \(\small x={\text{-}b-\sqrt{D} \over 2a}\)

        Voorbeeld:

        \(\small 2x^2+4x-1=0\)
        \(\small a=2\), \(\small b=4\) en \(\small c=\text{-}1\)
        \(\small D = 4^2 - 4 \cdot 2 \cdot \text{-}1 = 16+8=24\)
        \(\small \sqrt{D} = \sqrt{24}=2\sqrt{6}\)
        \(\small x = {\text{-}4 + 2\sqrt{6} \over 4}\) of \(\small x = {\text{-}4 - 2\sqrt{6} \over 4}\)
        \(\small x = \text{-}1 + {1 \over 2}\sqrt{6}\) of \(\small x = \text{-}1 - {1 \over 2}\sqrt{6}\)

         

Parabolen

De parabool met vergelijking \(\small y=x^2\) noemen we de standaardparabool.

De parabool \(\small y=c(x-a)^2+b\) (met \(\small c\ne 0\)) ontstaat uit de standaardparabool door die eerst met factor \(\small c\) ten opzichte van de \(\small x\)-as te vermenigvuldigen en daarna \(\small a\) eenheden naar rechts en \(\small b\) eenheden naar boven te schuiven.
De top van de parabool is \(\small (a,b)\).

Je krijgt een dalparabool als \(\small c \gt 0\) en een bergparabool als \(\small c \lt 0\).
Voor positieve \(\small c\) geldt: hoe groter \(\small c\), hoe smaller de parabool.
Voor negatieve \(\small c\) geldt: hoe kleiner \(\small c\) (meer negatief), hoe smaller de parabool.

De parabolen hebben allemaal een symmetrieas: de verticale lijn door de top. Een vergelijking van de symmetrieas is \(\small x=a\).



Drie verschijningsvormen

Er zijn drie verschijningsvormen van de vergelijking van een parabool, elk met zijn voor- en nadelen.

  • De standaardvorm \(\small y=ax^2+bx+c\)
    Vooral handig voor het oplossen van vergelijkingen, bijvoorbeeld voor toepassen van de abc-formule.

  • De topvorm \(\small y=c(x-a)^2+b\)
    De top is dan \(\small (a,b)\).
    De symmetrieas is \(\small x=a\).

  • De nulpuntsvorm \(\small y=c(x-a)(x-b)\)
    Dit kan alleen als de parabool nulpunten heeft bij \(\small x=a\) en \(\small x=b\).
    De symmetrieas is dan \(\small x={a+b \over 2}={1 \over 2}a+{1 \over 2}b\).
    De eerste (of \(\small x\)-)coördinaat van de top is \(\small {1\over 2}a+{1 \over 2}b\).

 

Opstellen van een vergelijking voor parabolen

Gebruik de topvorm: de vergelijking is \(\small y=c(x-a)^2+b\) (met \(\small c\ne 0\)),
\(\small (a,b)\) is de top en een willekeurig punt is \(\small (x,y)\).

Voorbeeld (zie grafiek):

De top van de parabool is \(\small (\text{-}1,2)\), dus \(\small a=\text{-}1\) en \(\small b=2\).
Dit geeft: \(\small y=c(x+1)^2+2\).
Een punt op de parabool is \(\small (3,1)\), dan \(\small x=3\) en \(\small y=1\).
Dit punt invullen geeft:
\(\small 1= c(3+1)^2 +2 \\ \small 1 = 16c +2 \\ \small \text{-}1 = 16c \\ \small \text{-}{1 \over 16}=c\)
Vergelijking van de parabool: \(\small y=\text{-}{1 \over 16}(x+1)^2+2\).



Parabool en (raak)lijn

Alle lijnen die evenwijdig met de symmetrieas van de parabool zijn (dus verticaal zijn), hebben natuurlijk één gemeenschappelijk punt met de parabool. Als een lijn niet evenwijdig met de symmetrieas is en één gemeenschappelijk punt met de parabool heeft, dan is de lijn een raaklijn aan de parabool.

Als je het snijpunt van de parabool en een (niet verticale) lijn berekent, krijg je een tweedegraads vergelijking.
Voor de discriminant \(\small D\) van deze vergelijking geldt:

  • \(\small D \lt 0\): de lijn heeft geen punten met de parabool gemeenschappelijk;

  • \(\small D = 0\): de lijn heeft één punt met de parabool gemeenschappelijk (raaklijn);
    Dit gemeenschappelijke punt van de parabool en de raaklijn heet het raakpunt.

  • \(\small D \gt 0\): de lijn heeft twee snijpunten met de parabool gemeenschappelijk.



Nog meer vergelijkingen

Sommige vergelijkingen zien er niet direct uit als kwadratische vergelijkingen, maar kunnen wel met een extra tussenstap worden teruggebracht tot een kwadratische vergelijking.

  • kruislings vermenigvuldigen

    Als \(\small {a \over b}={c \over d} \) dan \(\small ad=bc\).

    • Noemers mogen niet \(\small 0\) zijn (delen door nul is 'flauwekul').

    • Door kruislings te vermenigvuldigen werk je noemers weg.

    • De vergelijking na kruislings vermenigvuldigen kan dus getallen als oplossing hebben waarvoor de oorspronkelijke vergelijking geen betekenis heeft.

    Ga bij gebroken vergelijkingen daarom na welke getallen een noemer \(\small 0\) maken. Voor dergelijke getallen heeft de vergelijking geen betekenis.

  • een macht van \(\small x\) buiten haakjes halen

  • substitutie (of vervanging)

Diagnostische toets

Eindtoets over het thema; in principe de zelftoets.

Je gaat nu een aantal gevarieerde opgaven maken waarin je kunt laten zien of je de geleerde stof uit de voorgaande paragrafen beheerst.

Dit zijn voorbeeldopgaven die een goed beeld geven van de opgaven die in een eindtoets over dit thema voor kunnen komen.

Als je een score van 70% haalt, heb je een voldoende.

 

Test: H3 Kwadratische verbanden

Start

Extra opgaven

Je ziet hier twee Extra oefeningen. Je hoeft er maar één te doen.

  • Extra oefening Basis is bedoeld voor leerlingen die de Diagnostische toets NIET goed gemaakt hebben.
  • Extra oefening Plus is bedoeld voor de leerlingen die de Diagnostische toets WEL goed gemaakt hebben.

Je moet dus sowieso eerst de Diagostische toets af hebben vóórdat je aan de Extra oefening begint.
Vraag bij twijfel aan je docent wat je moet doen.

Extra oefening Basis

Extra oefening Plus

Terugblik

Reflectie op leerdoelen en op het proces. Wat ging goed, wat ging minder goed.

Heb ik mijn eigen planning gehaald?

  • Het arrangement Thema: Kwadratische verbanden - 4H Wiskunde B is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2021-12-31 18:16:53
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Dit thema is ontwikkeld door auteurs en medewerkers van de Wageningse Methode.

    Fair Use

    In de Stercollecties van VO-content wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use. Meer informatie: Fair use

    Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de helpdesk VO-content.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor wiskunde B voor havo leerjaar 4. Dit is thema ’Kwadratische verbanden'. Aan het einde van dit thema kun je: aan de hand van een formule uitleggen hoe de grafiek eruit ziet. kwadratische vergelijkingen oplossen met verschillende methodes (kwadraatafsplitsen, de abc-formule gebruiken, ...) de nulpunten van een parabool berekenen. transformaties toepassen op een formule van een parabool. een formule omzetten naar de standaardvorm, de topvorm of de nulpuntsvorm. snel werken met vergelijkingen met breuken. de raaklijn aan een punt opstellen. met de discriminant van de vergelijking bepalen hoe veel snijpunten er zijn. vergelijkingen met hogere machten oplossen.
    Leerniveau
    HAVO 4;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, havo 4, hogere machten, parabool, snijpunt, stercollectie, vergelijking, wiskunde b

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content. (z.d.).

    Stramien Wiskunde Stercollectie 2.0

    https://maken.wikiwijs.nl/131786/Stramien_Wiskunde_Stercollectie_2_0