De stelling van Pythagoras

De stelling van Pythagoras

Wat ga ik leren?

Je gaat in deze paragraaf leren ...

Opgaven

Baseball

De stelling van Pythagoras als legpuzzel

De stelling van Pythagoras algebraïsch

De stelling van Pythagoras
De oppervlakte van de vierkanten op de rechthoekszijden samen is gelijk aan de oppervlakte van het vierkant op de schuine zijde.
In de figuur:
oppervlakte 1 + oppervlakte 2 = oppervlakte 3

 

De stelling van Pythagoras algebraïsch

We gaan de stelling van Pythagoras nu algebraïsch bewijzen. Hierbij wordt wel gerekend; we hebben “merkwaardige producten” nodig.
We schrijven ze nog eens op.

  1. \({(a + b)^2} = {a^2} + 2ab + {b^2}\)

  2. \({(a - b)^2} = {a^2} - 2ab + {b^2}\)

  3. \((a + b)(a - b) = {a^2} - {b^2}\)


“Merkwaardig” moet hier in een oude betekenis gelezen worden: waard om te merken=onthouden.
Hieronder is de stelling van Pythagoras algebraïsch geformuleerd.

 

De stelling van Pythagoras
De rechthoekszijden van een rechthoekige driehoek noemen we \(a\) en \(b\), de schuine zijde \(c\).


Dan is \({a^2} + {b^2} = {c^2}\).

 

Rechthoekig

In Bouwtechniek, Meten en Uitzetten wordt uitgelegd hoe je een rechte hoek uit kunt zetten.
Daarvoor gebruik je een zogenaamde bouwhaak. De bouwhaak wordt ook wel de 3-4-5-steek genoemd. Op de drie latten zet je lengtes uit in de verhouding \(3:4:5\), bijvoorbeeld: \(3×20\) cm, \(4×20\) cm, \(5×20\) cm, zie Meten en uitzetten.
Voor de zijden van een 3-4-5-steek geldt de stelling van Pythagoras. Om een rechte hoek uit te zetten wordt dus eigenlijk de omkering van de stelling van Pythagoras gebruikt!

 

 

 

 

Redenering
Stel dat in een driehoek geldt: \({a^2} + {b^2} = {c^2}\). Hierbij zijn de zijden van de driehoek \(a\), \(b\) en \(c\). Dan is deze driehoek hetzelfde als een rechthoekige driehoek met rechthoekszijden \(a\) en \(b\), want ze hebben alle zijden gelijk. Dus heeft de driehoek een rechte hoek (namelijk de hoek tegenover zijde \(c\)).
De omkering van de stelling van Pythagoras is dus ook waar:
als voor de zijden \(a\), \(b\) en \(c\) van een driehoek geldt: \({a^2} + {b^2} = {c^2}\), dan is de driehoek rechthoekig.

Stomp, recht, scherp

Bekijk figuur 1. Het latje \(SX\) zit scharnierend aan latje \(AS\) vast. Tussen \(A\) en \(X\) is een elastiekje gespannen. De volgende uitspraak ligt voor de hand.
Hoe groter de hoek tussen de latjes wordt, hoe langer het elastiekje wordt.

 

figuur 1
figuur 2

 

 

In figuur 2 is het latje \(SX\) in twee posities getekend: \(SX_1\) en \(SX_2\). Het ziet ernaar uit dat \(AX_2>AX_1\). Maar is dat altijd zo? Ook als \(X_2\) minder ver naar rechts geschoven is, of als hoek \(ASX_1\) en \(ASX_2\) kleiner zijn (maar wel hoek \(ASX_1\) kleiner dan \(ASX_2\)), of \(A\) verder naar links of rechts ligt?
Dat moet bewezen worden. In het volgende doen we dat. Het bewijs mag je overslaan. Je kunt dan verder gaan vanaf de eerstvolgende stelling. Verderop, als we de cosinusregel eenmaal kennen, volgt een eenvoudiger bewijs.

\(P′\) is de loodrechte projectie van \(P\) op lijn door \(A\) en \(B\).

Als \(B\) verder dan \(A\) van \(P′\) ligt, is \(PB>PA\), en omgekeerd.
Ga na dat dit uit de stelling van Pythagoras volgt.

Laat in driehoek \(ABC\) hieronder, de loodlijn uit \(C\) neer op \(AB\); noem het voetpunt \(C′\).
We gaan bewijzen: als \(b>a\), dan \(β > α\).

Eerst spiegelen we \(B\) in \(C′\): dat geeft het punt \(B′\). Als \(b>a\), dan ligt \(B′\) dichter bij \(C′\) dan \(A\).
Omdat \(β=∠CB′B=∠CAB′+∠ACB′\), want een buitenhoek van een driehoek is gelijk aan de som van de twee niet aanliggende binnenhoeken, volgt dat \(β > α\).

 

In een driehoek ligt tegenover een grotere hoek een langere zijde.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Voorbeeld:

             

figuur 1

figuur 2

In figuur 1 hierboven is driehoek \(ABC\) op schaal getekend. Dan is zijde \(BC\) korter dan \(4\) cm en zijde \(AB\) langer dan \(4\) cm.

We komen terug op het elastiekje. Voor het gemak staat het plaatje van de situatie nog eens hierboven in figuur 2.
\(X_1\) en \(X_2\) liggen op de cirkel met middelpunt \(S\). Verder is \(∠X_2SA>∠X_1SA\).
We gaan bewijzen dat \(AX_2>AX_1\).
\(\angle {X_2}{X_1}A > \angle {X_2}{X_1}S = \angle {X_1}{X_2}S > \angle {X_1}{X_2}A\)
In driehoek \(X_2X_1A\) ligt tegenover hoek \(X_2X_1A\) zijde \(X_2A\) en tegenover hoek \(X_1X_2A\) ligt zijde \(X_1A\).
Nu hoeven we alleen nog de bovenstaande stelling toe te passen.

 

 

Stelling
Voor een driehoek met zijden \(a\), \(b\) en \(c\) geldt:
\({a^2} + {b^2} < {c^2} \Leftrightarrow \) de hoek tegenover \(c\) is stomp,
\({a^2} + {b^2} = {c^2} \Leftrightarrow \) de hoek tegenover \(c\) is recht,
\({a^2} + {b^2} > {c^2} \Leftrightarrow \) de hoek tegenover \(c\) is scherp.

 

Drie punten in een assenstelsel

Drie punten in een assenstelsel

Meetkundige formulering van de stelling van Pythagoras

Bijzondere figuren op een rechthoekige driehoek

Het "slakkenhuis"

  • Het arrangement De stelling van Pythagoras is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2022-01-03 01:17:07
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur en 0 minuten

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content. (2019).

    Lege paragraaf

    https://maken.wikiwijs.nl/150182/Lege_paragraaf