1. Islām, īmān en iḥsān
Hieronder een overzicht van de dimensies van de islamitische religie (al-dīn al-islamī).
De onderdelen van īmān worden ook wel de zuilen van geloof genoemd (arkān al-īmān)
De onderdelen van islām worden ook wel de zuilen van islām genoemd (arkān al-islām)
2. Fiqh, 'aqīda en akhlāq
Fiqh
Het onderwerp fiqh gaat over handelingen en acties van de mens.
De handelingen van de mens worden verdeeld in twee soorten:
- Tegenover Allāh ('ibādāt = aanbiddingen)
- Tegenover de medemens (mu'āmalāt = sociaal handelen)
Wat valt onder de handelingen tegenover Allāh:
- Reinheid
- Gebed
- Zakā
- Vasten
- Bedevaart
Wat valt onder handelingen tegenover de medemens:
- Huwelijk
- Handel (geldzaken)
- Erfenis
- Midaden en straffen
- Eten en drinken
- Afleggen eed
Vandaag de dag zijn er vier wetscholen. Elke wetschool (madhhab) heeft verschillende methodes en manieren om de islamitische wet te behandelen. Zij verschillen alleen met elkaar over de details. In de les zijn diverse voorbeelden gegeven (wuḍūʼ, hond, tashahhud).
De vier wetscholen zijn: Ḥanafī, Shafi'ī, Mālikī en Ḥanbalī.
'Aqīda
Het onderwerp van 'aqīda gaat over de juiste geloofsleer van de moslim. Dus waar dient een moslim in te geloven en hoe dient hij hierin te geloven.
'Aqīda gaat over dingen die niet waargenomen kunnen worden (al-ghayb)
Arkān al-īmān (zuilen van geloof) kan worden gezien als een samenvatting hiervan.
'Aqīda wordt onderverdeeld in drie categorieën:
- Goddelijkheid (ilahiyya).
- Profeetschap (nubuwwa).
- Wat is gehoord van profeten (sam'iyya). Kan worden gezien als 'overig'.
Wat valt onder goddelijkheid:
- Eigenschappen van Allāh.
- Essentie van Allāh.
- Positie van de Qur'ãn.
- Vrije wil en lot m.b.t Allāh.
Wat valt onder profeetschap:
- Positie van de profeten.
- Plicht tot het volgen van de profeet.
- Kwestie van foutloos en zondeloos.
Wat valt onder 'overig':
- Dag der opstandig/des oordeels.
- Hiernamaals.
- Positie van de metgezellen en ahl al-bayt.
- Awliyā'.
Akhlāq
Het onderwerp van akhlāq gaat over de goede manieren, deugden en ethiek.
Het innerlijk staat centraal, waarbij er wordt gekeken naar de karakter en natuurlijke aanleg.
Hieronder een overzicht van de domeinen van akhlāq.
Samenvatting
Hieronder een samenvatting van fiqh, 'aqīda en akhlāq.
3. Sharī'a
Sharī'a (شريعة) kent in het Arabisch meerdere betekenissen, namelijk:
- Het begin van iets.
- De verduidelijking van iets.
- Een blijvende bron van water waar mensen en dieren uit kunnen drinken.
- Duidelijke weg/ rechte pad.
De definitie van sharī'a in de islamitische context is: Alle regels en voorschriften die Allāh voor Zijn dienaren heeft gewild en dat heeft geopenbaard, middels openbaringen, profeten, hun handelingen en uitspraken.
Sharī'a omvat dus niet enkel straffen of kledingvoorschriften, maar het geheel aan regels met een goddelijke oorsprong.
De media gebruik de term 'sharī'a' vaak in de verkeerde context, waardoor er slechte beelden over ontstaan. Vele mensen denken bij het woord 'sharī'a' vaak aan geweld en onderdrukking. Dit is dus absoluut niet het geval.
4. Tawḥīd
5. Qur'ãn
De Qur'ãn
Het woord 'Qur'ãn' kan van twee stammen komen:
-
ق - ر- ء (de recitatie, iets dat wordt gelezen).
-
ق - ر- ن (het verzamelde, de samengevoegde).
De Qur'ãn is het woord van Allāh, wat is neergedaald naar profeet Muḥammad, via de engel Jibrīl. De Qur'ãn is ook een waḥī (openbaring) aan profeet Muḥammad, die het heeft overgedragen aan de gehele mensheid.
De werkelijke spraak van Allāh (kalamullāh) is niet geschapen en bestaat niet uit lettets en cijfers, zoals wij mensen gewend zijn.
Allāh zegt in de Qur'ãn: "En Voorwaar, het (de Qur’ãn) is zeker een neerzending van de Heer der werelden. Waarmee de betrouwbare rūḥ (Jibrīl) neerdaalde. Op jouw hart (O Muḥammad), opdat jij tot de waarschuwers behoort. In een duidelijke Arabische taal.” (Al-Shu’arā 26:192-195).
Openbaring
De Qur'ãn is in losse delen neergezonden over een periode van 23 jaar. De Qur'ãn is niet neergezonden in boekvorm noch op bladeren. De profeet kreeg dus gedurende 23 jaar openbaringen van Allāh, die na zijn overleden zijn samengebracht tot de Qur'ãn in boekvorm die wij vandaag de dag kennen.
Waḥī (openbaring) = het kennisgeven van Allāh aan degene die Hij kiest, maar op een geheime manier die mensen niet gewend zijn.
Manieren van openbaring aan de profeet:
- Door het sturen van een tussenpersoon (Jibrīl).
- Jibrīl verscheen in de vorm van een man die tegen de profeet sprak.
- Inspiratie; de wil van Allāh wordt in het hart van de profeet geplaatst.
- Luiden/rinkelen van een bel.
- Direct spreken met Allāh (alleen tijdens de mi'rāj).
De profeet kreeg een openbaring op een zeer koude dag en 'Ā'isha zag het zweet van zijn voorhoofd vallen. Dit laat zien hoe zwaar het was om een openbaring te krijgen.
Makkī en Madanī suwar
- Makkī betekent dat het is geopenbaard voor de hijrā.
- Madanī betekent dat het is geopenbaard na de hijrā.
Het gaat dus niet om de plek waar het is geopenbaard. Zo kan opgemerkt worden dat sommige delen zijn geopenbaard in de stad Makka maar behoren tot het Madanī-gedeelte.
Verhaal van de eerste openbaring
Het was een gewoonte van de profeet om in zijn eentje naar de ḥirā'-grot te gaan om Allāh te aanbidden. Soms verbleef hij daar een aantal dagen. In het jaar 610 verscheen plotseling Jibrīl voor hem en de waarheid daalde op hem neer terwijl hij in de grot was. De engel zei tegen de profeet: "lees!" De profeet antwoordde met: "ik ben geen lezende." Jibrīl greep de profeet en drukte zo hard dat de profeet het bijna niet meer aankon (shock, flauwvallen) en Jibrīl liet los. Dit herhaalde zich nog twee keer. Bij de derde keer zei Jibrīl tegen de profeet de eerste drie verzen van sūra al-alaq: اقْرَأْ بِاسْمِ رَبِّكَ الَّذِي خَلَقَ * خَلَقَ الْإِنسَانَ مِنْ عَلَقٍ * اقْرَأْ وَرَبُّكَ الْأَكْرَمُ (Lees in de naam van jouw Heer, degene die heeft geschapen. Hij heeft de mens uit een bloedklonter geschapen. Lees, en jouw Heer is de meest Edele). De profeet keerde naar huis met de eerste openbaring, terwijl zijn hart hevig bonste. Toen hij bij zijn vrouw (Khadīja) aankwam vroeg hij haar om hem te bedekken. Toen de angst van de profeet voorbij was, vertelde hij de gebeurtenis tegen Khadīja. De profeet zei ook: "ik ben bang dat er iets met mij zal gebeuren." Khadīja troostte de profeet en stelde hem gerust. Zij bracht de profeet vervolgens naar haar neef (Waraqa ibn Nawfal). De profeet vertelde hem wat hij had gezien. Waraqa zei: "dit is dezelfde (engel) die de geheimen bewaart die Allāh naar Mūsá had gestuurd. Ik wou dat ik jong was en kon leven tot de tijd dat mensen je zouden afwijzen/verdrijven." De profeet reageerde verbaasd en Waraqa zei: "eenieder die kwam met iets gelijks waarmee jij bent gekomen, werd vijandig behandeld en als ik in leven zou blijven tot de dag dat je wordt afgewezen/verdreven, dan zou ik je erg steunen." Waraqa ibn Nawfal overleed echter na een aantal dagen.
Uitdaging
In de Qur'ãn daagt Allāh mensen uit om met iets soortgelijks te komen aan de Qur'ãn. De uitdaging is een bewijs voor de uniekheid en onnavolgbaarheid van de Qur'ãn.
De eerste uitdaging aan de mensen was om iets te produceren wat gelijk was aan de gehele Qur'ãn. Toen de mensen dat niet konden werd de uitdaging verlaagd tot tien hoofdstukken. Uiteindelijk is de uitdaging verlaagd tot één hoofdstuk. (Volgens Ismā‘īl ibn Kathīr en Al-Zarkashī; meest geaccepteerde mening over de uitdaging van de Qur'ān)
Er zijn vijf verzen met deze uitdaging (ãyāt al-taḥaddī):
- En als jullie twijfelen over datgene wat Wij hebben neergezonden... Kom dan met een hoofdstuk gelijk daaraan...En jullie zullen dit nooit kunnen doen. (al-baqara 2:23-24)
- Of zeggen zij: "Hij (Muḥammad) heeft het (de Qur'ãn) verzonnen." Zeg: "Kom dan met een hoofdstuk dat daaraan gelijk is..." (yūnus 10:38)
- Of zeggen zij: "Hij (Muḥammad) heeft het (de Qur'ãn) verzonnen." Zeg: "Kom dan met tien verzonnen hoofdstukken die daaraan gelijk zijn..." (hūd 11:13)
- Zeg: "Als de mensen en de jinn zich zouden verzamelen om met het gelijke aan deze Qur'ãn te komen, dan zouden zij niet met het gelijke hieraan kunnen komen, ook al zouden zij elkaar helpen. (al'isrā' 17:88)
- Of zeggen zij: "Hij (Muḥammad) heeft het (de Qur'ãn) verzonnen." Nee, zij geloven niet. Laat hen dan met een woord komen dat daaraan (de Qur'ān) gelijk is... (al-ṭūr 52:33-34)
Kritiek
Sommige mensen beweren dat de Qur'ãn niet goddelijk is. Volgens hen is de Qur'ãn niet van Allāh. Anderen zijn van mening dat Muḥammad de Qur'ãn zelf heeft bedacht. Dit zou betekenen dat de Qur'ãn niet kalāmullah (het spreken van Allāh) is en geen waḥī.
Argumenten voor de goddelijkheid van de Qur'ãn (en dat Muḥammad niet de auteur is):
- De profeet was analfabeet (kon niet lezen en schrijven).
- In de Qur'ãn staat dat de Qur'ãn een neerzending van de Heer der werelden is. Als Muḥammad werkelijk de Qur'ãn zelf had bedacht, zou hij dit niet zeggen.
- Op verschillende plekken staat het woord قُلْ (zeg o Muḥammad). Het zou onlogisch zijn als Muḥammad tegen zichzelf zegt 'zeg'. Dit zou net zo goed weggelaten kunnen worden.
- Muḥammad wordt gewezen op zijn fouten. Het zou onlogisch zijn als Muḥammad tegen zichzelf praat over zijn fouten.
- "Moge Allāh jou (o Muḥammad) vergeven. Waarom gaf jij hun toestemming...? (al-tawba 9:43).
- "Hij (Muḥammad) fronste en wendde zich af. Omdat de blinde naar hem kwam... Wat betreft degene die zich rijk acht. Hem loop jij achterna... Maar wat betreft degene die haastig naar jou toe kwam. En die Allāh vreest. Aan hem schenk jij geen aandacht. ('abasa 80:1-2, 5-6, 8-10).
- "Beweeg (o Muḥammad) daarmee niet jouw tong om daar haast mee te maken. (al-qiyāma 75:16).
- Allāh daagt mensen in de Qur'ãn uit om met iets gelijks te komen aan de Qur'ān. Tot op de dag van vandaag is dat nog niemand gelukt.
- Er staan voorspellingen in de Qur'ãn die zijn uitgekomen.
- "De Romeinen zijn overwonnen...En zij zullen na hun nederlaag overwinnen. Binnen een aantal jaren." (al-rūm 30:2-4).
- "Voorzeker, Allāh heeft de droom van Zijn boodschapper doen uitkomen. Jullie zullen zeker al-masjid al-ḥarām binnentreden...daarom schonk Hij daarnaast een nabije overwinning." (al-fatḥ 48:27).
- Er zijn dingen beschreven in de Qur'ãn, wat mensen in die tijd niet zouden kunnen weten.
- Ontwikkeling van embryo.
- Scheiding van twee wateren.
- Vorming van regen.
- Beschrijving van het universum en heelal (maan, zon, planeten, uitbreiding, hemellucht).
- Functie van bergen.
- Vingerafdrukken.
Zweren van Allāh
Het zweren van Allāh wordt ook wel qasam Allāh genoemd.
In de Qur'ãn zweert Allāh bij veel dingen, waaronder Zichzelf. Het doel hiervan is om een argument te versterken en te ondersteunen, maar ook om twijfels bij de mensen weg te nemen die de Qur'ãn lezen of ernaar luisteren. De ãyāt (verzen) waarin wordt gezworen beginnen vaak met 'wa' of 'lā uqsimu'.
Een aantal voorbeelden:
- Maar nee, bij jouw Heer. Zij zullen jou niet geloven... (al-nisā' 4:65)
- Ik zweer bij de dag der opstanding. En Ik zweer bij de zelfverwijtende ziel. (al-qiyāma 75:1-2)
- Ik zweer dan bij wat jullie zien. En bij wat jullie niet zien. (al-ḥāqqa 69:38-39)
- Ik zweer bij dit land (Makka). En jij bent vrij in dit land. En bij een ouder en wat hij heeft verwekt. (al-balad 90:1-3)
- Bij de zon en haar ochtendlicht. Bij de maan wanneer zij deze (de zon) opvolgt. Bij de dag wanneer hij deze (de zon) zichtbaar maakt. Bij de nacht wanneer hij deze (de zon) bedekt. Bij de hemel en Degene Die deze heeft gebouwd. Bij de aarde en Degene Die haar heeft uitgespreid. Bij de ziel en Degene Die haar heeft gevormd. (al-shams 91:1-7)
- Bij de nacht wanneer deze (de dag) bedekt. Bij de dag wanneer deze verschijnt. Bij de schepping van de man en de vrouw. (al-layl 92:1-3)
- Bij het ochtendlicht. Bij de nacht wanneer deze stil (en donker) wordt. Jouw Heer heeft jou (O Muḥammad) niet verlaten en Hij haat jou niet. (al-ḍuḥá 93:1-3)
- Bij de vijg en de olijf. Bij de berg Sinaï. Bij dit veilige land (Makka). Voorzeker, Wij hebben de mens in de beste vorm geschapen. Vervolgens voerden Wij hem naar het laagste van het laagste. (al-tīn 95:1-5)
Het begrijpen van de Qur'ãn
6. Puberteit
7. Reinheid en reinging
Reinheid
Ṭahāra (طهارة) is het Arabische woord voor reinheid. Het kent ook andere betekenissen, zoals zuiverheid, eerlijkheid en oprechtheid. Reinheid is een vereiste voor vele aanbiddingsvormen.
Het belang van reinheid:
- Allāh zegt: "Waarlijk Allāh houdt van degenen die berouw tonen en Hij houdt van degenen die zichzelf reinigen." (al-Baqara 2:222)
- De profeet heeft gezegd: "Reinheid is de helft van het geloof." (ṣaḥīh muslim 223)
De reiniging vindt plaats met 'absoluut water.' Absoluut water is water dat zijn oorspronkelijke eigenschappen nog heeft (kleur, geur, smaak) en niet gemengt is met onreine dingen (najāsa) of dingen die het water overheersen.
Voorbeelden van absoluut water zijn: hemelwater, zeewater, gesmolten sneeuw en water van waterbronnen.
Onreinheid
Hieronder een overzicht van de onreinheden
Kleine rituele wassing
Wuḍū' (وضوء) is het Arabische woord voor de kleine rituele wassing.
Zuilen/verplichtingen van de wuḍū' (arkān al-wuḍū'/ farā'id al-wuḍū')
- Eenmaal wassen van het gezicht
- Alles tussen het hoogste punt van de voorhoof tot onder de kin en tussen de twee oorlellen.
- Eenmaal wassen van de handen tot en met de ellebogen.
- Het vegen over een kwart van het hoofd.
- Eenmaal wassen van de voeten tot en met de enkels.
De 4 verplichtingen zijn op basis van het volgende vers: "O jullie die geloven, wanneer jullie het gebed willen verrichten, was dan jullie gezichten en jullie handen tot aan de ellebogen en wrijf over jullie hoofden en (was) jullie voeten tot aan de enkels." (sūra al-Mā’ida 5:6)
Eisen voor geldigheid van de wuḍū' (shurūṭ ṣiḥḥa al-wuḍū')
- Het water moet alle plekken bereikt hebben die verplicht zijn te wassen tijdens de wuḍū'.
- Er mag niet iets zijn dat het bereiken van het water tot de huid belemmert (bv. deeg, kaarsvet)
- Er mag tijdens de wuḍū' niet iets gebeuren dat de wuḍū' verbreekt.
De gewenste handelingen van de wuḍū' (sunan al-wuḍū')
- De intentie nemen om de wuḍū' te verrichten.
- Zeggen van de basmala.
- Spoelen van de neus en mond.
- Vegen van de binnenkant en buitenkant van de oren.
- Vegen over de nek.
- Drie keer wassen van alle delen die gewassen dienen te worden.
- Met de vingers door de onderkant van de baard gaan.
- Het aanhouden van deze volgorde (1. gezicht; 2. handen en armen; 3. hoofd; 4. voeten).
- Beginnen met wassen van de rechterkant.
- Beginnen met de toppen bij het wassen van de handen en voeten.
De ettiquete van de wuḍū' (adāb al-wuḍū')
- Verrichten van de wuḍū' voor elke gebedstijd.
- Zitten op een verhoogde plek.
- Zitten richting de qibla.
- Oplezen van smeekbedes die overgeleverd zijn van de profeet.
- Het zeggen van de basmala bij elke deel die wordt gewassen.
- De natte pinken gebruiken om de oren te reinigen.
- Het laten bewegen van de ring, zodat er water onder komt.
- Bij een strakke ring is het verplicht om deze te bewegen.
- Rechterhand gebruiken om water in de mond en neus te nemen en linkerhand gebruiken om te snuiten.
Afgeraden zaken van de wuḍū' (makrūhāt al-wuḍū')
- Onnodig verspillen van water of te weinig water gebruiken.
- Slaan of gooien van water op het gezicht.
- Praten over wereldse dingen.
- Hulp vragen aan anderen zonder een geldige excuus.
- Driemaal vegen over het hoofd met telkens nieuw water.
Zaken die de wuḍū' verbreken (nawāqiḍ al-wuḍū')
- Verschijnen van bloed en pus, en dit stroomt naar plekken eromheen.
- Alles wat uit het geslachtsdeel of achterwerk komt (urine, ontlasting, wind, zaadvocht, bloed).
- Bloed uit de mond en dit meer is dan of net zoveel is als het speeksel.
- Een mondvol overgeven
- Dit betekent dat je niet in staat bent om het terug te slikken.
- Soms staat het meerdere keren achter elkaar overgeven gelijk aan een mondvol.
- Verlies van bewustzijn door slaap, gekte, dronkenschap of flauwvallen.
- Alleen als je slaapt en je achterwerk niet gevestigd blijft op de zitplaats of ligplaats.
- Het in contact komen van geslachtsdelen.
- Hardlop lachen in het gebed.
- Alleen van toepassing voor iemand die islamitisch gezien puber is.
- Geldt niet voor het dodengebed.
Hieronder een overzicht
Grote rituele wassing
Ghusl (غسل) is het Arabische woord voor de grote rituele wassing.
De verplichtingen van de ghusl (farā'id al-ghusl)
- Spoelen van de mond.
- Spoelen van de neus.
- Wassen van het gehele lichaam totdat er geen droge plek overblijft.
- De holtes van het lichaam moeten ook nat worden (bv. oksel).
- Huid onder de harige delen moet ook nat worden (bv. wenkbrauwen, baard, snor)
De gewenste handelingen van de ghusl (sunan al-ghusl)
- Intentie nemen om de ġusl te verrichten.
- Zeggen van de basmala.
- Het eerst wassen van de handen tot de polsen.
- Het verrichten van de wuḍū' vooraf aan de ġusl.
- Als de ġusl wordt verricht op een plek waar het water zich verzamelt, moet het wassen van de voeten uitgesteld worden tot het einde van de ġusl.
- Het wegwassen van onreinheden op het lichaam.
- Driemaal gieten van water over het lichaam.
- Eerst gieten van water over het hoofd, dan de rechterkant en als laatst de linkerkant.
- Wrijven over het lichaam.
- Niet te lang wachten tussen de handelingen, waardoor een deel van het lichaam draag wordt voor het wassen van een andere deel.
Indien iemand stromend water (en soortgelijke) instapt/induikt, hierin blijft en over zijn lichaam wrijft, dan is deze persoon gereneigd (bv. rivier, bad, zwembad).
De ettiquete van de ghusl (adāb al-ghusl)
De adāb van de ġusl zijn overeenkomstig met de adāb van de wuḍū'. Met uitzondering van het richten tot de qibla, omdat meestal de 'awra zichtbaar is.
Afgeraden zaken van de ghusl (makrūhāt al-ghusl)
De afgeraden zaken van de ġusl zijn overeenkomstig met de afgeraden zaken van de wuḍū'.
Zaken die de ghusl verbreken (nawāqiḍ al-ghusl)
Zaken die de ġusl vebreken, zijn overeenkomstig met zaken die de wuḍū' verbreken.
Situaties waarin de ghusl verplicht is
- Iemand die in staat is van grote rituele onreinheid (al-ḥadath al-akbar/ janāba).
- Vrouwen die uit hun menstruatieperiode of kraambloedperiode zijn gekomen.
- Iemand die een dode wilt wassen.
Momenten waarop het aanbevolen is om de ghusl te verrichten.
- Voor het vrijdaggebed.
- Voor het gebed op de twee feestdagen (suikerfeest en offerfeest).
- Voor de iḥrām.
- Voor de bedevaartgangers op de dag van 'Arafa, nadat de zon neerdaalt van zijn hoogste punt.
Droge wassing
Tayammum (تيمم) is het Arabische woord voor de droge wassing.
Tayammum is het vegen over het gezicht en de armen met reine aarde, steen of zand ter vervanging van de wuḍū' of ġusl. De tayammum mag alleen verricht worden bij het ontbreken van water of wanneer het niet mogelijk is om water te gebruiken, vanwege een geldig excuus.
8. Het gebed
Teksten over het gebed
In de Qur'ãn:
- Het woord الصلاة/صلاة komt 75 keer voor, vaak in de vorm van een opdracht ("en verricht het gebed").
- De opdracht om het gebed te verrichten wordt vaak gevolgd door de opdracht de zakā (armenbelasting) te betalen.
In de overleveringen:
- Het gebed vormt één van de 5 zuilen van de islām (opgenomen in ṣaḥīḥ al-bukhārī, ṣaḥīḥ muslim, musnad aḥmad en al-arba’ūn al-nawawiyya)
- "Het gebed is de eerste daad waarvoor een dienaar ter verantwoording zal worden geroepen op de dag der opstanding. Als deze in orde zijn, is hij succesvol en gered, maar als deze niet in orde zijn, heeft hij gefaald en is hij verloren." (jamī' al-tirmidhī 413; boek 2, hadith 266)
- "De sleutel tot het paradijs is het gebed en de sleutel tot het gebed is de wuḍūʼ." (jamī' al-tirmidhī 4; boek 1, ḥadīth 4)
- 'Abdullah ibn Mas'ūd vroeg de profeet naar de beste daad. De profeet antwoordde: "Het op tijd verrichten van de gebeden." (ṣaḥīḥ al-bukhārī 2782; boek 56, ḥadīth 1)
- Het gezamenlijke gebed is 27 keer beter dan het gebed dat alleen wordt verricht. (opgenomen in al-kutub al-sitta met uitzondering van sunan Abī Dāwud)
Overleveringen over specifieke gebeden:
- "Geen gebed is lastiger/zwaarder voor de hypocrieten dan het fajr-gebed en 'ishā'-gebed. En als zij wisten wat er in de gebeden was (qua goedheid en beloning), zouden zij zijn gekomen, al was dit kruipend." (ṣaḥīḥ al-bukhārī 657; boek 10, ḥadīth 1)
- " Degene die het 'aṣr-gebed (opzettelijk) mist, dan is het alsof hij zijn familie en bezit heeft verloren." (ṣaḥīḥ al-bukhārī 552; boek 9, ḥadīth 29)
- "De twee rak'āt (sūnna voor het verplichte deel) van het fajr-gebed zijn beter (meer waard) dan de wereld en alles wat het bevat." (ṣaḥīḥ muslim 725a; boek 6, ḥadīth 118)
- "Wie het ochtendgebed (gezamenlijk) bid, is onder de bescherming van Allāh." (ṣaḥīḥ muslim 657a; boek 5, ḥadīth 329)
Wat is het gebed voor ons
Het gebed kan voor ons zoveel dingen betekenen, namelijk:
- Religieuze plicht.
- Verrichten van de handeling van de profeet.
- Verrichten van één van de fundamenten van de islām.
- Moment dat je het dichst bij Allāh komt.
- Contactmoment met jouw Schepper.
- Manier om je los te laten van alle wereldse zaken.
- Een rustmoment.
- Moment om energie te krijgen.
- Manier om samen te komen met de mensen.
- Manier om te stoppen met zondigen.
- Moment waarop je smeekbedes kunt verrichten.
Het gebed moet een stuctureel onderdeel worden van ons leven. Het maakt niet uit waar we zijn (werk, school, buiten) het gebed dienen we te verrichten. Weet dat iemand die niet bid de bovenstaande punten mist in zijn leven.
De gebeden
Hieronder een overzicht van de gebeden
|
voor-sunna |
farḍ |
na-sunna |
witr |
fajr |
2 |
2 |
|
|
ẓuhr |
4 |
4 |
2 |
|
'aṣr |
4 |
4 |
|
|
maghrib |
|
3 |
2 |
|
'ishā' |
4 |
4 |
2 |
3 |
9. Vasten
10. Aalmoesgeving
11. De bedevaart
12. De profeten
13. Profeet Muḥammad
14. Sunna en overleveringen
15. Voeding- en kledingregels
16. Islam in Nederland
Kritiek
Diversiteit en andersdenkenden