Ghusl (غسل) is het Arabische woord voor de grote rituele wassing.
De verplichtingen van de ghusl(farā'id al-ghusl)
Spoelen van de mond.
Spoelen van de neus.
Wassen van het gehele lichaam totdat er geen droge plek overblijft.
De holtes van het lichaam moeten ook nat worden (bv. oksel).
Huid onder de harige delen moet ook nat worden (bv. wenkbrauwen, baard, snor)
De gewenste handelingen van de ghusl (sunan al-ghusl)
Intentie nemen om de ġusl te verrichten.
Zeggen van de basmala.
Het eerst wassen van de handen tot de polsen.
Het verrichten van de wuḍū' vooraf aan de ġusl.
Als de ġusl wordt verricht op een plek waar het water zich verzamelt, moet het wassen van de voeten uitgesteld worden tot het einde van de ġusl.
Het wegwassen van onreinheden op het lichaam.
Driemaal gieten van water over het lichaam.
Eerst gieten van water over het hoofd, dan de rechterkant en als laatst de linkerkant.
Wrijven over het lichaam.
Niet te lang wachten tussen de handelingen, waardoor een deel van het lichaam draag wordt voor het wassen van een andere deel.
Indien iemand stromend water (en soortgelijke) instapt/induikt, hierin blijft en over zijn lichaam wrijft, dan is deze persoon gereneigd (bv. rivier, bad, zwembad).
De ettiquete van de ghusl(adāb al-ghusl)
De adāb van de ġusl zijn overeenkomstig met de adāb van de wuḍū'. Met uitzondering van het richten tot de qibla, omdat meestal de 'awra zichtbaar is.
Afgeraden zaken van de ghusl(makrūhāt al-ghusl)
De afgeraden zaken van de ġusl zijn overeenkomstig met de afgeraden zaken van de wuḍū'.
Zaken die de ghuslverbreken (nawāqiḍ al-ghusl)
Zaken die de ġusl vebreken, zijn overeenkomstig met zaken die de wuḍū' verbreken.
Situaties waarin de ghusl verplicht is
Iemand die in staat is van grote rituele onreinheid (al-ḥadath al-akbar/ janāba).
Vrouwen die uit hun menstruatieperiode of kraambloedperiode zijn gekomen.
Iemand die een dode wilt wassen.
Momenten waarop het aanbevolen is om de ghusl te verrichten.
Voor het vrijdaggebed.
Voor het gebed op de twee feestdagen (suikerfeest en offerfeest).
Voor de iḥrām.
Voor de bedevaartgangers op de dag van 'Arafa, nadat de zon neerdaalt van zijn hoogste punt.