Wuḍū' (وضوء) is het Arabische woord voor de kleine rituele wassing.
Zuilen/verplichtingen van de wuḍū' (arkān al-wuḍū'/ farā'id al-wuḍū')
Eenmaalwassen van het gezicht
Alles tussen het hoogste punt van de voorhoof tot onder de kin en tussen de twee oorlellen.
Eenmaal wassen van de handen tot en met de ellebogen.
Het vegen over een kwart van het hoofd.
Eenmaal wassen van de voeten tot en met de enkels.
De 4 verplichtingen zijn op basis van het volgende vers: "O jullie die geloven, wanneer jullie het gebed willen verrichten, was dan jullie gezichten en jullie handen tot aan de ellebogen en wrijf over jullie hoofden en (was) jullie voeten tot aan de enkels." (sūra al-Mā’ida 5:6)
Eisen voor geldigheid van de wuḍū' (shurūṭ ṣiḥḥaal-wuḍū')
Het water moet alle plekken bereikt hebben die verplicht zijn te wassen tijdens de wuḍū'.
Er mag niet iets zijn dat het bereiken van het water tot de huid belemmert (bv. deeg, kaarsvet)
Er mag tijdens de wuḍū' niet iets gebeuren dat de wuḍū' verbreekt.
De gewenste handelingen van de wuḍū' (sunan al-wuḍū')
De intentie nemen om de wuḍū' te verrichten.
Zeggen van de basmala.
Spoelen van de neus en mond.
Vegen van de binnenkant en buitenkant van de oren.
Vegen over de nek.
Drie keer wassen van alle delen die gewassen dienen te worden.
Met de vingers door de onderkant van de baard gaan.
Het aanhouden van deze volgorde (1. gezicht; 2. handen en armen; 3. hoofd; 4. voeten).
Beginnen met wassen van de rechterkant.
Beginnen met de toppen bij het wassen van de handen en voeten.
De ettiquete van de wuḍū' (adāb al-wuḍū')
Verrichten van de wuḍū' voor elke gebedstijd.
Zitten op een verhoogde plek.
Zitten richting de qibla.
Oplezen van smeekbedes die overgeleverd zijn van de profeet.
Het zeggen van de basmala bij elke deel die wordt gewassen.
De natte pinken gebruiken om de oren te reinigen.
Het laten bewegen van de ring, zodat er water onder komt.
Bij een strakke ring is het verplicht om deze te bewegen.
Rechterhand gebruiken om water in de mond en neus te nemen en linkerhand gebruiken om te snuiten.
Afgeraden zaken van de wuḍū' (makrūhāt al-wuḍū')
Onnodig verspillen van water of te weinig water gebruiken.
Slaan of gooien van water op het gezicht.
Praten over wereldse dingen.
Hulp vragen aan anderen zonder een geldige excuus.
Driemaal vegen over het hoofd met telkens nieuw water.
Zaken die de wuḍū' verbreken (nawāqiḍ al-wuḍū')
Verschijnen van bloed en pus, en dit stroomt naar plekken eromheen.
Alles wat uit het geslachtsdeel of achterwerk komt (urine, ontlasting, wind, zaadvocht, bloed).
Bloed uit de mond en dit meer is dan of net zoveel is als het speeksel.
Een mondvol overgeven
Dit betekent dat je niet in staat bent om het terug te slikken.
Soms staat het meerdere keren achter elkaar overgeven gelijk aan een mondvol.
Verlies van bewustzijn door slaap, gekte, dronkenschap of flauwvallen.
Alleen als je slaapt en je achterwerk niet gevestigd blijft op de zitplaats of ligplaats.
Het in contact komen van geslachtsdelen.
Hardlop lachen in het gebed.
Alleen van toepassing voor iemand die islamitisch gezien puber is.