Leerdoelen
Aan het eind van dit thema gaat het erom dat je laat zien dat je de onderstaande doelen hebt behaald:
A. Puberteit
- Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen primaire en secundaire geslachtskenmerken.
- Je kunt twee voorbeelden van primaire geslachtskenmerken opnoemen van een jongen en een meisje.
- Je kunt twee voorbeelden van secundaire geslachtskenmerken opnoemen van een jongen en van een meisje.
- Je kunt van een man één geslachtshormoon en van een vrouw twee geslachtshormonen opnoemen.
- Je kunt omschrijven wat er in de puberteit verandert in je lichaam.
- Je kunt uitleggen wat transgender inhoudt.
B. Man en vrouw
- Je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van de man noemen met hun functies en kenmerken.
- Je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van de vrouw noemen met hun functies en kenmerken.
- Je kunt beschrijven wat er gebeurt bij ovulatie en bij menstruatie en wanneer deze processen in de menstruatiecyclus plaatsvinden.
C. Liefde is ...
- Je kunt benoemen dat seksuele geaardheid kan verschillen.
-
Je kunt aan de hand van voorbeelden uitleggen hoe menselijk gedrag beïnvloed wordt door wat anderen om je heen doen of normaal vinden en door inwendige factoren als honger, angst, seksuele opwinding of verslaving.
-
Je kunt vertellen hoe je wensen en grenzen kunt bewaken en respecteren in relaties.
-
Je kunt minstens één instantie noemen die hulp biedt bij problemen rond seksualiteit en relaties.
D. Veilig Vrijen
-
Je kunt uitleggen hoe de mens kan ingrijpen in de voortplanting, onder andere door voorbehoedsmiddelen.
-
Je kunt verschillende SOA's en hun verschijnselen benoemen.
-
Je kunt vertellen hoe je SOA's kunt voorkomen.
E. Zwangerschap en Geboorte
-
Je kunt uitleggen dat meercellige organismen meestal ontstaan uit een bevruchte eicel die zich door celdeling vermeerdert.
-
Je kunt uitleggen hoe de voortplanting bij de mens verloopt, ook bij verschillende typen tweelingen.
-
Je kunt beschrijven welke veranderingen er in het lichaam van een vrouw optreden nadat bevruchting heeft plaatsgevonden.
-
Je kunt de delen van een baarmoeder met embryo kunnen noemen met hun functies en kenmerken. Ook kan je deze delen aanwijzen in een afbeelding.
-
Je benoemt hoe door onderzoek aan het ongeboren kind kan worden nagegaan wat het geslacht is en of het bepaalde aangeboren afwijkingen heeft.
-
Je kunt beschrijven hoe de geboorte van een kind plaatsvindt.