Als een man of vrouw geen kinderen wilt, kan hij/zij of haar/zijn partner maatregelen nemen om bevruchting te voorkomen. Dit heet anticonceptie. Vroeger werd meestal zonder hulpmiddelen aan anticonceptie gedaan. Tegenwoordig zijn er verschillende anticonceptie- ofwel voorbehoedsmiddelen.
Het ene middel is betrouwbaarder dan het andere. Hieronder zetten we er een aantal op een rij:
Condoom, pil, nuvaring en spiraaltje
De meest gebruikte voorbehoedsmiddelen zijn verschillende soorten condooms en de pil. Verder bestaan de nuvaring, een implanon en het spiraaltje.
Een condoom schuif je over de stijve penis. Het condoom vangt de zaadcellen op.
Het beschermt bovendien tegen geslachtsziekten.
Het vrouwencondoom wordt in de vagina geplaatst. Het houdt de zaadcellen tegen en beschermt ook tegen geslachtsziekten.
Een implanon is een staafje dat in je arm wordt gezet door de arts. Dat staafje geeft 3 jaar lang hormonen af waardoor er geen eisprong plaats vindt. Je kunt dus 3 jaar lang niet zwanger worden. Na 3 jaar haalt een arts het staafje weer uit je arm.
De pil zorgt ervoor dat er geen eicel vrijkomt. De pil moet dagelijks worden ingenomen.
De pil bevat hormonen waardoor er geen ovulatie optreedt.
De nuvaring is een plastic ring die je in de vagina schuift. De ring blijft er 3 weken in zitten en geeft hormonen af waardoor er geen eicel vrijkomt. De 4e week wordt de ring er uit gehaald en wordt de vrouw ongesteld. Elke maand gebruik je een nieuwe ring.
Het spiraaltje voorkomt een zwangerschap omdat het ervoor zorgt dat zich geen embryo kan nestelen in de baarmoeder (koperspiraal) of omdat het hormonen afgeeft waardoor er geen eicel vrijkomt (hormoonspiraal).
Andere vormen van anticonceptie:
Morning-afterpil
Stel dat je geslachtsgemeenschap hebt gehad zonder voorbehoedmiddel. Dan kan je de morning-after pil slikken. Deze pil zorgt ervoor dat je ovulatie/eisprong met een paar dagen uitgesteld wordt, waardoor de spermacellen hopelijk niet bij de eicel komen. Hierbij kan wel de bijwerking misselijkheid optreden. Let op! Als je eicel al bevrucht is, dan helpt een morning-after pil niet meer!
Periodieke onthouding
Bij periodieke onthouding hebben man en vrouw geen geslachtsgemeenschap in de ‘vruchtbare periode’ van 3 à 4 dagen. Het moment van ovulatie (in de grafiek op dag 13) kun je aan de hand van de lichaamstemperatuur bepalen. Na de eisprong stijgt de lichaamstemperatuur met 0,2 à 0,3 graden tot de volgende menstruatie. Dit is echter niet altijd even duidelijk te meten, daarnaast kunnen spermacellen tot wel 5 dagen levend blijven in het lichaam van een vrouw. Deze methode is dus eigenlijk niet betrouwbaar.
Coïtus interruptus
Bij coïtus interruptus (onderbroken geslachtsgemeenschap) trekt de man zijn penis uit de vagina terug, als hij zijn orgasme voelt aankomen. De zaadlozing vindt dan buiten de vagina plaats. Er kunnen echter al zaadcellen met het voorvocht de penis hebben verlaten. Voorvocht is een beetje vocht dat voor de zaadlozing uit de penis komt. Ook coïtus interruptus is een onbetrouwbare methode van anticonceptie!
Sterilisatie
Mannen en vrouwen die zeker weten geen kinderen meer te willen krijgen, kunnen zich laten steriliseren. Bij een vrouw kan de eileider worden afgesloten met een ringetje of klemmetje. De eicellen kunnen daarna niet meer in de baarmoeder komen en de zaadcellen kunnen de eicel niet meer bereiken. Bij een man kunnen de zaadleiders worden doorgesneden, ingekort en afgebonden. De zaadcellen kunnen dan niet meer naar buiten.
Ongewenste zwangerschap
Overtijdbehandeling
Als je toch zwanger bent en die zwangerschap is ongewenst, dan kan besloten worden tot een overtijdbehandeling. Deze moet je ondergaan tussen de tiende en de zestiende dag na het uitblijven van de menstruatie. Via een slangetje wordt het baarmoederslijmvlies weggezogen. Dit vindt plaats in de polikliniek van een ziekenhuis.
Abortus
Als de vrouw te laat is voor een overtijdbehandeling en niet langer dan dertien weken zwanger is, kan om een abortus worden gevraagd in een abortuskliniek. Dit is een belangrijke beslissing. Na het verzoek volgt daarom een gesprek en vijf dagen bedenktijd. Mocht de zwangere persoon besluiten dat de omstandigheden echt niet goed zijn of zij er echt niet klaar voor is, kan er gekozen worden uit de volgende ingrepen:
- De abortuspil: Hierbij krijg je 1 pil die je moet inslikken om er voor te zorgen dat het embryo sterft. 24 uur na de inname van deze pil wordt er door de arts een aantal tabletten in je vagina geduwd om weeën op te wekken. Deze weeën zijn nodig om het embryo uit de baarmoeder te kunnen persen. Dit mag echter alleen als je niet langer zwanger bent dan 6 weken. Hierna moet je verplicht een zuigcurretage.
- De zuigcurretage: Als je voor een zuigcurretage kiest of te laat bent voor de abortuspil, word je opgenomen in het ziekenhuis of een kliniek en word je vaak onder narcose gebracht. De arts gaat dan met een soort schraper/stofzuigertje in je vagina en naar je baarmoeder om daar al het baarmoederslijm + embryo weg te schrapen.