Boeien en lichten op zee en de kust

Boeien en lichten op zee en de kust

Inleiding

Deze Wiki dient gebruikt te worden in combinatie met NP 5011

Symbols and Abbreviations Used on Admiralty Charts

  

 

Er zijn twee soorten boeien:

-Laterale boeien.
-Kardinale boeien.

Er twee systemen ingesteld door IALA (
International Association of Lighthouse Authorities , wat weer kort is voor International Association of Marine Aids to Navigation and Lighthouse Authorities )

IALA A / Region A (grootste deel van de wereld) Rood aan BB
IALA B / Region ((Zuid) Amerika, Japan, Filipijnen). Rood aan SB

Laterale boeien

Laterale boeien geven de grenzen van een vaarweg aan.
Ze zijn rood of groen gekleurd en kunnen een stompe, spitse, bolle, cilindervormige of spar vorm hebben.
Ook kunnen ze voorzien zijn van een gekleurd licht.
Een boei zonder verlichting heet een blinde boei.

In deze uitleg zullen we het steeds over IALA A hebben.
IALA B is hetzelfde maar andersom, zij het dat de groene boei dan even genummerd is. (zie verderop).

Een vaarweg wordt gemarkeerd door rode en groene boeien.
Het begin van een vaarweg wordt vaak gemarkeerd door een veilig vaarwaterboei. (Safe water buoy). (Zie verderop)

Het symbool in de kaart is een niet ingekleurd tonnetje voor BB en een zwart "driehoekje" voor SB.

Op moderne kaarten en in de ECDIS zijn ze vaak in de juiste kleur aangegeven.

IALA A BB boei

Een stompe rode boei met licht, naam en nummer.

In IALA A is de BB boei rood gekleurd.
Hij is genummerd met even nummers.
Hij ligt aan BB van het vaarwater.

Ezelsbruggetje:
Linkse partijen zijn ROOD (PvdA, SP) en zijn meestal maar EVEN aan de macht.

 

Ze zijn stomp van vorm, of kunnen ook een pilaarvorm hebben.
Het topteken is een rood blokje.

De vaarrichting is altijd Van zee Naar binnen.
Daarbij ligt de rode boei altijd aan bakboord.

Ezelsbruggetje:
Als een zeeman de haven binnenvaart is hij met zijn hart bij zijn meisje.
Een hart zit links, en in een hart zit (rood) bloed)

 

 

De boei kan voorzien zijn van een licht.
Deze kan op verschillende manieren schijnen: het karakter van een licht.
(Zie aldaar)

 

Veelal is de boei voorzien van een naam.
Meestal een afkorting van de naam van de vaarweg waar het in ligt.
Bijvoorbeeld M2 voor de eerste boei aan het begin van de vaarweg die de Maas markeert.

De boei kan ook een z.g pila(a)r boei zijn.

Pilaar boei

 

Of een spar boei

Pilaarboei

Het symbool in de kaart is een half weggezonken vierkantje.

BB boei in kaart.

Het cirkeltje geeft de exacte positie aan in de kaart.
Is de boei niet gekleurd in de kaart dan staat onder het cirkeltje de kleur aangegeven met een letter, in dit geval zou dat een R zijn.

Indien de boei voorzien is van een licht dan staat er een z.g. vlam bij.
Deze is soms in de kleur van het licht, en soms magenta.

vlam

 

Heeft de boei een naam dan staat die er ook bij vermeld.
Zodanig als het op de boei staat.
Een boei in het Prinses Margriet Kanaal # 2 zal in de kaart staan als PMK2

De Vliestroom # 6 zal in de kaart en op het bordje staan als VS6.

Daaronder, of aan de andere kant van het symbool staat in de kaart het karakter (Zie aldaar) van de boei vermeld.
Voorbeeld Fl(2).5S, 2M

Deze boei Flitst 2 x in de 5 seconden en is op 2 Mijl te zien.
Dat laatste staat er niet altijd bij.

Een rode boei met karakter Interrupted Quick (IQ)

 


Wanneer de boei voorzien is van speciale navigatiemiddelen als een Racon (zie aldaar) dan staat dat er ook bij.

 

 

In het Waddengebied, inclusief die van Duitsland en Denemarken, wil een vaarweg nog wel eens aangeduid worden met wilgentakken, z.g. prikken.
De top ervan is dan open.

De prikken kunnen voorzien zijn van een reflecterend rood metalen bandje die ook radarstralen weerkaatst zodat de prik (heel slecht!) waarneembaar is op de radar.

 

 

IALA A SB boei

De SB boei in IALA A is groen en spits en oneven genummerd.
(In IALA B is hij stomp, rood maar wel oneven genummerd.)

 

SB boei

Het topteken is een groene driehoek met de punt omhoog.

 

Ook deze boei kan als een spar- en pilaarboei uitgevoerd zijn.

In een prikkenstraat heeft de SB markering een samengebonden takkenbos in top.

SB prik

 

 

Symbool in de kaart:

 

Het licht is uiteraard groen en kan allerlei karakters hebben.
Daarbij zorgt men er voor dat het karakter verschilt van de boei ervoor en erna.

Een groene boei met het karakter Quick. (Q)

 

 

Kardinale boeien

Kardinale boeien zijn boeien die een speciale betekenis hebben.
Ze dekken meestal een gevaar af en geven aan aan welke kant je de boei moet passeren om het gevaar te ontwijken.
Ze zijn meestal (niet altijd) voorzien van een licht, bijna altijd van een topteken en soms van een racon en een naam.
Ook kunnen ze voorzien zijn van een bell of een fluit en meestal ook een radarreflector.

De kleuren zijn geel en zwart.



Ezelsbrug: als je ze verkeerd passeert maak je een kardinale fout.

Er is een aantal ezelsbruggetjes om ze uit elkaar te houden:

- De toptekens bestaan uit 2 zwarte driehoeken.
De punten van de driehoeken wijzen naar de zwarte band op de boei.
  Om de toptekens te onthouden zijn ook weer ezelsbruggetjes.
  Deze komen bij de boeien zelf ter sprake.

- De lichten knipperen volgens de cijfers van het horloge in vergelijking  met de windstreken:
N-boei constant
O-boei 3 keer
Z-boei  6 x +1 lange
W boei 9 x

Om de boeien goed te laten onderscheiden van andere boeien, en misschien wel de lichten van een vuurtoren, die erachter aan land staat is het karakter van een kardinaalboei altijd Quick of Very Quick (Q, VQ)

Noord boei

De kardinale Noord boei.

 

De boei is van onderen Geel, van boven Zwart, de beide driehoeken wijzen naar boven (Het Noorden, bovenkant, van de kompasroos)

Het karakter van het licht is (V)Q.
Dit doet hij constant.

Cardinal Mark Light Sequence

Ezelsbrug: de 12 van het horloge staat bovenaan de wijzerplaat (Noord), 12 is veel en dus knippert het ligt heel vaak.


De punten van het topteken wijzen naar boven, dus de zwarte band zit bovenaan de boei.


Notatie in zeekaart.

 

Bemerk dat er onder de boei weer de kleur aangegeven staat in de kaart: B(lack)Y(ellow).

Ze kunnen in alle boeivariaties voorkomen.
Pilaar, spar en ook als bakens in ondiepere wateren.

 

Oost boei

De kardinale Oost boei

Cardinal east

 

Van een kardinale oostboei wijzen de punten van de toptekens naar boven en onderen.
Twee driehoeken met de bases tegenelkaar dus.
Hiervan kan je met een beetje fantasie de O van Oost maken.

Het oosten ligt op de komapsroos waar de 3 op een wijzerplaat van een klok ligt.
Daarom knippert het licht 3 keer., Q of VQ
Meestal in 5, of 10 seconden.


East cardinal, Judie Proudfoot
Het karakter dat in de kaart vermeld staat zal dus zoiets zijn als:
VQ (3) 10s.

symbool in kaart

 

Onder deze boei zou als kleurduiding BYB staan.

 

Zuid boei

De kardinale zuid boei.

kardinaal Z

Bij de kardinale Z-boei wijzen de punten van het topteken naar beneden: de onderkant van de kaart / kompasroos.
De boei is dus van boven geel en van onder zwart.


Omdat de onderkant van de wijzerplaat van een klok de 6 is zou je denken dat  het licht dus ook 6 x zou knipperen.
Maar als dat zo is, en ik zie een lichtje 6 x knipperen, zie ik dan een Z-boei of de laatste 6 knippers van een W-boei die 9 x knippert?

Zeker als ik dan gelijk de conclusie trek dat het een W- boei is kan het behoorlijk fout aflopen.
Daarom hebben ze er als extra een lange flits (LFl) achter gedaan.

Een karakter in de kaart zou dus kunnen zijn: (V)Q 6 + LFl 10s

south cardinal Julie Proudfoot

 

 

 

West boei

Kardinale West-boei

 

De toptekens van de west boei wijzen naar elkaar toe.
Met een beetje fantasie kan je daar een wijnglas in zien.
De W van Wijnglas en West.

Op de kompasroos zit het westen links en op de wijzerplaats zit links de 9.
Het licht knippert dus 9 keer in de (meestal) 5 of 10 seconden.

Cardinal west part2

Speciale boeien

Veilig vaarwater boei & loodsstation symbool

Veilig vaarwaterboei

De Veilig vaarwaterboei (Safe waterbuoy) ligt op plaatsen waar het aan alle zijden veilig te passeren is.
Negen van de tien keer is dat aan het begin van een VSS of vaarwater naar een haven.

Hij  kan in alle vormen (pillaar, spar, bol) voorkomen en is verticaal rood-wit gestreept.
Het topteken is 1 (rode) bol.
Het licht is meestal een LFl, een Fl, of een Iso.
Het heeft vaak een naam, een Racon en een radarreflector.

safe water good short utube Julie Proudfoot

Vaak is er in de buurt van zo'n boei ook een meldpunt of loodsstation.
Meldpunt kaartsymbool:

Radio Reporing Point

Het midden van het cirkeltje is de positie van het reporting point
Het getal dat er in staat is het VHF kanaal dat van toepassing is.
Het pijltje zegt voor welke vaarrichting het meldpunt van toepassing is.
(De meest linkse dus voor beide vaarrichtingen)

Kaartsymbool voor loodsstation:

Pilot sation
De naam van het loodsstation staat er niet altijd bij vermeld.



Sperical Safe Water Buoy
Kaartsymbool voor veilig vaarwater boei.
Lettercode voor de kleur: RW


 

 

 

 

Scheidingston

De scheidingston (Preferred Channel buoy)

Een scheidingston ligt op de plek waar twee vaarwegen zich splitsen.
Ze zijn vaak bolvormig en hebben de kleuren rood en groen.

Helaas is er geen eenduidige regel voor de kleurstelling.
Er kunnen drie banden te zien zijn:
 

Hoofdvaarwater SB boeien                                          Hoofdvaarwater BB boeien.

Maar er zijn er ook met maar twee kleuren:


Over het algemeen kun je zeggen: de kleur die je het meeste ziet, danwel de kleur aan de bovenkant van de boei is de aanduiding van het hoofdvaarwater.

Dus vaar je van zee naar binnen en zie je een G-R-G gekleurde boei (zoals in de foto boven) dan is de GROENE boei van het vaarwater waar je nu in vaart het hoofdvaarwater.


 

Het topteken is een bol dat voor de helft groen en voor de helft rood is.
Hij kan echter ook het topteken van de heersende kleur hebben; dus een groene kegel van de groene boeienljn of het rode vierkantje van de rode.

De naam van de ton is afkorting van het hoofdvaarwater - een nummer- en de naam van het nevenvaarwater.

Voorbeeld:
Je vaart op de Nieuwe Waterweg, Maasmond, Hoek van Holland.
Bij de Middenpier kan je BB uit naar de Maas en SB uit naar het Beerkanaal (Europoort)
Op het bordje (en in de kaart) kan dan staan M2BK. (Slechts voorbeeld).

Kaartsymbool (let op! hier IALA B)

Het licht knippert 2x +nog 1x.
Dus: FLITS, FLITS, PAUZE, FLITSPAUZEPAUZEPAUZE

Geïsoleerd gevaar boei

Geïsoleerd gevaar boei (Isolated danger)

Deze boei ligt op of vlak bij een object dat geacht wordt gevaar te vormen en waar verder niet zoveel over bekend is.
Ze kunnen bijvoorbeeld op een gezonken container gelegd worden.
Of op een verloren anker.
Kan van alles zijn.

Omdat ze op van alles en nog wat gelegd worden en dus ook in één klap opeens nodig kunnen zijn zijn er ook vele zelfbaksels van aangetroffen.

Hoewel dit er niet erg officieel uitziet moet men er toch maar vrij van blijven.
Gewoon voor de zekerheid.

De kleur is altijd zwart met een rode band in het midden.
Het topteken is twee zwarte (!) bollen.

Het licht kan in principe van alles zijn, maar heel vaak is het een licht dat 2 x knippert.
Soms zijn dat voor de duidelijkheid lange knippers (LFl).

Een karakter in de kaart zou dus kunnen zijn: Fl(2)5s.

Isolated danger mark short utube- Julie Proudfoot

 

Soms kunnen ze voorzien zijn van een naam, als het een gevaar betreft dat niet opgeruimd kan worden, maar geen kardinale boeien nodig heeft.

Niet onderzocht gevaar

Niet onderzocht gevaar

 

Als er een gevaar ontdekt wordt waar niet zoveel over bekend is kan er een een z.g. New Danger boei op gelegd worden.
Men weet er dan niet veel meer over dan dat het gevaarlijk is om te varen.
De diepte erboven is meestal onbekend, wat er ligt is onbekend, hoe groot het is is onbekend.

Vaak zijn dit toevallige waarnemingen op een echolood of men heeft daar op zo'n plek even de grond geraakt terwijl er volgens de kaart genoeg water zou moeten staan.
Ook worden ze vaak gelegd op een pas gezonken schip, dat nog niet nader onderzocht is.

In de volksmond wordt deze boei ook wel een "Wrakkenboei (wreck buoy)" genoemd.

Het lichtkarakter is een combinatie van blauw en wit licht met daartussen een pauze.
Dus FLITSPAUZEFLITSPAUZE.
De flits duurt 1 seconde, de pauze een halve seconde.

Het topteken is een rechtopstaand geel kruis.
Geen christelijk kruis, maar zo eentje als van het Rode Kruis.

Bemerk dat het symbool dezelfde kan zijn als die voor een safe water boei.
Maar hieronder staat dan de kleurcode BuY

 

 

Gas en well boeien.

Special Mark Buoy

 

Op zee kan van alles op de zeebodem liggen dat niet direct gevaar voor de navigatie vormt maar waar je niet op moet ankeren of overheen moet varen met visnetten of surveyapparatuur.
Het markeert iets dat op de zeebodem staat of ligt en niet erin begraven is.
Denk aan (gas)pijpleidingen.
Afsluiterinstallaties op bronnen (Wells)
Connectiepunten van onderzeese kabels.
Maar ze kunnen ook een gebied aangeven waar je niet in mag komen, zoals een fishfarm of een windmolenpark.
Óf juist een gebied waar je wel in mag, zoals een ankergebied.
Ze zijn dus bedoeld om iets speciaals aan te geven en heten daarom ook een special marker buoy.

Ze komen in alle soorten en maten voor.
Het topteken is een liggend kruis, zoals het keerteken ( X) eruit ziet.



Het licht is wit en een veel gebruikt karakter is vijf flitsen in 10 seconden.
Fl(5) 10s.
Dit om ze te onderscheiden van andere (kardinale) boeien.
Maar andere karakters komen ook voor.
De boeien zijn altijd geel van kleur.
Soms hebben ze een naam, maar lang niet altijd.

Kaartsymbool

 

 

 

ODAS boei

ODAS boei.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

ODAS staat voor Ocean Data Acquisitioning Systems.
Het zijn boeien die volgestopt zijn met registratieapparatuur.
Voor golfhoogte, temperatuur van lucht en water, stroming, wind etc, maar ook met zendapparatuur om de gegevens naar de wal te verzenden en zonnepaneelinstallaties voor de eigen stroomvoorziening.

Het woord Ocean moet letterlijk genomen worden.
Van Noordzee tot midden op de Atlantic, ze komen overal voor.

Vanwege de gevoelige apparatuur dient men er goed vrij van te blijven om ten eerste de data niet te verstoren en ten tweede de apparatuur niet te beschadigen.
Het zijn zeer kostbare boeien.

Ze kunnen zeer divers van formaat zijn.
Van klein tot zeer groot.
Ze zijn geel van kleur en hebben doorgaans geen toptekens.
Als er één op staat is het een liggend kruis en dan meestal alleen op de kleinere.

Het licht is wit en kan allerlei karakters hebben.
Maar ook hier is Fl(5)Y.10s of 20s een veel gebruikt karakter.

 

 

 

LANBY boei

 

 

 

Vroeger lagen er op belangrijke navigatiepunten vuurschepen.
Zij waren bemand, en de bouw, de uitrusting en het onderhoud ervan was duur.
Na verloop van tijd zijn ze vervangen door LANBY boeien, wat staat voor
Large Automatic Navigation BuoY.

Ze zijn bijna altijd rood van kleur.
Hebben altijd een naam omdat je je vaak bij zo'n boei moet melden.
Om die reden zijn ze ook vaak uitgerust met VHF apparatuur.
Ook kunnen er NAVTEX berichten vanaf gezonden worden.
Hebben bijna altijd een Racon.

Het licht is wit en kan allerlei karakters hebben maar zal onderscheidend zijn van omliggende navigatielichten.

Ook zijn ze vaak voorzien van mistsignalen zoals een hoorn, fluit, gong of bel.


Een LANBY zal heel vaak uitgerust zijn met AIS wat staat voor  Automatic Identification System.
Dan wordt de naam, zijn positie en andere belangrijke informatie weergegeven op het scherm van de AIS, Radar en ECDIS.
Wanneer de LANBY hiervan voorzien is wordt dat ook weergegeven in de kaart.

Racon boei

RACON boei

RACON staat voor RAdar BeaCON.

Een racon is een zend-ontvangstinstallatie die pas gaat zenden als hij getroffen wordt door radarstralen.
Op het scherm wordt dan een code zichtbaar in de vorm van punten en strepen.
Soms ook alleen een streep.
De boei ligt aan het begin van de streep, dus bij het centrum van het scherm.

 

Dit zijn Morse codes.

De code wordt vaak in de kaart bij het symbool vermeld.
Wanneer dit niet het geval is en er alleen Racon staat is het een streep (letter T) die je op het scherm te zien krijgt.


Het symbool in de kaart is een magentakleurig cirkeltje om de boei heen.
Naast het cirkeltje staat de morseletter vermeld.



Er bestaan geen speciale RaCon boeien.
Elke boei met een bijzondere betekenis kan een racon hebben.
Ze kunnen dus alle vormen en kleuren hebben.

Het is zaak te weten op welke golflengte de radar staat ingesteld.
De meeste racons werken op 3 cm golflengte, sommige ook op 10 cm.
Racons werken in elk geval op 3 cm golflengte.
Werken ze op beide of alleen op 3 of alleen op 10 cm dan staat dat erbij (zie voorbeeld hierboven).
Het signaal wordt vrij gemakkelijk onderdrukt door de sea- en rainclutter van de radar.


Het kan dus zijn dat je in de kaart een raconboei ziet maar op je radarscherm niets ziet!
Dan moet je dus even nagaan op welke golflengte de radar staat en checken of de clutter niet te ver open staat.

Display of a Racon on a Radar. Sea Waves, Youtube.

 

 

 

Karakters en dracht van lichten

De manier waarop een licht knippert, heet het karakter van het licht.
Deze karakters hebben allemaal een naam gekregen.
Een code, zo je wilt.
In vele landen zijn deze vertaald naar de landstaal, maar de Engelse termen zijn algemeen gangbaar.
In lokaal gemaakte kaarten wil de uitdrukking nog wel eens in de landstaal erbij gezet worden.
(NL: Fl(its), D: Bl(itz), It: V(e)l(oce), Zw: Bl(ixt) Ru:Bс(пышка),
Vspyshka .
Mocht je ooit met lokale kaarten komen te varen dan staan er over het algemeen vertaallijstjes in de legenda.
(En anders: Google Translate)

 

De meest simpele van alle karakters is even lang aan als uit (Iso, Isophase).
Maar er zijn ook gecompliceerdere karakters als GpFl (Group Flash).
De lengte vanaf het begin van de eerste flits totdat deze weer begint heet de periode.


De periode van het bovenste licht is dus 10 seconden en die van het onderste 5 sec.

De eerste letters geven in het kort aan hoe het licht flitst.
Tussen haakjes staat het aantal flitsen.
Daar achter staat het aantal seconden dat de periode duurt.

Er kan ook nog achter staan hoe hoog het object is en hoe ver hij schijnt.
Een kleine m betekent meters in de zeevaart en een hoofdletter M betekent Mijlen.

Als het licht een kleur heeft staat dat na de karaktercode aangegeven gesepareerd door een punt.
Staat er niets dan is het licht wit.

Een voorbeeld:

FL(2) 15s. 15m 20M
Dit licht flitst dus 2 keer in de 15 seconden, is wit, 15 meter hoog* en op 20 Mijl te zien.
(* Deze hoogte hoeft niet de hoogte van het gebouw te zijn. Het is de hoogte boven zeeniveau.
Een gebouw van 15 meter hoog op een heuvel van 15 meter hoog heeft in de kaart dus een hoogte van 30m.
)
Zou dit licht rood zijn dan zou er staan:
FL.R(2) 15s. 15m 20M

Bij dat zicht, de Nominale dracht zoals dat heet, moeten we bedenken dat dit licht te zien is op 20 Mijl bij een meterologisch zicht van 10 mijl.
Dat zicht van 10 mijl hoort bij het begrip van Nominale dracht.

Het houdt in dat ik met een goede verrekijker tot een afstand van 10 mijl dingen zou kunnen waarnemen.
Dan houdt het op.
Maar het licht is zo sterk dat ik dat licht op 20 Mijl afstand toch nog kan zien.
Bij zwakkere lichten kan er dus een getal is dat kleiner is dan 10 Mijl
.

 

Veel voorkomende karakters

De meest voorkomende karakters zijn:

F   Fixed
Gaat niet ui
t. (Vaak op pieren en op de kop van kades)

Fl  Flash
Knipperend.

Occ  Occulting
Meer aan dan uit. Schijnt en wordt af en toe donker.
Het licht flist dus eigenlijk donker.


Q  Quick
Knippert ongeveer een halve seconde en snel achter elkaar.

VQ  Very Quick. Knippert ongeveer een halve seconde, zeer kort na elkaar.
Deze staan vooral op kardinale boeien.

Iso  Isophase.
Net zo lang aan als uit.

Wat minder voorkomend is de:

Gp  Group.
Een combinatie van een paar flitsen, even donker en dan weer een paar flitsen, meer of juist minder dan de vorige.
Bijvoorbeeld GpFl (3 + 5) 20s.
Dus 3 flitsen, even donker en dan nog 5 flitsen. Daarna komen de 3 flitsen weer.
Deze zien we nog wel eens bij geleidelichten.

Bijzondere karakters zijn:

Alt   Alternating.
Wisselend (van kleur). De kleuren zijn er dan bij vermeld.

Mo(X)   Morse code.
Een licht dat een Morsecode laat zien. De letter die het laat zien staat er tussen haakjes bij.

FFl  Fixed Flash.
Een licht dat constant aan is en af en op gezette tijden extra oplicht.
Veel gebruikt bij geleidelichten.

UQ  Ultra Quick.
Zeer kort op elkaar volgende korte flitsen. Veel gebruikt Bijzondere karakters zijn:
op bijzondere boeien als een tailbuoy van surveyapparatuur of ankerboeitjes rondom een werkschip en op kleinere meetboeien.

 

9 light phase 2 Sailing School Nauticalive Youtube




Overzichtje

 

Vuurtorens en kustmerken

Vuurtorens zijn nog steeds een veel gebruikt navigatiemiddel ondanks de moderne navigatiemiddelen als GPS en ECDIS.
Velen zijn onbemand, maar op cruciale navigatiepunten zijn ze nog steeds bemand door de kustwacht (Coast Guard).
In Nederland is de beroemdste de Brandaris.

 

Vuurtorens hebben meestal zeer herkenbare karakters en hebben een grote dracht.
Zo heeft de Brandaris Fl 5s 56m 29M (
1 schittering per 5 seconden, hij is 56m hoog en heft een dracht van 29 M)

Die van van Schiermonnikoog is helemaal eenvoudig.

Fl(4)20s56m29M: Schier.... Mon.... Nik..... Oog...............

Bijna alle vuurtorens hebben een relais station voor radioverbindingen en GSM telefoons.
Tevens zijn ze bijna allemaal voorzien van radarstations tbv walbegeleiding.

Vuurtorens staan niet alleen op het land.
Ze kunnen op belangrijke punten ook midden in zee staan, zoals Ölands Södra Grund in de Botnische golf.

Mare lighthouse (Frankrijk)

Sectorenlicht

Sectorenlichten zijn vuurtorens of bakens die meerdere kleuren hebben.
Deze kleuren zijn in een bepaalde sector van de kompasroos zichtbaar, vandaar de naam.


De gebruikte kleuren zijn Rood, Wit en Groen.
In dit geval wordt de witte kleur ook in de kaart vermeld als W om misverstanden te voorkomen.

In de kaart staat vermeld van hoeveel graden tot hoeveel graden je een sector kunt zien gerekend vanaf het schip, dus over het kompas gezien.
Soms staat de kleur aangegeven langs de (stippel)lijn van het aantal graden, maar op moderne kaarten en in de ECDIS staat gewoon een gekleurd boogje van lijn tot lijn.

De middelste sector laat doorgaans het veilige gedeelte van het vaarwater zien.
Zit je te ver naar stuurboord dan verandert de kleur naar groen (om aan te geven dat je te ver naar SB zit), maar kan ook rood worden. (Om aan te geven dat je naar BB moet gaan).
Vaak hebben sectorlichten 3 sectoren, maar ze kunnen ook meer hebben.
Je zult dus goed in de kaart moeten kijken hoe de sectoren lopen en welke je nodig hebt.


"Ouderwetse" uitbeelding van een sectorlicht in de kaart.

"moderne" uitbeelding van een sectorenlicht in de kaart

 

 

 

 

Het uitzoeken van welke sector je nodig hebt kan een heel gepuzzel zijn.

 

 

 

 

 

 

 

Geleidelichten

Geleidelichten zijn een heel handig hulpmiddel bij het aanlopen van havens.
Bij vaarwaters met veel eilandjes en ondieptes, zoals in de Finse scheren, worden ze vaak in combinatie met sectoren geberuikt.



De achterste toren of baken is hoger dan het voorste (heeft vaak ook een grotere dracht zodat je hem op enige afstand al kunt verkennen.)
Zit men de twee lichten recht onder elkaar dan zit je goed.

Zie je het onderste licht links van het bovenste dan moet je naar BB.
Zie je hem rechts dan moet naar SB.



In de kaart staat aangegeven hoeveel graden je moet sturen om in de geleidelijn te blijven.

Wanneer we hier vanuit het ZO-en aan komen varen  moeten we dus in het rode geleidelicht blijven varen.
Aan SB zien we op een gegeven moment de rode sector van het volgende geleide licht verschijnen.
Nu weten we dat er een koersverandering aan komt.
Wordt de sector geel dan moeten we 32 sturen.
Even voordat de rode sector geel wordt moet je dus aan de bocht beginnen.
Dit kan je zien aan hoe de lichten boven elkaar staan.
Hoe dichter ze boven elkaar komen hoe dichter je al bij de nieuwe koers moet zijn.

Bij de aanloop van Hoek van Holland kunnen we gebruik maken van 3 geleide lichten.
Een witte (114º) om in het midden van pieren uit te komen.
Een rode (112º) om de Maas op te varen.
Een groene (116º) om in de Europoort te komen.

Leading lights (range lights) of Hook of Holland, Netherlands - 2013-02-09 Westdelta/Youtube.

 

Op Duitse rivieren als de Elbe en de Weser wordt zeer veel gebruik gemaakt van geleidelichten.



 

Bij vrijwel elke bocht in de rivier staat er wel eentje. (Zie bijvoorbeeld bij 6'40")

Bakens kunnen voorzien zijn van én licht en borden, zodat ze overdag ook goed te zien zijn.
Dit zien we vaak in smallere vaarwaters, geulen, in verder ruim water zoals in Denemarken, Duitsland en Zweden.


Zaak is dan de punten van de borden boven elkaar te houden.

 

 

 

 

 

 

Pierlichten

Om in het donker de pieren te kunnen onderscheiden zijn de pieren op de kop voorzien van lichten.
In IALA A is binnenvarend de linker pier aan BB voorzien van een rood licht en de rechter aan SB van een groene.

Het kunnen zeer eenvoudige constructies zijn, zoals een stalen paal, maar ook indrukwekkende bouwerken waar zelfs helikopters op kunnen landen (voor onderhoud) zoals de "Paddestoelen" bij Hoek van Holland.

 

Omdat ze tegen barre weersomstandigheden moeten kunnen zijn het toch meestal wel vuurtoren-achtige constructies.

Manitowoc, Lake Michigan USA.

 

Hun karakter kan van alles zijn.
Van Fixed tot Flash en van Occulting tot Isophase.
Als het maar zeer onderscheidend is van de achtergrondverlichting van het industriegebied of de stad erachter.



Bemerk dat dit pierlichten zijn uit het IALA B systeem: het BB licht is groen!

Het opzoeken van pier- en / of navigatielichten tegen achtergrondverlichting kan een hele uitdaging zijn.
Probeer in het onderstaande filmpje eens navigatie(ver)lichting te onderscheiden van lichten op de wal.

Navigation lights.mp4 Ashore Sailing; YouTube

 

Samenvattende site en oefentoets

In de onderstaande link staat een link naar een Engelstalige site die veel van het bovenstaande samenvat.
Klik op de pijltjes van de diaserie bovenaan de pagina  om door de foto's te navigeren.

https://www.slideshare.net/ragdoll1/buoyage

 

Oefentoets:
https://create.kahoot.it/details/a7ce5853-253f-4d95-bfe4-c8d96af1311b

  • Het arrangement Boeien en lichten op zee en de kust is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Menno Jacobs Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2022-10-05 09:30:57
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    De belangrijkste boeien op zee met hun lichten. Ook de bakens en vuren op de kust worden besproken. Als laatste worden de belangrijkste symbolen in de zeekaart besproken.
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    makkelijk
    Trefwoorden
    bakens, boeien, kustmerken, lichtkarakters, symbolen in de zeekaart.