Geleidelichten

Geleidelichten zijn een heel handig hulpmiddel bij het aanlopen van havens.
Bij vaarwaters met veel eilandjes en ondieptes, zoals in de Finse scheren, worden ze vaak in combinatie met sectoren geberuikt.



De achterste toren of baken is hoger dan het voorste (heeft vaak ook een grotere dracht zodat je hem op enige afstand al kunt verkennen.)
Zit men de twee lichten recht onder elkaar dan zit je goed.

Zie je het onderste licht links van het bovenste dan moet je naar BB.
Zie je hem rechts dan moet naar SB.



In de kaart staat aangegeven hoeveel graden je moet sturen om in de geleidelijn te blijven.

Wanneer we hier vanuit het ZO-en aan komen varen  moeten we dus in het rode geleidelicht blijven varen.
Aan SB zien we op een gegeven moment de rode sector van het volgende geleide licht verschijnen.
Nu weten we dat er een koersverandering aan komt.
Wordt de sector geel dan moeten we 32 sturen.
Even voordat de rode sector geel wordt moet je dus aan de bocht beginnen.
Dit kan je zien aan hoe de lichten boven elkaar staan.
Hoe dichter ze boven elkaar komen hoe dichter je al bij de nieuwe koers moet zijn.

Bij de aanloop van Hoek van Holland kunnen we gebruik maken van 3 geleide lichten.
Een witte (114º) om in het midden van pieren uit te komen.
Een rode (112º) om de Maas op te varen.
Een groene (116º) om in de Europoort te komen.

Leading lights (range lights) of Hook of Holland, Netherlands - 2013-02-09 Westdelta/Youtube.

 

Op Duitse rivieren als de Elbe en de Weser wordt zeer veel gebruik gemaakt van geleidelichten.



 

Bij vrijwel elke bocht in de rivier staat er wel eentje. (Zie bijvoorbeeld bij 6'40")

Bakens kunnen voorzien zijn van én licht en borden, zodat ze overdag ook goed te zien zijn.
Dit zien we vaak in smallere vaarwaters, geulen, in verder ruim water zoals in Denemarken, Duitsland en Zweden.


Zaak is dan de punten van de borden boven elkaar te houden.