Geschiedenis tijdvak 1 & 2

Geschiedenis tijdvak 1 & 2

Inleiding

Geschiedenis is het verhaal van mensen. We kennen allemaal wel verhalen over mensen die vroeger geleefd hebben. Al die mensen hebben sporen nagelaten, denk maar eens aan die oude kerk bij jou in de buurt. Honderden jaren geleden kwamen daar al mensen samen om te bidden. Of dat kasteel, waar ridders en jonkvrouwen, maar ook dienstmeisjes en knechten hebben rondgelopen.

Geschiedenis is het verhaal van mensen en wij bestuderen deze verhalen van mensen. Ook kijken we naar de gevolgen en ontwikkelingen die ontstaan vanuit verschillen gebeurtenissen.

Onderzoek naar het verleden

Maar hoe kunnen we nu iets te weten komen over het verleden? Het zou prachtig zijn als we in een soort tijdmachine zouden kunnen stappen om naar het verleden terug te gaan. Maar dat kan nu helaas eenmaal niet. Gelukkig zijn er wel dingen uit het verleden bewaard gebleven. De overblijfselen uit het verleden noemen we bronnen.

We verdelen de bronnen in verschillende soorten: geschreven en ongeschreven bronnen. In de geschiedenis maken we een hoop gebruik van deze bronnen, ook jullie gaan dat de komende periode doen. We zullen kijken naar geschreven en ongeschreven bronnen.

Er zijn mensen die voor hun beroep deze bronnen onderzoeken. Iemand die vooral geschreven bronnen onderzoekt om te weten hoe het vroeger geweest is, noemen we een historicus. Iemand die in de grond graaft op zoek naar bronnen, noemen we een archeoloog; meestal vindt hij of zij ongeschreven bronnen.

De jaartelling

Om te zien wanneer iets gebeurd is, maken we gebruik van een tijdbalk. Deze tijdbalk verdelen we in tien tijdvakken. Een tijdvak is een periode uit de geschiedenis met heel eigen kenmerken. Om duidelijk te maken welke gebeurtenissen kortgeleden gebeurd zijn of juist langer geleden, gebruiken we jaartallen.

Tijdbalk geschiedenis
Tijdbalk geschiedenis

Inhoud vak

In deze WikiWijs ga je meer leren over tijdvak 1 en 2. Dit doe je door verschillende bronnen te raadplegen, zo zijn er video's, teksten en afbeeldingen die meer vertellen over het tijdvak.

Je werkt voornamelijk zelfstandig, maar mag altijd hulp bij je buurman of buurvrouw vragen tijdens deze les. Tijdens deze les begin je bij het eerste tijdvak, tijdvak 1 hier maak en lees je de odprachten. Heb je dit afgerond dan kun je doorgaan naar tijdvak 2. De WikiWijs word afgerond met een toets, zo kun je checken of je de lesstof goed begrepen hebt!

Alles wat je in deze WikiWijs tegenkomt aan informatie is belangrijk voor de uiteindelijke geschiedenis toets. Deze bron is eigenlijk je online samenvatting en oefenplaats.

Leerdoelen voor deze WikiWijs zijn:

Tijdvak 1

  • Ik ken de kenmerkende aspecten uit tijdvak 1 en kan toelichting geven over de kenmerkende aspecten:
    • De levenswijze van jagers en verzamelaars.
    • Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenleving.
    • Het ontstaan van de eerste stedelijke samenleving.
  • Ik kan uitleggen waarom jagers-verzamerlaars nomanden waren.
  • Ik kan benoemen welke veranderingen het gevolg waren van de argrarische revolutie.
  • Ik kan beschrijven welke veranderingen het gevolg waren van stedelijke gemeenschappen.
  • Ik kan uitleggen dat het ontbreken van schriftelijke bronnen in de prehistorie van belang is voor onze kennis van deze tijd.
  • Ik kan uitleggen wat hunebededden waren en door wie de hunebedden gebouwd zijn.

Tijdvak 2

  • Ik ken de kenmerkende aspecten uit tijdvak 2 en kan toelichting geven over de kenmerkende aspecten:
    • De verspreiding van de Grieks-Romeinse cultuur en de confrontatie met de Germaanse cultuur.
    • Christendom in het Romeinse rijk: van verboden tot enig toegestane godsdienst.
  •  

 

Tijdvak 1

Geschiedenis is het verhaal van de mens en het verleden.Tijdvak 1 begint ongeveer 2,5 miljoen jaar geleden en duurt tot 3000 v.Chr. Daarmee is tijdvak 1 het langste tijdvak van de tien tijdvakken. Maar dat betekent niet dat er over dit tijdvak het meest bekend is. Nee, eerder andersom: wat we weten over dit tijdvak hebben we moeten afleiden uit een relatief klein aantal niet geschreven bronnen.

In dit hoofdstuk kun je lezen dat de mens de langste tijd van zijn bestaan als jager-verzamerlaar heeft geleefd. Door de overgang naar landbouw ontstonden zoveel nieuwe mogelijkheden, dat wordt gesproken van een Argrarische Revolutie. Dit tijdvak gaat over de prehistorie, de tijd waarin geschreven bronnen ontbreken. De kennis die wij hebben over de jager-verzamelaars en de eerste boeren is vooral gebaseerd op archeoligsich onderzoek en andere wetenschappen.

 

 

Jagers en verzamelaars

De eerste mensen leefden van de jacht en van alles wat zij onderweg aan eetbaars vonden. Daarom worden ze jagers-verzamelaars genoemd. In deze opdracht staat de levenswijze van de jagers-verzamelaars centraal.

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • uitleggen wat wordt bedoeld met de prehistorie.
  • weergeven dat de eerste mensen leefden in Afrika.
  • in eigen woorden beschrijven wat de nomadische levenswijze van jagers-verzamelaars inhield.

Om aan deze leerdoelen te werken vind je in het linkje hieronder uitleg over deze verschillende leerdoelen. Lees de teksten en bekijk de filmpjes (je hoeft niet alle filmpjes te bekijken) goed en maak daarna onderstaande opdrachten.

 

Uitleg Jagers en verzamelaars

Landbouwsamenleving

Mensen hebben miljoenen jaren geleefd als jagers en verzamelaars.
De ontwikkeling van de landbouw is pas heel laat op gang gekomen, waarschijnlijk 11000 jaar geleden.

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • weergeven wanneer de eerste landbouwgemeenschappen ontstonden.
  • benoemen waar de eerste landbouwgemeenschappen ontstonden.
  • verklaren waarom de eerste landbouwgemeenschappen juist daar ontstonden.
  • uitleggen wat de gevolgen waren van het ontstaan van landbouwgemeenschappen als je kijkt naar de manier waarop mensen leefden.
  • benoemen wanneer de eerste boeren zich vestigden in Nederland.

Om aan deze leerdoelen te werken vind je in het linkje hieronder uitleg over deze verschillende leerdoelen. Lees de teksten en bekijk de filmpjes (je hoeft niet alle filmpjes te bekijken) goed en maak daarna onderstaande opdrachten.

De opdrachten hieronder kunnen toetsvragen zijn die terug komen op de toets!

Landbouwsamenleving

Video landbouw

De eerste steden

In de droge vlaktes waar nu Irak ligt, lag vroeger een welvarend landbouwgebied. Hier ontstonden de eerste steden met prachtige tempels en paleizen. Hier werd voor het eerst een schrift ontwikkeld, waarmee priesters en ambtenaren het bestuur van hun stad konden organiseren. In deze opdracht staat het ontstaan van de eerste steden centraal.

Ook wordt er verteld over de eerste geschreven documenten de gevonden worden in de oude steden van Mesopotamië. Het schrift was nodig om de ingewikkelde organisatie van het bestuur te kunnen bijhouden. Het eerste schrift van de inwoners van Mesopotamië noemen we spijkerschrift.

Aan het eind van deze opdracht kun je

  • toelichten hoe de eerste steden zich ontwikkelden.
  • uitleggen waarom steden konden ontstaan dankzij landbouwoverschotten en specialisatie.
  • uitleggen hoe het bestuur zich kon ontwikkelen dankzij de tempels en het schrift.
  • uitleggen waarom er meer ongelijkheid ontstond tussen mensen in de stedelijke samenleving.

Om aan deze leerdoelen te werken vind je in het linkje hieronder uitleg over deze verschillende leerdoelen. Lees de teksten en bekijk de filmpjes (je hoeft niet alle filmpjes te bekijken) goed en maak daarna onderstaande opdrachten.

De opdrachten hieronder kunnen toetsvragen zijn die terug komen op de toets!

De onderdelen: Godsdienst en hiërachie / hiërarchische maatschappij mogen jullie overslaan.

 

 

Het ontstaan van steden

Overgang jagen en verzamelen

Soorten bronnen

Waar komt onze informatie over vroeger eigenlijk vandaan?
Er zijn veel soorten bronnen die ons iets vertellen of laten zien van het verleden. Van oeroude voorwerpen tot pas verschenen boeken. Zonder bronnen is er geen bewijs voor al die mooie verhalen!

Aan het eind van deze opdracht kun je

  • benoemen welke soorten bronnen er zijn voor onze kennis over vroeger.
  • in eigen woorden uitleggen waarom het belangrijk is om bronnen goed en kritisch te onderzoeken.

 

Soorten bronnen

Tegenwoordig weten we heel veel over het leven van de oude Egyptenaren, dankzij de ontdekking van de Steen van Rosetta. Deze steen is nu nog te zien in het British Museum in Londen.

De Steen van Rosetta is een geschreven bron: hij is bedekt met tekst.
Uit het oude Egypte kennen we ook veel ongeschreven bronnen, zoals piramides, mummies, stenen messen, enz. Deze geven ons ook informatie, maar lang niet zoveel als geschriften.

De Steen van Rosetta is ook een primaire bron: hij komt uit de tijd zelf waar de tekst over gaat. Primair betekent: eerste. Er zijn ook veel secundaire bronnen over Egypte: dat zijn bronnen die later zijn geschreven, zoals een boek over Egypte uit 2002. Dat boek gaat wel over het oude Egypte, maar is niet in die tijd gemaakt zoals de Steen van Rosetta. Secundair betekent: tweede.

 

 

Opdracht verschillende bronnen

Toets over verschillende bronnen

Tijdvak 2

In dit deel van de WikiWijs kun je lezen dat sommige landbouwsamenlevingen in het Midden-Oosten vanaf 3.000 v Chr. uitgroeien tot stadstaten en soms tot grote rijken. In deze stadsstaden werd het schrift gebruikt, waardoor we weten hoe dee mensen dachten. De bewoners van de Lage Landen kwame rond het begin van onze jaartelling in contact met het Romeinse Rijk. De Romeinen brachten vanaf 50 v. Chr. de argrarische-stdelijke cultuur van het Middellandse Zeegebied naar West-Europa. Na ruim vierhonderd jaar troken zij zich terug. Veel van de Romeinse cultuur verdween, maar er bleef een erfenis over die onder meer uit het christendom bestond.

Griekse beschaving

Rond 800 v. Chr. ontstond in Griekenland een beschaving. Die beschaving heeft nog steeds invloed op onze samenleving.Je leert waar de Grieken woonden. En hoe ze hun land bestuurden.
Je leert ook hoe ze aankeken tegen de mens, de wereld en de goden.

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • beschrijven dat Griekenland geen eenheidsstaat was, maar dat het bestond uit 700 stadstaten.
  • beschrijven hoe de Grieken zich vanuit hun stadstaten hebben verspreid over een groot gebied.
  • uitleggen waarom de Grieken zich hebben verspreid over een groot gebied.
  • beschrijven wanneer en hoe er een democratie ontstond in Athene.
  • uitleggen wat de oorzaken waren van de spanningen tussen de stadstaten Sparta en Athene. En de gevolgen daarvan beschrijven.

 

In het gebied dat nu Griekenland heet, ontstonden tussen 800 en 500 jaar voor Chr. ongeveer 700 stadstaten (polis = stadstaat, poleis = meervoud). De twee machtigste stadstaten waren Athene en Sparta. In een stadstaat hadden meestal enkele adellijke families alle macht. In enkele stadstaten werden ook volksvergaderingen gehouden. Alle (vrije) mannen mochten daaraan deelnemen. Ze hadden inspraak bij besluiten. Die inspraak was het begin van de moderne democratie. Het gebied van de Griekse poleis werd later deel van het Romeinse rijk. De Romeinen namen veel van de Griekse cultuur over.

Bestudeer in de Kennisbank geschiedenis de twee pagina's van het volgende onderdeel:

Griekse beschaving

Romeinse rijk

In de 8e eeuw v. Chr. ontstond het dorpje Rome. In de eeuwen daarna groeide het uit tot de grote en machtige hoofdstad van het Romeinse Rijk.

Leerdoelen:

  • In de 8e eeuw v. Chr. ontstond het dorpje Rome. In de eeuwen daarna groeide het uit tot de grote en machtige hoofdstad van het Romeinse Rijk.
  • beschrijven hoe het Romeinse Rijk groeide.
  • in je eigen woorden vertellen wat de Pax Romana is.
  • uitleggen waarom de Romeinen heel veel wegen aanlegden.

 

Bestudeer in de Kennisbank geschiedenis het onderdeel: bouwkunst.

 

Bouwkunst

Bestudeer in de kennisbank het onderdeel: groei van het Romeinse Rijk.

 

Groei van het Romeinse rijk
De Kennisbanken bevatten de theorie bij de opdrachten.

Germaanse cultuur

In de tijd van de Romeinen woonden in West- en Noord-Europa Keltische en Germaanse stammen. Deze opdracht gaat over de levenswijze (de cultuur) van deze stammen.
Je onderzoekt het verschil tussen de Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur. Je leert ook dat sommige Germaanse stammen bondgenoten werden van de Romeinen. Maar andere stammen bleven zich juist afzetten tegen de Romeinse overheersing.

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • beschrijven dat in de tijd van de Grieken en Romeinen in Noord- en West-Europa Keltische en Germaanse stammen leefden.
  • beschrijven dat er goede, maar ook gewelddadige contacten tussen de Germanen en Romeinen waren.
  • uitleggen hoe de Kelten en Germanen onderdelen van de Romeinse cultuur konden overnemen.
  • uitleggen waarom er volksverhuizingen waren in het Romeinse Rijk.
  • aangeven wanneer het Romeinse Rijk eindigde.

Germaanse cultuur

Oefening: Germaanse cultuur

Start