Lezen 1 klas 1

Lezen 1 klas 1

Lezen 1 - bb/kgt

Leesdoel en tekstdoel

Als je een tekst leest, heb je daar een bedoeling mee. Bijvoorbeeld:

  • Je leest een stripboek om plezier te hebben.

  • Je bekijkt je lesrooster om te weten in welk lokaal je moet zijn.

De bedoeling van de lezer noem je het leesdoel. De schrijver van een tekst houdt rekening met het leesdoel. Hij heeft zelf ook een bedoeling met zijn tekst. Dat is het tekstdoel. Dit doel past bij het leesdoel dat jij hebt. Als je het tekstdoel kent, kun je de tekst beter begrijpen.

voorbeeld

  • De schrijver van een reclamefolder voor een supermarkt wil de lezers naar de winkel lokken om iets te kopen.

  • De schrijver van een recept in een kookboek wil de lezers uitleggen hoe je een bepaalde maaltijd klaarmaakt.

Je hebt gezien dat elke tekst een tekstdoel heeft. Je gaat nu kijken naar teksten met de volgende tekstdoelen:

  • informeren: de schrijver wil de lezer iets nieuws vertellen.

  • overhalen: de schrijver wil de lezer aansporen iets te gaan doen.

  • amuseren: de schrijver wil de lezer vermaken door iets grappigs of boeiends te vertellen.

Tekstsoorten en tekstvormen

Tekstdoelen, tekstsoorten en tekstvormen

Het tekstdoel is de bedoeling die een schrijver heeft met zijn tekst. Daarbij past steeds een bepaalde tekstsoort. Die vind je in het schema.
De tekstvorm kan steeds veranderen. In het schema vind je een overzicht.

tekstdoel

tekstsoort

tekstvorm

informeren: de lezer iets nieuws vertellen

informerende tekst

bijvoorbeeld: nieuwsbericht, tijdschriftartikel

overhalen: de lezer aansporen iets te gaan doen

aansporende tekst

bijvoorbeeld: reclametekst, folder

amuseren: de lezer vermaken door iets grappigs of boeiends te vertellen

amuserende tekst

bijvoorbeeld: stripverhaal, gedicht, songtekst

Verkennend lezen

Verkennend lezen 

Als je wilt weten waar een tekst over gaat en wat het tekstdoel is, heb je niet altijd genoeg aan de titel en de afbeelding. Lees dan ook de eerste zinnen van de tekst. Kijk ook uit welke krant of uit welk tijdschrift de tekst komt. Dit noem je verkennend lezen.
Je leest een tekst verkennend om te kunnen voorspellen waar hij over gaat: het onderwerp van de tekst. Zo kun je zien of de tekst past bij je leesdoel.

 

Verkennend lezen doe je als volgt:

  • Lees de titel: die staat boven de tekst en is meestal iets groter gedrukt.

  • Bekijk de afbeelding: dit kan een foto of een tekening zijn.

  • Lees de eerste zinnen: in een krant of een tijdschrift zijn deze meestal vetgedrukt.

  • Lees de opvallend gedrukte woorden: soms zijn woorden bijvoorbeeld groter gedrukt, vetgedrukt of schuingedrukt.

  • Kijk naar de bron: dit is de plaats waar de tekst vandaan komt. Dit is bijvoorbeeld een krant, een tijdschrift, een boek of een website. In schoolboeken staat de bron meestal onder de tekst.

Verkennend lezen 2

Leesplan

Voordat je een tekst gaat lezen, is het handig om de tekst eerst te bekijken. Dit noem je het verkennen van de tekst of het oriënteren op de tekst.
Daarna lees je de tekst helemaal door. Je leest steeds een klein stukje. Denk aan wat je al weet. Probeer voor je te zien wat je leest. Snap je iets niet? Gebruik het Stappenplan moeilijke woorden of lees de zin opnieuw.
Als je klaar bent met lezen, denk je na over de tekst. Klopte je voorspelling? Bedenk voor jezelf waar de tekst over ging. Als je de tekst goed wilt onthouden, kun je de belangrijkste woorden van de tekst opschrijven.

In het leesplan hierna staat alles nog eens op een rijtje. Volg de stappen van het leesplan bij elke tekst. Je zult merken dat je de tekst dan beter begrijpt.

Leesplan

1.  Verkennen – voor het lezen.

  • Lees de titel en de kopjes.

  • Bekijk de plaatjes.

  • Lees de eerste zinnen.

  • Voorspel waar de tekst over gaat.

  • Wat weet je al van het onderwerp?

2. Begrijpen – tijdens het lezen.

  • Lees steeds een klein stukje.

  • Probeer voor je te zien wat je leest.

  • Los op wat je niet begrijpt.

  • Moeilijk woord? Gebruik het Stappenplan moeilijke woorden .

  • Moeilijke zin? Lees de zin opnieuw.

3. Verwerken – na het lezen.

  • Klopte je voorspelling?

  • Bedenk voor jezelf wat er in de tekst stond

  • Het arrangement Lezen 1 klas 1 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Sarina Hagenstein Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2019-12-03 10:33:20
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leraar
    Moeilijkheidsgraad
    makkelijk
    Studiebelasting
    1 uur en 0 minuten
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Leesdoel en tekstdoel

    Tekstsoorten en tekstvormen

    Verkennend lezen

    Verkennend lezen 2

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.