El Niño en La Niña - v456

El Niño en La Niña - v456

El Niño en La Niña

Introductie

Het natuurverschijnsel El Niño heeft gevolgen over de hele wereld. Eens in de drie tot zeven jaar kunnen we rekenen op bezoek van “De Kleine Jongen”, het fenomeen dat door Peruaanse vissers is vernoemd naar het Kerstkind.
De afwijkende watertemperaturen voor de kust van Zuid-Amerika die bij een El Niño optreden, zorgen in Nederland voor een extra buitje hier en daar, maar de effecten zijn niet overal zo mild. Aan de westkust van Zuid-Amerika betekent het een sterke afname van de visopbrengst en zorgt het voor zware regenval in een normaal zeer droog gebied.

In deze opdracht leer je wat een El Niño is, hoe hij ontstaat en wat de wereldwijde gevolgen zijn, met speciale aandacht voor Zuid-Amerika. We beschrijven de normale weersituatie in het zuidelijk deel van de Grote Oceaan en leggen uit wat er verandert bij het optreden van een El Niño en zijn tegenhanger La Niña, een vergelijkbaar natuurverschijnsel dat ook op verschillende plaatsen voor extreme weersituaties zorgt.

Wat ga je leren?

Hoofdvraag

  • Wat zijn de oorzaken van El Niño en La Niña en de gevolgen voor de wereld en voor Zuid-Amerika in het bijzonder?

Deelvragen

  • Wat is een El Niño en een La Niña?
  • Hoe ontstaan Niños en Niñas?
  • Wat zijn de gevolgen van El Niño en La Niña voor Zuid-Amerika?
  • Wat zijn passaten en moessons en hoe hangen ze samen met El Niño en La Niña?

Begrippen

  • El Niño
  • La Niña
  • Passaatwinden
  • Intertropische convergentiezone
  • Frontale regen
  • Moesson
  • Stijgingsregen
  • Stuwingsregen
  • Regenschaduw

Wat ga je doen?

Activiteiten

Vooraf

Wat kun je al?

Bestudeer de Kennisbank en maak de instaptoets.

Aan de slag

Stap 1

Je krijgt uitleg over de effecten van El Niño. Je leest over de richting van passaatwinden en het ontstaan van de moesson. Je bekijkt een paar video's en maakt oefeningen.

Stap 2

Je leest hoe en wanneer een El Niño en La Niña ontstaan en hoe vaak ze voorkomen. Experts proberen de komst te voorspellen, maar dat is niet altijd mogelijk. Je bekijk grafieken en een video. Je leest een artikel en beantwoordt er vragen over.

Stap 3

Wat de gevolgen van een El Niño zijn voor Zuid-Amerika, lees je hier. Je zoekt op een Bosatlaskaart uit wat de gevolgen waren van el Niño in 1997.

Stap 4

De opwarming van het oceaanwater tijdens een El Niño heeft invloed op het klimaat. Je bekijkt een grafiek en beantwoordt vragen.

Afronding

Samenvattend

Omschrijf de begrippen. Vergelijk ze met een klasgenoot.

Eindopdracht A

Maak de eindtoets.

Eindopdracht B

Jullie stellen een project samen over gevolgen, voorzorgsmaatregelen e.d. bij een El Niño in een bepaald gebied in Zuid-Amerika.

Examenvragen

Oefen met eindexamenvragen.

Terugkijken

Kijk terug op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht is de studiebelasting ongeveer 3 SLU.

Wat kun je al?

Bestudeer van de Kennisbank de pagina's: Soorten regen, Het weer: Luchtdruk, Luchtdruk - wind, Passaat en moesson.

Het weer

Maak nu de instaptoets.

Aan de slag

Stap 1: Passaten en neerslag

In de periode 1997-1999 richtten overstromingen en aardverschuivingen enorme schade aan in Ecuador en Peru, terwijl grote droogte zorgde voor bosbranden in Noordoost-Brazilië. Wereldwijd leidde dit tot ongeveer 30.000 dodelijke slachtoffers en bijna 90 miljard euro schade. Dit zijn de dramatische gevolgen van een weerfenomeen met de onschuldig klinkende naam El Niño (‘De Kleine Jongen’), vernoemd naar het Kerstkind.

El Niño kreeg zijn naam van Zuid-Amerikaanse vissers die merkten dat hun visopbrengst rond Kerst soms ineens veel lager werd. Dit komt door een tijdelijke opwarming van de Grote of Stille Oceaan voor de westkust van Zuid-Amerika. Zeestromingen in dit gebied volgen normaal gesproken steeds hetzelfde patroon, maar eens in de drie tot zeven jaar is er een verandering zichtbaar. Dan stroomt warm zeewater dat door de zuidoostpassaat naar Indonesië is gedreven weer terug naar de kust van Zuid-Amerika. Dit verschijnsel wordt El Niño genoemd. Zo’n El Niño begint meestal in oktober of november en is het heftigst tijdens de eerste maanden, maar duurt in totaal negen tot twaalf maanden.

Een van de effecten van El Niño is, zoals eerder genoemd, een daling van de visopbrengst, maar daar blijft het niet bij. Door de stijgende zeetemperatuur verandert de luchtdruk (lage luchtdruk) en daardoor veranderen windrichtingen en neerslagpatronen in verschillende werelddelen. Delen van Australië en Indonesië die normaal gesproken kunnen rekenen op flinke regenval krijgen bij een El Niño juist te maken met extreme droogte, terwijl hetzelfde fenomeen in Zuid-Amerika zorgt voor overstromingen in gebieden die normaal droog zijn.
El Niño heeft ook een ‘zusje’ genaamd La Niña, waarbij het water van de Grote Oceaan voor de kust van Zuid-Amerika juist kouder wordt.

Voordat we verder ingaan op de details van El Niño en La Niña, is het handig om eerst te kijken naar de normale situatie in het gebied waar deze fenomenen optreden. Zie ook in de Bosatlas:

GB54 Kaart 218 / GB55 Kaart 240

In geel en bruin de passaatwinden


Deze afbeelding geeft een beeld van de passaatwinden in geel en bruin. Ze waaien in principe van de evenaar naar 30 graden ZB en NB. Het kaartje geeft in grote lijnen de windrichtingen aan zoals ze op aarde voorkomen. Het feit dat de wind waait van gebieden met hoge luchtdruk naar gebieden met lage luchtdruk, gecombineerd met de draaiing van de aarde, zorgt ervoor dat de wind normaal gesproken waait op de manier zoals hierboven afgebeeld.

Door de hitte rond de evenaar, ontstaat hier een lagedrukgebied. Dit gebied wordt de intertropische convergentiezone genoemd. Wanneer de lucht die hier opstijgt verderop weer afkoelt, ontstaan er veel buien, tropische stormen en zelfs cyclonen en orkanen. Deze zone verschuift met de seizoenen. In juli ligt deze het verst naar het noorden en in december het verst naar het zuiden. Het gevolg van het verschuiven van de ITCZ is dat in sommige gebieden - zoals bijvoorbeeld India – de passaatwinden omdraaien. In het seizoen dat ze van zee naar land waaien en vochtige lucht meebrengen ontstaat de moesson.

De volgende video's leggen uit hoe en waarom de passaten waaien.
Bekijk de eerste video: van begin tot 01:40 min.

  • Noot bij het filmpje: het equatoriaal lagedrukgebied ontstaat doordat lucht verwarmd wordt, opstijgt en dan ontstaat er in de bovenlucht een hogedrukgebied. Lucht stroomt dan naar het noorden en zuiden, waardoor op de grond er minder luchtdeeltjes boven zitten, dus op de grond ontstaat daar een lagedrukgebied.

Video 2:

  • Noot bij het filmpje: een moesson is eigenlijk een passaat, die over de evenaar getrokken wordt omdat het op hogere breedte in de zomer warmer wordt dan op de evenaar omdat er land ligt op hogere breedte en zee rond de evenaar. Doordat de wind over de evenaar gaat, verandert hij van richting (Buijs Ballot). In de video worden moessons getekend in Afrika en Zuid-Amerika. De Bosatlas noemt op het Afrikaanse continent geen moessons. Wel is er aan de westkust daar een "halve moesson".

Stap 2: El Niño en La Niña

Veranderingen in warm(e) lucht en zeewater tijdens een El Niño en een La Niña

El Niño is een onregelmatig terugkerend weerfenomeen (om de drie tot zeven jaar) waarbij zeewater opwarmt in het oostelijke deel van de Grote Oceaan, met veranderingen in de normale luchtdruk en weerpatronen tot gevolg. Passaatwinden en zeestromen in de Grote Oceaan zijn vrij regelmatig, maar niet constant hetzelfde. Om de drie tot zeven jaar verandert de temperatuur van de Grote Oceaan. Zo ontstaat een ketting van oorzaak en gevolg die leidt tot een El Niño. Een El Niño begint gewoonlijk in oktober of november en duurt meestal tot het begin van het volgende jaar, maar het kan een jaar of twee duren voordat het water volledig is afgekoeld tot het niveau van voor de El Niño. De precieze duur van een El Niño is elke keer anders. Ook ontstaat hij nooit op precies dezelfde plek, waardoor de gevolgen voor de kustlanden elke keer verschillen.

Een El Niño ontstaat niet ieder jaar, omdat de omstandigheden die hem veroorzaken niet altijd aanwezig zijn. Voordat een El Niño zich kan ontwikkelen, moeten de zeetemperaturen en de winden op zee elkaar op de juiste manier beïnvloeden.

De normale situatie is dat het water in het oosten van de Grote Oceaan sterk opwarmt en passaatwinden dat warme water richting Indonesië opstuwen. Terwijl het warme water hier bij elkaar komt, krijgt koel water langs de kust van Peru de kans om omhoog te komen. Als dit warme water, door westerstormen aangedreven, richting Zuid-Amerika stroomt en daar de kust bereikt, is er sprake van een El Niño. Het water behoudt lang genoeg zijn warmte om het weer te beïnvloeden gedurende een periode van negen maanden tot twee jaar.

Alle El Niños van 1900 t/m 2018


Inmiddels zijn er experts die de signalen van een aankomende El Niño kunnen herkennen. Zo meten satellieten de zeewatertemperatuur en worden scheepswaarnemingen direct doorgegeven. Het blijft echter lastig om voorbereid te zijn op een El Niño. Gevolgen van extreme droogte of regenval, zoals bosbranden en hongersnood, zijn moeilijk te voorkomen en noodhulp kost veel geld en middelen. Elke El Niño is anders, waardoor de effecten niet altijd even hevig zijn, of op precies dezelfde plekken ontstaan. Zelfs als je een paar maanden van tevoren weet dat er een El Niño aankomt, zijn er niet genoeg middelen om overstromingen, bosbranden en honger te voorkomen. Bovendien lukt het deskundigen niet altijd om de signalen correct te interpreteren.

In 2014 voorspelden oceanografen een ‘monster El Niño’. De omstandigheden waren perfect voor een sterke El Niño, maar hij kwam niet. Vervolgens werden we er in 2015 alsnog door verrast omdat de deskundigen hem inmiddels niet meer verwachtten.

El Niño heeft ook een tegenpool, die La Niña genoemd wordt. Bij een La Niña is de zeestroom langs de kust juist gemiddeld 1,5 tot 2°C kouder, door het opwellen van extra koud water. In plaats van neerslag in droge gebieden en droogte in natte gebieden, zoals vaak het geval is bij een El Niño, zorgt een La Niña juist voor een versterking van de normale situatie. Tijdens een La Niña zijn Peru en Chili droger dan normaal, terwijl er in de centrale Andes juist meer regen valt, waardoor Bolivia vaak te maken krijgt met enorme overstromingen.

Alle La Niñas van 1900 t/m 2018

 

De volgende video geeft kort weer hoe El Niño en La Niña ontstaan en legt uit hoe ze verband houden met elkaar.
Lees eerst de onderstaande vragen en kijk vervolgens de video om deze vragen te beantwoorden.

Stap 3: De gevolgen

Overstroming in Peru in 2016

De gevolgen van El Niño voor Zuid-Amerika

De gevolgen van El Niño gaan veel verder dan wat regen of droogte. De tijdelijke opwarming van de oceaan heeft – zowel op meer directe als op meer indirecte manieren – allerlei gevolgen voor het weer en voor de omgeving. De vissers die El Niño zijn naam gaven, merkten al een van die gevolgen: warmer zeewater – minder opwellend koud water dat voedingsstoffen die ooit waren gezonken omhoogbrengt - bevat minder voedingsstoffen voor vissen, waardoor vissers hun inkomsten mislopen.

Het sterkste effect van warmer zeewater op de omgeving is een gevolg van het feit dat warmer zeewater sneller verdampt. Deze grotere luchtvochtigheid zorgt voor een enorme toename in de hoeveelheid neerslag. De bodem kan de neerslag niet aan. Overstromingen, aardverschuivingen en modderlawines vormen een gevaar in bewoonde gebieden. De hoge luchtvochtigheid na een toename in regenval creëert ook een ideale omgeving voor muggen, die in deze omstandigheden sneller ziektes kunnen verspreiden.

Waar El Niño in Zuid-Amerika voor overstromingen zorgt, veroorzaakt het aan de andere kant van de Grote Oceaan juist tot enorme droogte, van Australië tot Indonesië. Deze droogte kan bijvoorbeeld zorgen voor mislukte oogsten en veesterfte. De bijzonder sterke El Niño van 1997-1998 leidde tot enorme bosbranden in Indonesië. Normaal gesproken doven brandjes in Indonesië snel in het vochtige klimaat, maar door de enorme droogte konden deze branden zich makkelijk verspreiden.

De gevolgen van El Niño verschillen over de hele wereld. Afhankelijk van de precieze locatie van het warme water tijdens een El Niño, kan dit fenomeen ook zorgen voor minder orkanen boven de Atlantische Oceaan, een minder strenge winter in de Verenigde Staten en een iets meer regenachtig voorjaar in Nederland. Deze gevolgen vallen echter in het niet bij de verwoestingen in landen als Ecuador en Peru.

Stap 4: El Niño voor het klimaat

Sterke Niños hebben niet alleen verwoestende gevolgen voor hun omgeving, maar hebben ook invloed op het wereldwijde klimaat. Een sterke El Niño zal het zeewater in delen van de Grote Oceaan gemiddeld 2,5 graden opwarmen. Het duurt een jaar of twee voordat deze stijging volledig is afgezwakt, maar in de tussentijd zorgt een El Niño voor een kleine stijging in de gemiddelde mondiale temperatuur.

Klimaatexperts doen ook onderzoek naar het effect van de opwarming van de aarde op El Niño en La Niña. Verschillende klimaatmodellen geven hierover geen eenduidig beeld. Aan de ene kant zijn er wetenschappers die zeggen dat elke El Niño anders is, waardoor het moeilijk te zeggen is hoe ze samenhangen met andere factoren.
Aan de andere kant zijn er klimaatmodellen gemaakt die teruggaan naar pre-industriële tijden; deze modellen laten zien dat extreem sterke Niños tussen 1900 en nu steeds vaker voorkwamen. De voorspellingen die vanuit deze modellen gemaakt worden, geven dan ook aan dat sterke Niños in de toekomst niet meer “extreem” zullen zijn, maar juist de norm.

Afronding

Samenvattend

Bij 'Wat ga je leren?' worden de volgende begrippen genoemd.
Geef zelf een omschrijving van deze begrippen.

​El Niño  
La Niña  
Passaatwinden  
Intertropische convergentiezone  
Frontale regen  
Stijgingsregen  
Stuwingsregen  
Regenschaduw  
Moesson  


Bespreek de begrippen met een klasgenoot.

Eindopdracht A: Toets

Eindopdracht B: Project

Ga naar de site van het Rode Kruis en lees het artikel 'Voorkom rampen'. Hier wordt geld ingezameld voor projecten die de gevolgen van natuurrampen kunnen beperken. Bekijk een aantal projecten.

Stel nu zelf zo’n project samen voor een El Niño of La Niña. Doe dit in een groepje van drie of vier. Gebruik de andere projecten op de website als richtlijn voor jullie actie.

Denk hierbij aan de volgende aspecten:

  • Op welk gebied zal jullie actie zich concentreren?
  • Op welk(e) gevolg(en) van een El Niño of La Niña richten jullie de actie?
  • Wat voor voorzorgsmaatregelen willen jullie inzetten?
  • Wat is het streefbedrag en waar gaat het geld naartoe?

Schrijf een tekst die qua structuur en opmaak goed op deze site zou passen.

Beoordeling

Jullie docent zal jullie project beoordelen. Hij of zij zal letten op de volgende punten:

  • Hebben jullie goed aangegeven voor welk gebied het project bestemd is?
  • Zijn de gevolgen van een El Niño of La Niña duidelijk uitgelegd?
  • Hebben jullie voorzorgsmaatregelen bedacht en in het project verwerkt?
  • Ziet het project er verzorgd uit en nodigt het uit tot donatie?
  • Hebben jullie afbeeldingen gebruikt om de tekst aan te vullen?
  • Hebben jullie geen taalfouten gemaakt?

Examenvragen

Op deze pagina vind je examenvragen van ExamenKracht van vorige jaren. De vragen sluiten zo goed mogelijk aan bij de opdracht die je net hebt afgerond.

Maak bij het beantwoorden ook gebruik van dat wat je al eerder geleerd hebt. Als je de vraag niet kunt beantwoorden, probeer het dan later opnieuw. Nadat je een vraag beantwoord hebt, kun je deze zelf nakijken en je score aangeven.

VWO 2021-TV1

VWO 2021-TV2 Vraag 22

VWO 2021-TV3

VWO 2021-TV3 Vraag 21


Meer oefenen?
Ga naar ExamenKracht en oefen ook met de nieuwste examens.

 

Terugkijken

Intro

  • Lees de Introductie van de opdracht nog eens door.
    Vind je dat de intro goed bij de opdracht past?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de hoofdvraag en deelvragen nog eens door.
    Kun je uitleggen wat het verschil is tussen een el Niño en een la Niña, waardoor deze ontstaan en wat de gevolgen zijn, met name voor Zuid-Amerika?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Voor deze opdracht staat ongeveer 3 SLU.
    Had je voldoende tijd om de opdracht te maken binnen de gestelde tijd?
  • Samenvattend
    Was het eenvoudig om de genoemde begrippen te omschrijven?
    Vond je het ook zinvol om de begrippen met een klasgenoot te vergelijken?
  • Eindopdrachten
    Heb je de eindtoets gemaakt en had je een goede score?
    Vond je het interessant om een project samen te stellen over El Niño?
    Zou het qua lay-out en inhoud goed op de site van het Rode Kruis passen?
  • Examenvragen
    Heb je de examenvragen gemaakt? Ging het goed?

Bronnen

Video's:

Websites:

  • Het arrangement El Niño en La Niña - v456 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2022-03-16 16:23:23
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Aardrijkskunde voor VWO leerjaar 4, 5 & 6. In het domein "Zuid-Amerika" wordt het thema ''El Niño en La Niña" besproken. El Niño, een natuurlijk fenomeen dat zich elke drie tot zeven jaar voordoet, heeft wereldwijde gevolgen. Het draait om afwijkende watertemperaturen langs de kust van Zuid-Amerika, wat de weerspatronen over de hele wereld verandert. Dit kan zowel overstromingen als droogte veroorzaken, zoals te zien in Ecuador, Peru en Noordoost-Brazilië. El Niño ontstaat door tijdelijke opwarming van de Grote Oceaan bij Zuid-Amerika, wat de zeestromingen en passaatwinden verandert, en zelfs de moessons in sommige delen van de wereld beïnvloedt. La Niña, het tegenovergestelde van El Niño, zorgt juist voor koudere zeewatertemperaturen en heeft andere effecten. Sterke El Niño-gebeurtenissen hebben niet alleen ernstige gevolgen in hun directe omgeving, maar beïnvloeden ook het wereldwijde klimaat doordat ze zeewater opwarmen. Deskundigen onderzoeken hoe klimaatverandering El Niño beïnvloedt; sommige modellen suggereren dat krachtige El Niño's in de toekomst vaker kunnen voorkomen en de norm zullen worden.
    Leerniveau
    VWO 6; VWO 4; VWO 5;
    Leerinhoud en doelen
    Weer; Systeem aarde; Aardrijkskunde; Klimaat;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    6 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    aardrijkskunde, arrangeerbaar, el niño en la niña, intertropische convergentie zone, moesson, passaat, stercollectie, vwo456, zeestromen, zuid-amerika

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content - Kennisbanken. (2019).

    Kennisbank Aardrijkskunde - v456

    https://maken.wikiwijs.nl/152369/Kennisbank_Aardrijkskunde___v456

    VO-content Aardrijkskunde. (z.d.).

    Template opdracht - v456

    https://maken.wikiwijs.nl/141201/Template_opdracht___v456