Interpunctie

Interpunctie

Welkom!

Hallo studenten!

 

Velen van jullie hebben aangegeven dat jullie het moeilijk vinden om interpunctie toe te passen in een zin/tekst. Daarom heb ik voor jullie deze mooie website in elkaar gezet. 

Het is erg belangrijk om goed gebruik te maken van interpunctie als je zelf een tekst schrijft. Ook bij het schrijven van een brief, zoals een sollicitatiebrief, moet je je leestekens goed plaatsen.

Daarom wordt er in dit leerarrangement veel aandacht besteed aan punten, komma's, vraagtekens en nog veel meer! Hier kan je dus veel theorie vinden, maar ook een kennisfilmpje, veel oefeningen, een tussentijdse toets en als laatst een eindtoets!

Je moet dus een tussentijdse toets maken. Dit doe je, wanneer jij vindt dat je alles begrepen hebt. Bekijk de theorie en doe de opdrachten. Als jij denkt dat alles duidelijk is, dan maak je de tussentijdse toets.

Als je een onvoldoende haalt, kan je het kennisfilmpje bekijken voor extra uitleg. Verder zijn er nieuwe opdrachten waarmee je kunt oefenen. Heb je een voldoende? Dan mag je verder met Les 2. Je bekijkt de theorie en doet de opdrachten, daarna maak je de eindtoets. Deze wordt beoordeeld en je krijgt een cijfer. Zo zorgen we er samen voor dat je een voldoende kunt halen voor de toets!

Het doel van dit leerarrangement is:

- Als jullie alle stappen op deze website hebben doorlopen, weten jullie wat een 'punt, komma, vraagteken, uitroepteken en aanhalingsteken' is. In andere woorden: na dit leerarrangement weten jullie wat interpunctie betekent.

- Als jullie alle stappen op deze website hebben doorlopen, kunnen jullie aan een ander uitleggen wanneer je een van deze leestekens gebruikt.

- Als jullie alle stappen op deze website hebben doorlopen, kunnen jullie interpunctie correct toepassen in jullie eigen geschreven teksten.

- Als jullie alle stappen op deze website hebben doorlopen, kunnen jullie een gegeven tekst met ontbrekende interpunctie verbeteren en uitleggen waarom het op die manier moet.

 

Samen gaat het ons lukken!

 

Veel succes!

Mevrouw Allahi

Intro interpunctie

Nearpod


Weet je niet meer wat we de vorige les hebben gedaan? Maak je geen zorgen! Met deze link kom je gauw weer bij de Nearpod, waar je alle uitleg weer kunt vinden.

Nearpod interpunctie

Als je de regels leert, kom je al heel ver. Toch worden er veel fouten gemaakt bij het toepassen van interpunctie. Om dit tegen te gaan, is het erg belangrijk dat je de leestekens op de juiste plek plaatst!

Hieronder kun je nog eens de verschillende onderdelen van interpunctie zien en wanneer ze gebruikt worden. Hier kun je ook mee oefenen!

https://quizlet.com/_7kfmxo?x=1qqt&i=2i8205

Een komma

Wanneer gebruik je een komma?

- Tussen delen van een opsomming:                                           Ik koop sla, tomaat, melk en brood.

- Achter/voor een aangesproken persoon:                                  Simon, wat doe je nu?

- Achter een uitroep:                                                                    Au, dat deed pijn!

- Tussen een hoofdzin en een bijzin:                                           Ik ga weg, omdat ik naar huis wil.

 

 

Een dubbele punt

Wanneer gebruik je een dubbele punt?

- Als je vertelt dat iemand iets zegt (directe rede):                  Ik zei: "Ik wil naar huis."

- Vóór een opsomming:                                                           Ik vind dit gaaf: zingen, dansen en                                                                                                           sporten.

 

Aanhalingstekens

Wanneer gebruik je aanhalingstekens?:

- Als je vertelt dat iemand iets zegt (directe rede):                     Ik zei: "Ik wil naar huis".

- Titels:                                                                                       Ik vond "Spijt" een heel leuk boek.

 

Aan het einde van de zin

- Een punt:                                                                       Ik koop een boek.

- Een vraagteken:                       Bij een vraag                Koop ik een boek?

- Een uitroepteken:                     Bij een uitroep              Ik schrik me rot!

 

Oefeningen

Daar zijn we dan!

Is alles tot nu toe duidelijk? Laten we dat even checken dan! Er volgen nu twee teksten zonder enige interpunctie, oftewel leestekens. Neem deze teksten over in je schrift, maar mét leestekens. In de les leveren jullie dit in, dan krijgen jullie feedback van mij!

 

----------

 

Opdracht 1 – Schrijf de tekst over en voorzie het op de juiste plaatsen van hoofdletters en van deze leestekens:

Komma – punt – dubbele punt – vraagteken – uitroepteken - aanhalingstekens

 

Er was eens een prins die zo graag een prinses wilde hebben maar het moest een echte prinses zijn hij reisde de hele wereld rond om er één te vinden maar overal kwam er iets tussen prinsessen waren er genoeg maar of het echte prinsessen waren daar kon hij nooit helemaal achter komen altijd was er iets dat niet helemaal in de haak was toen kwam hij weer thuis en was erg bedroefd want hij wilde graag een heuse prinses hebben op een avond brak er een verschrikkelijk onweer los het bliksemde en donderde de regen stroomde neer het was vreselijk toen werd er aan de stadspoort geklopt en de oude koning ging opendoen het was een prinses die buiten stond maar lieve hemel wat zag ze eruit door de regen en het noodweer het water liep uit haar kleren en haren bij de punt van haar schoen liep het erin en bij de hiel er weer uit zij zei dat ze een echte prinses was ja daar zullen we wel achter komen dacht de oude koningin maar ze zei niets ze ging haar slaapkamer binnen nam al het beddengoed weg en legde een erwt op de bodem van het bed nam toen twintig matrassen legde die boven op de erwt en toen opnieuw twintig veren bedden boven op de matrassen daar moest de prinses nu 's nachts op liggen

 

----------

 

Opdracht 2 – Schrijf de tekst over en voorzie het op de juiste plaatsen van hoofdletters en van deze leestekens:

Komma – punt – dubbele punt – vraagteken – uitroepteken - aanhalingstekens

 

‘s morgens vroegen ze haar hoe ze had geslapen o verschrikkelijk slecht zei de prinses ik heb de hele nacht bijna geen oog dicht gedaan de hemel weet wat er in mijn bed lag ik heb op iets hards gelegen en ik ben over mijn hele lichaam bont en blauw het is afschuwelijk toen konden ze zien dat het een echte prinses was omdat ze door de twintig matrassen en de twintig veren bedden heen de erwt gevoeld had zo teer van huid kon alleen maar een heuse prinses zijn de prins nam haar toen tot vrouw want nu wist hij dat hij een echte prinses had en de erwt kwam in het museum waar ze nu nog is te zien als tenminste niemand haar weggenomen heeft

Extra lesstof

Kennisclip

Kennisclip interpunctie

Een komma

Een komma is een rustpunt in de zin, vaak een korte pauze bij hardop lezen. Je gebruikt een komma in de volgende gevallen:

  • tussen bijvoeglijke naamwoorden die bij het volgende zelfstandige naamwoord horen:
    Er staat een mooie, glimmende auto in de straat.
  • in een opsomming (maar niet voor het woordje 'en'):
    Ik heb een hond, twee katten, zes goudvissen en een konijn.
  • achter een briefaanhef:
    Beste Thijs,
    Geachte redactie,
  • rondom een aanspreking:
    Bello, waar ben je?
    Maar, Ruud, je moet wel je best doen.
    Wat kost die fiets, meneer?
  • tussen twee persoonsvormen in samengestelde zinnen:
    Als je hier de hoek om gaat, kom je bij de bushalte.
    Wie voldoende gegeten heeft, mag alvast opruimen.
  • rondom een bijzin of toevoeging die iets meer vertelt over het zojuist genoemde:
    Nick en Simon, een populair duo uit Volendam, hebben een nieuwe cd.
    De benzineprijs, die al vier keer verhoogd is, jaagt de mensen de auto uit.

 

Komma's en voegwoorden

Je schrijft een komma voor voegwoorden zoals 'omdat', 'want' en 'hoewel':

  • Ik blijf thuis, omdat de timmerman komt.
  • Hij is ziek, want hij heeft koorts.
  • Ik kom op je verjaardag, hoewel het een hele reis is.

 

Gebruik een komma als dat de zin verduidelijkt

Je schrijft meestal geen komma voor het woordje 'en', maar soms is het wel nodig, om de betekenis van de zin te verduidelijken:

  • Ik ken iemand die houdt van muziek en mensen die kunnen zingen.
  • Ik ken iemand die houdt van muziek, en mensen die kunnen zingen.

In het eerste voorbeeld houdt die 'iemand' van mensen die kunnen zingen. In het tweede voorbeeld kent de ik-figuur mensen die kunnen zingen.

 

Altijd een spatie achter de komma

Na de komma komt altijd een spatie. Vóór de komma juist niet. Op deze manier zorg je ervoor dat aan het eind van een regel de komma altijd bij het voorafgaande woord blijft.

  • Een mooie, glimmende fiets.
  • Ik kom zo, maar nu nog niet.
  • Hallo, hoe gaat het?

Eventuele 'aanhalingstekens sluiten' na de komma komen nog voor de spatie:

  • "Ik ben wel moe," zei Fred, "maar ik loop dapper door."

Een dubbele punt

Dubbele punt

Na een dubbele punt komt meestal een opsomming, een uitleg of een citaat.

Het eerste woord na de dubbele punt krijgt meestal geen hoofdletter (tenzij het een hoofdletterwoord is, zoals een naam). Na de dubbele punt schrijf je wel een hoofdletter als er een volledige zin geciteerd wordt. Bijvoorbeeld:

  • De dag begint altijd met een heel ritueel: opstaan, douchen, aankleden, ontbijten en naar school.
  • Er zijn twee mogelijkheden: het gaat door of het gaat niet door.
  • De minister heeft gezegd: "Hier is geen geld meer voor."

Aanhalingstekens

Je gebruikt aanhalingstekens als je iemand wilt citeren. Dus als je letterlijk vertelt wat iemand heeft gezegd, komt het 'gesproken' gedeelte tussen aanhalingstekens.

Je gebruikt aanhalingstekens wanneer je spreekt over een titel van een boek of een film.

Je gebruikt aanhalingstekens bij een zelfbedacht woord.

Je gebruikt aanhalingstekens als je iets wilt zeggen wat je niet echt bedoelt. De beveiliger pakte hem 'liefdevol' bij de kraag. Reken er maar op dat hij dat niet liefdevol deed.

Aan het einde van de zin

Punt.

  • Aan het eind van een zin schrijf je een punt.
  • Er komt geen spatie vóór de punt.
  • Als je na de punt op dezelfde regel verdergaat, komt er een spatie tussen de punt en het volgende woord.

 

Vraagteken?

  • Na een vraag schrijf je een vraagteken.
  • Er komt geen spatie vóór het vraagteken.
  • Als je na het vraagteken op dezelfde regel verdergaat, komt er een spatie tussen het vraagteken en het volgende woord.

 

Uitroepteken!

  • Na een waarschuwende tekst schrijf je vaak een uitroepteken, bijvoorbeeld op een bordje: "Pas op, nat!"
  • Als je in een tekst wilt laten zien dat iets geroepen wordt, gebruik je ook een uitroepteken, bijvoorbeeld als iemand roept: "Ik ben hier!"
  • Er komt geen spatie vóór het uitroepteken.
  • Als je na het uitroepteken op dezelfde regel verdergaat, komt er een spatie tussen het uitroepteken en het volgende woord.

Extra oefenen & extra uitdaging

Eindtoets