Economie - Hoofdstuk Inkomen en Samenleving

Economie - Hoofdstuk Inkomen en Samenleving

Pre-Course Les 1: Inkomen

Hoeveel stijgt ons inkomen?

Dit hoofdstuk gaat over inkomen en samenleving. Het is verplicht om voorafgaand aan de les wat recente ontwikkelingen op het gebied van inkomen door te nemen (zie bijgevoegde video en link). Tijdens de les zullen wij hier meer informatie over verkrijgen.

Link CBS m.b.t. inkomenssamenstelling en welvaart:

https://longreads.cbs.nl/welvaartinnederland-2019/inkomen-van-huishoudens/

Les 1 Inkomen

Eerste inkomsten

Onderzoek van Nibud toont aan dat 69% van alle kinderen vanaf jonge leeftijd zakgeld krijgen van hun ouders (https://www.nibud.nl/consumenten/zakgeld/). In de onderstaande tabel zie je de hoogte van de bedragen. Over het algemeen stijgt de hoeveelheid zakgeld met de leeftijd. Naast zakgeld kun je ook inkomen verdienen door betaald arbeid te verrichten. De meeste jongeren hebben naast hun studie/opleiding een bijbaan. 

Inkomen is een stroomgrootheid. Een stroomgrootheid wordt over een bepaalde periode gemeten. Het gaat hierbij om periodieke geldstromen. Je krijgt immers elke week of maand zakgeld. Naast stroomgrootheden kennen wij ook voorraadgrootheden. Een voorraadgrootheid wordt gemeten over een bepaalde periode. Dit is een geldbedrag op een bepaald moment in de tijd. Bijvoorbeeld, spaargeld of de waarde van je woning op een bepaalde datum. Er is dus een verschil tussen inkomen (stroomgrootheid) en vermogen (voorraadgrootheid). 

Er bestaat een positief verband tussen inkomen en vermogen (“Als de één stijgt, stijgt de ander ook. Als de één daalt, daalt de ander ook.”). De twee grootheden bewegen in dezelfde richting. Het positieve verband tussen inkomen en vermogen werkt beide kanten op:
- Van inkomen naar vermogen: als het inkomen stijgt, houd je meer geld over om bijvoorbeeld te sparen of een huis te kopen (het vermogen neemt toe).
- Van vermogen naar inkomen: als het vermogen stijgt, ontvang je een hoger inkomen (bijvoorbeeld rente over spaargeld of huurinkomsten van een pand dat je verhuurt).

Productiefactoren en Lorenzcurve

Na het afronden van een opleiding kun je inkomen verdienen uit loondienst, maar bijvoorbeeld ook door het beginnen van een eigen bedrijf. Dit leidt ons naar de productiefactoren en beloningen hiervan. Productiefactoren zijn in een bepaalde combinatie nodig om te kunnen produceren. Er zijn vier productiefactoren en gekoppelde primaire inkomens te onderscheiden:

Productiefactor Inkomen Toelichting
Kapitaal Rente/Huur Kapitaalgoederen zoals machines/gebouw of vermogen leveren de eigenaar rente of huur op.
Arbeid Loon Het uitvoeren van werk levert de arbeidskracht loon op.
Natuur Pacht Het beschikbaar stellen van grond en grondstoffen levert de eigenaar pacht op.
Ondernemerschap Winst De eigenaar van bedrijf verdient winst op zijn ondernemerschap.

 

Uitleg over de productiefactoren

Niet alle arbeidskrachten verdienen hetzelfde inkomen. Vraag eens aan je ouders, klasgenoten en docenten hoeveel hun inkomen bedraagt. Je zult merken dat hier grote verschillen tussen kunnen zitten. Hoe de inkomens zijn verdeeld over personen kun je in kaart brengen door de Lorenzkromme of Lorenzcurve. Dit is een grafiek waarin wordt aangegeven hoeveel procent van de bevolking hoeveel procent van het totale inkomen verdient. Om deze grafiek te kunnen maken is het handig de informatie in een grafiek op te nemen. Verwijs hiervoor naar de onderstaande tabel en bijbehorende grafiek.

Uitleg over de Lorenzcurve

Een andere manier om een beeld te krijgen van de verdeling van inkomens is aan de hand van de Gini-coëfficient. De Gini-coëfficient is de oppervlakte tussen de Lorenzcurve en de diagonaal (de buik) gedeeld door de totale oppervlakte van de grafiek onder de diagonaal.

Gini-coëfficient =A / (A+B)

De Gini-coëfficient heeft altijd een waarde tussen de 0 en 1. Hoe dichterbij de Gini-waarde is bij de 1, hoe schever de inkomens zijn verdeeld.

Belasting en Solidariteit

Iedereen betaald mee om enkele gezamelijke kosten te financieren. Dit noemen wij de belasting en is ontstaan uit de solidariteitsgedachte. De overheid verzamelt hiermee inkomsten om bijvoorbeeld scholing, zorg en wegen mee te betalen. Wat overblijft van het inkomen is vrij te besteden. Dit noemen wij ook wel het besteedbaar inkomen of netto inkomen.

Bruto inkomen - Belasting en premies = Netto inkomen

Doordat een deel van het inkomen wordt overgedragen aan de overheid kunnen inkomens worden herverdeelt. In Nederland betaald iemand met een hoger inkomen procentueel meer belasting dan iemand met een lager inkomen. Op deze manier worden de verschillen tussen de netto inkomens kleiner. Wanneer de relatieve of procentuele verschillen als gevolg van de inkomensherverdeling kleiner worden, spreken wij van nivellering. Als de relatieve of procentuele verschillen groter worden, noemen we dat denivellering. Nivellering is dus gunstig voor lagere inkomens en denivellering is gunstiger voor hogere inkomens. Wij kennen drie belastingstelsels:

Belastingstelsels
Degressief belastingstelsel Er wordt procentueel minder belasting betaald als het inkomen toeneemt. Denivellerend effect
Proportioneel belastingstelsel Iedereen betaald proportioneel evenveel belasting. Zorgt niet voor herverdeling van inkomen
Progressief belastingstelsel Er wordt procentueel meer belasting betaald als het inkomen toeneemt. Nivellerend effect

 

Totale loonkosten

Om het nettoloon te berekenen, moet je het brutoloon verminderen met:
1. Loonheffing, bestaande uit
- Loonbelasting
- Premies volksverzekeringen: afdrachten voor de sociale verzekeringen die alle Nederlanders ('het volk') verzekeren tegen bijvoorbeeld ouderdom (AOW).
2. Pensioenpremies (werknemersdeel): elke maand wordt pensioenpremie ingehouden van het brutoloon. Aan het eind van je carrière krijg je een maandelijkse pensioenuitkering van het pensioenfonds.

Bovenop het brutoloon, betaalt de werkgever nog meer premie voor de werknemer:
Premies werknemersverzekeringen: afdrachten voor de sociale verzekeringen die mensen in loondienst verzekeren tegen ziekte (ZW), arbeidsongeschiktheid (WIA) en werkloosheid (WW). 
Pensioenpremies (werkgeversdeel): de werkgever betaalt bovenop het werknemersdeel ook nog pensioenpremie voor de werknemer. Je berekent de totale loonkosten voor de werkgever door deze premies op te tellen bij het brutoloon. In een getallenvoorbeeld ziet dat er als volgt uit:

Les 2 Oefenopgaven Inkomen

Toets: Oefenopgaven inkomen

Start

Pre-Course Les 3: Inkomen uit ondernemerschap

Steeds meer jonge ondernemers

Je kunt een eigen onderneming starten waarmee je inkomen verdient. Tijdens de les zullen wij nadenken over het genereren van inkomen door middel van een eigen onderneming. Op de website van de Kamer van Koophandel staan de belangrijkste stappen om een eigen bedrijf te beginnen:
https://ondernemersplein.kvk.nl/eigen-bedrijf-starten-10-belangrijke-stappen/.

Les 3 Inkomen uit ondernemerschap

Een eigen bedrijf beginnen

Hoe bedenk je een goed bedrijfsidee?

Een eigen bedrijf oprichten, is voor velen een droom. Toch beginnen (en eindigen) de meeste mensen ‘gewoon’ in loondienst. De belangrijkste voor- en nadelen: 

Je kunt het oprichten van een bedrijf kleinschalig of grootschalig aanpakken. De kleinschalige methode wordt ook wel het Bird-in-hand principe genoemd. 

Je begint hierbij niet met een specifieke doelstelling. Je begint klein en zo snel mogelijk met de middelen die je hebt: wie ben je?, wat kan je?, wie ken je? Je wacht niet tot het geniale miljardenidee maar begin klein en snel. Je leert meteen van je eerste klanten. Hierdoor weet je of er behoefte is aan jouw product of dienst. Hoeveel men voor jouw product of dienst wil betalen. Gedurende de voortgang van je onderneming evalueer je de stand van zaken en pas je de plannen continue aan.

De grootschalige methode voor het starten van een eigen onderneming gaat als volgt:
Je begint met een specifieke doelstelling. Vervolgens ga je kijken welke middelen er nodig zijn om het doel te bereiken. Je gaat uit van een zekere uitkomst en probeert een zo goed mogelijk (ondernemings-)plan te maken. Hierin neem je bijvoorbeeld op: een persoonlijk plan, marketing plan en financieel plan. Als het plan af is, voer je het uit (en bereik je de klant). Een ondernemingplan heb je bijvoorbeeld nodig om een lening af te sluiten bij een bank. Het geleende geld kun je vervolgens investeren in je eigen onderneming. Bijvoorbeeld door het huren van een grote fabriek of kopen van een stuk land.

Marktonderzoek

Een marktonderzoek is een onderzoek waarbij informatie wordt verzameld over een markt of doelgroep. Het doel is antwoord geven op vragen als: wie is mijn doelgroep?, hoe groot is mijn doelgroep?, waar heeft mijn doelgroep behoefte aan? Met de resultaten van het marktonderzoek kun je een marketingstrategie bedenken (hoe ga je je toekomstige klanten bereiken). De doelgroep is een specifieke groep mensen die jij wilt bereiken met jouw product of dienst. De doelgroep wordt vaak bepaald op basis van kenmerken als leeftijd, geslacht, opleidingsniveau, inkomen.
Je kunt op twee manieren marktonderzoek doen:

Een gat in de markt?

Marktaandeel

Marketingplan

Rechtsvormen

Belasting voor ondernemers

Les 4 Oefenopgaven Inkomen uit ondernemerschap

Pre-Course Les 5: Inkomen uit een erfenis of schenking

Schenken zonder belasting te hoeven betalen
Schenken zonder belasting te hoeven betalen

Schenkbelasting

Een schenking is een gift of donatie aan een persoon of bedrijf zonder tegenprestatie oftewel om niet. Dit betekend dat de ander er niets voor terug hoeft te doen. Dit noemen wij ook wel een eenzijdige overeenkomst of een overeenkomst om niet. Hierbij geeft de ene partij iets aan de andere partij zonder dat hij daar iets terug voor verwacht. De schenking kan zowel in de vorm van geld of andere bezittingen zijn.

Als er geld wordt geschonken aan iemand die onder bewind staat, dan beheert iemand anders (de bewindvoerder) deze schenking in plaats van de begunstigde (persoon aan wie de schenking gericht is).

De ontvanger van een schenking betaald hierover belasting. De tarieven van de Schenkbelasting zijn opgenomen op de website van de Belastingdienst. Voor 2019 zijn de tarieven van de Schenkbelasting:

Les 5 Inkomen uit een erfenis of schenking

Schenkbelasting en vrijstellingen

Familie Rosendaal
Familie Rosendaal

Dit is familie Rosendaal (zie onderstaande foto). Astrid (moeder), Tom (Vader), Dwight (zoon) en Sarah (dochter) zijn een gelukkig gezin. Dwight is 21 jaar oud en studeert in Amsterdam. Hij heeft zojuist een eigen appartement gekocht en gaat uit huis. Astrid en Tom willen Dwight een bedrag schenken om zijn woning te verbouwen en in te richten. Als je een schenking krijgt, betaal je schenkbelasting over het bedrag boven de vrijstelling. Hoeveel mogen zij hem belastingvrij schenken (vrijgestelde bedrag)?

Video over belastingvrije schenking

Zoek op de website van de Belastingdienst hoeveel Astrid en Tom aan Dwight belastingvrij mogen schenken voor het huis van Dwight.

https://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/nl/schenken/content/ik-krijg-een-schenking-betaal-ik-schenkbelasting

Uitsluitingsclausule

Uitsluitingsclausule bij huwelijk in gemeenschap van goederen

Uitsluitingsclausule
Als iemand getrouwd is in gemeenschap van goederen, zijn alle bezittingen gemeenschappelijk. Alles wordt dus eigendom van beide partners. Als je een schenking ontvangt van een ander en getrouwd bent onder gemeenschap van goederen, dan wordt de schenking automatisch ook eigendom van je partner.

Voorbeeld:
Dwight is getrouwd in gemeenschap van goederen met Cindy. Dwight ontvangt €200.000 van zijn ouders. De schenking is nu eigendom van Dwight én Cindy. Als Dwight en Cindy besluiten te scheiden, heeft Cindy recht op de helft van de eigendommen. Alle bezittingen, inclusief de schenking, worden 50/50 gedeeld.

Als Astrid en Tom (de ouders van Dwight) dit willen voorkomen, kunnen zij een uitsluitingsclausule instellen. Dit zorgt ervoor dat de schenking niet in de 'huwelijksgemeenschap' terecht komt, maar alleen privébezit wordt van Dwight.

ANBI

Giften aan ANBI
ANBI staat voor Algemeen nut beogende instellingen. Dit zijn organisaties die zich inzetten voor het algemeen belang, geen winstoogmerkt hebben en voldoen aan specifieke voorwaarden. Deze organisaties zijn bijvoorbeeld: goede doelen organisaties, religieuse organisaties (kerk/moskee) en culturele organisaties (museum).

Je mag geld schenken aan een ANBI. Deze giften mag je aftrekken van je inkomen, waardoor je minder inkomstenbelasting betaald. Dit noemen wij ook wel belastingaftrek/aftrekpost.

Verwijs naar de volgende website van de Belastingdienst:

https://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/bldcontentnl/belastingdienst/zakelijk/bijzondere_regelingen/goede_doelen/algemeen_nut_beogende_instellingen/wat_is_een_anbi

Giften aan ANBI

Er worden twee type giften (aan ANBI) onderscheiden. Periodieke giften en gewone giften. Een gewone gift is een gift die u maar 1 keer doet. Of een gift die u wel jaarlijks doet, maar niet in een overeenkomst hebt vastgelegd.

Uw gift is een periodieke gift als u aan deze 3 voorwaarden voldoet:

  • U geeft jaarlijks hetzelfde bedrag aan dezelfde instelling of vereniging. U mag zelf weten of u uw jaarlijkse gift in 1 keer of in meer keren betaalt.
  • U betaalt het bedrag minimaal 5 jaar achter elkaar.
  • U hebt vastgelegd wanneer uw jaarlijkse gift stopt. Bijvoorbeeld na 5 jaar of als u overlijdt.

U mag periodieke giften helemaal aftrekken als u aan de voorwaarden voldoet. Gewone giften zijn aftrekbaar tot maximaal €2.700. Ook geldt er bij gewone giften een drempelbedrag van €270.

Alle informatie hierover is beschikbaar op de website van de Belastingdienst:
https://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/nl/aftrek-en-kortingen/content/verschil-periodieke-giften-gewone-giften

Voorbeeldberekening belastingaftrek
Voorbeeldberekening belastingaftrek

Er mag nu dus €180 worden afgetrokken van het inkomen. Er hoeft dus maar over €26.820 inkomstenbelasting te worden betaald, in plaats van over het gehele inkomen van €27.000.

Les 6 Oefenopgaven Inkomen uit een erfenis of schenking

Toets: Toets Erven en Schenken

Start