Thema: Zukunft - vmbo-kgt34

Thema: Zukunft - vmbo-kgt34

Zukunft

Intro

Lieber Schüler, liebe Schülerin,

Willkommen beim Thema 'Zukunft'!
Bei diesem Thema kann jeder mitreden. Du denkst bestimmt auch manchmal über deine Zukunft nach. Wie, wo und mit wem wirst du später leben? Wirst du eine Familie haben, Karriere machen, gesund alt werden?
Diese Zukunft ist natürlich noch weit weg. Zukunft ist aber auch der nächste Tag, die Fete am Wochenende, die Klassenarbeit nächste Woche, der Schulabschluss, die Ausbildung usw. Bei diesem Thema denkst du über die nahe und entfernte Zukunft nach.

 

Beste leerling,

Hartelijk welkom bij het thema 'Zukunft'!
Hier kan iedereen over meepraten, ook jij, want ook jij denkt natuurlijk af en toe over je toekomst na.
Waar zul je later wonen en met wie? Zul je een goed leven hebben? Zul je een leuke vrouw/man en kinderen hebben? Maak je carrière? Word je heel oud?
Deze toekomst duurt natuurlijk allemaal nog even. Maar toekomst is ook de volgende dag, het feestje in het weekend, de toets volgende week, je diploma, je vervolgopleiding enz. In dit thema denk je na over de nabije en de verre toekomst.

 

Brainstorming

  1. Zeichne einen großen Kreis in dein Heft. Das ist die nahe Zukunft.
  2. Zeichne um den Kreis einen größeren Kreis. Das ist die entfernte Zukunft.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

  1. Schreibe in beide Kreise auf Niederländisch so viele Wörter wie möglich, die dir dazu einfallen.
  2. Vergleiche deine Ideen mit zwei Mitschülern.
    • Markiert Dinge, die ihr alle drei habt, mit einer Farbe.
    • Markiert Dinge, die nur zwei von euch haben, mit einer anderen Farbe.
    • Markiert Dinge, die nur einer von euch hat, mit einer dritten Farbe.
    Gibt es mehr Übereinstimmungen oder mehr Unterschiede?
  3. Übersetzt zusammen die niederländischen Wörter ins Deutsche.
  4. Zeichnet auf ein großes Blatt Papier wieder die zwei Kreise für die nahe und die entfernte Zukunft. Schreibt nun die deutschen Wörter in die Kreise. Verwendet dabei die drei verschiedenen Farben aus Punkt 4.
  5. Seht euch die Ergebnisse aller Gruppen in der Klasse an und sprecht darüber.

Brainstorming

  1. Teken een grote cirkel in je schrift. Dat is de nabije toekomst (nahe Zukunft).
  2. Teken om deze cirkel heen een grotere cirkel. Dat is de verre toekomst (entfernte Zukunft).
  3. Schrijf in beide cirkels in het Nederlands zoveel mogelijk woorden die in je opkomen als je aan de nabije en verre toekomst denkt.
  4. Vergelijk jouw resultaat met twee andere leerlingen. Zijn er meer overeenkomsten of meer verschillen?
    • Markeer woorden die je alle drie hebt opgeschreven met een bepaalde kleur.
    • Markeer woorden die maar twee van jullie hebben opgeschreven met een andere kleur.
    • Markeer woorden die maar één van jullie heeft opgeschreven met een derde kleur.
  5. Vertaal de woorden die jullie alle drie hadden samen naar het Duits.
  6. Teken op een groot vel papier weer de twee cirkels voor de nabije en de verre toekomst. Schrijf nu de Duitse woorden in de cirkels.
  7. Bekijk de resultaten van alle groepjes in de klas.

Was kannst du schon?

  • Überlege erst, was du schon kannst, bevor du mit einer neuen Aufgabe beginnst.
  • Wähle die Beschreibung/en, die zu dir passt/passen.
  • Voordat je aan het nieuwe thema begint, is het goed na te denken over wat je al kunt.
  • Kies de beschrijving/en die het best bij je past/passen.

 

Nee, nog helemaal niet

Ja, een  beetje

Ja, geen enkel probleem

Hören

  • Ik kan iemand die vertelt over zijn of haar toekomst op hoofdlijnen begrijpen.

 

 

 

  • Ik kan een uitzending over het vinden van een beroep begrijpen als er betrekkelijk langzaam en duidelijk gesproken wordt.

 

 

 

Lesen

  • Ik kan de belangrijkste informatie vinden op een website over vervolgopleidingen.

 

 

 

  • Ik kan een horoscoop lezen.

 

 

 

Sprechen

  • Ik kan een telefoongesprek met een bedrijf voeren.

 

 

 

  • Ik kan een voordracht over dingen die ik volgend jaar anders ga doen voor de klas houden.

 

 

 

Schreiben

  • Ik kan verhaal schrijven over mijn toekomstplannen.

 

 

 

  • Ik kan teksten bij een tekenfilm schrijven.

 

 

 

Natuurlijk hoef je dit nog niet allemaal te kunnen.
Je gaat hiermee aan de slag in dit thema.

Was wirst du lernen?

Ziele
In diesem Thema wirst du dich also umfassend mit der Zukunft beschäftigen.

Darum:

  • siehst eine Sendung über die Frage, wie man den richtigen Beruf findet;
  • siehst du einen Dokumentarfilm über unsere Welt im Jahr 2057;
  • machst du einen Test zur Berufswahl;
  • liest du Horoskope;
  • sprichst du über deine guten Vorsätze fürs neue (Schul)Jahr;
  • schreibst du den Text für einen Film über Zukunftspläne;
  • machst du einen Zeichentrickfilm;
  • liest du, wie Jugendliche in Deutschland sich ihre Zukunft vorstellen;
  • erfährst du, was ein Zukunftstag ist, und siehst dir entsprechende Websites dazu an;
  • hörst du ein Lied von den Prinzen;
  • lernst du wichtige Wörter und Redewendungen;
  • lernst du einige Basisregeln der deutschen Grammatik;
  • lernst und machst du noch viel mehr...


Leerdoelen
In dit thema houd je je met de toekomst bezig.

Daarom:

  • kijk je naar een uitzending over de vraag hoe je het juiste beroep kiest;
  • kijk je naar een documentaire over ons leven in het jaar 2057;
  • doe je een test en komt erachter welke beroepen bij jou passen;
  • lees je horoscopen;
  • spreek je over je goede voornemens voor het nieuwe (school)jaar;
  • schrijf je het script voor een filmpje over toekomstplannen;
  • maak je een tekenfilmpje;
  • lees je hoe jongeren in Duitsland zich hun toekomst voorstellen;
  • kom je te weten wat een 'Zukunftstag' is en bekijk je verschillende websites bij dit onderwerp;
  • luister je naar een lied van 'Die Prinzen';
  • leer je belangrijke woorden en uitdrukkingen;
  • leer je enkele basisregels van de Duitse grammatica;
  • leer en doe je nog veel meer...

Was wirst du machen?

Das Thema Zukunft besteht aus den folgenden vier Teilen:

Blok

Titel

1

Träume

2

Orientierung

3

Arbeit

4

Zukunftsmusik


Het thema sluit je af met een 'Miniproject'.
In dat project vind je realistische situaties waarin je alles wat je hebt geleerd kunt gebruiken.

Let daarbij op:

  • de uitspraak
  • de spelling
  • de woorden en zinnen
  • de grammatica

Viel Erfolg!

Teile

Das Thema Zukunft besteht aus den folgenden vier Teile:
Het thema Zukunft bestaat uit de volgende vier blokken:                                                                                   

Blok 1

Träume

Blok 2

Orientierung

Blok 3

Arbeit       

Blok 4

Zukunftsmusik         

Abschluss: Miniprojekt

Inleiding

Het miniproject bestaat uit zeven stappen. Werk ze één voor één door.

Stap

Activiteit

Leerdoel

Stap 1

Inleiding

Je leest een korte inleiding.

Stap 2

Situatie

Je leest wat het project inhoudt.

Stap 3

en

Keuze

Je kiest je opdracht.

Stap 4

en

Voorbereiding

Je bedenkt ideeën en maakt aantekeningen.

Stap 5

en

Schrijven

Je verwerkt je ideeën in een Duitstalige tekst.

Stap 6

en

Opmaken

Je maakt je tekst op, bv. met plaatjes.

Stap 7

en

Presentatie

Je presenteert je project in de klas.

Stap 1 - Inleiding

In diesem Thema hast du viel über die Zukunft gelesen, gehört, gesehen, geschrieben und gesprochen. Du kennst wichtige Wörter und Aussagen zu diesem Thema, weißt, wie man das Futur und den Konjunktiv im Deutschen bildet und verwendet; du hast deine eigenen Zukunftspläne beschrieben und über mögliche Entwicklungen in der Zukunft nachgedacht. Dein Wissen und Können wendest du jetzt an.

In dit thema heb je veel over de toekomst gelezen, gehoord, geschreven en gesproken. Je kent nu de belangrijke woorden en uitdrukkingen; je weet hoe je de toekomende tijd en de zou-vormen in het Duits maakt en gebruikt; je hebt je eigen toekomstplannen beschreven en over mogelijke ontwikkelingen in de toekomst nagedacht. Nu ga je wat je hebt geleerd in de praktijk brengen.


In dit project beschrijf je hoe volgens jou de wereld er over dertig jaar uit zal zien.

Viel Spaß und Erfolg!

Stap 2 - Situatie

Binnenkort wordt er in Duitsland een film gemaakt over de vraag hoe onze wereld er over dertig jaar uit zal zien.
Hoe wij mensen dan leven en met elkaar omgaan.
Welke problemen we dan zullen hebben en wat we tegen die tijd op verschillende gebieden zoals milieu, onderwijs, economie, gezondheidszorg, techniek, politiek, internationale samenwerking zullen hebben bereikt.
Omdat het niet alleen een wetenschappelijk verhaal moet worden, willen de makers van de film heel veel ideeën van verschillende bevolkingsgroepen verzamelen, zo ook van leerlingen.

Dat past mooi bij het thema dat jullie net bij Duits hebben behandeld!
Daarom doet jullie klas mee aan het project.

Stap 3 - Keuze

Je kunt deze opdracht op twee manieren uitvoeren.
Je moet als klas wel de beslissing nemen voor welke manier je gaat.

Lees over de varianten:

Variant A

  • Elke leerling werkt voorlopig apart.
  • Je bedenkt zelf hoe volgens jou de wereld er over dertig jaar uit zal zien en je verwerkt je ideeën in een Duitstalige tekst.
  • Je zoekt of maakt passende illustraties bij de tekst.
  • Later bespreken jullie de teksten in de klas.

Variant B

  • Je werkt in groepjes van drie of vier leerlingen samen.
  • Elk groepje houdt zich bezig met één aspect van de vraag hoe de wereld er over dertig jaar uit gaat zien (bv. alleen op het gebied van onderwijs).
  • Samen verwerk je je ideeën in een Duitstalige tekst.
  • Ook zoek of maak je passende illustraties bij de tekst.
  • Later bespreken jullie de teksten in de klas.

Kies voor variant A of voor variant B.

Stap 4 - Voorbereiding

Variant A
Heb je gekozen voor variant A?

  • Bedenk eerst hoe volgens jou de wereld er over dertig jaar uit gaat zien.
  • Maak enkele aantekeningen.

Variant B
Hebben jullie gekozen voor variant B?

  • Vorm groepjes van drie of vier leerlingen.
  • Verdeel de deelonderwerpen onder de groepjes: milieu, onderwijs, economie, gezondheidszorg, techniek, politiek, voedsel, werk, vrije tijd, internationale samenwerking enz.
  • Brainstorm in het groepje over jullie deelonderwerp.
  • Maak enkele aantekeningen.

Stap 5 - Schrijven

Variant A & B

  • Verwerk jouw ideeën in een Duitstalige tekst van ongeveer 200 woorden.
  • Zorg voor een logische opbouw en maak alinea's.
  • Gebruik zo veel mogelijk de toekomende tijd.
  • Kijk je tekst goed na en haal eventuele fouten eruit.
  • Laat je tekst eventueel nakijken door je leraar.

Evaluatie schrijven

Kijk bij elk onderdeel welke omschrijving je voor jezelf van toepassing vindt.
Hoe vind je dat je het hebt gedaan?

 

Goed

Voldoende

Onvoldoende

Tekstopbouw

De tekst heeft een opbouw met inleiding-kern-slot. De inhoud staat op de goede plaats.

De tekst heeft een opbouw met inleiding-kern-slot. Niet alle inhoud staat op de goede plaats

De lezer kan de gedachtegang volgen. Er is een tekstopbouw, maar samenhang in de tekst is niet altijd duidelijk.

Alinea's

Je schrijft in alinea’s. Elke alinea heeft een eigen deelonderwerp. Verbanden tussen alinea's worden duidelijk aangegeven.

Je schrijft in alinea’s. Elke alinea heeft een eigen deelonderwerp. Het verband tussen de alinea's is meestal duidelijk.

Je schrijft in alinea's. Het verband tussen de alinea's is niet overal duidelijk.

Grammatica

 

Je kunt de toekomende tijd correct gebruiken en vervoegen.

Je kunt de toekomende tijd meestal goed gebruiken en vervoegen. Je maakt af en toe een foutje.

Je kunt de toekomende tijd die je nodig hebt nog niet zo goed vervoegen en gebruiken. Je maakt nog veel fouten.

Afstemming op doel

Het doel van de tekst is duidelijk. De tekst is goed afgestemd op het schrijfdoel.

Het doel van de tekst is grotendeels duidelijk.

Het doel van de tekst is met wat moeite te ontdekken.

Woordgebruik -woordenschat

Je gebruikt voornamelijk veelvoorkomende woorden.

Je varieert het woordgebruik een beetje. Je gebruikt ook iets minder vaak voorkomende woorden.

Je varieert het woordgebruik goed. Je maakt soms nog fouten met uitdrukkingen.

Leesbaarheid: titel, tussenkopjes, opmaak, briefindeling

Je maakt de tekst goed op.  Je gebruikt titel en tussenkopjes.

Je maakt de tekst redelijk op.  Je gebruikt soms tussenkopjes.

Je besteedt enige aandacht aan de opmaak van de tekst. Je gebruikt een titel, maar geen tussenkopjes.

 

Stap 6 - Opmaken

Zoek of maak passende illustraties bij jouw/jullie tekst.

Hoe zoek ik goed en legaal beeldmateriaal?

Je wilt beeldmateriaal. Foto’s, video of illustraties. Maar hoe kom je aan mooi, goed en ‘eerlijk’ beeldmateriaal?

1. Google

Vaak wordt Google gebruikt om beeldmateriaal te vinden. Je zoekt op een onderwerp en selecteert in Google de afbeelding die je wilt gebruiken. Deze afbeelding sla je op of kopieer je naar jouw document. Klaar!

Pas op
Alhoewel deze methode veruit de eenvoudigste lijkt, is het niet altijd legaal.
Want je gebruikt iets van iemand anders. Zonder het te vragen. Het auteursrecht van dit beeldmateriaal ligt niet bij jou en je hebt geen toestemming het te gebruiken.
Technisch gezien is het diefstal.
Let op: gebruik dus niet zomaar alle afbeeldingen die op internet staan!
Hoe wel?
Selecteer als je plaatjes zoekt in Google altijd in het menu Afbeeldingen de volgende opties:
Tools – gebruikersrechten – creative commons licenties.
De afbeeldingen die je nu ziet als je zoekt, mag je wel gebruiken!

2. Maak het zelf

Kies meteen beeldmateriaal waarvan je weet hoe het auteursrecht geregeld is. De eenvoudigste manier is door zelf beeldmateriaal te maken. Maak foto’s met je smartphone of pak pen en papier en teken je eigen illustratie. Omdat je het zelf maakt, kun je ermee doen wat je wilt!

3. Zoek in bestaande beeldbanken

Of je kiest voor bestaand beeldmateriaal uit beeldbanken. In deze beeldbanken staan foto’s en illustraties.
Deze foto’s mag je gebruiken, maar je moet bij de afbeelding wel vermelden dat je deze van die site hebt gehaald (naamsvermelding). Hieronder een aantal voorbeelden:

https://500px.com/popular

https://skitterphoto.com/

https://pixabay.com/

http://www.unprofound.com/

Stap 7 - Presentatie

Bekijk en bespreek de resultaten in de klas.
Hang de resultaten op in het lokaal.

D-toets

Test je kennis. Maak de D-toets.

Auswertung - Evaluatie

Beheers je de stof van het thema 'Zukunft'?
Ken je de woorden, zinnen en de grammatica?
Kun je in het Duits mondeling en schriftelijk over je toekomst en de dingen die daarmee te maken hebben communiceren?

Kies de uitspraken die op jou van toepassing zijn.

 

ein bisschen

       gut

sehr gut

Ich kann die Wörter zum Thema 'Zukunft'.
Ik ken de woorden die horen bij het Thema Toekomst.

 

 

 

Ich kann deutsche Wörter und Sätze korrekt aussprechen.
Ik kan de Duitse woorden en zinnen goed uitspreken.

 

 

 

Ich kann mich schriftlich gut ausdrücken.
Ik kan me schriftelijk goed uitdrukken.

 

 

 

Ich kann in verschiedenen Situationen rund um das Thema 'Zukunft' reagieren.
Ik kan in verschillende situaties reageren rond het thema Toekomst.

 

 

 

Ich kann eine E-Mail an meine Urlaubsfreundin/meinen Urlaubsfreund schreiben.
Ik kan een mail schrijven aan mijn vakantievriend/vriendin.

 

 

 

Ich kann die Grammatik richtig anwenden.
Ik kan de grammatica goed gebruiken.

 

 

 

Ich kann einen Text über Berufsorientierung lesen.
Ik kan een tekst over beroepsoriëntatie lezen.

 

 

 

Ich kann ein Telefongespräch führen.
Ik kan een telefoongesprek voeren.

 

 

 

Ich fühle mich sicher, wenn ich Deutsch rede.
Ik voel me zeker als ik Duits spreek.

 

 

 

  • Het arrangement Thema: Zukunft - vmbo-kgt34 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2023-11-22 11:54:14
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Duits voor vmbo-kgt34. Dit thema stelt je in staat om met je klasgenoten te praten over de toekomst. Om je hierop voor te bereiden, ga je kijken naar een uitzending over beroepskeuzes en naar een documentaire over het leven in 2057. Daarnaast lees je hoe jongeren in Duitsland zich hun toekomst voorstellen. Bovendien schrijf je een eigen script en maak je daaropvolgend een eigen tekenfilmpje over toekomstplannen. Het thema bestaat uit vier onderdelen: Träume, Orientierung, Arbeit & Zukunftsmusik. Nadat alle onderdelen zijn doorlopen, zal het thema worden afgesloten met een miniproject. In dit miniproject vind je realistische situaties waarin je alles wat je hebt geleerd kan toepassen. Let hierbij wel op je spelling, je uitspraak, de woorden en zinnen die je gebruikt, en de grammatica.
    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 3; VMBO theoretische leerweg, 3; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 3;
    Leerinhoud en doelen
    Spreken; Schrijven; Gesprekken voeren; Duits; Luisteren en kijken; Lezen;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    9 uur en 30 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, duits, stercollectie, vmbo-kgt34, zukunft

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content - Toetsen. (z.d.).

    Duits vmbo-kgt34 D-toetsen

    https://maken.wikiwijs.nl/159124/Duits_vmbo_kgt34_D_toetsen

    VO-content Duits. (2019).

    Opdracht: Miniprojekt (Zukunft) - kgt34

    https://maken.wikiwijs.nl/152173/Opdracht__Miniprojekt__Zukunft____kgt34