Les 1
Introductie
Stikstof
b(r)oeit dat net als
CO2?
Een NLT-module waarin het stikstofprobleem vanuit verschillende invalshoeken wordt bestudeerd en geanalyseerd


Inleiding
Als je het nieuws aanzet, hoor je vaak over het ‘stikstofprobleem’. Mensen in jouw directe omgeving hebben er ongetwijfeld een mening over. Wat is nu precies het probleem? Is stikstof hetzelfde als het broeikasgas koolstofdioxide? Is stikstof wel het probleem of wordt er toch een andere stof bedoeld? Allemaal vragen die belangrijk zijn om te stellen en te beantwoorden als je belangrijke gebeurtenis wilt analyseren en een op feiten gebaseerde mening wilt vormen.
De overheid is erg aan het stoeien met dit probleem en is op zoek naar oplossingen om op nationaal niveau om te gaan met het stikstofprobleem. Er zijn veel betrokken partijen die directe effecten van regelgevingen vanuit de overheid gaan voelen. Zo zijn er de boeren, de bouwsector, Unie van Waterschappen en milieuorganisaties met eigen belangen: economisch, leefbaarheid, milieu, voedselveiligheid, etc. Naast de regionale en nationale partijen moet de overheid ook Europese regelgevingen volgen.
In deze module gaan we een adviesbureau oprichten die de overheid voorziet van advies om een nationaal beleid op te stellen over het stikstofprobleem.
Hoe gaan we dit doen?
Deze module zal drie lessen in beslag nemen. In groepjes van vijf leerlingen vormen jullie een adviesbureau waarin je advies uitbrengt aan de overheid. Via een poster wordt het advies gepresenteerd. In elk adviesbureau zit iemand van de bovenstaande betrokken partijen.
In de eerste les van deze module bekijk je met de groep wat jullie al weten van het probleem en begin je met het inlezen en in kaart brengen van de details. In de tweede les gaan we ons verder verdiepen en praktische opdrachten uitvoeren. In les 3 presteren de diverse adviesbureaus hun poster, presentatie of ander product aan elkaar..

Opdracht 1
In overleg met de docent gaan jullie groepjes van vijf personen vormen. De docent zal diverse artikelen uitdelen om te lezen. Verdeel de artikelen onder elkaar en lees jouw eigen artikel met de volgende vragen die je beantwoorden moet:
- Wat is nu eigenlijk het probleem bij stikstofvervuiling?
- Is stikstof de juiste benaming voor de vervuilende stof?
- Welke sectoren hebben te maken met het probleem en welke belangen hebben de verschillende groepen?
- Welke sectoren zijn vervuilend en welke het meest?
- Speelt dit alleen in Nederland?
- Wat is er allemaal al gedaan om dit probleem op te lossen?
- Welke rol heeft de overheid?
- Is de vervuiling in heel Nederland?
Schrijf de informatie uit jouw artikel voor jezelf op, met deze informatie gaan we klassikaal een mindmap maken.
artikelen
13 vragen en antwoorden over stikstof
4 vragen en antwoorden over de uitstoot van boeren
5 vragen en antwoorden op de stikstofproblematiek
waarom heeft nederland een stikstofprobleem?
stikstofprobleem en milieu
stikstofprobleem
de natuur lijdt flink
uitstoot broeikasgassen licht gedaald
cda heeft stikstoftwijfels, is rekenmodel RIVM wel juist?
RIVM stikstof berekenen en modelleren
stikstof op de kaart, de natuur in Drenthe
bouw en stikstof
tv fragmenten
Opdracht 2
We gaan groepjes maken om een adviesbureau te vormen.
- Bedenk als eerst een goede naam voor jullie adviesbureau.
- Verdeel binnen het adviesbureau de doelgroepen
- Boeren
- RIVM (RijksInstituut voor Volksgezondheid en Milieu)
- Milieu-activist
- Unie van Waterschappen
- Bouwkundigen
- Vul vervolgens het inschrijfformulier in en lever deze in bij de docenten.
- Indien tijd maak een logo voor jullie adviesbureau.
huiswerk
- RIVM: 5 verschillende monsters grond meenemen van ong. 500 gram voor de volgende les. De volgende plekken dienen bemonsterd te worden:
- Je achtertuin;
- Een zandbak in de buurt;
- Bij school;
- Bij een landbouwveld;
- Potgrond (grond voor bloempotten).
- Waterschap: 5 verschillende monsters water meenemen van ong. 200 mL voor de volgende les. De volgende plekken dienen bemonsterd te worden:
- Waterkraan thuis;
- Vijver achtertuin;
- Recreatieplas in de buurt;
- Slootwater bij weiland waarop gewassen staan;
- Slootwater bij weiland met koeien.
- Bouwkundigen groep: Neem 5 afvalproducten mee, die als isolatiemateriaal zouden kunnen dienen.(kijk eventueel in de prullenbak of in huis rond)
Les 2
Opdracht 1 (individueel)
Hoe is jouw doelgroep betrokken bij het stikstofprobleem?
Opdracht 2 (individueel)
Zie de onderstaande opdrachten voor jouw rol en voer deze uit met de andere leerlingen met dezelfde rol als jij uit de andere adviesgroepen.
boeren
Binnen het adviesbureau vertegenwoordig jij de boeren.
Wellicht heb je de laatste tijd op het nieuws meegekregen dat de boeren niet blij zijn met de huidige veranderingen in het stikstofbeleid. Wat ligt daaraan ten grondslag? Welke rol dragen de boeren in deze kwestie? En wat houden deze veranderingen voor de boeren in?
Het is belangrijk om je goed in te lezen in de rol van de boeren. Daarvoor zijn een aantal artikelen geselecteerd, maar je mag ook zelf nog op zoek naar meerdere bronnen. Hiervoor kun je ook de Nieuwsservice gebruiken (vraag aan de docent).
Opdracht
Maak een duidelijk overzicht van de informatie uit onderstaande bronnen. Schrijf vervolgens een weloverwogen standpunt vanuit het oogpunt van de boer in de vorm van een betoog.
- Zorg dat de informatie in chronologische volgorde staat. Gebruik daarvoor verbindingswoorden als ‘allereerst’, ‘vervolgens’, ‘daarna’, etc. Zorg ook dat oorzaak-gevolgrelaties helder zijn beschreve. Dat kun je doen met woorden als ‘daardoor’, ‘waardoor’, etc.
- Neem het standpunt van buurlanden mee (Duitsland, België).
- Kijk kritisch naar de bronnen. Wanneer deze vragen bij je oproepen, zoek daar dan antwoorden op.
Artikelen/video’s
boeren zijn het jojo beleid zat
boeren zitten niet op dure maatregelen te wachten
zondag met lubach boeren en stikstof
kabinet koopt boeren uit
stikstofmethode in Duitsland en België
RIVM

Binnen het adviesbureau vertegenwoordig jij “Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu“ oftewel het RIVM.
In opdracht van de overheid waakt het RIVM dat onze leefomgeving zo gezond mogelijk blijft, bewaken ze de algemene gezondheid van de mens en bestrijden ze infectieziekten. Wat is de rol van het RIVM binnen de stikstof discussie?
Lees de volgende webpagina (https://www.rivm.nl/stikstof) en vind antwoorden op de volgende vragen:
- Welke stikstoffen zijn schadelijk?
- Wat wordt bedoeld met concentratie?
- Wat wordt bedoeld met emissie?
- Wat wordt bedoeld met depositie?
- Wat doet het RIVM in het stikstof verhaal en heeft het instituut een standpunt?
- Stijgt of daalt de uitstoot van de schadelijke stikstoffen?
- Welke vier sectoren/bedrijfstakken geven de grootste bijdrage aan de stikstofdepositie?
Op de webpagina zie je de extra linkjes (zie hiernaast) naar informatie om nog meer te weten over de vragen die hierboven gesteld zijn.
Meten is weten
Het RIVM meet en berekent de concentraties stikstofoxides en ammoniak door het hele land en krijgt daarbij hulp van boswachters, milieuorganisaties en vrijwilligers. Hiervoor gebruiken ze professionele middelen die je alleen in laboratoria kunt vinden.

Er zijn echter ook eenvoudige manieren om te meten. Deze zijn wel minder nauwkeurig, maar misschien vind je toch interessante verschillen. Dit gebeurt met behulp van een kleuringsreactie met een kalibratielijn. Door middel van kleur kun je dan bepalen hoeveel stof ergens in zit.
Wanneer een bepaald stikstofgehalte in de lucht schadelijk is, is nog niet duidelijk bepaald door het RIVM. Voor gezond drinkwater is een grens gesteld aan grondwater, deze mag niet meer dan 50 mg stikstof bevatten per liter grondwater.
Wat je wel kunt bepalen is of er verschillen zijn tussen de verschillende grondmonsters om te bepalen welke grond relatief veel stikstof bevat.
Als het goed is heb je in les 1 de opdracht gekregen om op vijf plaatsen een zandmonster te nemen, te weten:
- Je achtertuin
- Zandbak in de buurt
- Bij school
- Bij een landbouwveld
- Potgrond (grond voor bloempotten)
Bepaal op de volgende pagina’s de hoeveelheid ammonium (NH4+), nitriet (NO2-) en nitraat (NO3-) volgens de handleiding “bepaling in grond RIVM” op de volgende pagina. Maak uit de meeting op welke grond het meeste en welke het minste hoeveelheid stikstof bevat.
Stikstofbepaling in grond RIVM
In dit practicum gaan we de gehalten van ammonium (NH4+), nitriet (NO2-) en nitraat (NO3-) in je grondmonsters bepalen. Om te kunnen meten, moeten we eerst de stikstof uit de grond halen door het op te lossen. Dit doen we met zout water (natriumchloride oplossing). Door het zout kunnen de stikstofverbindingen beter opgelost worden.
De oplossingen gaan we daarna bewerken met reagentia om de stikstofverbindingen te laten kleuren. Hoe meer stikstofverbindingen ergens in zitten hoe donkerder de kleur wordt. Voor elke stof is er een aparte bepalingsset. Per grondmonster doe je dus drie proefjes. Deze staan op de volgende pagina’s beschreven.
Monstervoorbewerking
Het oplossen van de stikstofverbindingen
Materialen
- Erlenmeyer 500 mL
- 1N natriumchloride oplossing (zoutwater)

- Grondmonsters
- Trechter
- Trechterhouder
- Filter
- Bekerglas 300 mL
Werkplan
- Neem een 500 mL erlenmeyer
- Giet 250 mL 1N natriumchloride in de erlenmeyer.
- Voeg grondmonster toe tot de maatstreep van 500 mL
- Doe een stop op de erlenmeyer en schud 1 min stevig
- Laat 5 minuten staan
- Schud nogmaals stevig voor 10 tellen
- Filtreer het water uit de erlenmeyer en vang het filtraat op in een bekerglas en dek af met parafilm tot je het weer nodig hebt.
Gehalte ammonium (NH4+)

De bepaling van ammonium in een oplossing wordt hieronder beschreven in een werkplan. Het gehalte wordt bepaald door een kleuringsreactie en een kalibratielijn. Hoe donkerder de kleur hoe hoger het gehalte ammonium.
Werkplan
- Vul 2 testbuisjes, elk met 5 mL van de testoplossing. Aan buis A voeg je niets meer toe, deze kun je afsluiten. Dit is je vergelijkingsoplossing.
- Voeg 10 druppels toe van oplossing NH4-1 aan buis B

- Sluit de buis en mix grondig
- Open buis B en voeg 1 maatlepeltje NH4-2 poeder toe aan buis B

- Sluit weer af en mix tot het poeder is opgelost
- Open opnieuw buis B en voeg 4 druppels NH4-3 toe
- Sluit af en mix
- Wacht 7 minuten
- Open beide buizen en plaats ze in de houder om te vergelijken met de kleurschaal. Als de kleur tussen twee waarden in zit dan kun je deze inschatten. Als de kleur van de schaal loopt mag je de oplossing verdunnen. Vergeet dan niet de gevonden schaal te vermenigvuldigen met de verdunning

Gehalte nitriet (NO2-)
De bepaling van nitriet in een oplossing wordt hieronder beschreven in een werkplan. Het gehalte wordt bepaald door een kleuringsreactie en een kalibratielijn. Hoe donkerder de kleur hoe hoger het gehalte nitriet.
Werkplan
- Vul 2 testbuisjes, elk met 5 mL van de testoplossing. Aan buis A voeg je niets meer toe, deze kun je afsluiten. Dit is je vergelijkingsoplossing.

- Voeg 4 druppels toe van oplossing NO2-1 aan buis B
- Sluit de buis en mix grondig
- Open buis B en voeg 1 maatlepel NO2-2 poeder toe aan buis B
- Sluit weer af en mix tot het poeder is opgelost

- Wacht 10 minuten
- Open beide buizen en plaats ze in de houder om te vergelijken met de kleurschaal. Als de kleur tussen twee waarden in zit dan kun je deze inschatten. Als de kleur van de schaal loopt mag je de oplossing verdunnen. Vergeet dan niet de gevonden schaal te vermenigvuldigen met de verdunning

Gehalte nitraat (NO3-)

De bepaling van nitraat in een oplossing wordt hieronder beschreven in een werkplan. Het gehalte wordt bepaald door een kleuringsreactie en een kalibratielijn. Hoe donkerder de kleur hoe hoger het gehalte nitraat.
Werkplan
- Vul 2 testbuisjes, elk met 5 mL van de testoplossing. Aan buis A voeg je niets meer toe, deze kun je afsluiten. Dit is je vergelijkingsoplossing.
- Voeg 5 druppels toe van oplossing NO3-1 aan buis B

- Sluit de buis en mix grondig

- Open buis B en voeg 1 maatlepel NO3-2 poeder toe aan buis B
- Sluit weer af en mix onmiddellijk voor 1 minuut
- Wacht 5 minuten
- Open beide buizen en plaats ze in de houder om te vergelijken met de kleurschaal. Als de kleur tussen twee waarden in zit dan kun je deze inschatten. Als de kleur van de schaal loopt mag je de oplossing verdunnen. Vergeet dan niet de gevonden schaal te vermenigvuldigen met de verdunning

Resultaten
Monster
|
mg NH4+/L
|
mg NO2-/L
|
mg NO3-/L
|
Achtertuin
|
|
|
|
Zandbak
|
|
|
|
School
|
|
|
|
Weiland
|
|
|
|
Potgrond
|
|
|
|
waterschappen
Binnen het adviesbureau vertegenwoordig jij de “Unie van Waterschappen”. Deze unie bestaat uit 21 waterschappen verspreid over Nederland.
In opdracht van de overheid waakt de Unie van Waterschappen over alles wat met water te maken heeft in ons land. Van de rivieren en dijken tot aan het drinkwater uit de kraan. Op hun website, https://www.uvw.nl/vereniging/visie/ beschrijven zij hun visie en beschrijven kort het natuurbeleid op de site https://www.uvw.nl/thema/waterkwaliteit/natuurbeleid/. Kun je uit die visie en het natuurbeleid opmaken of de waterschappen een rol spelen in de stikstof discussie?
In het natuurbeleid van de Waterschappen benoemen ze zogenaamde Natura 2000 gebieden, wat betekent dat? Natura 2000 zijn 160 gebieden in Nederland die beschermd moeten worden om zo de aanwezige planten en dieren (biodiversiteit) in stand te houden. Er is al jaren een overschot aan stikstof in deze gebieden, waarom is dat zo vervelend?

Lees het volgende artikel https://www.nporadio1.nl/natuur-milieu/18635-stikstof-zorgt-voor-verzuring-bodem-en-dat-heeft-grote-gevolgen-calcium en vind antwoord op de volgende vragen:
- Hoe komen de stikstoffen in de natuur?
- Stikstof in de grond bevordert plantengroei, waarom is dat zo erg?
- Wat is de invloed van een veranderende vegetatie (planten) voor de dieren die er leven?
- Wat is het gevolg van verzuring van de bodem?
Wat zijn Stikstofoxiden
Lees http://www.gezondheidenmilieu.be/nl/subthemas/stikstofoxiden-478.html . Stikstofoxide in de lucht zijn dus schadelijk voor de gezondheid en voor het milieu, welke gevolgen zijn er volgens het artikel?
Bij hoge temperaturen, in bijvoorbeeld verbrandingsmotoren, wordt stikstofmonoxide (NO) gevormd welke in de lucht omgezet wordt tot stikstofdioxide (NO2) door een reactie met zuurstof.
- Stel een kloppende reactievergelijking op voor de reactie van stikstofmonoxide naar stikstofdioxide!
Stikstofdioxide kan ook zure regen veroorzaken. Als het bliksemt kan de stikstof (N2) een reactie aangaan met zuurstof uit de lucht en stikstofoxide worden gevormd. Wanneer het gevormde stikstofdioxide in contact komt met water kan er salpeterzuur (HNO3) en stikstofmonoxide worden gevormd. Als dit in de grond of oppervlaktewater komt verzuurd de grond wat een negatieve invloed heeft op de plantengroei.
- Stel een kloppende reactievergelijking op van de vorming van salpeterzuur uit stikstofdioxide!

Meten is weten
Niet alleen voor de grond is stikstof schadelijk ook in het water is stikstof schadelijk. In het volgende artikel wordt beschreven hoe dat komt, http://www.betavak.nl/biologie/stikstof.htm.

Het is dus van belang dat het Waterschap de kwaliteit van ons water moet controleren en beschermen. Hoe zit het met het water in jou omgeving? Het Waterschap laat hun bepalingen uitvoeren in moderne laboratoria, maar zelf kun je ook meten. Niet zo nauwkeurig als in een laboratorium, maar misschien vind je interessante verschillen.
Als het goed is heb je in les 1 de opdracht gekregen om op vijf plaatsen een watermonster te nemen, te weten uit:
- De kraan thuis
- Een vijver in de achtertuin
- Een recreatieplas in de buurt
- Een sloot bij een weiland waar boeren groenten kweken
- Een sloot bij een weiland waar boeren koeien laten grazen.
Bepaal nu de hoeveelheid ammonium (NH4+), nitriet (NO2-) en nitraat (NO3-) volgens de handleiding “bepaling in water Waterschap”. Maak uit de meeting op welke water het meeste en welke het minste hoeveelheid stikstof bevat.
Stikstofbepaling in water Waterschap
In dit practicum gaan we de gehalten van ammonium (NH4+), nitriet (NO2-) en nitraat (NO3-) in je watermonsters bepalen. De aanwezig stikstof is al opgelost in het water dus is er geen monstervoorbereiding nodig. Je kunt de monsters meteen meten.
We gebruiken hiervoor teststrips. Deze kun je in het watermonster dompelen en dan met behulp van een kleurenschaal aflezen. Vergelijk de resultaten met de tabellen hieronder.



Gehalte ammonium (NH4+)
De bepaling van Ammonium in oplossing wordt hieronder beschreven in een werkplan. Het gehalte wordt bepaald door de kleur van de strip te vergelijken met een kleurenschaal.
Werkplan
- Dompel het test strip in het watermonster en beweeg het ca. 5 sec. heen en weer.
- De overtollige vloeistof niet afschudden en het test strip 15–30 seconden met het testveld horizontaal naar boven houden.
- Daarna het testveld met de kleurenschaal vergelijken en gehalte aflezen.

Resultaten
Monster
|
mg NH4+/L
|
Kraanwater
|
|
Vijverwater
|
|
Recreatieplas water
|
|
Slootwater gewassen
|
|
Slootwater koeien
|
|
Gehalte nitraat (NO3-)/nitriet (NO2-)
De bepaling van nitraat en nitriet in oplossing wordt hieronder beschreven in een werkplan. Het gehalte wordt bepaald door de kleur van de strip te vergelijken met een kleurenschaal.
Werkplan
- Teststrip 1 s met beide testvelden in het watermonster onderdompelen
- Schud de overtollige vloeistof eraf
- Wacht 60 s
- Daarna de testvelden onmiddellijk met de kleurenschaal vergelijken en de waarde aflezen.

Resultaten
Monster
|
mg NO3-/L
|
mg NO2-/L
|
Kraanwater
|
|
|
Vijverwater
|
|
|
Recreatieplas water
|
|
|
Slootwater gewassen
|
|
|
Slootwater koeien
|
|
|
Milieuactivisten
Binnen het adviesbureau vertegenwoordig jij de “Milieuactivist”. Binnen deze opdracht ga je een mening vormen met betrekking tot het gevolg van het stikstofprobleem op de natuur. Aan het einde van de opdracht ga je je inzichten delen met je collega’s van jullie adviesbureau.
GROEI
Stel je hebt een landgoed tot je beschikking met daarin zowel voedselarme grond (oligotroof) als voedselrijke grond (eutroof). Dit zorgt er voor dat je een heel mooi landgoed hebt met veel variatie in plantensoorten: een grote soortendiversiteit. Doordat er teveel stikstof in de lucht zit, wordt alle grond steeds voedzamer. Je landgoed gaat dus steeds meer bestaan uit voedselrijke grond.
Door je enorm drukke carrière kom je jarenlang niet op je landgoed. Wanneer je na 15 jaar teruggaat vraag je je in je dure limousine af wat je zult aantreffen.
- Wat is er gebeurt met de plantensoorten op het landgoed?
- Wat denk je dat het effect is op de diersoorten op je landgoed?
Dit fenomeen van twee variabelen (voedselarme en voedselrijke grond) die elkaar beïnvloeden, kunnen we bekijken vanuit een wiskundig model. Dit model noemen we een roof-prooi model. Vaak wordt hier schapen en wolven voor gebruikt. Bij de volgende opdrachten zullen we dan ook wolven en schapen als voorbeeld gebruiken. Probeer bij al je antwoorden de link te leggen met het stikstofprobleem, en dan vooral wat gebeurt met de voedselarme grond en voedselrijke grond door de toename van stikstof en het effect daarop voor de dieren en planten.
Opdracht 1: Onbegrensde groei
Ga naar:
http://netlogoweb.org/launch#http://netlogoweb.org/assets/modelslib/Sample%20Models/Biology/Wolf%20Sheep%20Predation.nlogo
en open een animatie. Klik bij grass-settings op on, stel het aantal schapen (intial number of sheep) in op 2 en het aantal wolven (intial number of wolves) in op 0.
Met de schuif boven het veld schapen zet je de tijd langzamer.
Klik op setup en dan go.
Zet na 180 ticks de animatie stil.
- Schets de curve van het aantal schapen..
- Hoe komt het dat de populatie steeds sneller groeit?
Opdracht 2: Begrensde groei
Ga terug naar de animatie over schapen. Laat de animatie verder lopen na t=200 (go). Wat gebeurt er met de curve?
- Teken de vorm van de curve van het aantal schapen.
- Waardoor neemt het aantal schapen niet verder toe?
- Rond welk niveau blijft het aantal schapen steken.
Begrensde groei: het logistisch verband
Koppel de volgende vragen aan het stikstofprobleem.
De populatie dieren of planten kan slechts tot een bepaald maximum doorgroeien, doordat omgevingsfactoren de groei zullen remmen. Denk hierbij aan een oplopend voedseltekort, minder ruimte. De omgeving zorgt voor een maximaal draagkrachtniveau K. (van het Duitse woord Kapazität)
- Welke omgevingsfactoren zijn nog meerverantwoordelijk voor de draagkracht van een gebied?
Dit betekent dat de populatie vrijwel ongehinderd mag groeien als de hoeveelheid nog niet in de buurt van het draagkrachtniveau K zit, en dat de groei vrijwel moet stoppen als de hoeveelheid in de buurt van het draagkrachtniveau K zit. Blijkbaar is de groeifactor afhankelijk van de afstand tussen draagkrachtniveau K en de grootte van de populatie S.
- Schets een grafiek met een tijd-as horizontaal, een vrij laag beginniveau van S en een maximumniveau K.
- Schets daarin hoe de populatie S zich zal ontwikkelen. Let vooral op het beginstuk en op het “eind”-stuk
Opdracht 3: Terug naar wolven en schapen
Ga naar: http://netlogoweb.org/launch#http://netlogoweb.org/assets/modelslib/Sample%20Models/Biology/Wolf%20Sheep%20Predation.nlogo en open de animatie, klik bij grass-settings op on, Klik op setup en dan go.
- Hoe verloopt de populatiegrootte van wolven?
- Hoe verhouden de curves van wolven en schapen zich ten opzichte van elkaar?
- Hoe groot is de periode van de populatie schapen in de grafiek?
- Wat merk je op aan de periode na verloop van tijd?
Opdracht 4: Koppeling naar het stikstofprobleem
Kun je soortgelijke conclusies als bij opdracht 3 bedenken voor het stikstofprobleem?
Zo ja doe dit. Lukt dit niet leg uit waarom.
Bouwkundigen
Binnen het adviesbureau vertegenwoordig jij de "bouwkundigen”.
Wat is het probleem met stikstof?
Op 29 mei 2019 deed de Raad van State een uitspraak over het Programma Aanpak Stikstof (PAS) die voor de bouwsector verstrekkende gevolgen heeft. De rechters oordeelden dat het PAS niet voldoet als wettelijk beoordelingsinstrument voor toestemming voor activiteiten die extra uitstoot van stikstof veroorzaken. Nederland handelt in strijd met de Europese regels volgens de Raad van State. De uitspraak bepaalt dat op voorhand duidelijkheid moet bestaan over de effecten van de compenserende maatregelen voor de stikstof-uitstoot.
Alle bouwprojecten die stikstof uitstoten, moeten vanaf nu aantonen dat zij geen significant effect hebben op 118 van de ruim 160 Natura 2000-gebieden in Nederland. Dit zijn de gebieden die te maken hebben met een overbelasting door stikstof. En als dat significante effect er wel is, moeten opdrachtgevers aantonen dat er geen alternatieven zijn, er voor de bouw een dwingende reden is van openbaar belang en aangeven welke compensatiemaatregelen ze nemen.
De uitspraak heeft effect op de bouw van bedrijventerreinen, woningen en de aanleg van infrastructuur zoals snelwegen, sluizen en dijkverhogingen. Niet alleen grote projecten worden geraakt, ook de kleine projecten moeten eraan geloven. In verband met de uitspraak zijn er in totaal zo’n 130 zaken aangehouden die bij de Raad van State liepen omtrent omgevingsvergunningen, tracébesluiten en bestemmingsplannen.

In Nederland moeten we meer duurzaam en circulair gaan bouwen. Wij gaan een klein onderdeel van de bouw onderzoeken.
- Wat betekenen de woorden ‘circulair’ en ‘duurzaam’?
Onderzoeksvraag:
Welk gerecycled materiaal isoleert het beste?
Hypothese
Geef aan welk materiaal jij denkt dat het beste isoleert.
Benodigheden:
- Neem 5 afvalprodukten mee, die als isolatiemateriaal zouden kunnen dienen.
(kijk evt in de prullenbak of in huis rond)
- 1 maatbeker
- Thermometer
- Stopwatch
- Waterkoker met water
Uitvoering:
- Isoleer de maatbeker met het isolatiemateriaal. Zorg dat er nog wel een opening is om water toe te voegen.
- Giet kokend water in de maatbeker en noteer de temperatuur om de 30 s. (5 min lang)
- Doe dit 2 x per stof om de nauwkeurigheid wat te verhogen en bepaal de gemiddelde temperatuur. Vul dit alles in de onderstaande tabellen in.

Verwerking van de resultaten:
Maak een grafiek met horizontaal de tijd en verticaal de gemiddelde temperatuur. Maak 3 diagrammen van de 3 materialen.
Kijk naar de meetwaarden in een temperatuur gebied die in alle 3 de diagrammen staan en schrijf de conclusie.
Conclusie:
Geef een antwoord op de onderzoeksvraag. Betrek in jouw antwoord ook de meetresultaten.
Leg in de conclusie ook uit wat deze proef te maken heeft met circulaire en duurzame bouw.
Klopte jouw antwoord bij de hypothese.
Opdracht 3 (in het adviesbureau)
Kom nu met de vijf rollen samen en formuleer een gezamenlijk advies over het stikstofprobleem. Bedenk een manier om het advies van het adviesbureau binnen ± 15 minuten te presenteren. Zorg ervoor dat je dit op een aantrekkelijke manier doet, verkoop je advies.
huiswerk
Jullie werken als adviesbureau het advies aan de overheid uit. Jullie werken verder aan de vorm van de presentatie die jullie als groep hebben gekozen. In de volgende les heb je dertig minuten om het eindproduct af te ronden. Daarna vinden de presentaties plaats.
Les 3
Opdracht 1 (in het adviesbureau)
In de eerste dertig minuten maak je jouw eindproduct af waarmee jullie adviesbureau het advies aan de overheid presenteert.
Presentatie
Nu jullie advies is geschreven en er een vorm is gekozen om deze te presenteren, krijgen jullie in de aula een tafel toegewezen om het advies te presenteren. Elk groepslid staat zeven minuten bij de tafel en loopt de rest van de tijd rond.
Als je bij de tafel staat, presenteer je het advies en leg je uit op welke feiten jullie advies is gebaseerd. Je beantwoordt ook vragen van de andere klasgenoten.
Als je rondloopt kijk je bij andere adviesbureaus en kijk je naar hun advies. Je vult daarbij bij vier adviesbureaus een van de onderstaande formulieren in.
