Binnen het adviesbureau vertegenwoordig jij “Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu“ oftewel het RIVM.
In opdracht van de overheid waakt het RIVM dat onze leefomgeving zo gezond mogelijk blijft, bewaken ze de algemene gezondheid van de mens en bestrijden ze infectieziekten. Wat is de rol van het RIVM binnen de stikstof discussie?
Lees de volgende webpagina (https://www.rivm.nl/stikstof) en vind antwoorden op de volgende vragen:
Op de webpagina zie je de extra linkjes (zie hiernaast) naar informatie om nog meer te weten over de vragen die hierboven gesteld zijn.
Meten is weten
Het RIVM meet en berekent de concentraties stikstofoxides en ammoniak door het hele land en krijgt daarbij hulp van boswachters, milieuorganisaties en vrijwilligers. Hiervoor gebruiken ze professionele middelen die je alleen in laboratoria kunt vinden.
Er zijn echter ook eenvoudige manieren om te meten. Deze zijn wel minder nauwkeurig, maar misschien vind je toch interessante verschillen. Dit gebeurt met behulp van een kleuringsreactie met een kalibratielijn. Door middel van kleur kun je dan bepalen hoeveel stof ergens in zit.
Wanneer een bepaald stikstofgehalte in de lucht schadelijk is, is nog niet duidelijk bepaald door het RIVM. Voor gezond drinkwater is een grens gesteld aan grondwater, deze mag niet meer dan 50 mg stikstof bevatten per liter grondwater.
Wat je wel kunt bepalen is of er verschillen zijn tussen de verschillende grondmonsters om te bepalen welke grond relatief veel stikstof bevat.
Als het goed is heb je in les 1 de opdracht gekregen om op vijf plaatsen een zandmonster te nemen, te weten:
Bepaal op de volgende pagina’s de hoeveelheid ammonium (NH4+), nitriet (NO2-) en nitraat (NO3-) volgens de handleiding “bepaling in grond RIVM” op de volgende pagina. Maak uit de meeting op welke grond het meeste en welke het minste hoeveelheid stikstof bevat.
In dit practicum gaan we de gehalten van ammonium (NH4+), nitriet (NO2-) en nitraat (NO3-) in je grondmonsters bepalen. Om te kunnen meten, moeten we eerst de stikstof uit de grond halen door het op te lossen. Dit doen we met zout water (natriumchloride oplossing). Door het zout kunnen de stikstofverbindingen beter opgelost worden.
De oplossingen gaan we daarna bewerken met reagentia om de stikstofverbindingen te laten kleuren. Hoe meer stikstofverbindingen ergens in zitten hoe donkerder de kleur wordt. Voor elke stof is er een aparte bepalingsset. Per grondmonster doe je dus drie proefjes. Deze staan op de volgende pagina’s beschreven.
Monstervoorbewerking
Het oplossen van de stikstofverbindingen
Materialen
Werkplan
De bepaling van ammonium in een oplossing wordt hieronder beschreven in een werkplan. Het gehalte wordt bepaald door een kleuringsreactie en een kalibratielijn. Hoe donkerder de kleur hoe hoger het gehalte ammonium.
Werkplan
De bepaling van nitriet in een oplossing wordt hieronder beschreven in een werkplan. Het gehalte wordt bepaald door een kleuringsreactie en een kalibratielijn. Hoe donkerder de kleur hoe hoger het gehalte nitriet.
Werkplan
De bepaling van nitraat in een oplossing wordt hieronder beschreven in een werkplan. Het gehalte wordt bepaald door een kleuringsreactie en een kalibratielijn. Hoe donkerder de kleur hoe hoger het gehalte nitraat.
Werkplan
Resultaten
Monster |
mg NH4+/L |
mg NO2-/L |
mg NO3-/L |
Achtertuin |
|
|
|
Zandbak |
|
|
|
School |
|
|
|
Weiland |
|
|
|
Potgrond |
|
|
|