RIVM

Binnen het adviesbureau vertegenwoordig jij “Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu“ oftewel het RIVM.

In opdracht van de overheid waakt het RIVM dat onze leefomgeving zo gezond mogelijk blijft, bewaken ze de algemene gezondheid van de mens en bestrijden ze infectieziekten. Wat is de rol van het RIVM binnen de stikstof discussie?

Lees de volgende webpagina (https://www.rivm.nl/stikstof) en vind antwoorden op de volgende vragen:

  1. Welke stikstoffen zijn schadelijk?
  2. Wat wordt bedoeld met concentratie?​
  3. Wat wordt bedoeld met emissie?
  4. Wat wordt bedoeld met depositie?
  5. Wat doet het RIVM in het stikstof verhaal en heeft het instituut een standpunt?​
  6. Stijgt of daalt de uitstoot van de schadelijke stikstoffen?​
  7. Welke vier sectoren/bedrijfstakken geven de grootste bijdrage aan de stikstofdepositie?

Op de webpagina zie je de extra linkjes (zie hiernaast) naar informatie om nog meer te weten over de vragen die hierboven gesteld zijn.

Meten is weten

Het RIVM meet en berekent de concentraties stikstofoxides en ammoniak door het hele land en krijgt daarbij hulp van boswachters, milieuorganisaties en vrijwilligers. Hiervoor gebruiken ze professionele middelen die je alleen in laboratoria kunt vinden.

 

Er zijn echter ook eenvoudige manieren om te meten. Deze zijn wel minder nauwkeurig, maar misschien vind je toch interessante verschillen. Dit gebeurt met behulp van een kleuringsreactie met een kalibratielijn. Door middel van kleur kun je dan bepalen hoeveel stof ergens in zit.

 

Wanneer een bepaald stikstofgehalte in de lucht schadelijk is, is nog niet duidelijk bepaald door het RIVM. Voor gezond drinkwater is een grens gesteld aan grondwater, deze mag niet meer dan 50 mg stikstof bevatten per liter grondwater.

Wat je wel kunt bepalen is of er verschillen zijn tussen de verschillende grondmonsters om te bepalen welke grond relatief veel stikstof bevat.

Als het goed is heb je in les 1 de opdracht gekregen om op vijf plaatsen een zandmonster te nemen, te weten:

Bepaal op de volgende pagina’s de hoeveelheid ammonium (NH4+), nitriet (NO2-) en nitraat (NO3-) volgens de handleiding “bepaling in grond RIVM” op de volgende pagina. Maak uit de meeting op welke grond het meeste en welke het minste hoeveelheid stikstof bevat.

Stikstofbepaling in grond RIVM

In dit practicum gaan we de gehalten van ammonium (NH4+), nitriet (NO2-) en nitraat (NO3-) in je grondmonsters bepalen. Om te kunnen meten, moeten we eerst de stikstof uit de grond halen door het op te lossen. Dit doen we met zout water (natriumchloride oplossing). Door het zout kunnen de stikstofverbindingen beter opgelost worden.

De oplossingen gaan we daarna bewerken met reagentia om de stikstofverbindingen te laten kleuren. Hoe meer stikstofverbindingen ergens in zitten hoe donkerder de kleur wordt. Voor elke stof is er een aparte bepalingsset. Per grondmonster doe je dus drie proefjes. Deze staan op de volgende pagina’s beschreven.

Monstervoorbewerking

Het oplossen van de stikstofverbindingen

Materialen

 

Werkplan

  1. Neem een 500 mL erlenmeyer
  2. Giet 250 mL 1N natriumchloride in de erlenmeyer.
  3. Voeg grondmonster toe tot de maatstreep van 500 mL
  4. Doe een stop op de erlenmeyer en schud 1 min stevig
  5. Laat 5 minuten staan
  6. Schud nogmaals stevig voor 10 tellen
  7. Filtreer het water uit de erlenmeyer en vang het filtraat op in een bekerglas en dek af met parafilm tot je het weer nodig hebt.

Gehalte ammonium (NH4+)

De bepaling van ammonium in een oplossing wordt hieronder beschreven in een werkplan. Het gehalte wordt bepaald door een kleuringsreactie en een kalibratielijn. Hoe donkerder de kleur hoe hoger het gehalte ammonium.

Werkplan

  1. Vul 2 testbuisjes, elk met 5 mL van de testoplossing. Aan buis A voeg je niets meer toe, deze kun je afsluiten. Dit is je vergelijkingsoplossing.
  2. Voeg 10 druppels toe van oplossing NH4-1 aan buis B
  3. Sluit de buis en mix grondig
  4. Open buis B en voeg 1 maatlepeltje NH4-2 poeder toe aan buis B
  5. Sluit weer af en mix tot het poeder is opgelost
  6. Open opnieuw buis B en voeg 4 druppels NH4-3 toe
  7. Sluit af en mix
  8. Wacht 7 minuten
  9. Open beide buizen en plaats ze in de houder om te vergelijken met de kleurschaal. Als de kleur tussen twee waarden in zit dan kun je deze inschatten. Als de kleur van de schaal loopt mag je de oplossing verdunnen. Vergeet dan niet de gevonden schaal te vermenigvuldigen met de verdunning

 

 

Gehalte nitriet (NO2-)

De bepaling van nitriet in een oplossing wordt hieronder beschreven in een werkplan. Het gehalte wordt bepaald door een kleuringsreactie en een kalibratielijn. Hoe donkerder de kleur hoe hoger het gehalte nitriet.

Werkplan

  1. Vul 2 testbuisjes, elk met 5 mL van de testoplossing. Aan buis A voeg je niets meer toe, deze kun je afsluiten. Dit is je vergelijkingsoplossing.
  2. Voeg 4 druppels toe van oplossing NO2-1 aan buis B
  3. Sluit de buis en mix grondig
  4. Open buis B en voeg 1 maatlepel NO2-2 poeder toe aan buis B
  5. Sluit weer af en mix tot het poeder is opgelost
  6. Wacht 10 minuten
  7. Open beide buizen en plaats ze in de houder om te vergelijken met de kleurschaal. Als de kleur tussen twee waarden in zit dan kun je deze inschatten. Als de kleur van de schaal loopt mag je de oplossing verdunnen. Vergeet dan niet de gevonden schaal te vermenigvuldigen met de verdunning

 

 

Gehalte nitraat (NO3-)

De bepaling van nitraat in een oplossing wordt hieronder beschreven in een werkplan. Het gehalte wordt bepaald door een kleuringsreactie en een kalibratielijn. Hoe donkerder de kleur hoe hoger het gehalte nitraat.

Werkplan

  1. Vul 2 testbuisjes, elk met 5 mL van de testoplossing. Aan buis A voeg je niets meer toe, deze kun je afsluiten. Dit is je vergelijkingsoplossing.
  2. Voeg 5 druppels toe van oplossing NO3-1 aan buis B
  3. Sluit de buis en mix grondig
  4. Open buis B en voeg 1 maatlepel NO3-2 poeder toe aan buis B
  5. Sluit weer af en mix onmiddellijk voor 1 minuut
  6. Wacht 5 minuten
  7. Open beide buizen en plaats ze in de houder om te vergelijken met de kleurschaal. Als de kleur tussen twee waarden in zit dan kun je deze inschatten. Als de kleur van de schaal loopt mag je de oplossing verdunnen. Vergeet dan niet de gevonden schaal te vermenigvuldigen met de verdunning

 

 

Resultaten

 

 

Monster

mg NH4+/L

mg NO2-/L

mg NO3-/L

Achtertuin

 

 

 

Zandbak

 

 

 

School

 

 

 

Weiland

 

 

 

Potgrond