De Academische Houding
Een academische houding maakt het mogelijk om kennis kritisch te beschouwen, te analyseren en te evalueren. Kritische vragen stellen en hierop antwoorden formuleren vormt de basis van iedere wetenschappelijke onderneming. Door kritisch te kijken naar kennis, de productie van die kennis en de eigen bijdrage eraan, wordt het eindproduct beter.
De academische houding is een verzameling gedragskenmerken van een goede academicus of wetenschapper. Een goede wetenschapper is in de eerste plaats nieuwsgierig en opmerkzaam: deze wil graag weten hoe de dingen in elkaar zitten, is onderzoekend van aard en niet tevreden met oppervlakkige verklaringen. Een goede wetenschapper is daarom ook kritisch. Dit betekent niet dat het iemand is die steeds kritiek heeft op anderen, maar dat deze voortdurend reflecteert op het wetenschappelijk product en de eigen bijdrage hieraan. Hiervoor heeft een goede wetenschapper zelfreflectie nodig en moet feedback kunnen geven en ontvangen. Een goede wetenschapper kan samenwerken met anderen en is zorgvuldig, gedisciplineerd en georganiseerd. Ten slotte kun je de wetenschapper herkennen aan iets opvallends: de wetenschapper stelt voortdurend vragen!
Het Academisch Onderwijs
De drie hoofddoelen van academisch onderwijs zijn het opdoen van vakinhoudelijke kennis, het leren delen van kennis op een wetenschappelijke manier -wetenschap is een ‘joint venture’, niet iets wat je alleen doet - en het ontwikkelen van zelfkennis. De vakinhoudelijke kennis krijg je in de opleiding aangeboden. Als wetenschapper denk je voortdurend na over de kwaliteit van je instrumentarium, of dat nu je laboratorium betreft of een nog uit te werken onderzoeksvoorstel op papier. Wat voor experiment je ook uitvoert of aan welke taak je ook werkt, één instrument zet je daarbij altijd in: jezelf. Het is belangrijk dat je ook jezelf als instrument kunt evalueren, daarom is zelfreflectie essentiëel voor een goede academicus. De Academische Houding loopt daarbij als een rode draad door de onderdelen van de opleiding.
Actief Studeren
Een verschil met het voorgezet onderwijs is dat de aangeboden lesstof op de universiteit niet per definitie zodanig is uitontwikkeld dat het direct opgeslagen kan worden als kennis. Je wordt genoodzaakt om actief aan de slag te gaan met het aangeboden materiaal, waarbij je als kritische lezer zelf de informatie op waarde probeert te schatten en de kern uit de stof haalt. De lesstof zal soms zelfs onvolledig zijn omdat op de universiteit gewerkt wordt op het grensgebied van wat we al weten en wat nog niet. Door actief om te gaan met de lesstof zorg je er voor dat je kritisch leert denken over de aangeboden stof. Daarnaast zorgt actief studeren er ook voor dat je meer onthoudt.
Vanwege de grote hoeveelheden kennis die je gaat vergaren, is het ook belangrijk om effectief om te gaan met de tijd en met het universitaire onderwijs: hoorcolleges, werkcolleges en practica.
Actief omgaan met hoorcolleges
Hoorcolleges zijn belangrijk omdat hierin meestal de belangrijkste zaken uit de lesstof worden behandeld. Ook uit hoorcolleges haal je het meest door actief met deze contacturen om te gaan.
- Lees voor het hoorcollege de stof een keer zoekend door. Probeer te begrijpen waar de stof over gaat en wat de moeilijkheden zijn. Ga na wat voor vragen de stof bij jou oproept. Schrijf deze op. Misschien worden deze vragen wel duidelijk tijdens het hoorcollege. Zo niet, aarzel dan nooit om zelf een vraag te stellen aan de docent.
- Maak tijdens het hoorcollege aantekeningen. Concentreer je daarbij op de kern van het gepresenteerde en probeer de rode draad te volgen. Voor hulp hierbij zie 'Aantekeningen maken: tips en methoden'.
- Lees op een later tijdstip je hoorcollegeaantekeningen nog eens (met het boek erbij) door om te kijken of je de behandelde stof echt heb begrepen. Als je nog steeds vragen hebt, dan kun je deze stellen aan de (werkcollege)docent of aan medestudenten. Op deze manier voorkom je dat je er vlak voor het tentamen achter komt dat er nog dingen zijn die je niet hebt begrepen.
- Wanneer je een samenvatting wilt maken van de collegestof, kun je gebruik maken van de concept map techniek. Hiermee kun je de behandelde stof structureren en verbanden tussen verschillende behandelde begrippen ontdekken. Waar een schriftelijke samenvatting tekstueel weergeeft wat onderlinge relaties zijn tussen concepten, doet een concept map dit visueel. Het visueel weergeven van (tentamen)stof kan het begrip ervan verder vergroten en bijdragen aan het onthouden van de stof. Voor verdere hulp bij Concept mappen, ga je naar 'Werkinstructies Concept Map'.
Actief omgaan met werkcolleges
Werkcolleges zijn naast hoorcolleges veel gebruikte werkvormen en belangrijk om je de stof eigen te maken. Meestal worden opgaven bestudeerd en gemaakt en vrijwel altijd is er gelegeneheid om te vragen naar zaken die tijdens het hoorcollege niet aan bod kwamen of onduidelijk bleven. Bovendien worden werkcolleges gegeven in kleinere groepen, dus profiteer van deze mogelijkheid om begeleid te worden. Maak van te voren eventuele huiswerkopgaven of bereid je voor op een pre-test, mochten die aan het begin van een werkcollege worden afgenomen. Daarnaast haal je het meeste uit een werkcollege als je de opgaven die je gaat behandelen al thuis hebt doorgenomen, omdat je dan gericht vragen kunt stellen over de opgaven waar je problemen verwacht.
Aantekeningen maken: tips
Niet te veel schrijven
De aantekeningen die je tijdens de les maakt maak je niet voor een ander, maar voor jezelf. Veel mensen zijn bang dat ze iets missen en schrijven alles op wat er wordt gezegd. Daar zijn ze zo druk mee bezig dat ze de les niet goed kunnen volgen. Omdat spreken sneller gaat dan schrijven, kan er stress ontstaan om alles op papier te krijgen. Ze denken dat ze achteraf uit de aantekeningen kunnen opmaken waar de les precies over ging, maar de kans is aanwezig dat je het dan niet goed begrijpt. Een spreker zal meestal een verhaal vertellen met een conclusie of evaluatie. Hetgeen wat gezegd is, wordt samengevat en op een rijtje gezet. Het is meestal niet handig om alles te willen noteren. De kans is ook groot dat je dingen dubbel opschrijft.
Stel vragen
Een actieve schrijver tijdens de les vraagt zich misschien af waarom een andere student met zijn armen over elkaar gevouwen zit en niets opschrijft. Deze student luistert alleen maar en stelt misschien wel de meeste vragen. Jij bent zo druk aan het schrijven dat je jezelf niet de kans gunt om vragen te stellen. Het is beter om je vooraf te verdiepen in het onderwerp dat wordt besproken en eventueel alvast wat vragen opschrijft. Je hebt al over het onderwerp nagedacht, waardoor er tijdens het spreken al antwoorden volgen. Mocht je nog meer vragen hebben, kun je ze tijdens de les stellen. Zo kun je een groot deel van de lesstof jezelf al eigen maken en scheelt het achteraf extra werk. Ook is het gemakkelijker luisteren naar wat de docent vertelt als je van te voren al bent ingelezen over het onderwerp.
Bereid je voor
Goede aantekeningen maken helpen je bij het begrijpen van de leerstof. Denk van te voren al na over het onderwerp en vraag jezelf af wat je er al vanaf weet. Vaak heb je er al meer kennis van dan je denkt. Schrijf geen dingen op die je al weet. Tijdens de les kunnen er nieuwe vragen ontstaan. Deze kun je alvast opschrijven en mogelijk volgen de antwoorden tijdens het spreken van de leraar. Het ligt ook aan het onderwerp, maar soms kun je jezelf vooraf inlezen. Er zijn soms aanbevelingen op een literatuurlijst of algemene leeslijst. Zo kun je het college meer in een context plaatsen. Ook al besteed je maar enkele minuten aan het vooraf inlezen, het kan je een hoop zelfvertrouwen geven waardoor je aantekeningen beter worden.
Kies een goede plaats
Als je een keuze hebt waar je kunt gaan zitten, probeer dan een goede plaats uit te zoeken. Zorg dat je alles goed kunt horen en zien. Vermijd rumoerige studenten of leerlingen waarvan je weet dat ze je afleiden of dat ze niet serieus genoeg zijn. Mocht het een grote ruimte zijn met veel mensen en je houdt daar niet zo van, kies dan een plaats vlak bij een uitgang of zijkant. Misschien is het handig om naast iemand te zitten die goed is in het maken van aantekeningen en kun je ervan leren.
Maak gebruik van Hand-outs, indien voorhanden
Er zijn veel docenten die van te voren een hand-out uitdelen. Dat is mooi, want meestal staan hierin de hoofdpunten en de verwijzing naar de lesstof of literatuur. Lees deze hand-out even goed door zodat je weet wat je niet meer op hoeft te schrijven. Als het mogelijk is, moet je dit voor de les lezen zodat je tijdens de lest je aandacht op de spreker kunt richten. Misschien is er ruimte op de hand-out om aantekeningen te schrijven. Houd de aantekeningen zo kort mogelijk.
Bepaal hoe je aantekeningen gaat maken
Je kunt op verschillende manieren aantekeningen maken. Het hangt ook van je persoonlijke voorkeur af. Sommigen kunnen de lesstof beter eigen maken door veel op te schrijven terwijl anderen beter zijn in luisteren. Als je veel aantekeningen maakt en snel kunt typen, is het misschien handiger om een laptop te gebruiken in plaats van pen en papier. Beide manieren hebben zo hun eigen voordelen.
Pen en papier:
Op papier is het gemakkelijk om met een markeerstift belangrijke punten te accentueren. Je kunt op papier gemakkelijk werken met symbolen, bijvoorbeeld pijltjes of eigen gemaakte symbolen. Sommige mensen werken met een snelschrift of tekeningen. Het is tenslotte voor jezelf en je bent helemaal vrij in de manier waarop je dit doet.
Laptop:
Zorg dat deze goed is opgeladen. Als je blind kunt typen, kun je veel noteren. Het gaat sneller dan alles opschrijven met pen en papier. Mocht je iets willen markeren, kan dat door de kleur van de letters te veranderen. Het kan handig zijn om online aantekeningen toe te voegen. Misschien kun je wel tekst knippen en plakken, zodat je minder hoeft te typen. Aantekeningen kun je bewaren door mapjes aan te maken. Zorg wel dat je een duidelijke mappenstructuur gebruikt, zodat je alles gemakkelijk kunt terugvinden.
Aantekeningen maken: methoden
De Cornell methode
Met de Cornell methode kun je op een compacte manier aantekeningen maken tijdens lessen, colleges of het doornemen van lesstof die je later moet kunnen reproduceren voor een of andere toets. Nadat je de aantekeningen op deze manier hebt gemaakt kun je zo vaak als nodig de lesstof weer even opfrissen.
Om aantekeningen te maken volgens de Cornell methode verdeel je een pagina in drie gedeeltes: twee kolommen (verhouding 1/3 en 2/3) en aan de onderkant een rij ter hoogte van ongeveer 5 centimeter. Zo krijg je drie gedeeltes:
1. In de brede kolom aan de rechterkant maak je je aantekeningen. Gewoon in korte zinnen of met wat schetsen de stof benoemen. Noteer zo bondig mogelijk en probeer de aantekeningen overzichtelijk te houden.
2. In de linkerkolom zet je belangrijke trefwoorden of vragen die je tijdens een toets moet kunnen beantwoorden.
3. Zodra je klaar bent met het maken van aantekeningen vat je de lesstof samen in de onderste horizontale ruimte. Noteer hier ook de bron van het materiaal (naam van het college/de docent) en de datum.
Bekijk ook dit filmpje. (6'13")
Doodlen
1: Een goede voorbereiding is het halve werk (en kost je maar 10 minuten)
Zorg dat je van tevoren weet waar de presentatie, lezing, of wat het ook is dat je wilt onthouden, over gaat. Verdiep je er in. Wat is de invalshoek, is het praktisch of theoretisch? Hoe lang duurt het? Welke vorm heeft het: een interview, lezing, rondetafelgesprek?
Sta vervolgens even stil bij wat jij er uit wilt halen. Waarom is dit belangrijk voor je? Wat hoop je te leren?
Zorg voor prettige spullen om aantekeningen mee te maken. Voor mij is dat papier en een fijne pen (of een tablet waar je op kunt schrijven en tekenen, of mindmappen).
2: Zet je luistermodus aan
Als je je hebt voorbereid op datgene waar je aantekeningen over wilt maken, is stap 2 een eitje. Je zet je luistermodus aan. Dat houdt in dat je met zoveel mogelijk aandacht en zo min mogelijk afleiding richt op datgene wat verteld wordt. Niet met de intentie om álles te absorberen, maar om datgene er uit te halen waar jij naar op zoek bent. Luister met de intentie om de rode draad te vinden, en houd je oren open voor sleutelwoorden. Dat zijn de woorden die een wereld van informatie in zich kunnen bevatten: die aangeven waar ‘het om gaat’.
3: Stop met zoveel mogelijk op te schrijven, start met doodlen
Doodlen helpt ons om beter te kunnen luisteren en informatie te verwerken. Stop met proberen álles op te schrijven wat iemand vertelt (je kunt nooit zo snel schrijven als iemand praat, je loop dan altijd achter, én je mist geheid hele stukken van het onderwerp), en ga gericht doodlen – ook wel bekend als sketchnoting, visual notes of visuele aantekeningen.
Richt je op de rode draad en op sleutelwoorden. Schrijf die op. Doe daar moeite voor, omdat sleutelwoorden en sleutelbegrippen je helpen om alle belangrijke achterliggende informatie op te roepen. Doodle, maar dan gericht. Varieer in je letters, de grootte, de plaats (hoe verhoudt het ene sleutelbegrip zich tot de andere). Gebruik kleur, pijlen, kaders om iets te benadrukken of relaties te leggen. Maak kleine tekeningen bij begrippen, als je een beeld te binnen schiet.
Kijk meteen na de presentatie je aantekeningen door. Mis je nog iets? Schiet je iets te binnen? Zie je een nieuw verband? Werk het bij, maak het af.
http://www.marjoleinvanbraammorris.nl/in-drie-simpele-stappen-betere-aantekeningen-maken/
Effectief Lezen
Om effectief te studeren is het belangrijk om informatie goed op te nemen. Vooral wanneer je veel tekst moet lezen, is het belangrijk dat je effectief leest. Er zijn een aantal manieren om een tekst zo goed mogelijk op te nemen:
- Bekijk de tekst eerst orienterend.
- Lees de tekst zoekend.
- Lees de tekst begrijpend.
- Analyseer de tekst.
- Herhaal de tekst.
Bekijk de tekst eerst oriënterend
Eerst probeer je een beeld te krijgen van waar de tekst over gaat en hoe moeilijk de tekst is. Dit helpt je actief betrokken te raken bij de tekst, waardoor je deze later beter zult kunnen onthouden. Om een tekst oriënterend te bekijken kun je het volgende doen:
- Lees eerst de titel en bedenk waar de tekst over zal gaan. Controleer of dit klopt door naar de inhoudsopgave te kijken.
- Blader de tekst door. Bekijk hierbij de titels van de verschillende paragrafen, eventuele afbeeldingen en bijlagen.
- Probeer je een beeld te vormen van de moeilijkheidsgraad van de tekst, zodat je kunt inschatten hoe lang je nodig zult hebben om de tekst te bestuderen.
- Vraag je af hoe de docent tegen de stof aankijkt. Is hij geïnteresseerd in de grote lijnen, of juist in de details van de tekst?
Lees de tekst zoekend
Nu probeer je een beeld te krijgen van wat de hoofdzaken en bijzaken zijn die in de tekst worden behandeld, wat de belangrijke stukken zijn en welke stukken minder van belang zijn. Dit helpt je om de tekst later gericht en effectief te leren begrijpen. Een aantal tips:
- Let op schuingedrukte, onderstreepte of dikgedrukte woorden. Dit zijn waarschijnlijk belangrijke begrippen.
- Probeer de belangrijke zinnen (zogenaamde ‘kernzinnen’) uit de tekst te halen. Deze herken je door het gebruik van bepaalde zinsconstructie als ‘Samenvattend’ of ‘Het is dus van belang’.
- Besteed extra aandacht aan de eerste en de laatste alinea van een paragraaf. In de eerste alinea wordt vaak uitgelegd waar de paragraaf over gaat, in de laatste wordt vaak samengevat wat is besproken.
Lees de tekst begrijpend
Nu ga je de tekst echt aandachtig lezen om deze te begrijpen. Hierbij is het vaak handig om:
- Te letten op wat de schrijver probeert duidelijk te maken.
- Korte aantekeningen te maken.
Analyseer de tekst
Belangrijke stukken tekst kun je het beste analytisch lezen. Hierbij probeer je na te gaan wat er precies in de tekst staat, of dat inderdaad waar is en wat je eigen mening erover is. Probeer de tekst in verband te brengen met dingen die je al weet. Als er iets niet duidelijk is, maak hiervan dan aantekeningen zodat je er later vragen over kunt stellen.
Herhaal de tekst
Neem de tekst nog eens een keer voor jezelf door. Ga voor jezelf globaal door of je alles begrepen hebt en of je geen belangrijke dingen hebt overgeslagen. Door de stof op deze manier nog een keertje te herhalen consolideert de opgenomen stof zich beter in je geheugen en kun je je deze later makkelijker herinneren.