Aangezien storingzoeken een belangrijke activiteit is binnen het vliegtuigonderhoud is het van belang om hier zowel een goede theoretische en praktische kennis op te bouwen.
Het is daarom fout om op goed geluk of zonder kennis van zaken storing te gaan zoeken.
Soms kan dit succes opleveren, maar meestal gokken we verkeerd en kan er vele malen meer aan extra schade ontstaan aan mens en machine.
Het is dan ook van belang dat we methodisch te werk gaan zodat:
De oplossing minder tijd kost.
De reparatie betrouwbaar en veilig uitgevoerd kan worden.
Het vliegtuig en zijn systemen daardoor veiliger en bedrijfszekerder zijn.
De operationele kosten uiteindelijk lager zijn.
Je meer zelfvertrouwen krijgt bij het opsporen van fouten en gebreken.
Start niveau storingzoeken.
Om zo goed en zo efficiënt mogelijk te kunnen storingzoeken is de volgende basiskennis van belang.
Basiskennis van de elektriciteitsleer.
Voldoende kennis te hebben genomen van de aangeboden lesstof over storingzoeken tijdens je basisopleiding.
Kennis van het gebruik van meet en controle gereedschap en/of instrumenten.
Voldoende kennis van elektrische schema's.
Basiskennis van de werking van systemen en subsystemen.
In het bezit zijn van de juiste elektrische schema's die van toepassing zijn op het betreffende systeem en subsystemen.
Algemene regels voor storingzoeken.
Steeds weer blijkt hoe belangrijk het is om elke vorm van storing met een nauwkeurig en weldoordacht beeld te benaderen.
Als een probleem eenmaal helder is gedefinieerd, ligt de oplossing gewoonlijk binnen handbereik.
Het belang van goede grondige systeemkennis kunnen we hierbij niet genoeg benadrukken.
Anders gezegd: systeemkennis vertaald zich rechtstreeks terug in tijdwinst.
Om goed en efficiënt te kunnen storingzoeken hebben we hiervoor een aantal basisregels voor jullie.
Stel vast en neem niet zonder meer maar iets aan wat je denkt.
Zorg voor een zo goed en duidelijk mogelijk inzicht in het betreffende systeem.
Stel vooraf vast hoe het systeem normaal zou moeten werken/functioneren.
Kijk naar situaties als oud-nieuw en modificaties.
Als het werkt blijf er dan verder af.
Luister naar wat collega technici kunnen vertellen of aan ervaring hebben opgedaan.
Werk veilig, denk aan spanningvrij, drukloos, etc.
Probeer het zo efficiënt mogelijk op te lossen.
Testvluchten dienen zoveel mogelijk te worden vermeden. In de meeste gevallen zijn de voorgeschreven tests in het Maintenance Manual voldoende.
Tot slot denk altijd aan het volgende gezegde "Meten is Weten",
De multimeter.
Wet van Ohm.
Voor we de multimeter nog behandelen even terug om de wet van "Ohm in een schema te laten zien.
In onderstaand schema een overzicht van eenheden en afkortingen.
In onderstaand schema geven we in het kort aan hoe we kunnen rekenen met de wet van Ohm.
De multimeter is meestal het eerste meetinstrument wat we gaan gebruiken bij het opzoeken van een elektrische storing in een systeem.
Laten we dus eerst nog eens even kijken voordat we gaan storing zoeken, wat we met een multimeter eigenlijk allemaal kunnen meten.
We zullen dit doen door middel van de uitleg in het volgende filmpje.
Het storingzoeken kunnen we in twee hoofdgroepen opsplitsen:
Analoog storingzoeken.
Digitaal storingzoeken.
We zullen verder in deze les hier dieper op ingaan.
Wel of geen storing.
We spreken in het vliegtuigonderhoud over twee verschillende zaken:
Een vliegklacht.
Een storing
Wanneer spreken we eigenlijk van een storing?
Wanneer we een systeem of sub-systeem van een vliegtuig aan het testen zijn en dit niet naar behoren werkt, dan spreken we van een storing.
Daarnaast kunnen we storingen nog onderverdelen in analoog of digitaal (storingzoeken).
Als er tijdens het vliegen een fout optreed spreken we van een vliegklacht.
Soorten storingen.
Het aantal storingen waar we mee te maken kunnen krijgen in elektrische installaties zijn legio zoals we hieronder er een aantal van noemen :
Gebroken draden (onderbreking).
Slechte elektrische verbindingen.
Los zittende connectors.
Niet goed werkende apparatuur.
Kapotte controle lampjes.
Kapotte switches.
Defecte systeem componenten.
Kortsluiting.
Verwisseling van draden en of componenten.
Te lage spanning.
Toch zijn de meeste storingen waar we mee te maken krijgen terug te brengen tot de volgende vijf:
Onderbreking.
Kortsluiting.
Verwisseling.
Defect onderdeel.
Te lage spanning.
Laten we deze maar eens nader bekijken en uileggen:
Oorzaken van storingen.
De meest waarschijnlijke oorzaken van storingen zijn de elektrische aansluitingen ( vooral stekkers / connectors) en gesmolten smeltveiligheden.
Storingen zoals losse contacten, corrosie en beschadigingen van isolatie kunnen meestal wel met het oog worden waargenomen.
Indien een cicuitbreaker geopend is of een smeltveiligheid is doorgesmolten, hebben we gewoonlijk te doen met een massasluiting.
Dit hoeft niet altijd het geval te zijn, daar het ook het gevolg kan zijn van overbelasting of een sluiting anders dan massasluiting.
1. Onderbreking in de elektrische installatie.
Onderbreking in de elektrische installatie kan ontstaan door een gebroken kabel, een kapotte schakelaar of een andere oorzaak waardoor er geen elektrische stroom kan vloeien. Een deel of de gehele installatie zal hierdoor niet werken.
2. Kortsluiting in de elektrische installatie.
Kortsluiting in de elektrische installatie kunnen we onderverdelen in:
Massasluiting.
Kortsluiting anders dan massasluiting.
Massasluiting wil zeggen, dat een geleider direct of indirect verbinding maakt met de metalen delen van het vliegtuig.
De oorzaken van massasluiting kunnen vele zijn. De meest voorkomende echter is de beschadiging van de isolatie van een kabel, waardoor de aders de metalen delen van het vliegtuig raken.
Massasluiting heeft het doorsmelten van de smeltveiligheid of het openen van van de circuitbreaker tot gevolg, behalve als de massasluiting gepaard gaat met een grote overgangsweerstand.
Kortsluiting anders dan massasluiting wordt veroorzaakt doordat twee geleiders elkaar raken of met elkaar worden doorverbonden door middel van een ander geleidend voorwerp.
Een voorbeeld hiervan is een sluitringetje dat gevallen is in een verdeeldoos en daar twee aansluitschroeven met elkaar doorverbindt. Een dergelijke kortsluiting kan het doorsmelten of het openen van de smeltveiligheid of circuitbreaker tot gevolg hebben. Ook kan bijvoorbeeld een schakelaar kortgesloten worden met het gevolg, dat een elektrisch apparaat gaat werken zonder dat de schakelaar ingezet is.
3.Verwisseling.
Een verwisseling van draden kenmerkt zich vaak doordat de installatie anders werkt dan volgens de functietest.
Ook kunnen door verwisselingen sluitingen optreden. Verwisselingen kunnen tijdens het nieuwbouw-proces en tijdens het uitvoeren van modificatiewerkzaamheden gemaakt worden.
4. Defect onderdeel.
Alvorens een onderdeel te verwisselen dienen we zorgvuldig te testen of het werkelijk aan dat onderdeel ligt en niet aan de elektrische installatie.
Raadpleeg ook tekeningen, documentatie, partnummers, serienummers en e.v.t modificatie status om te controleren of het juiste onderdeel wel ingebouwd is.
5.Te lage spanning.
Te lage spanning in de elektrische installatie wordt meestal veroorzaakt door losse of vervuilde verbindingen. Hierdoor ontstaat een te grote overgangsweerstand.
Te lage spanning is kenbaar aan flauw brandende lampen, langzaam lopende motoren enzovoorts.
Invloeden (storing) van buitenaf.
Signaalkabels transporteren meestal analoge of digitale signalen.
Deze signaalkabels kunnen verschillende vormen van storing "oppikken" van buitenaf.
Deze storingen van buitenaf bestaan uit verschillende 3 soorten velden die storingen kunnen veroorzaken, zonder elektrisch contact.
Dit zijn:
Elektrische velden.
Magnetische velden.
Elektromagnetische velden.
Analoog storingzoeken.
Werkmethode.
Om zo efficiënt mogelijk te kunnen storingzoeken is het van belang om hierbij altijd een bepaalde werkmethode te hanteren.
In het algemeen kunnen hiervoor de volgende 8 fasen hanteren:
Gegevens verzamelen.
Gegevens onderzoeken.
Storing analyseren.
Plaats van de storing bepalen.
Oorzaak van de storing vaststellen en wegnemen.
Storing herstellen.
Systeem testen.
Uitgevoerde werkzaamheden controleren.
Het verzamelen van gegevens.
We starten onze taak storingzoeken altijd met het verzamelen van de juiste gegevens en informatie.
Dit betekent dat je start met het bestuderen van het systeem / schema.
Bekijk als dit mogelijk is wat er nog wel werkt, en welke onderdelen er nog functioneren zoals ze dit normaal behoren te doen.
Kan je een relais laten schakelen, lampen laten branden, is de press to test functie goed. Als je gezien hebt wat wel werkt kan je die zaken uitsluiten want goed is goed.
Nu zul je moeten gaan kiezen wat je gaat meten, want zoals we al eerder hebben gezegt "Meten is Weten".
Let hierbij wel goed op je eigen veiligheid.
Als je dan toch moet gaan meten, meet dan eerst spanning want die staat er tenslotte nog op het systeem/schakeling, en als je eerst iets anders gaat meten moet je misschien onderdelen demonteren die je achteraf weer moet monteren als je toch weer spanning moet meten. Dit is alleen maar tijdrovend en dus zonde van je energie.
Nadat je zeker weet dat je geen spanning meer moet of wilt meten, zet je de spanning af en beveilig je het systeem of schakeling.
Je zou nu doorverbindingen kunnen gaan meten, Belangrijk is dat je schoon meet, en dit wil zeggen dat je zorgt dat je niet door lampen, relais en andere onderdelen kan/gaat meten.
Let wel goed op bij het meten van massa's. Je kan door alles heen meten en zelfs via een circuitbreaker en via de spanningsrail door een ander systeem ciruitbreaker naar massa meten.
Let goed op bij het gebruik van je multimeter op de hoogte van de pieper, bij het piepen met een FLUKE meet je een verbinding geen weerstand,. Schoon meten dus van punt naar punt.
Tot slot, bedenk dat je niet altijd alles zelf kunt waarnemen b.v. bij vliegklachten die zich dus op de grond niet voordoen, hiervoor zul je dan een goed en duidelijk overleg moeten plegen met de flightcrew tijdens een briefing die de betreffende vliegklacht heeft gerapporteerd.
Let hierbij op dat sommige zaken niet gemeld worden omdat ze misschien als onbelangrijk worden gevonden terwijl ze dit wel kunnen zijn bij het zoeken en vinden van de storing.
Loop dus altijd nog eens systematisch alles na en stel vragen.
Gegevens onderzoeken.
Door positieve en negatieve gegevens naast elkaar te zetten, kunnen we nagaan welke delen van het systeem we buiten beschouwing kunnen laten en welke delen we nader moeten onderzoeken.
Het is dan ook zeker aan te raden om altijd het gehele systeem te onderzoeken om op die manier te weten te komen dat de bron van de storing ook echt gevonden wordt.
Ook de ervaring is een waardevol gegeven maar het moet worden toegepast samen met de andere verzamelde gegevens.
Als we alléén af gaan op het feit dat we al eens eerder een zelfde storing hebben verholpen door een bepaald onderdeel te vernieuwen of te repareren dan bestaat de kans dat de storing na verloop van tijd weer optreed omdat we de storing niet juist hadden opgelost.
Het verdient in elk geval de aanbeveling om, ingeval bij een steeds herhalende storing, in plaats van steeds hetzelfde onderdeel te vernieuwen na te gaan of de fout welke de storing veroorzaakt niet ergens anders moet worden gezocht.
Storing analyseren.
Het maken van een analyse van wat voor soort storing we hebben is een belangrijk hulpmiddel.
Noteer hierbij zoveel mogelijk zaken waarvan je denkt dat deze belangrijk zijn.
Wat werkt wel.
Wat werkt niet.
Wat wijkt er af.
Wat wijkt er niet af.
Welke delen / onderdelen zijn goed.
Welke delen / onderdelen zijn fout.
Wat is de storingsoort.
Bepaal welke je meetpunten er zijn.
Bepaal wat je waar en wat kunt meten op deze meetpunten.
Maak een plan van aanpak.
Plaats van de storing bepalen.
De manier om het snelste de plaats van de storing te bepalen kunnen we op de volgende manier bereiken.
De installatie waar de storing zich in bevindt kunnen we in twee delen splitsen en daarna telkens het deel waarin de storing zit ook weer op te te splitsen.
Een voorbeeld hoe je een installatie kunt opsplitsen zie je in het schema hieronder, dit schema gaat over systeem 1 en 2.
We kunnen om te starten de installatie dus opsplitsen in deel-1 (sys.1)en deel-2(sys.2)
Installatie opsplitsen in twee delen sys.1 en sys.2 om het storingzoeken makkelijker te maken.
In een vliegtuig kunnen we deze methode helaas niet altijd toepassen, omdat daar waar we volgens het schema zouden moeten splitsen dit alleen zou gaan ten koste van heel veel demontage werkzaamheden en dus een te kostbare methode is.
Dan moeten we naar een zo efficiënt mogelijke oplossing zoeken om te kunnen opsplitsen of te zoeken.
Soms komt het voor dat we toch op die bijzonder moeilijk bereikbare plaats moeten zijn, het besluit om dan de installatie te gaan demonteren doen we dus alleen als onomstotelijk vast staat dat de storing zich ook daar echt bevindt.
Dit zelfde geldt ook voor het uitwisselen van componenten die te complex zijn en dus deze opgestuurd moeten worden voor reparatie.
Extra aandacht is dan ook nodig dat we zeker weten dat het niet aan de aansluiting of aansluitkabel ligt.
Het is anders mogelijk dat we een goed component op sturen waarin geen storing zit, en dit is een verspilling van tijd en geld.
Oorzaak van de storing vaststellen.
Willen we de oorzaak van een storing vaststellen moeten we niet te snel denken dat we de oorzaak gevonden hebben.
Geconcentreerd moeten we alle mogelijkheden van een storing nagaan.
Dat kunnen we alleen als we de montage en manier van aansluiten tot in detail kennen.
Bijvoorbeeld iemand die wel eens draden aan een 60-polige stekker heeft gezet, weet dat bij bepaalde stekkers de onderlinge afstand tussen de aansluitingen erg klein is en dus ook het gevaar van sluiting aanwezig is.
Een ander voorbeeld is: het maken van massa-aansluitingen op de constructie van het vliegtuig moet met zorg gebeuren, omdat anders na verloop van tijd door corrosie een slecht contact kan ontstaan.
Ook een soldeerpunt kan na verloop kristalliseren waardoor er een te grote overgangsweerstand ontstaat.
In andere gevallen kan het zo zijn dat we de handelingen die normaal verricht worden tijdens het storingzoeken van A tot Z moeten nagaan, om zo op die manier precies te kunnen vaststellen wanneer de betreffende storing optreedt, ( let hierbij op verstoringen zoals chafing, vocht, mechanische invloeden etc) en dat we vanaf dat punt consequent moeten zoeken.
Storing herstellen.
Pas als we met zekerheid de oorzaak van de storing hebben vastgesteld heeft het zin deze te repareren.
Alleen dan weten we zeker dat de betreffende storing zich niet zal herhalen.
Van storingen die herhaaldelijk optreden kunnen we met zekerheid zeggen dat alle moeite en herstelwerkzaamheden die er uitgevoerd zijn niet geleid hebben tot het wegnemen van de oorzaak die aan de storing ten grondslag ligt.
Systeem testen.
Het gerepareerde of uitgewisselde onderdeel moeten we zodanig testen dat onder alle omstandigheden het systeem weer goed functioneerd (bij uitgewisselde delen gaan we er wel vanuit dat deze al in de componentenshop uitgebreid getest zijn)
Het testen van het volledige systeem is en blijft een essentieel onderdeel van het storingzoeken, want alleen zo kunnen we de juiste en veilige werking van het systeem als geheel garanderen.
Alvorens we gaan testen dienen we er zeker van te zijn dat het mogelijk is om de betreffende testen ook geheel veilig en volgens de juiste procedure te kunnen uitvoeren in combinatie met andere werkzaamheden aan/in het vliegtuig.
Uitgevoerde werkzaamheden controleren.
Om een storing te kunnen verhelpen zijn er meestal diverse demontage en montage werkzaamheden verricht en diverse ruimtes geopend voor inspectie en andere werkzaamheden in verband met het storingzoeken.
Inspecteer de verrichte werkzaamheden en ruimtes die open zijn op FOD en wikkel op de juiste manier de administratieve handelingen af die bij de diverse werkzaamheden behoren.
Het storingzoeken.
Wanneer we naar een elektrische storing gaan zoeken, dienen we een systematische en logische procedure te volgen.
Stel eerst vast of de storing in het apparaat of in de installatie schuilt. Ga hierbij uit van wat het gemakkelijkste te controleren valt of het meest waarschijnlijk is.
Als er bijvoorbeeld een lamp niet brand, dan is het hoogst waarschijnlijk dat de lamp stuk is.
Brandt er echter een hele serie lampen niet, dan is het meest voor de hand liggende dat de storing in de installatie schuilt.
Als de storing zich in de installatie voordoet, bepaal dan eerst aan de hand van een bedradings- of principeschema waar de storing ongeveer kan zitten en met wat voor soort storing we te maken hebben.
Als de storing waarschijnlijk in een apparaat zit, meet dan eerst alle ingangen alvorens het apparaat te vervangen. Onnodige vervanging is duur.
Een handig hulpmiddel voor storingzoeken is een flowdiagram. Stap voor stap loop je hiermee de verschillende fasen door.
Hieronder zie je een voorbeeld van een flowdiagram.
Flowdiagram voor storingzoeken.
Om het storingzoeken te vergemakkelijken tijdens het onderhoud aan vliegtuigen kunnen we gebruik maken van handboeken.
Een voorbeeld hiervan zijn: System schematics, wiring diagrams,Trouble Shoot Manual,Troubleshooting connectors and wiring of het Fault Isolation Manual .
In dit manual zijn voor veel systemen in het vliegtuig een aantal flowdiagrammen opgenomen waarin we direct al veel gerichter kunnen gaan zoeken waar mogelijke fouten in het betreffende systeem zich zouden kunnen voordoen.
De gebruikte flowdiagrammen in het TSM of FIM zijn flowdiagrammen die op systeemniveau gebruikt worden.
Let hierbij wel op dat dit voorbeelden zijn, en dat het kan voorkomen dat de storing die we zoeken er niet in staat
Als dit zich voordoet dat we met behulp van het Trouble Shoot Manual de storing niet kunnen vinden, moeten we gewoon op ons gevoel en gezond verstand verder zoeken.
We mogen er dus niet vanuit gaan dat als er volgens het TSM of FIM geen storing is gevonden er wel een kan zijn, en we deze dus op een andere manier moeten zoeken en oplossen.
Hieronder een voorbeeld van een flowdiagram uit het Trouble Shoot Manual.
Flowdiagram van een pitot-static systeem.
Soms hebben we te maken met onduidelijkheden tijdens het storingzoeken omdat we niet het juiste antwoord zien in het flow diagram.
Dan kan het soms gebeuren dat we door moeten zoeken in het volgende flow diagram, in het zelfde chapter maar soms ook in andere aangegeven chapters.
Als dat op een gegeven moment niet tot oplossingen komt zal men uiteindelijk toch aangewezen zijn op eigen onderzoek.
In de onderstaande twee flowdiagrammen zien we dat we soms storings flow diagrammen hebben die doorgaan in meerdere chapters van het Fault Isolation Manual, we zien dat we dan van b.v. van chapter 24-33-00 verder gestuurd worden naar chapter 31-51-00.
Storing wanneer het apparaat wordt bediend door een relais.
Waneer een apparaat wordt bediend door een relais, dan kan de storing zowel in de keten van het relais zitten als in de keten van het apparaat. Pas de volgende procedure toe om de plaats van de storing vast te stellen:
Controleer eerst de smeltveiligheid van de cicuitbreaker van de keten van het relais en van de keten van het apparaat. Indien één van deze is doorgesmolten of geopend, vervang hem dan of schakel hem weer in. Als van één van de ketens de veiligheid weer smelt of opent, controleer dan die keten op massasluiting.
Zijn de veiligheden in orde, luister dan of het relais nog werkt (klikt), terwijl een helper de schakelaar bedient, werkt het relais niet, controleer dan de keten van het relais.
Werkt het relais wel, verwijder dan het relais uit de socket, zet de schakelaar in en meet of er spanning staat op de aansluitingen in de socket. Is de spanning niet normaal, controleer dan de installatie vanaf de socket aansluitingen terug tot aan de verdeelstrip van waar de installatie gevoed wordt (let op haal dus altijd het relais uit de socket en niet de aansluitingen verwijderen).
Is de spanning normaal, dan is óf het apparaat defect óf de contacten van het relais zijn vervuild (overgangsweerstand). Ga dan als volgt te werk. Overbrug de contacten van het relais. We kunnen dan controleren of het apparaat defect is of het relais. Verwissel ter controle daarna het relais tegen een relais waarvan we weten dat het goed is.
Testmethoden.
De elektrische installaties kunnen we testen op twee manieren, namelijk:
Het testen van de installatie terwijl deze onder spanning staat.
Het testen van de installatie terwijl de spanning uitgeschakeld is.
De methode van testen is afhankelijk van de soort van de storing en de omstandigheden waaronder gewerkt wordt
Let hierbij altijd wel goed op voor je eigen veiligheid, ook als we testen als de spanning is uitgeschakeld, zorg er dan voor dat er niet door toeval de spanning ineens ingeschakeld kan worden, dit zorgt voor ongewild grote risico's voor mens en installatie.
Het testen van de installatie terwijl deze onder spanning staat.
Het opsporen van onderbrekingen in een onder spanning staande installatie kunnen we doen door de spanning te meten tussen een punt of aansluiting in de positieve geleider van de installatie en massa. De storing zit dan tussen het gedeelte waar we aan de ene kant volle spanning en aan de andere kant geen of lage spanning meten.
Het opzoeken van een onderbreking terwijl de installatie onder spanning staat.
Indien we storingen zoeken in een installatie terwijl de spanning er nog op staat, dienen we er wel om te denken dat als we werkzaamheden aan de installatie uitvoeren die met het testen samenvallen, bijvoorbeeld het losmaken van kabel aansluitingen en dergelijke, de installatie spanningsloos moet worden gemaakt.
De veiligste weg om een installatie spanningsloos te maken is het losmaken van de batterijkabels en het verwijderen van de buitenboordvoedingen. Het uitzetten van de schakelaar alleen is niet altijd voldoende, omdat er bepaalde ketens zijn (de zgn hot- links) die altijd onder spanning staan. Indien dit niet mogelijk is dienen we de betreffende circuitbreakers te trekken en maatregelen te treffen dat ze niet zo maar weer ingedrukt kunnen worden.
Het testen van de installatie terwijl deze onder spanning staat wordt meestal gedaan met een voltmeter of testlamp. We dienen ons er altijd eerst van te overtuigen of de voltmeter, die we gebruiken voor de betreffende installatie geschikt is.
Controleer eerst of deze geschikt is voor gelijkstroom, wisselstroom en het juiste meetbereik heeft. De testlamp moet een gering wattverbruik bezitten en geschikt zijn voor de te testen spanning.
Voor het openen van verdeeldozen/ boxen schakelen we altijd eerst de spanning af en schakelen we deze later pas weer in.
Pas op met meetpennen, het maken van sluiting ligt hier zeker op de loer, en beschadiging door vonkvorming levert veel onnodig werk op, daarbij kan het zeker ook persoonlijk letsel veroorzaken.
Het testen van de installatie terwijl de spanning uitgeschakeld is.
Het opsporen van een onderbreking in een circuit waar geen spanning op staat, doen we door het circuit systematisch bij gedeelten met een continuïteitstester of ohmmeter te testen. Deze apparaten zorgen zelf voor hun eigen spanning.
In dit voorbeeld zijn we begonnen te meten bij de voeding. Bij een vliegtuig zal men echter dikwijls sneller ten opzichte van de massa meten. In dat geval moeten we dan wel de circuitbreaker trekken of veiligheid verwijderen, omdat we anders door andere takken van de installatie naar massa meten.
Het opzoeken van een onderbreking met behulp van een continuïteitstester
Voor het testen van instrumentcircuits, waarbij het instrument niet van de installatie is losgekoppeld, mogen we alleen maar een ohmmeter gebruiken. Een ohmmeter geeft maar een heel kleine stroomsterkte af, en we voorkomen hiermee beschadigingen van het instrument.
Opsporen van massasluiting.
Willen we een massasluiting opsporen zonder spanning van de voedingsbronnen van het vliegtuig zelf te gebruiken, dan maken we gebruik van een continuïteitstester of een ohmmeter.
Eerst wordt punt-A losgemaakt, daarna punt-Y en pas als punt-S2 is los gemaakt geeft het gebruikte meetinstrument geen uitslag of indicatie meer.
We weten nu dat de storing tussen punt-S2 en punt-Y zit.
Zie hieronder het voorbeeldschema wat we hiervoor gebruiken.
Het opzoeken van een massasluiting met behulp van een continuïteitstester of Ohmmeter.
Opsporen van fouten, die een te lage spanning veroorzaken.
Wanneer de spanning van een circuit te laag is, controleren we eerst of dit niet zijn oorzaak vindt in de voedingsbronnen van de installatie (bijvoorbeeld een lege accu).
Zijn de voedingsbronnen in orde, dan kunnen we de fout op gaan zoeken.
Te lage spanning wordt meestal veroorzaakt door een overgangsweerstand in de keten, die bij stroomdoorgang een spanningsverlies veroorzaakt. De gemakkelijkste manier om een dergelijke fout op te sporen is de keten te belasten. We kunnen dit doen door het elektrisch apparaat, dat via deze circuit wordt gevoed, bij te zetten en dan met een voltmeter de keten af te zoeken, op dezelfde manier als we een onderbreking opzoeken.
De meest voorkomende plaatsen waar we een hoge overgangsweerstand tegen kunnen komen zijn stekkeraansluitingen, relaiscontacten en andere elektrische verbindingen zoals massapunten.
Digitaal storingzoeken.
Digitale systemen bestaan uit een aantal units die onderling met elkaar verbonden zijn en samen één geheel vormen.
Het digitale karakter vindt men hoofdzakelijk terug in de wijze van communicatie tussen de verschillende units.
Deze units kunnen gedeeltelijk analoog zijn, zoals ontvangers, zenders, sensoren, etc, deze analoge signalen moeten wel worden omgezet in digtale signalen zodat het systeem deze signalen dan verder kan verwerken.
Build In Test Equipment (BITE) check.
Het systeem test zichzelf en bijbehorende apparatuur door middel van de BITE-check. (testknop op de unit).
NA afloop van de BITE-check verschijnt er goed- of fout-indicatie van het geteste systeem of apparatuur.
De BITE-check geeft ook informatie over de afzonderlijke systeemcomponenten, vooral welke componenten niet of correct functioneren.
Gebruik van een Test box en of Breakout box.
Het storingzoeken in een digitaal systeem beperkt zich meestal tot het lokaliseren van een bedradingsfout of een defecte unit. Verhelpen van een bedradingsfout vindt meestal in het vliegtuig plaats, terwijl defecte units elders worden gerepareerd en getest.
Naast de gebruikelijke meetinstrumenten worden bij storingzoeken zogenoemde test boxen en breakout boxen gebruikt.
Voor het testen van een unit in een systeem heeft een unit soms ingangsgegevens nodig die soms moeilijk te verkrijgen zijn ( bijvoorbeeld een draaiende motor). Met een test box is het mogelijk gegevens te simuleren zodat je op die manier de unit en het systeem toch kunt testen .
Voorbeeld van een Air Data Test Box.
Voorbeeld van een test box voor verlichting.
Bij het meten in systemen mogen kabelbomen meestal niet verbroken worden.
Tussen de connectoraansluitingen van de unit kan dan een breakout box worden aangesloten die de handhaving van de elektrische verbinding van de kabelboom en unit als functie heeft, terwijl er via meetbussen gemeten kan worden op de aansluitpunten van de unit.
Op die manier kan men dus controleren of men ook de waardes meet die men moet controleren, zodat men weet of de unit juist functioneerd of niet.
Voorbeeld van een breakout box.
Data Analyser.
Hedendaagse vliegtuigen zitten vol met databussystemen, dat wil zeggen dat alle units van een bepaald systeem aan elkaar verbonden zijn.
Er wordt een digitaal woord/opdracht verstuurd met een soort van adrescode: de unit met het betreffende adres zal dit woord/opdracht dan kunnen gebruiken.
Met de data-analyser kunnen we dit woord/opdracht ook uitlezen en dus bepalen of de goede woorden/opdrachten worden gevormd.
Aan de hand van wat er voor resultaat uit de data analyse komt kan men uitlezen welke units wel en niet goed functioneren en dus waar de storing of fout zit in het data systeem.
Voorbeeld van hoe een Data Analyser eruit ziet.
Centralized Maintenance.
Steeds vaker worden er systemen ingebouwd waarbij we vanuit een centraal punt in het vliegtuig kunnen storingzoeken.
Het betreft een displayunit met de mogelijheden om diverse datawoorden uit te lezen om op deze manier te kunnen bepalen of systemen naar behoren werken.
Vaak zit er ook een geheugenfunctie in, zodat de fouten die bijvoorbeeld tijdens de vlucht zijn opgetreden op de grond door de onderhoudstechnicus kunnen worden uitgelezen.
Ook kleine functietesten kunnen meestal worden uitgevoerd vanaf dit systeem.
Omdat bij digitaal storingzoeken zoekfuncties automatisch uitgevoerd worden moeten we als technici niet vergeten dat wij uiteindelijk verantwoordelijk zijn voor het gehele proces.
Gebruik dan hierbij dan ook altijd je "common sense", hetgeen eigenlijk wil zeggen, als iets niet goed voelt, niet lijkt wat wat het is of je niet denkt dat dit de uitkomst is die het behoort te zijn, je altijd analoog/handmatig verder moet zoeken, om de zekerheid te verkrijgen die je wilt.
Oefeningen voor storing zoeken.
Het theorie gedeelte over het storingzoeken heb je nu zover gereed.
Je kunt nu verder gaan met de afsluitende oefeningen van het storing zoeken in elektrische schema's.
Klik op onderstaande link om deze oefeningen te gaan doen.
Het arrangement Storingzoeken aan elektrische vliegtuigsystemen is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Corneel van Terheijden
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2021-01-10 14:46:30
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.