Keuzedeel
Inleiding
Welkom op de WIKI van het keuzedeel Assisteren bij facilitaire diensten (K0005)
Deze WIKI is gemaakt voor studenten van de opleiding Service Medewerker Breed niveau 2, van Noorderpoort. De WIKI kan gebruikt worden om kennis en vaardigheden eigen te maken en voor te bereiden op het examen om het keuzedeel af te ronden.

Wat houdt het keuzedeel in?
Dit keuzedeel gaat over het assisteren bij facilitaire werkzaamheden. Facilitaire werkzaamheden zorgen ervoor dat mensen hun werk kunnen doen, bijvoorbeeld door schoonmaken en aanvullen van materialen. Bij faciltaire werkzaamheden staat gastvrijheid voorop: het draait om de mensen voor wie je het doet.
Je voert eenvoudige werkzaamheden uit. In je werkzaamheden pas je routines en standaardprocedures toe. Je maakt gebruik van basiskennis en vaardigheden om te assisteren bij facilitaire werkzaamheden. De werkzaamheden zijn wisselend van aard, maar altijd in een vaste context en routine. Je werkzaamheden zijn weinig complex, maar door de diversiteit aan werkzaamheden moet je snel kunnen schakelen tussen werkzaamheden en personen waarmee je communiceert.
Wat wordt er van jou verwacht?
Met behulp van de WIKI doe je voldoende kennis en vaardigheden op om de eindopdracht te kunnen uitvoeren. Als het resultaat van je eindopdracht wordt beoordeeld met een voldoende, kun je het afsluitende examen gaan uitvoeren op je BPV of werkplek. De WIKI kan worden gebruikt bij zelfstudie of als leidraad bij de lessen. Je docent geeft instructies hoe je deze WIKI moet gebruiken en welke aanvullende eisen er gesteld worden aan de opdrachten.
Veel plezier en succes!
Wiki
Werken met de WIKI
Met behulp van de WIKI doe je voldoende kennis en vaardigheden op om de eindopdracht te kunnen uitvoeren. De WIKI kan worden gebruikt bij zelfstudie of als leidraad bij de lessen. Je docent geeft instructies hoe je deze WIKI moet gebruiken en welke aanvullende eisen er gesteld worden aan de opdrachten.

Inhoud
De WIKI is verdeeld in een aantal hoofdonderwerpen. Zo lees je in het hoofdonderwerp KEUZEDEEL een aantal praktische dingen voordat je met de WIKI aan de slag kan gaan. Ook lees je hier uitleg over het te verwachten examen. De lesinhoud is verdeeld in twee hoofdonderwerpen, namelijk LOGISTIEKE WERKZAAMHEDEN en CATERINGWERKZAAMHEDEN. Als je deze onderwerpen aanklikt, krijg je opnieuw een keuzemenu. Hier kun je ervoor kiezen om eerst met de theorie aan de slag te gaan, of meteen met de opdrachten te beginnen. Ten slotte kun je zien wat de EINDOPDRACHT inhoudt.
Voor wie is de WIKI?
De WIKI is bedoeld voor studenten van de opleiding SERVICE MEDEWERKER BREED die het keuzedeel Assisteren bij facilitaire diensten volgen, bij Noorderpoort. Dit kunnen zowel BOL als BBL studenten zijn. De WIKI is gemaakt door docenten van het Noorderpoort. Jouw keuzedeel docent kan je vertellen op welke manier de WIKI wordt gebruikt bij de lessen.
Vragen?
Heb je vragen die met de lessen te maken hebben? Deze kun je stellen aan jouw keuzedeel docent of aan je Studieloopbaanbegeleider.
Heb je vragen over de WIKI of klopt er iets niet? Dan kun je via de Colofon contact opnemen met de maker van de WIKI.
Examen
Examen
Hier volgt binnenkort instructie betreffende het examen
Logistieke werkzaamheden
Orienteren
Assisteren bij logistieke werkzaamheden

Als je assisteert bij facilitaire werkzaamheden, krijg je te maken met het verzorgen van voeding voor anderen. Daar komt veel bij kijken, van inkopen tot hygiëne, van bereidingstechnieken tot serveren. Je krijgt ook te maken met de logistiek rond deze opdracht: het ontvangen en opslaan van goederen, het verzamelen van goederen, het vervoeren van goederen en materialen en het vervoeren van mensen.
Je assisteert bij interne en externe transportwerkzaamheden en indien van toepassing bij (interne) verhuizingen. Je verzamelt, selecteert en controleert goederen op defecten en geeft bijzonderheden door aan de leidinggevende. Je transporteert goederen naar de gewenste locatie. Je slaat goederen op. Je begeleidt en vervoert cliënten naar de afgesproken locatie.
Opdracht 1 Wat is logistiek?
a. Als je denkt aan logistieke werkzaamheden, welke woorden schieten je dan te binnen?
b. Denk je dat er in ieder bedrijf logistieke werkzaamheden zijn? Waarom wel of niet?
c. Schrijf in eigen woorden op wat logistiek volgens jou is.
Opdracht 2 De goederen en het magazijn
a. Met welk soort goederen heeft een ziekenhuis volgens jou te maken?
b. Met welk soort goederen heeft een bedrijf als IKEA te maken?
c. Waarom is het voor een ziekenhuis en IKEA belangrijk dat ze de goederen goed controleren?
d. Wat kom je, behalve goederen, volgens jou allemaal tegen in een magazijn?
Goederen ontvangen
Logistieke werkzaamheden: Goederen ontvangen
In dit onderdeel lees je de theorie over goederen ontvangen en vind je een aantal vragen over de theorie. De blauwgedrukte woorden worden uitgelegd in de begrippenlijst. Deze vind je samen met de verdiepingsopdrachten aan het eind van de pagina.
Goederen ontvangen
Bedrijven verschillen. Ze verschillen in wat ze verkopen. Ze verschillen in hoe groot ze zijn. Ook de magazijnen van bedrijven verschillen van elkaar. IKEA verkoopt veel grote producten en verkoopt dagelijks aan heel veel klanten. Klanten pakken de meeste spullen zelf, in het zelfbedieningsmagazijn. Bij een zorginstelling verkopen ze geen producten. Toch is er ook daar een magazijn. Bijvoorbeeld een magazijn voor medicijnen, een magazijn voor werkkleding en een voor kantoorartikelen. Hier komen geen klanten, alleen medewerkers. Klanten kunnen ook medewerkers van het bedrijf zijn.
Het magazijn is:
- De plaats binnen het bedrijf waar de goederen ontvangen worden
- De plaats waar de goederen van het bedrijf opgeslagen worden
- Het beginpunt van de levering van goederen aan klanten
De plaats van het magazijn
Voor ieder magazijn, of het nu voor een groot of een klein bedrijf is, gelden voorwaarden waar het magazijn aan moet voldoen om het goed te kunnen gebruiken:
- Leveranciers moeten het met hun (vracht)wagens goed kunnen bereiken
- Er moet genoeg ruimte bij het magazijn zijn om goederen te kunnen lossen
- In het magazijn moet voldoende ruimte zijn om met goederen te kunnen manoeuvreren
- Het magazijn moet logisch en overzichtelijk ingericht zijn
- De stellingen in het magazijn moeten afgestemd zijn op het soort goederen dat erin opgeslagen wordt
- Het magazijn moet afgestemd zijn op het soort goederen dat erin opgeslagen wordt
- Het magazijn moet afgestemd zijn op goederen die een speciale behandeling vragen
- Het magazijn moet afsluitbaar zijn voor leveranciers en (indien noodzakelijk) voor klanten
- Het magazijn moet veilig en ergonomisch zijn ingericht. Het moet voldoen aan de Arbowet
Open en gesloten magazijnen
Er wordt onderscheidt gemaakt in twee soorten magazijnen: open magazijnen en gesloten magazijnen. Het open en gesloten zijn gaat over de vraag of medewerkers (of klanten) vrij toegang hebben tot het magazijn, of dat alleen specifieke medewerkers in het magazijn mogen komen.
Een open magazijn is vrij toegankelijk voor medewerkers (en klanten), die zonder veel beperkingen (zoals het in moeten vullen van formulieren) goederen kunnen pakken. Bij het verlaten van het magazijn registreer je in sommige gevallen welke goederen het magazijn verlaten. Dat laatste gebeurt als klanten zelf producten in het magazijn mogen pakken, zoals bij IKEA.
In een gesloten magazijn zijn medewerkers aanwezig die goederen mogen pakken. Dit doen zij bijvoorbeeld met een formulier dat ze krijgen van de persoon die iets uit het magazijn moet hebben. Dit zie je bij een apotheek, in een ziekenhuis of verzorgingstehuis. Maar ook in de supermarkt is het magazijn gesloten voor klanten.
In een open magazijn werken in verhouding minder magazijnmedewerkers dan in een gesloten magazijn. In een open magazijn is de derving vaak hoger dan in een gesloten magazijn. Derving betekent dat er goederen zijn die je niet kunt verkopen. Bijvoorbeeld omdat ze beschadigd of gestolen zijn.
Opdracht 1 Open of gesloten magazijn
Geef aan of er bij de volgende magazijnen sprake is van een open magazijn of van een gesloten magazijn
a. Medicijnenmagazijn in een ziekenhuis
b. Het zelfbedieningsmagazijn van Sligro
c. Het magazijn van het restaurant van IKEA
Opdracht 2 Klanten in het magazijn
Waarom mogen klanten van IKEA wel in het magazijn komen en klanten van een supermarkt niet?
Opdracht 3 Arbowet
Je hebt gelezen dat bij de inrichting van het magazijn ook de Arbowet gevolgd moet worden.
a. Zoek uit wat de Arbowet zegt over de inrichting van magazijnen.
b. Leg in je eigen woorden uit waarom het belangrijk is voor medewerkers dat het magazijn voldoet aan de Arbowet.
Verschillende soorten magazijnen
In ieder bedrijf vind je een magazijn. Maar hoe dit magazijn er precies uitziet, zal in ieder bedrijf anders zijn. Soms is het magazijn niet meer dan een kast met een voorraad kantoorartikelen in de kamer van de secretaresse. In een ander bedrijf is het magazijn zo groot dat je er met een treintje doorheen moet rijden. Je maakt kennis met vier soorten magazijnen:
- Magazijn met bureau- en kantoorartikelen
- Magazijn voor technische/ facilitaire dienst
- Magazijn voor medische artikelen (zorgsector)
- Magazijn voor voedingsmiddelen
-
Opdracht 6 Soorten magazijnen
a. In een bedrijf kunnen meerdere magazijnen zijn. Leg dit uit met een voorbeeld.
b. Welke soorten magazijnen zijn er op jouw stageplek?
c. Welke soorten magazijnen zijn er binnen jouw school?
Opdracht 7 Artikelen in magazijnen
Noem van elk van de hierboven genoemde magazijnen die voorbeelden van artikelen/ producten die er worden opgeslagen.
Opdracht 8 Plattegrond van een magazijn
Teken een plattegrond van één van de magazijnen binnen jouw stageplek
Opdracht 9 Regelgeving
Zoals je hebt gelezen, krijg je bij het opslaan van voedingsmiddelen te maken met de HACCP regelgeving en de Arbowet. Je kunt ook te maken krijgen met de wet opslag gevaarlijke stoffen.
a. Zoek uit wat gevaarlijke stoffen precies zijn
b. Bedenk drie bedrijven waarmee je te maken kunt krijgen bij het opslaan van gevaarlijke stoffen.
Werken met een FMIS
Om de dagelijkse facilitaire zaken zo goed mogelijk te kunnen beheren gebruiken bedrijven een Facilitair Management Informatie Systeem (FMIS). Een FMIS ondersteunt de afdelingen of diensten in hun dagelijkse werkzaamheden. Bovendien zorgt dit systeem voor een goede communicatie tussen de verschillende afdelingen. Ook bij logistieke werkzaamheden is een FMIS heel belangrijk. Je kunt bijvoorbeeld precies zien wat er op voorraad is en wat besteld moet worden.
Waar moet je op letten bij de ontvangst en het opslaan van goederen?
Het lijkt eenvoudig. Er komt een leverancier met een vrachtauto vol goederen aan bij het bedrijf en die goederen moeten in het magazijn komen te staan. Toch komt er veel meer bij kijken dan je denkt. De eeste dingen waar je op moet letten bij de goederen die geleverd worden is:
- Zijn de goederen in orde (zijn ze bijvoorbeeld niet beschadigd)?
- Klopt de hoeveelheid goederen die wordt geleverd?
- Worden de juiste goederen geleverd?
Een bedrijf dat dagelijks met opslaan te maken heeft is warenhuis IKEA. Een medewerker van IKEA kan bijvoorbeeld aan de hand van de volgende punten het signaal krijgen dat goederen niet in orde zijn:
- Er zit een deuk of gat in een doos
- Er ligt vocht of glas in de vrachtwagen die de goederen levert
- Goederen staan niet netjes opgestapeld
-
Opdracht 10 Signalen
Waarom kunnen de volgende punten een signaal zijn dat goederen niet in orde zijn:
a. Een deuk of een gat in een doos
b. Vocht of glas in de vrachtwagen
c. Niet netjes opgestapelde goederen
Opdracht 11 In het magazijn van IKEA
IKEA heeft een magazijn waar klanten zelf producten kunnen pakken. Maar er is ook een magazijn waar alleen medewerkers komen. Een deel van dat magazijn vind je bij de winkel. Een ander deel vind je op een externe locatie, die wel in de buurt is van de winkel.
a. Waarom denk je dat IKEA verschillende soorten magazijnen heeft?
Ga naar de website van IKEA. Gebruik de zoekfunctie om een bureastoel op te zoeken die je zelf zou willen gebruiken. Zoek uit of de bureaustoel op voorraad is in de IKEA vestiging bij jou in de buurt.
b. Welke informatie kun je online vinden?
c. Is er informatie over de voorraad die je niet online kunt vinden?
Hoeveelheid goederen controleren
Als de goederen in goede staat geleverd zijn, controleer je of de hoeveelheid wel klopt. Bij te veel geleverde goederen kan er te weinig ruimte zijn om de goederen op te slaan. Is er te weinig geleverd dan kan het bedrijf te weinig voorraad hebben. Bovendien moet je wel betalen voor wat er geleverd wordt. Als er te veel geleverd wordt moet je te veel betalen.
Of de juiste hoeveelheid goederen geleverd is, kun je controleren met de vrachtbrief die een chauffeur bij zich heeft. Op de vrachtbrief staat bijvoorbeeld hoeveel verpakkingen geleverd worden en hoe ze geleverd worden. Een ander woord voor verpakking is colli.
Je vergelijkt de informatie van de vrachtbrief ook met de pakbon, die zit meestal in de verpakking. Op de pakbon staat precies welke goederen er volgens de leverancier geleverd zijn.
Zijn de juiste goederen geleverd?
Als de goederen in orde zijn en de hoeveelheid is juist, kunnen nog steeds verkeerde goederen worden geleverd. Om er zeker van het zijn dat de goederen geleverd zijn die het bedrijf heeft besteld, moet de pakbon die bij de geleverde goederen zit worden gecontroleerd met de goederen. Staan de geleverde goederen op de pakbon? Wanneer de verkeerde goederen geleverd worden, dan kan dat problemen voor de klanten opleveren en daardoor voor een bedrijf.
Opdracht 12 Gevolgen verkeerd geleverde producten
Geef aan wat de gevolgen voor klanten en hun bedrijven kunnen zijn bij de hiervoor gegeven situaties
a. Het leveren van duurdere bankjes bij IKEA
b. Het leveren van karnemelk in plaats van volle melk bij de kantine van een bedrijf
c. Het geleverd krijgen van een medicijn met een zwaardere dosis dan besteld is
Begrippenlijst
Deze volgt zeer binnenkort
Verdiepingsopdrachten
Overleg met je docent welke verdiepingsopdrachten je kunt gaan doen.
Deze worden binnenkort hier geplaatst
Goederen opslaan
Logistieke werkzaamheden: Goederen opslaan
In dit onderdeel lees je de theorie over goederen opslaan en vind je een aantal vragen over de theorie. De blauwgedrukte woorden worden uitgelegd in de begrippenlijst. Deze vind je samen met de verdiepingsopdrachten aan het eind van de pagina.
Goeren opslaan
Goederen moeten op de juiste plaats opgeslagen worden. Waar je goederen opslaat, hangt af van het locatiesysteem van het magazijn. Voordat je goederen kunt opslaan, moet jeze hiervoor klaarmaken. Dit noem je opslaggereed maken.
Bij het opslaggereed maken kan het nodig zijn dat de volgende activiteiten uitgevoerd worden:
- De goederen sorteren
- De goederen ompakken
- Coderen en etiketteren van de goederen
- Vaststellen of de goederen in de werkvoorraad of de bulkvoorraad opgeslagen moeten worden
Locatiesystemen
De ruimte in het magazijn moet je efficiënt benutten: je wilt zo min mogelijke vrije ruimte hebben. Hoe de goederen een plaats krijgen in het magazijn hangt af van
Goederen verzamelen
Logistieke werkzaamheden: Goederen verzamelen
In dit onderdeel lees je de theorie over goederen verzamelen en vind je een aantal vragen over de theorie. De blauwgedrukte woorden worden uitgelegd in de begrippenlijst. Deze vind je samen met de verdiepingsopdrachten aan het eind van de pagina.
Goederen en materialen vervoeren
Logistieke werkzaamheden: goederen en materialen vervoeren
In dit onderdeel lees je de theorie over goederen en materialen vervoeren en vind je een aantal vragen over de theorie. De blauwgedrukte woorden worden uitgelegd in de begrippenlijst. Deze vind je samen met de verdiepingsopdrachten aan het eind van de pagina.
Mensen vervoeren
Logistieke werkzaamheden: mensen vervoeren
In dit onderdeel lees je de theorie over goederen ontvangen en vind je een aantal vragen over de theorie. De blauwgedrukte woorden worden uitgelegd in de begrippenlijst. Deze vind je samen met de verdiepingsopdrachten aan het eind van de pagina.
Klantgericht handelen
Logistieke werkzaamheden: klantgericht handelen
In dit onderdeel lees je de theorie over klantgericht handelen en vind je een aantal vragen over de theorie. De blauwgedrukte woorden worden uitgelegd in de begrippenlijst. Deze vind je samen met de verdiepingsopdrachten aan het eind van de pagina.
Een planning maken
Logistieke werkzaamheden: een planning maken
In dit onderdeel lees je de theorie over goederen ontvangen en vind je een aantal vragen over de theorie. De blauwgedrukte woorden worden uitgelegd in de begrippenlijst. Deze vind je samen met de verdiepingsopdrachten aan het eind van de pagina.
Bijzonderheden rapporteren
Logistieke werkzaamheden: bijzonderheden rapporteren
In dit onderdeel lees je de theorie over bijzonderheden rapporteren en vind je een aantal vragen over de theorie. De blauwgedrukte woorden worden uitgelegd in de begrippenlijst. Deze vind je samen met de verdiepingsopdrachten aan het eind van de pagina.
Cateringwerkzaamheden
Inleiding
Inkopen doen
Bereidingstechnieken toepassen
Met keukenapparatuur werken
Keuken schoonmaken
Ruimte gebruiksklaar maken
Tafels dekken
Hygienisch werken
Een planning maken
Serveren en afruimen
Klantgericht handelen
Bijzonderheden rapporteren
Eindopdracht