Zintuigen

Zintuigen

Zintuigen, zo werken ze

Zo werken onze zintuigen
 

Je voelt de kou buiten. Ziet de prachtige kleuren van een schilderij. Proeft de intens zoete smaak van chocola. Geniet van de aanraking van je geliefde. Dankzij onze zintuigen zijn we verbonden met de wereld om ons heen. Dat is zo vanzelfsprekend dat we er meestal niet over nadenken. Tenminste: zolang onze zintuigen hun werk goed doen. Maar hoe doen ze dat eigenlijk? En wat als ze ons in de steek laten? De experts van het Maastricht UMC+ geven uitleg.

Ons lichaam zou je je kunnen voorstellen als een grote machine die wordt aangestuurd vanuit de hersenen. Daar wordt alles geregeld wat er in ons lichaam moet gebeuren en wat ons lichaam moet doen. Om goed te kunnen functioneren heeft dit centrale regelcentrum natuurlijk wel informatie nodig.

Een groot deel van die benodigde informatie komt van onze zintuigen: organen die prikkels – het overvloedig gebruik van penetrante deo door je puberzoon, de fraaie zonsondergang, het rode pepertje in de curry – opvangen en omzetten in elektrische signalen die via zenuwen naar de hersenen worden doorgeseind. Als die signalen doordringen tot ons bewustzijn is een waarneming geboren.

Brug tussen ons en onze omgeving

Zintuigen vormen een brug tussen ons en onze omgeving. We kunnen in contact komen met andere mensen, reageren op wat er om ons heen gebeurt, ons aanpassen aan omstandigheden. Soms is een waarneming genoeg ('ha, lekker warm') om contact met de buitenwereld tot stand te brengen.

Maar zintuigen beschermen ons ook tegen potentieel gevaarlijke situaties in die buitenwereld: door middel van reflexen reageren we snel op wat ons bedreigt. Als je een glas kokendheet water pakt, laat je dat vaak al los voordat je bewust 'au, dat is heet!' hebt gedacht. In zo'n geval is er door de zintuigen pijlsnel een signaal gestuurd naar het ruggenmerg, waarvandaan automatisch een 'terugtrek-reflex’ in werking wordt gezet, nog voordat de prikkel de hersens bereikt.

Welke zintuigen zijn er?

De klassieke zintuigen, zoals ooit door Aristoteles beschreven, zijn de vijf zintuigen waarmee we bewuste waarnemingen kunnen doen. Dus: horen, zien, ruiken, proeven en voelen. Maar er zijn ook belangrijke waarnemingen waarvan je je niet bewust bent. Veel wetenschappers hanteren daarom nu liever een andere, bredere indeling.

Zien, horen, ruiken en proeven worden de speciale zintuigen genoemd. Voelen wordt onderverdeeld in een reeks aparte zintuigen die vooral in de huid liggen en samen de zogeheten somatische zintuigen vormen: tastzin, vibratiezin, temperatuurzin en pijnzin. Het zijn allemaal bewuste waarnemingen – geuren, smaken, gevoelsprikkels – die rechtstreeks contact vereisen met de huid of slijmvliezen.

Daarnaast worden tegenwoordig ook zintuigen onderscheiden waarvan de prikkels ons onbewust bereiken vanuit het lichaam zelf, via onze spieren, pezen en gewrichten: evenwichtszin en proprioceptie(zelfwaarneming). Deze zintuigen zorgen ervoor dat onze lichaamshouding in stand blijft en dat je je bewust bent van de positie van je lichaam of een bepaald lichaamsdeel.

Hoe belangrijk de zintuigen zijn, merk je pas als er een zijn werk niet meer goed uitvoert. Gelukkig valt daar in veel gevallen steeds vaker iets aan te doen. Voor de goede orde: voor het bestaan van het befaamde 'zesde zintuig', dat verantwoordelijk zou zijn voor zaken als telepathie is nog nooit wetenschappelijk bewijs geleverd…

Wat als er een zintuig uitvalt?

Als de zintuigelijke prikkels de hersenen niet of onvoldoende bereiken, kan er geen of minder waarneming plaatsvinden. In dat geval probeert ons slimme brein vaak de werking van het uitvallende zintuig te compenseren.

Het hersendeel dat de prikkels van de zintuigen ontvangt, de thalamus, is in vijf delen verdeeld, dus voor elk klassiek zintuig is er een stukje. Als bijvoorbeeld de oogzenuwen geen prikkels meer doorgeven aan 'hun' deel van de hersenen, laten de hersenen na verloop van tijd dat onbenutte deel prikkels ontvangen van andere zintuigen. Daardoor zal iemand die blind is beter kunnen horen of voelen dan iemand van wie alle zintuigen goed functioneren.

Horen

Horen

We horen met onze oren. Het gehoorzintuig (het slakkenhuis) bevindt zich in het binnenoor. Dat is gevuld met vloeistof en bekleed met een vlies dat geluidsreceptoren (haarcellen met daarop trilhaartjes) bevat. De oorschelp vangt een geluidsgolf op en geleidt deze naar het trommelvlies, dat daardoor begint te trillen. Die trilling brengt via de gehoorbeentjes de vloeistof in het slakkenhuis in beweging, wat door de geluidsreceptoren wordt opgevangen. Door de gehoorzenuw worden de geluidstrillingen omgezet in zenuwimpulsen die naar de hersenen worden geleid.

 

Wat kan er misgaan met je gehoor?

Het gehoor kan om allerlei redenen niet (meer goed) werken. Er kan een simpel op te lossen probleem zijn met de geleiding van het geluid, bijvoorbeeld wegens een surplus aan oorsmeer. Maar het vermogen tot horen gaat in de loop der jaren ook achteruit door slijtage van het slakkenhuis. Een gehoorapparaatje kan dan goed helpen.

Als de receptoren in het binnenoor – de trilhaartjes – geluidsprikkels niet meer kunnen opvangen en doorseinen, bijvoorbeeld doordat ze door externe redenen (zoals lawaai, medicijnen, roken en/of drinken) overbelast raken en breken, kan een sterk tot totaal gehoorsverlies ontstaan. Dit zogenaamde perceptief gehoorverlies merk je pas als er zoveel haartjes zijn beschadigd dat je gehoor sterk is aangetast. Dan biedt ook een gehoorapparaat geen soelaas meer omdat beschadigde trilhaartjes definitief verloren zijn. Een kwart van de vijftigplussers heeft last van gehoorverlies.

Proeven

Proeven doen we via de smaakpapillen, die zich op de bovenkant van de tong bevinden. Op de tong vang je een smaak op: we kennen de basissmaken zoet, zout, bitter, zuur en hartig (umami). In de mondholte worden de temperatuur en de structuur van wat je eet of drinkt opgemerkt. Deze prikkels worden omgezet in signalen en getransporteerd naar de hersenen.

Wat je proeft, wordt dankzij de open verbinding tussen mond en neus voor een groot deel ook bepaald door wat je ruikt. Als je je neus dichtknijpt en dan een ui en een appel eet, proef je nauwelijks verschil. Als je je neus weer loslaat, proef je het wel.

Minder eten door combinatie smaakstoffen

Wat kan er misgaan?

Smaak kan door bepaalde ziektes en het gebruik van sommige medicijnen afnemen, veranderen of verdwijnen. In veel gevallen is daar wel iets aan te doen nadat de oorzaak van de smaakstoornis door de huisarts of een KNO-arts is vastgesteld: smaakzintuigen hebben een groot herstellend vermogen.

Smaakverwachting

FEIT: Je proeft wat je verwacht te proeven. Alleen als de smaakverwachting en de smaaksensatie heel ver uit elkaar liggen – als je bijvoorbeeld denkt dat je melk gaat drinken en het blijkt karnemelk te zijn – proef je ook daadwerkelijk iets anders dan je verwacht.

Ruiken

Onze neus laat ons ruiken. De reukzintuigcellen bevinden zich bovenaan in de neusholte. Wanneer een geur de neus binnenkomt, wordt die opgevangen door de reukzintuigcellen. Via de reukzenuw wordt het geursignaal naar de hersenen gestuurd. Hoe we de geur waarvan we ons dan bewust worden waarderen, wordt bepaald door andere verbindingen in de hersenen.

Bij de waardering van geuren spelen herinneringen en emoties een belangrijke rol en bepalen of je een geur lekker vindt ruiken of niet. Doordat geuren ongefilterd in het brein worden verwerkt, worden ze namelijk sneller aan herinneringen en emoties gekoppeld.

Geuren verbinden ons met mensen: je voelt je aangetrokken tot mensen met een bepaalde geur. Ze waarschuwen ons ook voor bedorven en giftig eten. En artsen kunnen hun neus soms gebruiken om een diagnose te stellen.

Wat kan er misgaan?

Als door een verkoudheid de slijmvliezen uitgedroogd of gezwollen zijn, is de doorgang naar de reukzintuigcellen geblokkeerd en zal je dus minder goed kunnen ruiken (en proeven!). 

Het reukvermogen kan ook verminderen of verloren gaan door een operatie, bestraling of door een flinke klap op je hoofd. Er zijn ook mensen die het reukvermogen geheel missen. Dat noem je anosmie.

Collectieve geurgeheugen

FEIT: Sommige geuren vindt iedereen lekker – of vies. Van bloemengeur houdt iedereen, een poeplucht wordt ervaren als smerig. Dit 'collectieve geurgeheugen' verdwijnt nooit, ook niet als je zwaar dementerend bent.

Als je kleuren kunt proeven

Het is niet ongebruikelijk dat zintuigelijke waarnemingen onderling invloed hebben. Maar bij een zeer klein gedeelte van de mensen roept de prikkeling van het ene zintuig ook een sterke reactie op bij een ander zintuig. Dat heet synesthesie: het samengaan van sensaties. Mensen met synesthesie kunnen bijvoorbeeld kleuren proeven of geluid zien. Dat zijn niet zomaar associaties, maar echte waarnemingen. Het is onduidelijk waar synesthesie door komt.

Mensen met synesthesie ervaren de wereld op een bijzondere manier. En vaak ervaren ze synesthesie als een zegen. Bekende synestheseten zijn schilder David Hockney (die muziek met kleuren ervaart), kunstenaar Wassily Kandinski (die vormen met geluiden verbond), architect Frank Lloyd-Wright (die hoorde wat hij tekende) en schrijver Vladimir Nabokov (die letters in kleuren zag).

Voelen

Voelen

Er zijn vijf manieren waarop we kunnen voelen: aanraking (tastzin), verschil tussen warm en koud (temperatuurzin), trillingen (vibratiezin) en stompe/scherpe waarneming (pijnzin).

Gevoelsprikkels van buiten het lichaam worden via de huid en de slijmvliezen geregistreerd (in 2,5 vierkante cm van je hand bevinden zich 900 pijn-sensoren en 36 hitte-sensoren). De prikkels binnen het lichaam voelen we via spieren, pezen en gewrichten. Al deze prikkels worden omgezet in signalen die via het ruggenmerg naar de hersenen worden geleid.

Wat kan er misgaan?

Gevoelsprikkels moeten vaak een lange reis maken voordat ze de hersenen bereiken. Onderweg kan er dus van alles misgaan. Bij neuropathie bijvoorbeeld, een aandoening waaraan onder anderen mensen met diabetes lijden, worden door aangetaste zenuwcellen de gevoelszintuigen niet meer goed aangestuurd, waardoor patiënten minder of foutief voelen.

Aanrakingsreceptoren

FEIT: Elke vierkante centimeter huid heeft ongeveer 130 aanrakingsreceptoren, onderverdeeld in 5 verschillende types die elk andere sensaties geven: koude, warmte, druk, drukvariatie en pijn. Meestal reageren er meer receptoren tegelijk op een prikkel. Als je bijvoorbeeld het portier van je auto opendoet, registreer je tegelijkertijd dat de kruk koud, hard en glad is. Bovendien voel je de vorm van de kruk.

Zien

Zien
 

Er zijn vijf manieren waarop we kunnen voelen: aanraking (tastzin), verschil tussen warm en koud (temperatuurzin), trillingen (vibratiezin) en stompe/scherpe waarneming (pijnzin).

Gevoelsprikkels van buiten het lichaam worden via de huid en de slijmvliezen geregistreerd (in 2,5 vierkante cm van je hand bevinden zich 900 pijn-sensoren en 36 hitte-sensoren). De prikkels binnen het lichaam voelen we via spieren, pezen en gewrichten. Al deze prikkels worden omgezet in signalen die via het ruggenmerg naar de hersenen worden geleid.

Wat kan er misgaan?

Gevoelsprikkels moeten vaak een lange reis maken voordat ze de hersenen bereiken. Onderweg kan er dus van alles misgaan. Bij neuropathie bijvoorbeeld, een aandoening waaraan onder anderen mensen met diabetes lijden, worden door aangetaste zenuwcellen de gevoelszintuigen niet meer goed aangestuurd, waardoor patiënten minder of foutief voelen.

Aanrakingsreceptoren

FEIT: Elke vierkante centimeter huid heeft ongeveer 130 aanrakingsreceptoren, onderverdeeld in 5 verschillende types die elk andere sensaties geven: koude, warmte, druk, drukvariatie en pijn. Meestal reageren er meer receptoren tegelijk op een prikkel. Als je bijvoorbeeld het portier van je auto opendoet, registreer je tegelijkertijd dat de kruk koud, hard en glad is. Bovendien voel je de vorm van de kruk.

  • Het arrangement Zintuigen is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Liset Harms
    Laatst gewijzigd
    2019-10-04 12:36:24
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Informatie afkomstig van gezondidee.mumc.nl

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Hierin staat informatie wat je kan doornemen om je te verdiepen in het onderwerp de zintuigen
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur 0 minuten
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.