Nienke Prinsen Saskia Wallaard Petra Gielens

Hormoonstelsel

Hormoonstelsel

Voorwoord

Wij zijn Saskia, Petra en Nienke en wij volgen de Lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn aan de HAN in Nijmegen. In de module Mens, Zorg en Activiteit wordt de leeruitkomst "lesgeven met inzet van digitale didactiek" getoetst door het maken van een wikiwijs.
Een wikiwijs is een didactische werkvorm waarbij studenten online de lesstof zich eigen kunnen maken. Een wikiwijs is geschikt bij het aanleren van nieuwe stof aan studenten maar ook bij het voorbereiden, verdiepen en leren van een toets.
 
Wij hebben onze wikiwijs gemaakt in het thema hormoonstelsel. Dit thema is een onderdeel uit een reeks lessen in de module Mens, Zorg en Activiteit.
In onze wikiwijs hebben wij gebruik gemaakt van digitale tools om onze les aan te vullen, variabel en aantrekkelijk te maken.
Hoe je deze tools moet gebruiken en wat hiervoor nodig is kun je lezen op de volgende pagina bij de werkwijze.
 
Wij wensen jullie veel plezier bij het doorlopen van onze wikiwijs over het hormoonstelsel.
 
Saskia, Petra & Nienke
 

 

Werkwijze

Wikiwijs
Je doorloopt deze wikiwijs per hoofdstuk. In deze hoofdstukken staat de theorie. De theorie wordt hier en daar ondersteunt door afbeeldingen en/ of filmmateriaal. Door op de afbeeldingen te klikken maak je deze groter zodat je ze beter kan bekijken.
Een filmpje kan je bekijken door te klikken op de link of de afbeelding van de film.
Bij sommige hoofdstukken zijn oefeningen en vragen verwerkt. Volg de intsructies op die bij deze oefeningen staan om de oefeningen te kunnen maken.
Er staan soms woorden in de tekst onderstreept. Als je deze woorden aanklikt dan word je doorgestuurd naar Wikipedia waar uitleg over het desbetreffende woord gegeven wordt.
 
Quizlet
Door op de link te klikken word je doorgestuurd naar Quizlet. In Quizlet kun je op een speelse manier oefenen met feiten over de lesstof. Probeer maar eens uit wat je daar allemaal kan doen.
 
Nearpod
Om de les over diabetes type 1 te kunnen volgen heb je geen Nearpod account nodig tot 5 december 2019. Klik op de link en je volgt de les vanzelf.
Na 5 december 2019 heb je wel een Neapod account nodig.
Klik op de link en voeg de les toe aan je eigen bibliotheek. Vanaf daar kun je de les volgen en/ of hergebruiken.
 
Drillster
Door op de link te klikken die in de wikiwijs staat wordt je doorgestuurd naar Drillster. Hier staat meteen de toets voor je klaar en kun je hiermee aan de slag.
 
 
 
 

 

Inleiding

De mens is een complex organisme dat continue in verandering is. Er vinden vele processen  plaats in het lichaam (bv. bloed door lichaam pompen) die beïnvloed worden door externe factoren (bv. water drinken). Om gezond te blijven, zal het lichaam deze processen moeten reguleren (bv. meer plassen). In deze regulatie spelen hormonen naast het zenuwstelsel een zeer belangrijke rol. Hormonen hebben, in tegenstelling tot het zenuwstelsel, een trage regulatie. Op lange termijn zijn hormonen echter veel belangrijker dan de regulatie van het zenuwstelsel. Er zijn vele tientallen hormonen bekend en er worden nog altijd nieuwe hormonen ontdekt. Deze stoffen werken als communicatie tussen cellen in het lichaam. Indien er iets mis gaat in deze communicatie, zal het lichaam ziek worden. Bij vele ziekten spelen hormonen dan ook een belangrijke rol.        
pixabay.com
pixabay.com

Test je voorkennis

Onderstaand zie je een aantal vragen over divere onderwerpen die in deze wikiwijs aan bod gaan komen. Wat weet je hier al van? 

Om hier achter te komen kun je vrijblijvend onderstaande oefeningen maken. 
Veel succes!

Voorkennis over de alvleesklier en de schildklier

Test: Voorkennis alvleesklier en schildklier

Start

Voorkennis over de hypofysie, epifyse en hypothalamus

Test: Voorkennis over de hypofyse, epifyse en de hypothalamus

Start

Voorkennis over diabetes mellitus

Test: Wat weet je over diabetes?

Start

1- Hormoonstelsel

1.1- Definitie

Hormonen beïnvloeden vele functies waarbij de stofwisseling centraal staat. Bijvoorbeeld bij de spijsvertering, voortplanting, de groei en ontwikkeling, water- en huishouding, (seksueel) gedrag en emoties. Hormonen hebben zowel een aandrijvende als remmende invloed. Het zijn chemische boodschappers die via de bloedbaan door het lichaam worden vervoerd. Het gaat dus over grotere afstanden.

Het hormoonstelsel inclusief de hormonen en de organen die hormonen afgeven, wordt het endocriene systeem genoemd. Samen met het zenuwstelsel regelt het endocriene systeem de activiteiten van alle organen en systemen in ons lichaam.

 

     

1.2- Soorten hormonen

Hormonen kunnen op verschillende manieren worden opgedeeld. Indien we dit volgend hun structuur doen, komen we uit op 3 groepen:

  •      Amine hormoon (aangepast aminozuur) zoals adrenaline
  •      Peptide hormoon (aaneenschakeling van aminozuren) zoals insuline
  •      Steroïden (aangepast cholesterol) zoals oestrogeen

Veruit de meeste hormonen zijn peptiden. Deze zijn opgebouwd uit aminozuren die samen een eiwitmolecuul vormen.  

Tijdens de zwangerschap vinden er grote veranderingen plaats in de hormoonhuishouding. Deze hormonen worden geproduceerd door de placenta, eierstokken en 2 kliertjes in de hersenen, de hypothalamus en de hypofse. Hormonen die een rol spelen zijn bijvoorbeeld oestrogeen, progesteron, HCG, HPL, prolactine en oxytocine.

Oestrogeen: Wordt geproduceerd in de placenta. Het stimuleert de groei van de baarmoeder, ontwikkeling van de bloedvaten en de groei van melkklieren.

Progesteron: In het begin van een zwangerschap wordt progesteron aangemaakt door het gele lichaam ( corpus luteum) in de eierstok. Na een aantal weken wordt dit overgenomen door de placenta. Dit heet de luteal-placental shift genoemd. De baby maakt weer een ander hormoon van de progesteron. Progesteron voorkomt dat de baarmoeder sterk samentrekt. Aan het einde van de zwangerschap neemt de productie van progesteron af, zodat samentrekken van de baarmoeder wel kan plaatsvinden.

HCG: = humaan choriongonadrotrofine. ‘Het zwangerschapshormoon’. Wordt aangemaakt in de placenta. Het stimuleert de productie van progesteron. Dit hormoon veroorzaakt de eerste zwangerschapsverschijnselen, zoals misselijkheid en moeheid.

HPL: = humaan placentair lactogeen hormoon. Wordt geproduceerd in de placenta. Is vanaf 4 weken zwangerschap aanwezig. Het voorkomt dat het lichaam de zwangerschap uitstoot. Het speelt ook een rol bij de suikerstofwisseling en rent het andere hormoon, prolactine, dat de borstvoeding stimuleert.

Prolactine: Dit wordt geproduceerd in de hypofyse. Dit hormoon speelt een rol bij de ontwikkeling van de melkklieren. Het heeft ook invloed op de samenstelling, volume en afgifte van de moedermelk.

Oxytocine: Dit wordt geproduceerd door de hypothalamus. Tijdens een zwangerschap worden de afgifte en de werking beperkt door de hoge progesteronspiegels. Rondom de bevalling neemt de hoeveelheid progesteron af en neemt de invloed van oxytocine toe. Oxytocine speelt een rol bij het samentrekken van de baarmoeder rondom de bevalling en bij de samentrekking rondom de melkkanaaltjes van de borsten waardoor melk naar buiten geperst wordt.  Afgifte van oxytocine wordt sterk gestimuleerd op het moment dat een baby uit de borst drinkt.

Overige hormonen: De hypothalamus produceert ook het gonadotrofine-releasing hormoon ( GnRH) en de corticotrofine-releasingfactor (CRF). De hypofyse produceert het menselijk groeihormoon ( HGH) en adrenocorticotrofine ( ACTH). Het lichaam maakt ook nog andere stoffen aan, peptiden, voor algemeen welbevinden van de zwangere en de baby.

 

1.3- Transport van hormonen

Hormonen verplaatsen zich door het lichaam via het bloed. Hoe ze zich in het bloed verplaatsen is afhankelijk of het hormoon wateroplosbaar is of niet. De meeste hormonen zijn wateroplosbaar en kunnen dus vrij in het bloed getransporteerd worden. Steroïden en schildklierhormoon zijn echter  niet-­wateroplosbaar en moeten aan eiwitten in het bloed binden om zich te verplaatsen.

 

   

1.4- Werking van hormonen

Hormonen kunnen op drie verschillende manieren werken:

  1. Autocrien: Hormonen die worden uitgescheiden door de klier en ook hun effect uitoefenen op deze klier.
  2. Paracrien: Hormonen die worden uitgescheiden door de klier en hun effect uitoefenen op buurcellen van de klier.
  3. Endocrien: Hormonen die worden uitgescheiden door de klier en hun effect uitoefenen op doelorganen, via transport door de bloedbaan.

Hormonen die aankomen op de plek waar zij hun werking moeten uitoefenen, binden daar aan een specifieke receptor. Deze receptor is een stof op een cel die slechts een bepaald specifiek hormoon kan binden. Net zoals een bepaalde sleutel alleen past op het bijpassende slot. Na binding van het hormoon aan zijn receptor, wordt de receptor geactiveerd. Vervolgens wordt er een reeks aan reacties in de cel geactiveerd, waarbij elke stap hiervan steeds heviger wordt geactiveerd, waardoor ook kleine hoeveelheden hormonen een grote invloed kunnen hebben. De exacte manier waarop receptoren een signaal doorgeven aan de cel die bij ze hoort, verschilt per hormoon. Ook het uiteindelijke effect van het hormoon is verschillend, ze kunnen zowel een stimulerend als remmend effect hebben op de doelcellen. Zelfs kleine hoeveelheden kunnen al leiden tot grote veranderingen.

Een hormoon heeft enkel effect op een cel indien die een receptor (specifieke bindingsplaats) heeft voor het betreffende hormoon. Wat het effect op de cel is, wordt bepaald door het soort receptor. Zo kan eenzelfde hormoon verschillende effecten hebben en zo adequaat het proces reguleren.

Hieronder is een presentatie te zien over het endocrien systeem, uitleg over negatieve terugkoppeling en een kort gedeelte over weefselhormonen.

             

https://www.youtube.com/watch?v=Vz5RKVIo6bQ

1.5- Spelletje

Wat heb je onthouden over het hormoonstelsel?
Test het in deze kruiswoordpuzzel.
 
Veel succes

 

kruiswoordpuzzel

2- Organen

Hormonen worden gemaakt in verschillende klieren/organen:

  • Hypothalamus en hypofyse.
  • Pijnappelklier (epifyse).
  • Schildklier en bijschildklieren.
  • Bijnieren
  • Alvleesklier (pancreas).
  • Zwezerik (thymusklier).
  • Eierstokken (ovaria) of zaadballen (testes).

Vanuit deze klieren gaan de hormonen de bloedbaan in. Via de bloedbaan komen ze terecht bij de organen of cellen die ze kunnen beïnvloeden.

Je hormonen en de organen die hormonen produceren worden samen het endocriene systeem genoemd. De verschillende klieren in ons lichaam maken verschillende hormonen. Toch zijn deze hormonen vaak ook van invloed op andere klieren en het maken van andere hormonen. In de meeste gevallen is er zelfs sprake van een zogenaamd ‘terugkoppelingsmechanisme’. Een grote hoeveelheid van één bepaald hormoon kan ervoor zorgen dat ditzelfde hormoon minder wordt gemaakt. Een voorbeeld hiervan is het hormoon wat de hypophyse uitscheidt TSH (schildklier stimulerend hormoon). Als de hoeveelheid TSH stijgt, remt dit daarmee de productie van schildklierhormoon uit de schildklier. Behalve de hormonen zelf, is ook het zenuwstelsel betrokken bij de regulatie van hormonen.

(Gezondheidsplein, 2019)

2.1- Schildklier

2.1.1- Werking van de schildklier

Waar zit de schildklier?

De schildklier is een klein, vlindervormig orgaantje van 7-11 cm breed en 4-5 cm hoog dat zich in de hals bevindt, vlak onder het strottenhoofd en voor de luchtpijp. De twee ‘vleugels’ worden kwabben genoemd; de verbinding tussen deze twee kwabben heet in medische termen de isthmus glandulae thyroidea. Hoewel de schildklier vlak onder de huid ligt, is deze normaal gesproken van buitenaf niet of nauwelijks voelbaar.
Rondom de schildklier liggen, tegen de schildklier aan, de stembandzenuwen en de bijschildklieren. De bijschildklieren zijn heel kleine kliertjes, niet groter dan een erwt. Ondanks hun naam en ligging hebben de bijschildklieren weinig te maken met de schildklier en spelen geen enkele rol in de productie van schildklierhormoon.

2.1.2- Schildklierhormonen

Schildklierhormoon

De schildklier wordt aangestuurd door de hypofyse, een in de hersenen gelegen orgaantje dat op zijn beurt weer aangestuurd wordt door een ander gedeelte van de hersenen: de hypothalamus. De hypothalamus scheidt het hormoon TRH (thyreotropin releasing hormone) af, wat voor de hypofyse het signaal is om het hormoon TSH (thyroïd stimulerend hormoon) te produceren en in de bloedbaan te brengen. TSH in het bloed zet de schildklier aan tot productie van schildklierhormoon.

Om schildklierhormoon te kunnen produceren, heeft de schildklier jodium nodig. Jodium komt het lichaam binnen via het voedsel dat we eten en wordt door de schildklier uit het bloed gehaald. Schildkliercellen zijn de enige cellen in het lichaam die jodium kunnen opnemen (Revolutionaire gezondheid, 2019).

2.2- Hypofyse en epifyse

2.2.1- Hormonen van hypofyse

De hypofyse bestaat uit twee delen;

  1. De voorkwab (adenohypofyse)
  2. De achterkwab (eurohypofyse)

In totaal scheidt de hypofyse negen hormonen uit. Deze hormonen zijn allemaal peptidehormonen (hormonen die bestaan uit aminozuren). De voorkwab maakt zeven hormonen. De hormonen die in de achterkwab worden opgeslagen en door de hypothalamus worden gemaakt zijn ADH (antidiuretisch hormoon) en oxytocine. Daarnaast stimuleert de hypothalamus direct de noradrenaline- en adrenalineproductie van de bijnieren. De hypothalamus regelt verder de hormoonproductie van de voorkwab. De voorkwab geeft hormonen af die vaak de hormoonproductie van een ander orgaan stimuleert. De hormoonproductie wordt middels negatieve feedbacksystemen gereguleerd. Dat wil zeggen dat de stijging van een bepaald hormoon in het bloed, de hormoonproductie van dat hormoon remt.

  • producreert ACTH (Adrenocorticotroop hormoon), LH (Luteïniserend hormoon), FSH (Follikel stimulerend hormoon), PRL (Prolactine), GH (Groeihormoon), MSH (Melanocyt stimulerend hormoon) en TSH (Thyroid stimulerend hormoon).

2.2.2- Hormonen van de epifyse

De epifyse, ook wel pijnappelklier genoemd, is een endocriene klier in de hersenen. De epifyse bevindt zich onder de hersenbalk (het corpus callosum) en aan de bovenkant van de derde ventrikel. Als orgaan heeft het zich bij "hogere" gewervelde dieren (zoogdieren, waaronder de mens) ontwikkeld uit het zogeheten derde oog, kruinoog of organum pineale, zoals bij vissen, amfibieën, reptielen en vogels. Bij deze dieren is het in de eerste plaats een lichtgevoelig orgaan. Bij kinderen is de epifyse goed ontwikkeld, maar na de puberteit wordt hij kleiner, en bij oudere mensen is de klier vaak verkalkt en niet meer functioneel.

De epifyse produceert het hormoon melatonine.

  • Melatonine speelt een rol in het 'diurnale ritme' van de mens. (dagactieve levenswijze/dagelijkse cyclus van dag en nacht)
  • Mogelijk remt het de ontwikkeling van de geslachttsklieren tot de puberteit begint.

Een dagactieve levenswijze gaat gepaard met fysiologische en ecologische dagelijkse processen, die onder andere aangestuurd worden door de biologische klok. Daarbij speelt het hormoon melatonine een belangrijke rol.

 

2.3 Hypothalamus

2.3.1- Werking van de hypothalamus

De hypothalamus is een onderdeel van de tussenhersenen. De hypothalamus bevat regelcentra voor de werking van de hypofyse en het autonoom zenuwstelsel. Dit orgaan vormt de bodem van de derde ventrikel, en bestaat uit een midden (mediaal) deel dat bijzonder celrijk is en een buitstenste (lateraal) deel dat zeer vezelrijk is en dat de verbinding met het verlengde merg vormt.

De hypothalamus ontvangt informatie vanuit:

  • het limbisch systeem
  • de hersenschors
  • via opstijgende banen door het ruggenmerg, vanuit de extero-, intero-, en propriosensoren (= receptoren).

Het mediale deel van de hypothalamus ontvangt rechtstreeks informatie met betrekking tot de toestand van het milieu intérieur (temperatuur, osmotische druk, concentratie van sommige hormonen). De hypothalamus geeft informatie af via zenuwverbindingen met de formatio reticularis in de hersenstam. Beïnvloeding van de hormonale toestand van het lichaam vindt plaats via de hypofyse. De hypothalamus speelt een belangrijke rol bij de aanpassing van het hart-vaatstelsel aan allerlei toestandsveranderingen in of van het lichaam. Ook op het gedrag heeft de hypothalamus een regelende invloed; ze is betrokken bij de drie kerngedragingen, te weten:

  1. vlucht- en afweergedrag
  2. voedingsgedrag
  3. voortplantingsgedrag.

In feite zijn dit ook homeostatische mechanismen. Hypothalamische en hypofysaire hormonen, of brokstukken daarvan, kunnen een rechtstreekse invloed hebben op allerlei hersenfuncties.

 

2.3.2- Hormonen van de hypothalamus

Hypothalamische en hypofysaire hormonen, of brokstukken daarvan, kunnen een rechtstreekse invloed hebben op allerlei hersenfuncties. In de hypothalamus worden 2 hormonen geproduceerd, namelijk ADH en oxytocine die langs axonen naar de achterkwab (lobus posterior) van de hypofyse worden getransporteerd. Daar worden ze in de circulatie gebracht. Het doelorgaan zijn de nieren.

De hypothalamus scheidt 2 soorten regulerende hormonen af. Dit zijn speciale hormonen die de endocriene cellen in de voorkwab (lobus anterior) van de hypofyse reguleren.

  1. Releasing hormones (RH) stimuleren de synthese en secretie van een of meer hormonenen in de voorkwab van de hypofyse.
  2. Inhititing hormones (IH) de synthese en secretie ( afscheiding van lichaamsvocht) van hypofysehormonen voorkomen. De hormonen die door de voorkwab van de hypofyse worden afgescheiden, reguleren andere endocriene klieren.

 

 

2.4- Alvleesklier

2.4.1- Werking van de alvleesklier

Alvleesklier (pancreas)

De alvleesklier produceert 1,2 liter alvleeskliersap per dag. In dit sap zitten spijsverteringsenzymen die de dunne darm helpt suikers, eiwitten en vetten uit het voedsel te halen. Het pancreassap wordt via kleine buisjes afgevoerd die samenkomen tot één grote afvoerbuis en uitmondt in de twaalfvingerige darm. Deze plek die ongeveer 10 cm voorbij de sluitspier van de maag ligt wordt Papil van Vater genoemd.

De alvleesklier maakt ook de hormonen insuline en glucagon. Dit zijn de “Eilandjes van Langerhans”. Deze kliertjes geven hun hormonen af aan het bloed en houden de bloedsuikerspiegel in evenwicht. De alvleesklier is een langgerekte trosvormige klier. De alvleesklier ligt linksachter in de bovenbuik, vlak voor de wervelkolom.

De alvleesklier heeft een endocriene en exocriene functie. De endocriene functie heeft een belangrijke rol bij het regelen van de bloedsuikerspiegel. De exocriene functie bij de vertering van het voedsel.

Wanneer de alvleesklier niet goed werkt, is dit vaak direct merkbaar. De klachten zijn buikpijn, misselijkheid, braken en diarree. Omdat de spijsvertering verstoord is, worden belangrijke voedingsstoffen niet opgenomen door de dunne darm. Deze voedingsstoffen verlaten samen met de ontlasting (diarree) het lichaam. Dit leidt tot verzwakking en vermagering (Alvleeskliervereniging,2019).

2.4.2- Alvleesklierhormoon

Insuline en glucagon

Insuline wordt door de alvleesklier afgegeven wanneer de bloedglucosespiegel te hoog dreigt te worden. Glucagon wordt door de alvleesklier afgegeven wanneer de bloedglucosespiegel te laag dreigt te worden.

Insuline                                                                                                                                    
 
Insuline wordt geproduceerd door de bètacellen van de Eilandjes van Langerhans. Wanneer de bloedglucosespiegel te hoog dreigt te worden (2 uur na de maaltijd 8mmol/l) geeft de alvleesklier insuline aan het bloed af. Insuline zorgt ervoor dat bijna alle cellen glucose uit het bloed opnemen en verbranden of opslaan in de vorm van glycogeen. Glycogeen is een koolhydraat wat uit glucose bestaat en ligt opgeslagen in de spieren en lever. Wanneer de cel glucose verbrandt, stopt de afbraak van vetten en aminozuren in de cellen. Niet alle cellen hebben insuline nodig om glucose uit het bloed op te nemen. Rode bloedcellen, neuronen, dekweefselcellen van de nierbuisjes en het spijsverteringskanaal hebben geen insuline nodig om glucose uit het bloed op te nemen.
Insuline is echter niet alleen een hormoon wat invloed heeft op de bloedglucosespiegel. Insuline zorgt er ook voor dat eiwitten uit aminozuren worden opgebouwd en vetten uit vetzuren en glycerol. Insuline is dus een zeer belangrijk anabool hormoon. Insuline zorgt er voor dat lichaamsweefsels worden opgebouwd.
 
Glucagon

Wanneer de bloedglucosespiegel te laag dreigt te worden, produceren de alfacellen van de Eilandjes van Langerhans glucagon. Glucagon zorgt ervoor dat leverglycogeen wordt afgebroken tot glucose. Glucose wordt vervolgens aan het bloed afgegeven. Hierdoor stijgt de bloedglucosespiegel weer. Glucagon zorgt er ook voor dat vet in de vetcellen wordt afgebroken en dat vetzuren aan het bloed worden afgegeven. Ook wordt glycogeen in de spieren tot glucose afgebroken. De afbraak van vet tot vetzuren en de afbraak van spierglycogeen tot glucose heeft tot gevolg dat minder bloedglucose wordt gebruikt. Hierdoor kan de bloedglucosespiegel sneller stijgen. Glucagon is een katabool hormoon.

2.4.3- Oefening

Oefening: Oefenvragen

Start

2.5- Bijnieren

Bouw en ligging van de bijnieren.

De bijnieren zijn twee kleine organen die bovenop een vetlaag op de nieren liggen. Ze wegen elk ongeveer vijf gram en zijn grijsachtig van kleur. Bijnieren bestaan uit twee delen, het merg (medulla) binnenin en de schors (cortex) aan de buitenkant. Het bijniermerg bestaat uit zenuwweefsel. De bijnierschors bestaat uit drie lagen, met elk een andere functie. Om de bijnieren heen ligt het bijnierkapsel en een beschermlaag van vetweefsel.

(Gezondheidsplein, 2019)

2.5.1- Werking van de bijnieren

In het merg van de bijnieren wordt (nor)adrenaline en dopamine gemaakt. Deze hormonen staan bekend als de ‘vecht-of-vlucht’ hormonen, omdat ze ervoor zorgen dat het lichaam een extra inspanning kan verrichten bij gevaar of stress. Het hart gaat sneller kloppen en er komt extra glucose, dat in je lichaam opgeslagen was, vrij voor extra energie. Wanneer het gevaar geweken is, vermindert de adrenalineproductie. Het lichaam reageert dan weer normaal.

In de buitenste laag van de bijnierschors wordt aldosteron geproduceerd. Aldosteron reguleert de mineraalhuishouding door de nieren minder zout uit te laten scheiden. Hiermee regelt aldosteron indirect ook de bloeddruk.

De middelste laag van de bijnierschors produceert cortisol, dat de aanmaak en opslag van glucose stimuleert. Cortisol speelt ook een rol bij de afweer tegen ziekteverwekkers. En heeft invloed op je slaap- waakritme.

De binnenste laag van de bijnierschors produceert androgenen en oestrogenen, die een rol spelen bij de ontwikkeling van de geslachtskenmerken van mannen en vrouwen. 

(Gezondheidsplein, 2019)

2.5.2- Bijnierhormonen

De functie van de bijnieren is het produceren van hormonen. Bijnieren maken de volgende hormonen aan:

  1. Adrenaline en noradrenaline.
  2. Cortisol.
  3. Aldosteron.
  4. Androgenen (mannelijke geslachtshormonen) en oestrogenen (vrouwelijke geslachtshormonen)

(Gezondheidsplein,2019l)

Hoe werkt het nu met de bijnieren?
In dit filmpje zie je een korte samenvatting van de werking van onze bijnieren.

2.6- Geslachtsorganen

Geslachtshormonen zijn de hormonen die afgegeven worden door de geslachtsklieren (gonaden). De bijnieren produceren als bijproduct ook vrouwelijke en mannelijke geslachtshormonen.

De verschillende mate waarin deze hormonen geproduceerd worden, leidt ertoe dat de meeste vrouwen menstrueren en borsten hebben en de meeste mannen een lagere stem en meer lichaamsbeharing hebben.

(Geslachtshormoon, z.d)

2.6.1- Mannelijk geslachtsorgaan

Het belangrijkste mannelijke geslachtshormoon, testosteron, wordt geproduceerd in de cellen van de zaadballen (testes). Dit gebeurt door het simulerende hormoon uit de hypofyse, nl het Interstitiele Cellen Stimulerend Hormoon (ICSH). Het testosteron brengt in de puberteit:

  • het mannelijke geslachtsorgaan verder tot ontwikkeling
  • bevordert de ontwikkeling van de secundaire geslachtskenmerken (baardgroei, stemdaling)
  • stimuleert de geslachtsdrift, potentie en eiwitopbouw, in het bijzonder de ontwikkeling van de spieren.

Mannen produceren testosteron tot hij de leeftijd van 80 jaar heeft bereikt. Er is wel min of meer een sterke vermindering ongeveer na het 60e levensjaar.

 

(Geslachtshormoon, z.d)

2.6.2- Vrouwelijk geslachtsorgaan

De vrouwlijke geslachtshormonen kunnen verdeeld worden in twee groepen: oestrogenen en progestatieve hormonen. Beide worden gevormd door de eierstok onder invloed van het gonadotrope hormoon uit de hypofyse, het follikel stimulerende hormoon (FSH) en het luteiniserend hormoon (LH).

Oestrogeen

Oestrogeen reguleert de ontwikkeling van vrouwelijke lichaamskenmerken. Elke vrouw wordt geboren met honderdduizenden eicellen die oestrogeen produceren. De aanmaak van oestrogeen begint zodra de ongeboren vrucht 15 tot 20 weken oud is en de invloed ervan blijft gedurende het hele leven van de vrouw merkbaar. Tijdens de puberteit vindt, onder invloed van de toegenomen productie van oestrogeen, de ontwikkeling van de borsten plaats en worden de heupen en dijen ronder. Ook begint dan het oksel en schaamhaar te groeien.
 

Progesteron

Progesteron veroorzaakt een sterke ontwikkeling van de klieren in het baarmoederslijmvlies en speelt een grote rol bij de voorbereiding, handhaving en ontwikkeling van een zwangerschap.
 
(Menselijklichaam, z.d)
 
 

2.6.3- Oefening

3- Pathologie

Het woord 'pathologie' is een samenstelling van het Griekse pathos (= ziekte) en logos (= leer), en betekent dus: ziekteleer. Er wordt gekeken naar de oorzaak van de ziekte, hoe een ziekte ontstaat, wat de gevolgen zijn en wat het beloop van de ziekte is.

Voor de pathalogie van het hormoonstelsel gaan wij in op de volgende ziektebeelden :

  • Diabetes mellitus type 1
  • Diabetes mellitus type 2
  • Zwangerschapsdiabetes

3.1- Diabetes mellitus type 1

Deze link brengt je bij een powerpoint op Nearpod waarin je alles leert over diabetes type 1.

Veel succes en plezier!

https://share.nearpod.com/n6F1IoqYm1

(Diabetesfonds, z.d/ Diabetesvereniging, 2019)

3.2- Diabetes mellitus type 2

Wat is diabetes type 2?

Als je diabetes type 2 hebt, reageert je lichaam minder goed op insuline. Dit heet insulineresistentie. Hierdoor blijft er te veel suiker in je bloed. Diabetes type 2 komt op steeds jongere leeftijd voor. Een ongezonde leefstijl is een belangrijke oorzaak.

De alvleesklier maakt insuline aan. Insuline zorgt ervoor dat glucose (suiker) uit je voeding naar de cellen gaat als brandstof. Als je diabetes type 2 hebt, maakt je lichaam te weinig insuline aan of je reageert er minder goed op. Er blijft dan te veel suiker in je bloed zitten: je krijgt te hoge bloedglucosewaarden. Langdurig hoge waarden kunnen complicaties veroorzaken.

Bij diabetes type 2 werkt je alvleesklier steeds minder goed. Je hebt hierdoor steeds minder insuline. Sommige mensen komen door grondige aanpassingen in hun leefgewoonten af van de symptomen van diabetes type 2. (Diabetesfonds, 2019)

Voor de oefenopdracht verwijs ik naar onderstaande link.

Oefenopdracht diabetes type 2

3.3- Zwangerschapsdiabetes

Wat is Zwangerschapsdiabetes?

Zwangerschapsdiabetes, ook wel diabetes gravidarum genoemd, is een tijdelijke soort diabetes, die binnen 24 uur overgaat na de bevalling.  Zeker 1 op de 10 vrouwen (5-10%) in Nederland heeft hier last van. Vrouwen kunnen dit krijgen vanaf de 24e week van de zwangerschap. Als je zwanger bent maak je andere hormonen aan. Deze hormonen zorgen ervoor dat het lichaam tijdelijk minder goed reageert op insuline. Insuline regelt het bloedsuiker in je lichaam.

Tijdens een normale zwangerschap maakt het lichaam extra insuline aan om de bloedsuiker op peil te houden. Dit gebeurt niet (genoeg) bij zwangerschapsdiabetes. Er blijft dan teveel suiker in het bloed zitten met alle gevolgen van dien. De diagnose wordt gesteld met een glucose tolerantietest  (GTT). Je krijgt een suikerdrankje toegediend om te kijken of je lichaam voldoende insuline aanmaakt. Na 1 uur meten ze de bloedglucosewaarde. Als deze hoger is dan 7.8 mmol/l dan heb je zwangerschapsdiabetes. Hieronder vind je een korte introductie waarin zwangerschapsdiabetes wordt uitgelegd. Vooraf aan het filmpje zal eerst een kort reclameblok zichtbaar zijn, alvorens de video begint.

https://blausen.com/nl/video/zwangerschapsdiabetes/#.XZeJ6J0ntR8.google

Hieronder staat nog een powerpoint om door te lezen met een beknopte samenvatting van het geheel.

 

 

4- Eindtoets

Eindtoets
Heb je de theorie goed doorgelopen? Maak deze eindtoets om je kennis te testen.

5- Bronnenlijst

Alvleeskliervereniging (2019). Ligging en functie alvleesklier [foto]. Geraadpleegd op 10 oktober 2019, van https://www.alvleeskliervereniging.nl/de-alvleesklier/ligging-en-functie/wat-is-de-exocriene-functie-van-de-alvleesklier-.aspx

Baar, J., Bastiaanssen, C.A., & Jochems, A.A.F. (2012). Anatomie & fysiologie. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.

Blaussen. (2019). Zwangerschapsdiabetes [online video]. Geraadpleegd op 3 oktober 2019, van https://blausen.com/nl/video/zwangerschapsdiabetes/#.XZeJ6J0ntR8.google

Biologielessen.nl (2012-2019). Transport hormonen [foto]. Geraadpleegd op 3 oktober 2019, van https://biologielessen.nl/index.php/dna-13/508-hormonen-introductie

Depositphotos.com (z.d). Oxytocine [foto]. Geraadpleegd op 30 oktober 2019, van https://nl.depositphotos.com/12099730/stock-photo-oxytocin-love-hormone-molecular-structure.html

Diabetesfonds (z.d) Diabetes type 1. geraadpleegd op 14 september 2019 van https://www.diabetesfonds.nl/over-diabetes/soorten-diabetes/diabetes-type-1

Diabetesfonds. (2019). Soorten diabetes. Geraadpleegd op 30 september 2019, van  https://www.diabetesfonds.nl/over-diabetes/soorten-diabetes/zwangerschapsdiabetes

Diabetesvereniging Nederland. (2019). Andere typen diabetes. Geraadpleegd op 30 september 2019, van  https://www.dvn.nl/wat-is-diabetes/andere-typen-diabetes/zwangerschapsdiabetes

Diabetesvereniging Nederland (2019). Diabetes type 1. Geraadpleegd op 14 september 2019, van https://www.dvn.nl/    

Endocrineweb.com (z.d). An Overview of the Hypothalamus [foto]. Geraadpleegd op 7 oktober 2019, van .https://www.endocrineweb.com/endocrinology/overview-hypothalamus

Expertisecentrum Prader-Willi syndroom (2016). Geslachtshormonen (foto).Geraadpleegd op 5 oktober 2019 van https://expertisecentrumpws.nl/kennis/geslachtshormonen/

Geslachtshormoon (z.d) Mannelijke geslachtshormonen. Geraadpleegd op 12 september 2019 van https://home.kpn.nl/b1beukema/geslachtshormoon.html

Gezondheidsplein (2019) Bijnieren. Geraadpleegd op 18 september 2019 van https://www.gezondheidsplein.nl/menselijk-lichaam/bijnieren

Gezondheidsuniversiteit (z.d). Hormonen [PDF].Geraadpleegd op 22 oktober 2019, van https://www.gezondheidsuniversiteit.nl/sites/gezondheidsuniversiteit/files/onderwerpen_avond_1.pdf

Loesje. (1983). Hormonen [foto]. Geraadpleegd op 3 oktober 2019, van www.loesje.nl

Menselijk lichaam (z.d). Vrouwelijke hormonen (januari 2016). Geraadpleegd op 12 sepember van  https://www.menselijklichaam.nl/algemeen/vrouwelijke-hormonen/

Oscar Eggen (z.d) Endocrien systeem [online video]. Geraadpleegd op 14 oktober 2019, van https://www.youtube.com/watch?v=Vz5RKVIo6bQ

Pixabay (2019) Diverse afbeeldingen. Geraadpleegd op 10 oktober 2019 van https://pixabay.com/nl/images/search/

Rivas (z.d). Wat is pancreatitis? [foto]. Geraadpleegd op 1 november 2019, van https://www.rivas.nl/index.php?id=1579

Spreekuur thuis.nl. (2019). Hypofyseziekten. [Foto]. Geraadpleegd op 14 oktober 2019, van http://www.spreekuurthuis.nl/themas/hypofyseziekten/informatie/ligging%2C_bouw_en_functie van de_hypofyse

Stamcel.org. (2019). Hypofyse en hypothalamus [Foto]. Geraadpleegd op 3 oktober 2019, van https://www.stamcel.org/html/epifyse.htm

Watson, R. (2014). Zakboek Anatomie en fysiologie. Groningen: Noordhoff Uitgevers.

Youtube (2016) Wat is het Hypothalamus-Hypofyse-Bijnier systeem? (film). Geraadpleegd op 18 september 2019 van https://www.youtube.com/watch?v=3ud5cjkHtPs&feature=youtu.be

Zo Zwanger (2019). Zwangerschapshormonen. Geraadpleegd op 14 oktober 2019, van https://www.zozwanger.nl/zwangerschapshormonen-wat-doen-lijf/

24baby. (2019). Zwangerschapsdiabetes. Geraadpleegd op 7 oktober 2019, van https://www.24baby.nl/zwanger/gezondheid/zwangerschapsdiabetes/