Organen en cellen

Organen en cellen

Organen en cellen

Organen en cellen

Op deze website leer je dat organismen uit cellen bestaan. In je lichaam voeren organen bepaalde functies uit. Je leert een aantal organen met hun functies kennen.

Cellen kun je alleen met een microscoop bekijken. Je leert in dit thema hoe je met een microscoop werkt en je bekijkt de bouw van cellen.

 

 

 

 

Onderwerpen:

1. Organen, weefsels en cellen

2. De microscoop

3. Werken met de microscoop

4. Dierlijke cellen

5. Plantaardige cellen

Organen, weefsels en cellen

Een levend wezen wordt een organisme genoemd. Een leeuw, een paddestoel of een plant. Dit zijn allemaal voorbeelden van organismen.

Een organisme is opgebouwd uit orgaanstelsels. Een orgaanstelsel is een groep van  samenwerkende organen die samen een functie uitvoeren. In ons lichaam zitten 11 verschillende orgaanstelsel. Je moet 6 orgaanstelsels kennen. Het ademhalingstelsel, het beenderstelsel, het bloedvatenstelsel, het spierstelsel, het verteringstelsel en het zenuwstelsel. Het ademhalingstelsel bijvoorbeeld, hier werken de longen, de luchtpijp en de bronchien samen. De functie van de ademhalingstelsel is het opnemen van zuurstof en het afgeven van koolstofdioxide.

Een orgaanstelsel is opgebouwd uit organen. Een orgaan is een deel van een organisme met een specifieke bouw en functie. De hersenen, het oog, het hart en de nier zijn voorbeelden van organen.

Een orgaan is weer opgebouwd uit verschillende weefsels. Een weefsel is een groep cellen met dezelfde vorm en functie.

Een weefsel is weer opgebouwd uit cellen. Cellen zijn bouwstenen van je lichaam. Deze kan je alleen bekijken met een microscoop.

 

Organismen

 

Orgaanstelsels

 

Organen


Weefsels

 

Cellen

Orgaandonatie 

Veel mensen zijn ziek doordat een orgaan niet goed werkt. Een orgaandonatie kan dan soms iemands leven redden. 

Bij een orgaandonatie krijgt een patient een orgaan van iemand anders. Meestal is dat een orgaan  van iemand die is overleden en zich als donor heeft laten registreren. 

 

Wat is orgaandonatie?

De microscoop

Met een microscoop kun je cellen bekijken. Er zijn verschillende soorten microscopen. Op een school gebruik je een microscoop die tot ongeveer 600x vergroot.

In de afbeelding hieronder zie je een microscoop. Bij elk onderdeel staat de naam en de functie.

De microscoop

De vergroting waarmee je kijkt, reken je uit door de vergroting op het objectief te vermenigvuldigen met de vergroting op het oculair. Als je een oculair dat 10x vergroot en een objectief dat 40x vergroot gebruikt, is de vergroting 10 x 40 = 400x

Werken met een microscoop

Om te werken met een microscoop moet je een preparaat maken. 

Een preparaat bestaat uit een dik glaasje, het voorwerpglas en een dun glaasje, het dekglas. Tussen het voorwerpglas en het dekglas ligt het voorwerp dat je wilt bekijken. Dit kunnen cellen of een stukje weefsel zijn. Meestal ligt het voorwerp in een vloeistof. 

Als je een preparaat met een microscoop bekijkt, begin je altijd bij de kleinste vergroting met scherp stellen. Je kunt dan het voorwerp makkelijk in het preparaat vinden. De kans is dan ook klein dat je met een objectied tegen het preparaat aan komt. 

In de afbeeldingen hieronder zie je hoe je moet scherpstellen. 

Dierlijke cellen

Alle bacteriën, schimmels, planten en dieren bestaan uit cellen. Cellen zijn de bouwstenen van levende wezens.

Cellen zien er verschillend uit. De cellen van dieren(en mensen) zien er heel anders uit dan de cellen van planten.

Elk cel bevat cytoplasma en is omgeven door een dun vlies: het celmembraan. Het cytoplasma bestaat uit water met opgeloste stoffen. Het celmembraan speelt een rol bij de opname en afgifte van stoffen. De celkern bevindt zich in het cytoplasma. De celkern is omgeven door het kernmembraan. In de celkern bevinden zich chromosomen. Chromosomen zijn dunne langgerekte 'draden'. Ze liggen in een celkern door elkaar. Met een microscoop zijn de chromosomen in een celkern niet zichtbaar. Als een cel zich gaat delen, worden de chromosomen wel zichtbaar. Chromosomen bestaan voor een groot deel uit de stof DNA.

         

Schematische tekeningen van een dierlijke cel

DNA regelt alles wat er in de cel gebeurt. Het bevat informatie over allerlei eigenschappen. Deze informatie komt van je ouders, bijvoorbeeld de kleur van je haar. Eigenschappen waarvan de informatie van je ouders komt, noem je erfelijke eigenschappen. Andere voorbeelden van erfelijke eigenschappen zijn bijvoorbeeld de kleur van je ogen, de vorm van je neus, een kuiltje in je kin en of je rechtshandig of linkshandig bent.  

 

 

Plantaardige cellen

Een plantaardige cel heeft net als een dierlijke cel cytoplasma, een celmembraan en een celkern. Bij plantaardige cellen komen delen voor die niet bij dierlijke cellen voorkomen.

Bij veel plantaardige cellen drijven groene korrels in het cytoplasma: de bladgroenkorrels. Bladeren en soms ook de stengels van planten zijn groen doordat in de cellen bladgroenkorrels zitten. In de bladgroenkorrels vindt de fotosynthese plaats.

De meeste plantaardige cellen hebben een grote vacuole, die midden in de cel ligt. Een vacuole is een blaasje gevuld met vocht. Het cytoplasma van een plantaardige cel maakt een stevig laagje om de cel heen: de celwand. Celwanden zorgen voor stevigheid.

 

   

Schematische tekening van een plantaardige cel

Extra lesstof

Onderwerpen:

1. Celdeling

2. Plastiden

 

Celdeling

Het lichaam van een mens bestaat uit ongeveer 100 biljoen cellen. Dit aantal is ontstaan uit 1 cel. Door celdeling zijn uit deze cel alle andere ontstaan. 

Sommige cellen blijven jaren in leven, maar andere leven kort. De buitenste laag van je huid bastaat uit dode cellen, waarvan er per dag miljoenen loslaten. Ze vallen op de grond en komen in je kleren. In een jaar verlies je ongeveer 3,5 kg huid. In je huid ontstaan continu nieuwe cellen, waardoor het totale aantal niet afneemt. Per seconde ontstaan ongeveer een miljoen nieuwe cellen. Als je groeit, ontstaan er meer nieuwe cellen dan dat er doodgaan. 

De vorming van nieuwe cellen verloopt bij alle organismen op een vergelijkbare manier. Eerst ontstaan twee kernen. Daarna deelt de cel zich. Er zijn dan uit 1 cel, de moedercel, twee nieuwe cellen ontstaan, dit zijn de dochtercellen. Na de celdeling vindt plasmagroei plaats. De dochtercellen worden groter doordat de hoeveelheid cytoplasma toeneemt. 

Tijdens de celdeling kun je in de celkern chromosomen zien. Mensen hebben 46 chromosomen in iedere celkern. Voordat een zich deelt, is van ieder chromossom een kopie gemaakt. Aan het begin van de celdeling zijn er dus 92 chromosomen. Van ieder chromosoom komt er 1 in de ene kern en de andere in de andere kern. Na de deling bevatten de beide dochtercellen dus precies dezelfde informatie als de moedercel.

 

De vorming van nieuwe cellen

 

Na de celdelingen gaat een van beide cellen die ontstaan zijn zich ontwikkelen tot een specifieke cel. Als de cel die zich deelde in de spieren lag, kan een spiercel ontstaan, maar als het een cel in de huid was, dan zal een huidcel ontstaan. De andere dochtercel blijft een cel die zich kan delen en specialiseert zich niet. 

De celcyclus 

Plastiden


Door de bladgroenkorrels hebben de bladeren van planten een groene kleur. In het cytoplasma van plantaardige cellen kunnen ook andere korrels voorkomen. Deze korrels worden plastiden genoemd. 

Er zijn verschillende typen plastiden: bladgroenkorrels, kleurstofkorrels en zetmeelkorrels. 

Bladgroenkorrels komen voor in alle groene plantendelen. In de bladgroenkorrels vindt fotosynthese plaats. 

Kleurstofkorrels komen voor in de cellen van bloemen en vruchten met een gele, oranje of rode kleur. Kleurstofkorrels geven bloemen en vruchten hun opvallende kleur. 

Zetmeelkorrels komen onder andere voor in de cellen van aardappels. Zetmeelkorrels zijn kleurloos. In zetmeelkorrels is zetmeel opgeslagen. Plastiden kunnen van het ene type overgaan in het andere type. Bijvoorbeeld wanneer een tomaat rijp wordt, verandert de kleur van groen naar rood. Bladgroenkorrels veranderen dan in rode kleurstofkorrels.

   

Bladgroenkorrels in de cellen waterpest

 

 

Kleurstofkorrels in de cellen van een tomaat

Zetmeelkorrels in een aardappel(gekleurd met jodium)

Rijpende tomaten

Oefentoets

Verdieping

Orgaanstelsel Functie
Skelet

Stevigheid, vorm, bescherming en beweging mogelijk maken

Spierstelsel

Bewegen

Verteringsstelsel

Voedsel kleiner maken en opnemen in het bloed

Ademhalingsstelsel

Zuurstof opnemen en koolstofdioxide afgeven aan de lucht

Bloedvatenstelsel

Vervoeren van zuurstof en voedingsstoffen naar de spieren/organen. Afvoeren van koolstofdioxide en afvalstoffen

Zenuwstelsel

Informatie van je zintuigen naar je hersenen sturen en van je hersenen informatie naar je spieren sturen

 

Orgaanstelsel hebben verschillende functies. In de tabel hierboven is een overzicht te zien met de functies van de orgaanstelsels die je moet kennen.

 

 

Eindtoets

Toets: Eindtoets: Organen en cellen

Start

Bronvermelding

- M. (z.d.). MAX Online. Geraadpleegd op 14 juni 2020, van https://bvj.secure.malmberg.nl/expired

- B. (z.d.-a). Klas 1 Biologie: Organen & Cellen. Geraadpleegd op 14 juni 2020, van https://biologiepagina.nl/1/Organenencellen/organenencellen.htm

 

 

  • Het arrangement Organen en cellen is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Deniz Afacan Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2020-06-14 23:54:05
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld

    Bronnen

    Bron Type
    Wat is orgaandonatie?
    https://www.youtube.com/watch?v=0koldO-k8ao
    Video
    Cellen
    https://schooltv.nl/item/cellen-aan-de-basis-dierlijke-en-plantaardige-cellen-bacterien-en-schimmels/#q=plantaardige%20cellen
    Video
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Eindtoets: Organen en cellen

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.