Deze kerntaak bestaat uit 1 werkproces, namelijk het inwinnen van digitale infomatie.
De beginnend beroepsbeoefenaar:
heeft brede kennis m.b.t. informatie- en communicatietechnologie (inclusief besturing)
heeft brede kennis van ergonomische aspecten bij beeldschermwerk en hand-, invoer- en uitvoerapparaten
heeft specialistische kennis over het veilig digitaal werken en zorgvuldig handelen bij het verzamelen van informatie, gegevens en content
heeft specialistische kennis van auteursrechten bij downloaden en hergebruiken van informatie (tekst, beeld, geluid)
heeft specialistische kennis van de vormen, effecten, toepassingsmogelijkheden, (bedrijfs-/veiligheids-) risico's, begrippen en terminologie van internet en (sociale) media
kan datainvoermogelijkheden bedienen
kan mobiele ict-middelen bedienen
kan opslagmedia en (hand-, invoer- en uitvoer-) apparaten bedienen
kan richtlijnen rondom beeldschermwerk toepassen
kan specialistische kennis van de functies en mogelijkheden van een systeem voor het verzamelen van informatie, gegevens en content toepassen
kan strategieën en methodes voor het veilig gebruik van en privacy op internet toepassen
Overzicht van de SBU.
Kerntaak 1
Bloggen 2 uur
Het maken van een screencast 4 uur
Basiskennis ICT 6 uur
Basiskennis hardware 3 uur
Opslagcapaciteit digitale apparaten/cloud 2 uur
Informatie zoeken 20 uur
Veilig internetten 10 uur
Jijzelf en sociale media 2 uur
Maken van een online enquête 10 uur
Lesonderdelen
Bloggen
Waarom een blog?
Je gaat gedurende deze cursus heel veel dingen leren. Je leert eigenlijk twee soorten kennis:
a) Kennis op zich, dingen die je gewoon moet weten.
b) Vaardigheden, dingen die je moet kunnen.
Aan het eind van het keuzedeel ben je in staat om kennis en vaardigheden te combineren. Je bent in staat om kennis die je bezit binnen een vaardigheid toe te passen. Een van die vaardigheden is het leren schrijven van blog-berichten.
Door over onderwerpen te schrijven kun je laten zien dat je in staat bent dingen die je hebt geleerd in de praktijk te brengen. Een blog is een eenvoudig en geschikt middel hiervoor.
Bovendien stelt het anderen - de docent - in staat om te reageren op je blog. Van feedback leer je nog eens extra. En daarom dus een blog. Je deelt je blog alleen met je docent en bij het examen met de tweede examinator. Voor de rest bepaal je zelf wie wel en niet je blog mag lezen.
Wat is een blog precies?
Lees de informatie die je vindt via onderstaande 2 links en beantwoord dan voor jezelf de vraag wat een blog precies is en welke soorten blogs er zoal bestaan.
Je gaat gedurende deze cursus heel veel dingen leren. Je leert eigenlijk twee soorten kennis:
a) Kennis op zich, dingen die je gewoon moet weten.
b) Vaardigheden, dingen die je moet kunnen.
Aan het eind van het keuzedeel ben je in staat om kennis en vaardigheden te combineren. Je bent in staat om kennis die je bezit binnen een vaardigheid toe te passen. Een van de vaardigheden is het maken van eenvoudige uitleg-filmpjes waarin je laat zien dat je een bepaalde vaardigheid beheerst.
Een screencast is eenvoudig en geschikt middel hiervoor. Bijvoorbeeld dat je kunt laten zien hoe je een startpagina verandert, of hoe je zoekmachines toevoegt of verwijdert.
Daar komt eigenlijk nog best wat bij kijken. In een filmpje wat laten zien is één ding. Maar door daarbij een uitleg-tekst in te spreken en de film zo op te bouwen dat anderen er van kunnen leren, dat is nog wat anders. En dat is wel de bedoeling.
Je leerdoel is dus screencastfilms te maken waar andere mensen - die minder weten en kunnen dan jij - van kunnen leren. En voor jou is het ook positief, want je leert het allerbest door iets aan anderen uit te leggen.
Screencastomatic
Met het gratis programma Screencastomatic kun je op eenvoudige wijze opnames maken van een uitleg die je op je beeldscherm laat zien. Bijvoorbeeld hoe een bepaald programma werkt, of een Powerpoint-presentatie met uitleg die je afspeelt en inspreekt. Het filmpje dat zo ontstaat kun je uploaden naar en delen via Youtube.
1. Download het programma Screencastomatic op je laptop. Bij latere opdrachten ga je uitlegvideo's maken met dit programma.
2. Maak een proefopname waarin je
- laat zien hoe je het programma Screencastomatic moet opstarten
- laat zien hoe je de instellingen voor opnames klaar zet
- hierbij een duidelijk uitgesproken uitlegtekst uitspreekt die de beelden begeleiden
- jezelf via de webcam aan het begin van de video even voorstelt
- niet zichtbaar bent tijdens de rest van de opnames.
Als de opname klaar is, ga je die uploaden naar je Youtube kanaal (met als instelling "verborgen") en zet je de link naar het filmpje in de inlevermap die de docent heeft aangewezen voor deze opdracht.
SBU 4 uur
Lees hieronder volgens welke eisen je screencastfilm zal worden beoordeeld
Rubric beoordeling ingeleverd werk Screencastfilmpjes
Naam student:
Klas/leergroep:
Datum beoordeling:
Criterium
Kan nog beter
Gemiddeld
Goed
Screencastfilmpje tijdig ingeleverd in de juiste inlevermap
De uitleg is duidelijk, goed gestructureerd en in goed te volgen stappen
De uitleg is helder in beeld te volgen.
De uitleg in beeld is de juiste uitleg van het gevraagde
De gesproken uitleg is helder en duidelijk te horen
De gesproken uitleg is de juiste uitleg van het gevraagde
De screencast is gepubliceerd via de opgedragen manier (youtube)
De screencast maakt gebruik van de mogelijkheid van de webcam op het juiste moment
Basiskennis Informatie- en Communicatietechnologie
Leerdoelen:
de student kan verschillende besturingssystemen en browsers noemen en de verschillen ertussen aangeven en is in staat om te motiveren waarom hij of zij een bepaalde browser gebruikt.
de student leert plekken kennen waar software veilig kan worden gedownload
de student maakt kennis met besturingssystemen en systeemkenmerken van laptops en met antivirusprogramma's.
de student kan aantonen te kunnen achterhalen of de browser die hij of zij gebruikt nog actueel is.
de student kan aantonen een aantal basisvaardigheden te beheersen en toont dit aan door middel van screencastfilmpjes en handleidingen met screenshots.
SBU 6 uur
Operating Systems
Best Web Browsers
Opdracht 1 Basiskennis ICT: Besturingssystemen
1. Bekijk de video over besturingssystemen (in het Engels: operating system).
1a) Beschrijf in eigen woorden wat een besturingssysteem is.
1b) Geef een overzicht van de belangrijkste besturingssystemen die momenteel gebruikt worden, verdeeld naar computer/laptop en naar mobiele apparaten. 1c) In de video wordt het begrip compatible (compatibel) gebruikt. Wat betekent dit begrip? Zeg het in je eigen woorden.
1d) Noteer minimaal 3 versies van het besturingssysteem WIndows.
1e) Wat zijn de belangrijkste taken van een besturingssysteem? Zoek als je dit niet goed weet op op internet.
Studiewijzer:
1. Noteer alle antwoorden van alle opdrachten van dit hoofdstuk in een Worddocument. Geef je document de naam Basiskennis ICT voor- en achternaam.
Dus als je Wieke de Boer heet is de naam van je document Basiskennis ICT Wieke de Boer. 2. Opdracht 3 is een video-opdracht. Lees bij die opdracht wat je moet maken en wat je moet inleveren. In opdracht 6 is een van de opdrachten ook een video opdracht. De links naar deze filpjes zet je in de inlevermap.
3. Je verslag in Word en je video's van opdracht 3 en 6 ga je inleveren in de inlevermap met de naam BASISKENNIS ICT.
Opdracht 2: Browsers
2 Browsers. Bekijk de video Best Browsers 2017
2a) Maak een overzicht van de meest gebruikte browsers die er op dit moment zijn.
2b) Geef een overzicht van de voor- en nadelen van elke browser.
2c) Welke browser gebruik je zelf? En waarom? 2d) Controleer of de browser die jij gebruikt nog up to date is.
Maak een overzicht van de manier waarop je dit doet. Noem de naam van de browser en de stappen die je zet om na te gaan of deze nog up toe date is.
Lever je antwoorden in.
Opdracht 3 Het inrichten van je browser
Laat middels twee of meer korte filmpjes (gemaakt met screencastomatic) zien dat je in staat bent om:
3a) meerdere tabbladen te openen naast elkaar
3b) pop-ups te blokkeren (zie link voor extra informatie over het blokkeren van popups).
3c) de startpagina van de browser aanpassen in onderstaande browsers
IE11/Edge/Chrome en Firefox (je moet 3 van de 4 laten zien) 3d) grote letters in te stellen om de leesbaarheid te vergroten/
3e) de zoekgeschiedenis en cookies te verwijderen
3f) In Privatie te navigeren in IE11/Edge/Chrome/Firefox
3g) websites toevoegen aan je Favorieten of Bladwijzers
3h) hoe je de geschiedenis van je webbrowser kunt zien.
Je mag zelf weten welke onderdelen je in je filmpjes bij elkaar behandelt.
Denk er bij het maken van het filmpje aan dat je niet alleen laat zien wat je doet, maar dat je het ook mondeling uitlegt. Schrijf desnoods eerst je tekst uit
Eisen aan de in te leveren video's
Je stelt jezelf aan het begin van de video voor.
In de introductie wordt duidelijk uitgelegd waar de video over gaat, wat je gaat uitleggen.
Je legt goed uit welke stappen moeten worden gevolgd om tot het gewenste resultaat te komen.
De uitleg is in beeld duidelijk zichtbaar en goed te volgen. Niet te langzaam en vooral niet te snel.
Je gesproken uitleg is duidelijk te verstaan en op het moment dat je het vertelt laat je het in beeld ook zien.
Lever de links naar je videos in in de inlevermap Basiskennis ICT
Opdracht 4 Basiskennis ICT Nog meer informatie Lees de tekst goed door.
Een andere naam voor een besturingsysteem is Operating System. De belangrijkste zijn Windows (van Microsoft), Chrome (van Google), Linux (Open Source), en Mac OS (Apple).
Zonder besturingssysteem (of besturingsprogramma) doet een computer of apparaat niets.
Het besturingssysteem is een verzamelnaam voor de software die ervoor zorgt dat de hardware van de computer kan samenwerken met de programma’s of toepassingen die de gebruiker wil starten. Zoals tekstverwerkers, internet-browsers, tekenprogramma’s, enzovoorts.
In het Engels heet een besturingssysteem een Operating System. Vandaar dat het besturingssysteem van een computer vaak wordt aangeduid met de letters OS.
De belangrijkste taak van een besturingssysteem is het verdelen van de beschikbare tijd van de processor (= hardware) over de verschillende processen (= software) die de computer moet uitvoeren. Maar het besturingssysteem regelt ook het beheer van het beschikbare geheugen en de koppeling met apparaten die aan de computer gekoppeld zijn. Die apparaten noem je randapparatuur. Voorbeelden: monitor, muis, printer, extern geheugen.
Het besturingssysteem zorgt ook dat er programma’s worden aangestuurd die de communicatie met andere computers mogelijk maken.
Als zo’n andere computer vooral tot taak heeft computers van informatie en diensten te voorzien noem je dat een server. Computers die gebruikmaken van deze centrale voorziening noemen we clients of werkstations.
De clients zijn vergelijkbaar met de computer die je als eindgebruiker thuis gebruikt, maar het verschil is dat bijvoorbeeld de opslag van bestanden en informatie centraal plaatsheeft.
Servers kunnen dus verschillende centrale taken vervullen, zoals het opslaan van bestanden (cloud) en het regelen van toegangsbeheer, het functioneren als postkantoor voor e-mail en het verzorgen van de internettoegang. Op één computer kunnen zich dus verbindingen met verschillende (software)servers bevinden. Denk bijvoorbeeld aan een webserver die je nodig hebt voor het intranet en een fileserver voor de bestanden.
Opdrachten bij de tekst
4a) Maak een lijst met randapparatuur voor computers of laptops. Zoek er meer op dan in de tekst aan voorbeelden worden gegeven, minimaal 8. Zet deze lijst in een worddocument in een tabel van 2 kolommen, zodat je links de naam van het apparaat kunt zetten en rechts een afbeelding.
4b) Omschrijf in eigen woorden wat een server is en waar deze voor dient.
4c) Maak een lijst van onderdelen die je in een computer of laptop aantreft, zoals een moederbord en een processor. Voeg deze lijst toe aan de lijst van opdracht 4a op dezelfde manier, dus ook in een tabel en met van elk onderdeel een afbeelding.
Opdracht 5 Basiskennis ICT software
1. Geef een overzicht van websites waar je legaal en veilig gratis software kunt downloaden.
Als je meer informatie wilt over het downloaden en installeren van software kun je deze link raadplegen. Tip: ook voor opdracht 4 kun je daar veel informatie vinden
2. Geef een overzicht van de systeemkenmerken van jouw laptop of computer. Vermeld of een 32 bits of 64 bits hebt, welk besturingsprogramma je hebt, welke processor, hoeveel werkgeheugen (RAM) en hoeveel opslagcapaciteit.
3. Geef een overzicht van gratis antivirusprogramma's via deze link en geef aan voor welk besturingssysteem ze geschikt zijn.
3A. Welke virusbeveiliger heb je zelf? Waarom heb je deze gekozen?
4. Maak door middel van screenshots (foto's met een uitlegtekst er bij) of in een screencastvideo een uitleg voor minder gevorderde computergebruikers hoe ze:
software kunnen verwijderen van hun laptop of computer.
de status van hun firewall kunnen controleren
Opdracht 6 Cookies
Een cookie is een klein tekstbestand dat tijdens het surfen op internet op je computer, laptop, tablet of telefoon wordt opgeslagen en waarin informatie wordt opgeslagen. Bij een later bezoek aan dezelfde website herinnert de website zich deze informatie. Vooral voor marketingbedrijven en online reclamebureaus is dit interessante informatie, omdat ze je persoonlijke voorkeuren voor diensten en producten vastleggen.
Er zijn goede cookies en slechte cookies. Sommige informatie - cookies - is noodzakelijk, omdat anders de website niet goed werkt. In de film hierna kom je daar een voorbeeld van tegen. Dit soort cookies heet "first party cookies". Een dergelijke cookie onthoudt bijvoorbeeld in welke taal je de website wilt lezen. Dit heet "profiling", het verzamelen van surfinformatie en voorkeuren van de gebruiker. Een ander voorbeeld is dat een website je inlognaam onthoudt en je alleen nog maar het wachtwoord hoeft in te voeren.
Maar er zijn ook andere cookies, de zogenaamde "third party cookies", die je surfgedrag vastleggen. Een andere naam is "tracking cookies". De Nederlandse naam is "volgcookies", omdat ze je internetgedrag volgen en vastleggen. Ook hiervan kom je in de film een voorbeeld tegen. Deze cookies maken van jouw surfgedrag een zogenaamd "gebruikersprofiel". Je krijgt bijvoorbeeld alleen reclame te zien van producten waar je ooit eens informatie over hebt opgezocht.
Opdracht
6a) Bekijk de film die hieronder staat en maak een samenvatting. In deze samenvatting staan de voorbeelden beschreven van first party cookies en third party cookies.
6b) Verzamel meer kennis over cookies via deze uitleg.
6c) Wat zijn de belangrijkste onderwerpen die in de Nederlandse cookiewet staan? Voeg dit toe aan je samenvatting van opdracht 1.
Cookies explained
Cookies verwijderen
Het is erg eenvoudig om je cookies te verwijderen. Af en toe eens opschonen kan helemaal geen kwaad.
Opdrachten
1. Waarom is het verstandig om af en toe de cookies op je computer of laptop te verwijderen?
2. Klik op de link cookies verwijderen om voor verschillende browsers te leren hoe je de cookies opruimt. Zorg dat je het goed beheerst, want je moet het in de volgende opdracht uitleggen
3. Laat in een kort screencastfilmpje zien dat je in staat bent cookies te verwijderen. Je maakt dus een uitlegfilmpje, waarin je voordoet en uitlegt hoe je cookies verwijdert.
Lever de link naar je film in in de inlevermap Basiskennis ICT
Je hebt nu alle opdrachten gemaakt en in je word verslag gezet. Geef je verslag de naam Basiskennis ICT voor- en achternaam en lever het in in de inlevermap Basiskennis ICT.
Basiskennis hardware
Leerdoelen
- heeft brede kennis m.b.t. informatie- en communicatietechnologie (inclusief besturing)
SBU 3 uur
1. De werking van een computer.
Bekijk om te beginnen de video hieronder over de werking van een computer.
Vragen over de video:
1. Uit welke onderdelen bestaat uit een computer eigenlijk?
2. Wat betekent de afkorting ROM en wat wordt er mee bedoeld?
3. Wat betekent de afkorting RAM en wat wordt er mee bedoeld?
2. Onderdelen van een computer
1. Zoek op internet op welke onderdelen er allemaal binnen in een computer te vinden zijn. Maak in een word document een tabel met 3 kolommen.
In de eerste kolom zet je de naam van het onderdeel, in de tweede kolom een afbeelding van het computer onderdeel en in de derde kolom een beschrijving van het onderdeel, dus wat het doet.
2. Zoek op internet op welke onderdelen er allemaal binnen aan een computer kunnen worden verbonden. We noemen dit randapparatuur. Maak in een word document een tabel met 3 kolommen.
In de eerste kolom zet je de naam van het apparaat, in de tweede kolom een afbeelding ervan en in de derde kolom een beschrijving van het apparaat, dus wat je er mee doet.
Lever de antwoorden van opdracht 1 en 2 in. De inlevermap heet Computer
2. Kopen van een laptop
De specificaties van computers, tablets en laptops veranderen met de dag. Daarom is het vaak moeilijk wat de minimum eisen voor een apparaat zijn. Heel veel wensen en eisen zijn erg persoonlijk. Vind je een groot beeldscherm belangrijk? Moet het geluid stil zijn? Is de ruimte die het inneemt belangrijk? Wil je alles op de hoogste kwaliteit af kunnen spelen? En zo zijn er nog veel meer vragen waar iedereen een ander antwoord op zal geven. Bekijk onderstaande video om je te oriënteren op de opdrachten hier na
Wat betreft de snelheid is het dus wel belangrijk een aantal dingen te weten:
De processor is het hart van de computer en bepaalt in grote mate de snelheid. Snelle processoren zijn duurder en minder energiezuinig.
Het geheugen (ook RAM of werkgeheugen genoemd) is ook bepalend voor de snelheid van de computer. Veel applicaties hebben een minimale hoeveelheid geheugen nodig om goed te kunnen werken. Het is daarom erg belangrijk te weten welke / wat voor programma’s je gaat gebruiken om te bepalen hoeveel geheugen je minimaal nodig hebt. Meer geheugen kan nooit kwaad.
Het opslagmedium van een apparaat, bijvoorbeeld een harde schijf, bepaalt hoeveel en hoe snel een apparaat kan lezen en schrijven. Hoeveel er op kan is nauwelijks van invloed op de snelheid, het type wel. Het snelheidsverschil tussen een SSD (Solid State Drive) en een traditionele harde schijf is enorm.
De GPU,Graphics Processing Unit, (ook grafische kaart genoemd), is belangrijk 3D graphics. Een GPU is het belangrijkste onderdeel voor het spelen van hedendaagse games. Voor de meeste andere computertaken is het echter niet erg van belang.
Websites kunnen je helpen om er achter te komen wat allerlei begrippen betekenen. Tekst en uitleg dus.
Moeilijke termen en specificaties worden hier duidelijk uitgelegd en ze geven je een goede indruk de opties die je hebt. Dus LEES de informatie over alle onderdelen van Tekst en Uitleg.
Opdracht 2.1
Geef tekst en uitleg over:
1. Een SSD schijf en een magnetische schijf.
2. Het kopen van een laptop.
3. Het RAM geheugen
4. De resolutie van een beeldscherm
5. De werking van de videokaart.
6. De verschillende soorten harde schijven.
7. Wat een processor is en wat deze precies doet.
8. Het moederbord.
9. Verschillende soorten muizen.
10. De geluidskaart
Verzamel al deze informatie in een word document en lever dit in. Let op. Voordat je inlevert maak ook opdracht 2.2
De inlevermap heet Computer
Opdracht 2. 2. Je moet iemand advies geven over de aankoop van een laptop, computer of een tablet. De persoon in kwestie wil met de officepakketten kunnen werken: tekstverwerken, presentaties en spreadsheets. Verder is het een verwoed fotograaf en is fotobewerking erg belangrijk. Uiteraard ook een beetje internetten en mailen en facebooken. Verder uistert deze gebruiker veel naar muziek via Spotify en Youtube.
A. Stel een advies op voor deze klant met betrekking tot de onderdelen die de laptop (minimaal) moet bezitten.
Je geeft dus een advies over
a) de processor
b) het werkgeheugen
c) de omvang van het beeldscherm en de resolutie
d) het moederbord
e) de videokaart of grafische kaart
f) de muis
g) de benodigde opslagruimte op de harde schijf
h) de geluidskaart
Uiteraard motiveer je steeds je antwoord en maak je gebruik van alle informatie uit opdracht 2.1. Zet je advies in een word document.
B. Zoek op internet naar minimaal 4 computers of laptops of tablets die voldoen aan de specificaties die je hebt opgesteld en geef de prijs er van.
Je voegt dit toe aan het word document van opdracht 2.1 in de vorm van een tabel met 3 kolommen. In de linker kolom de naam van de laptop, in de middelste kolom aan afbeelding van de laptop en in de rechter kolom de aanbieder.
Verwerkingsvorm: verslag in word.
Lever dit in in de inlevermapComputer
Opslagcapaciteit
Leerdoelen:
De student leert de begrippen kennen waarmee digitale opslagcapaciteit wordt uitgedrukt
De student is in staat met behulp van deze begrippen aan te tonen wat het ruimtebeslag is van verschillende bestandstypen (Word, foto’s, films)
De student verzamelt informatie over opslagmogelijkheden en –capaciteit op lokale devices en in de cloud
heeft brede kennis m.b.t. informatie- en communicatietechnologie (inclusief besturing)
kan opslagmedia en (hand-, invoer- en uitvoer-) apparaten bedienen
SBU 2 uur
Zo zag een diskette er uit. Bron: WIkimedia.org
Bron: www.w-uh.com
Tegenwoordig hebben alle apparaten - zoals desktopcomputers, laptops, mobiele telefoons, tablets/iPads, externe harde schijven, usb sticks - flink wat opslagcapaciteit. Dat was in de begintijd wel anders. Naast de harde schijf van de computer functioneerde lange tijd de floppydisk (diskette) als extern opslagmedium. Nu vinden we een usb-stick van 1 Gb al heel gewoon, maar een diskette (nu het symbool om iets op te slaan!) had destijds een capaciteit van 1,44 Mb. Sinds 2011 worden er geen floppydisks meer gemaakt en ook vind je in computers en laptops er geen ingang meer voor. Dit is geheel overgenomen door usb-poorten voor externe schijven of usb-sticks. Op dit moment is het steeds vaker gebruikelijk om bestanden helemaal niet meer op een fysiek medium op te slaan, maar om ze in de 'cloud' te bewaren. Voorbeelden van cloudopslagmogelijkheden zijn One Drive (Microsoft), Google Drive (Google) en diverse andere, zoals Dropbox en The Box. Organisaties en bedrijven kopen steeds meer hun eigen cloud. Een voorbeeld daarvan is Noorderpoort, dat werkt met Sharepoint cloudopslag van Microsoft. En alle studenten van Noorderpoort beschikken over een eigen Office 365 omgeving, waarvan One Drive een onderdeel is.
De opslagcapaciteit wordt uitgedrukt met afkortingen, zoals een kB (kilobyte), MB (megabyte), GB (gigabyte). 1 MB = 1000 kB en 1 GB = 1000 MB. Je ziet dat de hoeveelheid ruimte per stap steeds ongeveer duizend keer zo veel is. Dus dat gaat wel hard.
De kosten van opslag in de cloud zijn de laatste jaren spectaculair gedaald. Zo meldde De Volkskrant op 21 januari 2016 in een artikel dat er al cloudopslag wordt aangeboden voor ongeveer een halve dollarcent (minder dan een halve eurocent) per maand voor 1 gigabyte opslagruimte. Het Nederlandse cloudopslagbedrijf TransIP biedt zelfs iedereen die zich aanmeldt 1 terabyte gratis opslagruimte in de cloud voor documenten, foto's en video's.
In dit onderdeel leer je welke opslagmedia er zoal bestaan en je leert over de verschillende soorten opslagcapaciteit.
Bestudeer de informatie die te vinden is via onderstaade link: Wat is een gigabyte?
Opdracht 1. Hoeveel opslagcapaciteit heeft de harde schijf van je laptop?
Opdracht 2. Hoeveel opslagcapaciteit heeft jouw mobiele telefoon?
Opdracht 3. Hoeveel opslagcapaciteit heb je bij een privé One Drive of Google Drive?
Opdracht 4. Noem minimaal één voordeel en één nadeel van opslag van bestanden op een laptop.
Opdracht 5. Noem minimaal één voordeel en één nadeel van opslag van bestanden op een externe 'drager' zoals een usb-stick of een externe harde schijf.
Opdracht 6. Noem minimaal één voordeel en één nadeel van opslag van bestanden in de cloud.
Opdracht 7. Pak een willekeurig Word- of Powerpointbestand op je laptop en zoek uit hoe groot het bestand is (dus hoeveel kB, MB enzovoort). Reken daarna uit hoeveel van deze bestanden hadden gepast op een diskette van vroeger. En reken ook uit hoeveel van deze bestanden nu passen op een eenvoudige USB-stick van 4 GB en hoeveel van deze bestanden passen op jouw laptop.
Schrijf je antwoorden in een blogbijdrage met als titel Opslagcapaciteit
Het maken van een backup
Het is altijd veilig om je bestanden nog ergens anders dan alleen op je laptop te bewaren. Bij een crash ben je alles kwijt. Je zou ook niet de eerste zijn die dit overkomt. Bekijk onderstaande video om te leren hoe eenvoudig het in Windows 10 is geworden om een backup te maken.
Backup maken in Windows 10
Informatie zoeken: soorten informatie
Wat is informatie?
Je kunt informatie in twee hoofdgroepen indelen:
feitelijke informatie. Dit soort informatie heeft betrekking op feiten. Bijvoorbeeld: wie is op dit moment minister van onderwijs in Nederland. Wat je zoekt is de naam van deze minster, een feit. Je moet alleen controleren of het écht op dit moment de minister is, want voor haar waren er nogal wat voorgangers. En ook die vind je zo terug als je dit zou googelen. Dus moet je bijvoorbeeld kijken naar de datum waarop de informatie die je hebt gevonden is gepubliceerd. Een ander voorbeeld van dit soort snel opzoekbare informatie is: welke badplaatsen liggen aan de Costa Brava in Spanje?
analytische informatie. Dit soort informatie is complex, omdat het niet betrekking heeft op pure feiten, maar op interpretatie van feiten. Hier moeten feiten bij elkaar worden gezet en geanalyseerd, voordat het informatie is geworden. Bijvoorbeeld: wat is de trend in de ontwikkeling van het toerisme in de verschillende wintersportgebieden in Oostenrijk. Vóórdat je op deze vraag een antwoord kunt geven, moet je eerst een heleboel andere informatie verzamelen, bij elkaar zetten en analyseren. In het geval van Oostenrijk moet je op zoek naar een onderzoeksrapport waarin iemand dit al heeft uitgezocht, of je moet het zelf uitzoeken. In het eerste geval doe je dus literatuuronderzoek, in het tweede geval doe je zelf het hele onderzoek.
Nóg een voorbeeld: "Wat is de invloed van duurzaam toerisme op het vakantiegedrag van de Nederlandse toerist?" Deze vraag kun je niet als een feit opzoeken. Het is namelijk een onderzoeksvraag. Je moet eerst weten van duurzaam toerisme eigenlijk is, uit welke onderdelen dit bestaat. Verder moet je uitzoeken wat branche-organisaties en touroperators vinden van duurzaam toerisme en wat ze feitelijk doen. En je moet op zoek naar trends in koopgedrag bij consumenten bij het boeken van vakantiereizen. Je moet dus eerst een heleboel feiten en begrippen verzamelen en die zelf te combinerentot nieuwe - samengestelde - informatie.
Je ziet, dit is al heel wat anders dan even snel googelen. Het antwoord staat niet vanzelfsprekend op internet. In dit onderdeel van het keuzedeel gaan we ons vooral richten op analytische informatie.
Over internet gesproken, dit is echt niet de enige bron van informatie. Je kunt ook zoeken in boeken (ja echt), kranten (ok, die staan dan weer online tegenwoordig). De encyclopedie is een uitstekende bron van informatie. Je hebt de papieren versie, (duur) betaald, maar je weet zeker dat alle informatie die er in staat klopt, want daar zorgt de uitgever wel voor. En je hebt Wikipedia, met vaak heel goede informatie, maar soms ook niet en bovendien lang niet over alle onderwerpen. Een voordeel van Wikipedia is dan weer wel dat er in verschillende talen Wikipedia versies zijn. Dus als je een vreemde taal beheerst kun je bijvoorbeeld in de Spaans-talige Wikipedia informatie vinden die weer niet in de Nederlandse versie zit.
Informatie zoeken: bronnen van informatie
Informatie zoeken
Informatie zoeken staat voor veel mensen gelijk aan even googelen. Maar hoe weet je nou of de informatie die je vindt wel klopt? Is de informatie wel juist, betrouwbaar en volledig?
Een voorbeeld: stel je hebt een kwaal en je zoekt informatie over een bepaald medicijn waarvan je gehoord hebt dat dit zou helpen. Het eerste dat je dan jezelf moet afvragen wie degene is die jou vertelt dat het zou helpen. Dit soort informatie vind je vaak op medische fora. Maar de mensen die daar berichten plaatsen zijn bijna nooit artsen, maar patienten. Dus hier heb je al direct de vraag: "hoe deskundig zijn die mensen eigenlijk?".
Je zoekt verder en je komt een website tegen over het medicijn waar je informatie over zoekt. Die website is van een farmaceutisch bedrijf dat het medicijn op de markt brengt. Hier moet je aan jezelf echt de vraag stellen of de informatie die je krijgt wel objectief is (dus zonder eigenbelang en vanuit meerdere kanten bekeken). Wat denk je zelf?
Je hebt dus nu via internet al heel veel informatie verzameld. Maar je weet nog steeds niet of die informatie juist, volledig en betrouwbaaar is.
En toch komen veel mensen met dit soort informatie de spreekkamer van de huisarts binnen. En in dit geval is dat eigenlijk de enige autoriteit die je moet vertrouwen.
OPDRACHT: Bronnen van informatie
Er zijn heel veel soorten van bronnen. Internet is er (maar) één van.
1. Maak een lijst met mogelijke bronnen van informatie.
2. Geef per bron een score op de schaal 1 - 5 in welke mate je de bron betrouwbaar acht en geef ook aan waarom je dit vindt.
3. Geef per bron een score op de schaal 1 - 5 in welke mate je de bron eenvoudig of moeilijk toegankelijk vindt en geef ook aan waarom.
3. Welke bronnen gebruik je zelf. Zet ze in je overzicht.
Zoeken op internet kan nog best lastig zijn. Er is zo verschrikkelijk veel informatie te vinden. Het komt regelmatig voor dat iemand die informatie zoekt over een bepaald onderwerp te maken krijgt met wilfing. Dit is een uit het Engels afkomstig begrip en het betekent dat je bij het zoeken wordt afgeleid door de overdaad aan informatie en dat je "vergeet waar je naar op zoek was" ofwel in het Engels "What was I looking for". De term is inmiddels in het Nederlands vertaald met winozzen (waar was ik naar op zoek).
Een bijkomend probleem is dat woorden meerdere betekenissen kunnen hebben.
Opdrachten
1. Zoek op welke betekenissen het woord "golf" allemaal heeft.
2. Zoek op welke betekenissen het woord "pi" allemaal heeft.
3. Wat betekent de afkorting ERP? Wat moet je nog meer weten voor je een zinnig antwoord op deze vraag kunt geven?
Sla de antwoorden op in de inlevermap "Informatie zoeken".
Informatie zoeken: hoe moet je zoeken op internet?
Efficiënt en effectief zoeken
We bekijken twee filmpjes over efficiënt en effectief zoeken. In het eerste filmpje krijg je een paar tips over goed zoeken. In het tweede filmpje worden HBO-studenten geïnterviewd over wat zij voor informatie gebruiken als ze een paper moeten schrijven, een soort werkstuk dus. We gaan na de filmpjes wat achtergrondinformatie behandelen om goed te leren zoeken en goede zoekresultaten te behalen. Daarbij hoort ook informatie over de betrouwbaarheid van websites en over het nemen van de juiste stappen op weg naar het antwoord. In de werkgroepen ga je zelf aan de slag.
1. Wat is de bedoeling van de makers van het filmpje?
2. Wat wil de hoofdpersoon uit het filmpje opzoeken? Welke zoekvragen formuleert hij?
Filmpje twee:
1. Welke mogelijke informatiebronnen (ook buiten internet) worden genoemd?
2. Als je kiest voor internet, waar letten de studenten dan op om te zien of de informatie betrouwbaar is.
Sla de antwoorden op in de inlevermap "Informatie zoeken".
Informatie zoeken: hoe werkt een zoekmachine
Inleiding Bestudeer eerst de infograhic van Google waarin de verschillende fases van het zoekproces in een afbeelding wordt uitgelegd.
Beantwoord ook de vragen hieronder.
1. Waarmee kun je de index van Google vergelijken?
2. Welke omvang heeft de index van Google?
3. Wat is een andere naam voor Webcrawler?
4. Wat wordt bedoeld met "Google Instant"?
Spiders zijn programma's die over het Web reizen en webpagina's voor de zoekmachine verzamelen. De spiders - ook worm, robot, crawler of intelligent agent genoemd - volgen de links op webpagina's en sturen elke pagina die ze tegenkomen naar de database (index) van de zoekmachine. Omdat webpagina’s regelmatig veranderen, komt de spider ook regelmatig bij al geïndexeerde pagina's terug en neemt eventuele veranderingen over. Hoeveel tijd tussen de bezoeken van de spider zit verschilt per zoekmachine.
Pagina's die volledig op zich zelf staan, dus geen links naar andere sites hebben, worden door een spider niet gevonden. Een oplossing hiervoor kan zijn: het aanmelden van de site bij een zoekmachine, zodat die toch in de database wordt opgenomen.
De database
De database bevat alle pagina's die door de spider zijn gevonden. Bij de grootste zoekmachines bevat de database honderden miljoenen pagina's. Als je zoekt met een zoekmachine, dan zoek je in deze database. Je zoekt dus niet op het Web zelf! Zit een bepaalde pagina niet in de database, dan zul je hem met die zoekmachine ook niet vinden.
Elke zoekmachine heeft zijn eigen database. Natuurlijk is er sprake van overlap tussen de databases van de verschillende zoekmachines, maar ook heeft elke database zijn unieke pagina's. Daarom is het aan te raden je bij het zoeken niet tot één zoekmachine te beperken. Wil je een groter deel van het Web doorzoeken, gebruik dan meerdere zoekmachines.
Diverse onderzoeken tonen aan dat de elf meest gebruikte zoekmachines samen slechts 42% van het Web bestrijken. Zoekmachines blijven echter het enige instrument waarmee je door middel van het opgeven van zoekwoorden informatie op het Web kunt opzoeken.
Interface met zoekmechanisme
Via de zoekinterface kunnen gebruikers zoeken in de database van de zoekmachine. Je voert enkele trefwoorden in en de zoekmachine zoekt relevante sites in zijn database.
Vaak heeft een zoekmachine naast de homepage (de zogenaamde simple search) ook een advanced search-pagina. Hier kun je gebruik maken van enkele zoektechnieken die je in staat stellen zeer gericht te zoeken. Zo kun je bijvoorbeeld de relaties tussen zoektermen aangeven met behulp van Booleaanse operatoren, of zoeken op woorden in bepaalde delen van pagina's, zoals de URL of de titel.
Wanneer een zoekmachine gebruiken?
Zoekmachines zijn vooral geschikt voor zeer specifieke zoekvragen. Ze halen die pagina's uit hun database waarin de door jou opgegeven trefwoorden voorkomen. Zijn dat hele specifieke trefwoorden, dan is er een redelijke kans dat je snel vindt wat je zoekt. Zoek je echter op algemene, veel voorkomende trefwoorden, dan krijg je vermoedelijk zeer veel treffers (hits).
Het is dus zaak met de trefwoorden precies te benoemen wat je zoekt en altijd met meerdere trefwoorden tegelijk te zoeken.
Ben je op zoek naar informatie over een breed onderwerp, dan is een directory of startpagina met zijn in onderwerpscategorieën gerubriceerde sites vaak handiger.
Ook voor zeer recente informatie, zoals het laatste nieuws, moet je niet bij een zoekmachine zijn. De kans dat dergelijke berichten al door de spider gevonden zijn en in de database zijn opgenomen is klein. Je kunt je dan beter tot een gespecialiseerde nieuwssite wenden.
Voorbeeld: news.google.nl
Verschillen tussen zoekmachines
Er zijn vele duizenden zoekmachines die allemaal een gedeelte van het Web afzoeken. Sommige lijken op elkaar, andere zien er weer helemaal anders uit. Waarin onderscheiden deze zoekmachines zich nu van elkaar?
de snelheid van de spider. Hoeveel webpagina's kan de spider bezoeken en verwerken?
de techniek van de spider. Wordt alleen de homepage van een website bezocht of speurt de spider dieperliggende webpagina's af?
de omvang van de index (lijst van woorden waarmee de zoekmachine de eigen database van websites afzoekt)
de omvang van de database waarin kopieën van webpagina's zijn opgeslagen. Welk gedeelte van het Web is met de zoekmachine te doorzoeken?
de snelheid waarmee de zoekmachine de eigen database afzoekt.
de gebruiksvriendelijkheid van de zoekmachine. Op welke manieren kan de gebruiker zoeken: eenvoudig, geavanceerd?
lay-out
Een klein verschil in een van deze elementen zal effect hebben op de resultaten van een zoekactie. Dit is een van de redenen waarom resultaten van zoekmachine tot zoekmachine verschillen wanneer met dezelfde zoekwoorden wordt gezocht.
De mogelijkheden van Google
We bespreken de zoekmachine Google uitgebreid. Op dit moment geeft Google de beste resultaten van alle zoekmachines, maar als je er met Google niet uitkomt probeer dan eens een andere zoekmachine zoals Bing. Geen enkele database van een zoekmachine bevat de complete informatie van internet, dus het is altijd de moeite waard om iets achter de hand te hebben.
Het eerste wat bij Google opvalt is de aangenaam sobere, bijna lege interface.
Google staat bekend om zijn snelheid en de hoge mate van relevantie van de gevonden sites. De techniek die het gebruikt voor het bepalen van relevantie heet PageRank. Hierbij wordt, naast de trefwoorden natuurlijk, gekeken naar het aantal links dat naar een bepaalde pagina gaat. Een pagina waar veel links heen leiden krijgt een hogere waarde. Ook wordt meegenomen welke sites naar een pagina linken. Zijn dat sites die zelf een hogere waarde hebben, dan krijgt een pagina waar ze naar linken ook weer een hogere waarde. Ingewikkeld, maar het werkt goed.
Op de homepage zie je de “Ik doe een gok” -knop. Als je trefwoorden invoert en dan hierop drukt, leidt Google je direct naar de eerste site uit de lijst met treffers. De lijst zelf wordt overgeslagen.
Bij een treffer zie je op de tweede regel vaak een klein driehoekje staan. Daaronder zit een link met de tekst “vergelijkbaar”. Door hier op te klikken zoekt Google automatisch naar verwante pagina's.
Ook staat er een link met de tekst “In cache”. Dit leidt naar de kopie van die pagina zoals Google die in zijn database heeft opgeslagen. Het voordeel hiervan is dat een pagina bij Google nog beschikbaar is, terwijl die op het web niet bereikbaar of al verdwenen kan zijn. Ook kun je checken wanneer de spider de site voor het laatst bezocht heeft.
In “Geavanceerd zoeken” kun je menugestuurd zoeken met Booleaanse operatoren. Ook kun je via drop-down menu's diverse filters in je zoekvraag aanbrengen. Je kunt zoeken op taal, bestandsformaat, datum, plaats in de webpagina of op domein.
Door op de link “afbeeldingen” te klikken kun je naar plaatjes zoeken.
De link Nieuws brengt je naar de nieuwspagina van Google: het meest actuele nieuws staat hier bovenaan met een vermelding hoe oud het nieuws is. Het nieuws wordt elk kwartier automatisch bijgewerkt.
Vele andere mogelijkheden met Google kun je vinden onder “Meer” en onder “alles over Google”: help bij zoeken, Google functies en waarom Google gebruiken? Het loont de moeite om je te verdiepen in de extra mogelijkheden van Google. Er zijn allerlei handige mogelijkheden.
Bovenaan vinden we dus het aantal resultaten terug dat Google gevonden heeft, plus de tijd dat hij erover heeft gedaan om deze te vinden.
Daaronder vinden we de verschillende zoekresultaten die ook maar iets te maken hebben met onze zoekwoorden.
Het zoekresultaat bestaat uit:
1.De titel van de pagina.
Deze staat in de titelbalk van je browser nadat je hierop hebt geklikt.
2.Het adres van de pagina
Dit staat in de adresbalk van je browser nadat je het resultaat hebt aangeklikt.
3.Adres van de pagina met pijltje voor vergelijkbaar en In cache.
Als je klikt op de link vergelijkbaar kom je bij hetzelfde soort pagina’s uit als die er zijn volgens Google. Klik je op de link 'In Cache' dan zal Google deze pagina laden uit zijn eigen Cache (de database), niet van het Internet. Je kunt meteen zien wanneer de spider de pagina voor het laatst bezocht heeft.
Sommige pagina's worden getoond met een inspringing.
Dit betekent dat deze pagina een subpagina is van een site, niet de hoofdpagina.
Onder zo‘n pagina vinden we de link 'Meer resultaten van...'. Klikken we hierop dan toont Google ons een lijst met alle pagina's die te vinden zijn op deze site.
Wanneer we een zoekactie hebben uitgevoerd, vinden we bovenaan en aan de rechterzijde van het venster Gesponsorde Koppelingen. Dit is reclame waarbij aanbieders hebben betaald om bij bepaalde zoekwoorden tevoorschijn te komen.
Vragen
1.Wat is de functie van de spider?
2. Wat betekent In cache?
3.Wanneer gebruik je de resultaten uit In cache?
4. Wat houden gesponsorde koppelingen in?
5. Is het aan te raden om van gesponsorde koppelingen gebruik te maken?
Sla de antwoorden op in de inlevermap "Informatie zoeken".
Informatie zoeken: zoeken voor gevorderden
Google Trick You Need To Try Bron: Buzzfeed via Youtube
Geavanceerd zoeken
Google heeft hele handige zoekfuncties, die echter niet algemeen bekend zijn. In bovenstaande video heb je er een aantal voorbij zien komen. Door ze te gebruiken worden je zoekresultaten beter en kost het zoeken naar de juiste informatie bovendien minder tijd. Hieronder vind je nog een paar handige mogelijkheden.
De eerste vier invulvakken zijn in feite niet meer of minder dan de tekens die Google voor ons automatisch zal toevoegen.
Het eerste vak zijn alle woorden waarop je wil zoeken: alle woorden moeten in het document voorkomen.
De woorden die je ingeeft in het tweede vak zal Google tussen aanhalingstekens plaatsen: hij zoekt naar de woorden als in een zin.
Naar de woorden in het derde vak zal Google een voor een zoeken: er hoeft maar een van de woorden de website voor te komen.
En in het vierde vak zal Google de woorden van een minteken voorzien. Het betreffende woord mag niet in de website voorkomen.
In alle overige vakken kun je de zoekopdracht nog meer specificeren, zoals bijvoorbeeld de Taal, de Regio, zelfs een PowerPoint bestand. Je moet ze maar eens goed bekijken, al deze opties. Druk op de knop 'Google zoeken' wanneer je je vraag geformuleerd hebt.
Zoeken in een URL
Je kunt in Google naar bepaalde woorden zoeken die voorkomen in het internetadres.
Stel, je bent op een feestje en een vriend van je geeft je een internetadres. De volgende dag zit je met een kater, en het enige wat je nog kan herinneren is dat er het woord 'cursus' in kwam. Je kunt dan zoeken naar alle internetadressen met dat bepaalde woord. Zet “Woorden die worden weergegeven” op “in de URLvan de pagina”.
In het normale Google zoekvak typ je hiervoor inurl:cursus en je klikt daarna op de knop 'Google zoeken'. Google geeft je alle internetadressen, URL's dus, waar het woord cursus in voor komt.
Zoeken in een Website
Wanneer je zoekt met Google op een bepaald woord, toont Google je alle sites waar dit woord wordt vermeld. Je kunt echter ook naar een woord zoeken binnen een bepaalde site.
Bijvoorbeeld: Je wil alle pagina's weergeven waar het woord 'bereik' in voorkomt, in de site gratiscursus.be. Je zet dan de URL in het vak site of domein.
In het normale Google zoekvak typ je hiervoor site:gratiscursus.be en je klikt op de knop 'Google zoeken'.
Google toont alle pagina's waarin het woord 'bereik' voorkomt, van de site gratiscursus.be.
Links zoeken
Wil je weten welke sites er naar jouw site linken, typ dan je link:www.jouwsite.be in het invulvak bij Google. Het resultaat dat je krijgt, vermeldt het aantal sites die een link hebben gelegd naar jouw pagina. En je weet, hoe meer sites een link leggen naar jouw site, hoe hoger je wordt geplaatst in de Google zoekresultaten.
Dit zoeken naar links vanuit Geavanceerd zoeken doe je door onder: “U kunt ook ...” te klikken op de link:
Tip: zoeken binnen een website gaat goed met CTRL-F.
Het diepe web of het onzichtbare web
Eigenlijk is de definitie van het deep web simpel: het is alle informatie op het www die je niet via een zoekmachine naar boven kunt halen. Wat vinden zoekmachines niet? Ze vinden niet:
waar geen hyperlink naar toe bestaat (de spider vindt de website niet)
wat zeer recent is
wat na input van een gebruiker wordt aangemaakt (door een zoekterm in te voeren in een database ontstaat een tijdelijke dynamische pagina; deze bestaat niet lang genoeg om door een zoekmachine gevonden te worden)
wat niet door de zoekrobot kan worden gelezen (andere filetypes dan HTML. Dit verschilt per zoekrobot en dus per zoekmachine)
wat afgeschermd is voor robots (doordat je er moet inloggen of voor moet betalen)
Enkele simpele voorbeelden van het diepe web zijn de telefoongids en de bibliotheekcatalogus. Je kunt de informatie pas opzoeken nadat je naar de betreffende site bent gegaan om in de database te gaan zoeken. Dat geldt ook voor een databank zoals de krantenbank. Je kunt binnen de bibliotheekcatalogus zoeken om een bepaald onderwerp. Je vindt dan niet alleen boektitels maar ook artikelen uit kranten. Deze artikelen zijn alleen in te zien en uit te printen in de bibliotheek zelf.
Informatie zoeken: meer zoektips
Bekijk onderstaande video en noteer voor jezelf welke zoekfuncties Google recent heeft toegevoegd. Lees daarna de tekst onder de video en maak de opdrachten.
Googles nieuwste zoekfuncties
We gaan eerst eens onderzoeken wat voor hulp we kunnen krijgen van de grootste zoekmachine ter wereld. En daarna lees je tips over hoe je kunt zoeken. Je doet er ook een oefening mee, om het in de vingers te krijgen.
Vragen over de drie webpagina's die je zonet hebt bestudeerd.
Wat is een algoritme precies?
Wat is Google Instant?
Op welke manier kun je de zoekresultaten verfijnen?
Hoe moet je zoeken naar exact dezelfde woordgroep? Geef hier ook een voorbeeld bij.
Maakt het voor Google uit of je hoofdletters of kleine letters gebruikt?
Hoe moet je zoeken op bestandstype?
Waarom is de zoekterm ' hoofdpijn' beter dan de zoekterm ' mijn hoofd doet zeer'?
c. Zoekoefeningen
Zoek om te oefenen de antwoorden op de vragen hieronder. Vergelijk je antwoorden met een medestudent. Hebben jullie dezelfde resultaten? Als je resultaten verschillen, zoek je nog een keer.
Zoek het jaarverslag van Unilever in pdf formaat. Wat is het meest recente jaarverslag dat te vinden is?
Zoek informatie over een vakantie naar de Costa Brava OF de Costa Dorada.
Van welke dierfamilie is de keep lid?
Hoeveel hits levert zoeken op zonder aanhalingstekens en hoeveel hits krijg je als je zoekt met aanhalingstekens als je als zoekterm intypt: keep is lid van . Zie je nog meer verschillen in de resultaten?
Wat is de tweede voornaam van president Barack Obama?
Zoek op twee manieren naar informatie over Sven Kramer: eerst gewoon met als zoekterm Sven Kramer en daarna via websites die Sven Kramer in de titelbalk hebben staan. Wat is het verschil in aantal hits?
Geef met behulp van Google een definitie van Cardiovascualair en zet die in je verslag.
Antwoordenzoekmachines
Antwoordzoekmachines proberen direct het antwoord op een vraag te vinden. Dit is best handig als je bepaalde feiten zoekt. Maar het geeft natuurlijk lang niet antwoord op al je vragen. Het hangt maar van de vraag af. Een bekende antwoorden zoekmachine is Wolframalpha. Maar ook Google wordt er steeds beter in. Maar het blijft opletten hoe actueel de getoonde informatie is!! Je moet bij Wolframalpha wel de vraag even in het Engels vertalen trouwens.
Opdrachten
1. Zoek via Google en via Wolframalpa op hoeveel inwoners Nederland momenteel heeft. Vergelijk beide antwoorden en zet er bij op welk moment (jaar en/pf maand) het gegeven aantal inwoners betrekking heeft. Welke van de twee zoekmachines geeft nog aanvullende informatie en welke informatie is dat dan?
2. Hoeveel rokers heeft Nederland? Geef voor beide zoekmachines de informatie die je krijgt, geef ook aan welke vorm die informatie heeft (percentage, aantal in de vorm van een getal, etcetera) en of je naast de gegeven informatie nog meer informatie krijgt. Geef tenslotte aan wat de bron van de informatie is en uit welk jaar de informatie is.
3. Geef voor vraag 1 en ook voor vraag 2 aan welke zoekmachine volgens jou de beste en meest precieze en up-to-date informatie verschaft en vertel ook waarom.
Verwerkingsvorm van deze opdracht: schrijf een blog-bijdrage over deze opdracht waarin je beschrijft wat je doet, welke resultaten het heeft opgeleverd en tot slot een gemotiveerde concluse (het antwoord op vraag 3).
Sla je opdrachten op in de inlevermap "Informatie zoeken".
Veilig internetten
Leerdoelen:
De student leert op een veilige en verantwoorde manier gebruik te maken van het internet.
De student maakt kennis met de verschillende gevaren van internet en leert deze herkennen.
heeft specialistische kennis over het veilig digitaal werken en zorgvuldig handelen bij het verzamelen van informatie, gegevens en content
kan strategieën en methodes voor het veilig gebruik van en privacy op internet toepassen
SBU 10 uur
Deze lessenserie gaat over veilig internetten. Over de gevaren op internet omdat er nu eenmaal ook kwaadwillende mensen zijn die er gebruik van maken. Maar ook over wat je zelf kunt doen om die gevaren tegen te gaan.
Je maakt kennis met een aantal gevaren die internetters kunnen overkomen als ze niet opletten. Denk maar eens aan phishing, ransomware en Ddos-aanvallen.
- Het bewust worden van je eigen identiteit op internet. De manier waarop andere mensen jou zien op internet.
- Leren nadenken over de vraag "hoe wil ik gezien worden op internet". Je eigen identiteit op internet vorm geven.
-Kan strategieën en methodes voor het veilig gebruik van en privacy op internet toepassen
Sociale media zijn voor julie bepaald niet onbekend, jullie zijn dagelijks (groot)gebruiker. Maar het kan geen kwaad om eens stil te staan bij aspecten als veiligheid, privacy en je identiteit online.
Er zijn niet veel mensen die zich bewust zijn van het feit hoe massaal het internet wordt gebruikt. De website The internet in real timelaat je zien hoeveel mensen tegelijkertijd in de wereld iets doen op het internet of op de sociale media.
hoeveel Gigabyte aan dataverkeer over het internet is gegaan tijdens de tijd dat jij op die pagina was.
Hoeveel posts er in dezelfde tijd op Facebook werden gezet
Hoeveel pins er in dezelfde tijd op Pinterest werden gezet.
En hoeveel uploads op Instagram
En hoeveel Whats appjes er werden verstuurd.
En hoeveel e-mails er werden verstuurd.
Hoe vaak er iets op Google werd opgezocht.
Zoek dit uit en schrijf hier een blogpost over. De titel van je blog heet: Sociale Media van je voor- en achternaam.
In je blogpost:
noteer je de getallen die je hebt gevonden.
het aantal van jouw posts op Facebook van vandaag, het aantal pins op Pinterest, het aantal uploads op Instagram, het aantal whats appjes dat je vandaag hebt verstuurd en hebt ontvangen, het aantal mails dat je hebt verstuurd, hoe vaak je vandaag iets hebt opgezocht op Google. Kortom, jouw bijdrage aan de massa.
schrijf je een beschouwing over nut en noodzaak van al dit gebruik van sociale media voor de mensheid. Worden we er gelukkiger door? Rijker? Blijer? Kortom, waarom doen we dit toch allemaal met zijn allen? Je mag hierbij best verschil maken tussen de verschillende sociale media.
Let op: je moet niet alleen over opdracht 1 bloggen, maar ook over de opdrachten 2, 4 en van deze opdracht over Sociale Media. Je maakt dus 1 blog waar de resultaten van deze 4 opdrachten in staan. Opdracht 3 moet je apart inleveren, namelijk een link naar je Timeline.
Net etiquette: hoe heurt het eigenlijk op internet
Veel gebruikers van sociale media staan niet bewust stil bij de vraag hoe ze op anderen overkomen op internet. Deze opdracht is bedoeld om er achter te komen hoe jij overkomt op anderen. Het is bijvoorbeeld bij werkgevers meer en meer gebruikelijk dat ze kandidaten voor een vacature eerst even googelen, alvorens een uitnodiging voor een sollicitatiegesprek te versturen.
Het is dus verstandig dat je stil staat bij de vraag hoe jij als persoon op internet zichtbaar bent. Dit noemen we een online-identiteit.
Opdracht 2
1. Bekijk de video en vertaal de adviezen die daarin worden gegeven in het Nederlands. Vertel er per advies bij hoe jij er mee omgaat.
2. Maak de opdrachten over sociale media (via de link hieronder).
Verwerkingsvorm: schrijf een uitgebreide blogbijdrage over de opdrachten 2, 3 en 4
Opdracht 3 Welke rol speelt internet in jouw leven?
Neem een willekeurige dag van de week en zet eens op een rij wat op die dag de rol is van internet.
Je geeft in je overzicht minimaal antwoord op de volgende vragen:
> hoe ziet jouw dag er uit van opstaan tot slapengaan?
> op welke momenten gebruik je internet?
> welke internetapplicaties gebruik je dan?
> wat doe je met deze toepassingen?
Stappenplan:
- Bedenk eerst de antwoorden op bovenstaande vragen.
- Zoek er foto's of afbeeldingen bij die passen bij wat je doet.
- Maak een tijdlijn van jouw dag met behulp van TIMELINEmet zowel tekst als afbeeldingen die in beeld brengen hoe jouw internetgebruik er op die dag uitziet. Erg leuk om te maken.
Zet je resultaat in de map Jijzelf en sociale Media
Opdracht 4 Privacy en sociale media
Het kan absoluut geen kwaad om je belangrijkste sociale media eens langs te lopen op de privacy instellingen.
In dit onderdeel kiezen we voor twee grote netwerken, waar veel mensen - ook jongeren - gebruik van maken.
Opdrachten
1. Controleer je persoonlijke Facebook-account met behulp van de webwijzer Privacy Facebook
2. Contoleer je persoonlijke Instagram-account met behulp van de webwijzer Privacy Instagram
4. Schrijf een kort verslag op je blog waarin je bespreekt welke privacy instellingen jij kiest op je sociale media en wáárom je deze instellingen kiest. Vooral je motivatie voor je privacy keuzes zijn belangrijk voor de beoordeling van je bijdrage.
Er wordt heel wat afgescholden op het internet, vooral via sociale media. Er zijn ook veel gevallen waarin dit veel verder gaat, dan spreek je over smaad en laster. Dat zijn verboden uitlatingen, je richt er schade mee aan het mag gewoon niet van de wet.
1. Leg uit wat het verschil is tussen de begrippen mening, smaad en laster.
Voeg de antwoorden van de opdrachten toe aan je inlevermap "Jijzelf en sociale media".
Maken van een online enquete
Leerdoelen:
- Het aanleren van de vaardigheid om een online vragenlijst samen te stellen en online een enquete af te nemen.
- Het maken van goede vragen.
- Het interpreteren van de antwoorden en het presenteren van de resultaten aan een opdrachtgever.
SBU 5 uur
Bron: Willem Karssenberg, trendmatcher via zijn YouTube kanaal
Het kan sinds voorjaar 2016 ook met Microsoft Forms
Bekijk deze video om te leren hoe.
Vragenlijst maken met Microsoft Forms Bron: Willem Karssenberg via Youtube
Je kunt eenvoudig een online vragenlijst maken met Google Forms, met Microsoft Forms of met Excel Online van Microsoft. Bekijk eerst de drie video's.
Kies daarna één van de drie manieren om een vragenlijst te maken.
Opdracht 1.
Stap 1
Zoek in je omgeving een klant/opdrachtgever die behoefte heeft om via een vragenlijst informatie op te halen bij zijn/haar doelgroep. Dit kan bijvoorbeeld een klassenvertegenwoordiger zijn die een peiling in de klas wil houden, een docent die de mening over een aantal onderwerpen of lessen in de klas (of klassen) wil peilen, een teammanager die op deze manier informatie wil verzamelen. Maar het mag ook iemand van buiten de school zijn.
Zorg er voor dat je heel goed achterhaalt welke informatie je opdachtgever wil hebben.
Stap 2
Stel eerst op papier de vragen op die in de enquete moeten komen en bepaal bij elke vraag het vraagtype (multiple choice, open, keuzelijst enzovoort).
Lees zonodig eerst de handleiding voor het maken van een vragenlijst hieronder of nog een andere via deze link nog eens door.
Stap 3
Maak nu de digitale vragenlijst en stuur het ontwerp naar de docent én naar de opdrachtgeven om feedback te vragen op je ontwerp.
Stap 4
Verwerk de opmerkingen van docent en/of opdrachtgever in je ontwerp-vragenlijst. Stuur deze nogmaals toe, nu alleen aan de opdrachtgever, om een definitieve fiattering te krijgen (toestemming dat de vragenlijst nu helemaal goed is).
Stap 5.
De opdrachtgever stuurt nu de enquete naar de doelgroep. Maar de resultaten komen bij jou binnen.
Stap 6.
Verwerk de resultaten in een spreadsheet in voor de klant/opdrachtgever begrijpelijke conclusies.
Het arrangement Digitale Vaardigheden Gevorderd Kerntaak 1 - bos7 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
R.M. Kolenberg
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2019-09-08 21:47:20
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Disclaimer: We hebben zo goed mogelijk geprobeerd om alle bronnen die we gebruiken te noemen. In het hoofdarrangement is daartoe een aparte sectie opgenomen waarin alle bronnen worden opgesomd.
Dit onderwijsarrangement is uitsluitend bedoeld voor gebruik in het onderwijs aan MBO-scholen in Nederland en uitsluitend toegankelijk via de dienst Wikiwijs van Kennisnet.
Mocht u als rechthebbende van een bron bezwaar hebben tegen het gebruik van uw materiaal dan verzoeken wij u dit te melden bij de auteurs.
Aanvullende informatie over dit lesmateriaal
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.