Gedrag en gezondheid Dv21 2019-2020

Gedrag en gezondheid Dv21 2019-2020

Gedrag en gezondheid algemeen

Gedrag en gezondheid leerjaar 1 niveau 2

 

Dit schooljaar krijgen jullie van mij het vak "gedrag en gezondheid". Hoe werken mijn lessen?

  • Per blok komen alle delen te staan die we dat blok door moeten werken. Voor het gemak splits ik de delen van gedrag en van gezondheid.
  • Tijdens elk deel staat beschreven wat de bedoeling is, soms moet je een stuk tekst lezen, soms bespreken we iets klassikaal en soms moet je opdrachten maken. Deze uitleg noemen we een "instructie"
  • Wanneer je opdrachten moet maken dan zit er bij dat deel ook een wordbestand waar de opdrachten op staan, deze kun je downloaden en opslaan. Deze opdrachten helpen je om te leren voor de toets.
  • Als we een klassikale opdracht gaan doen dan staat dat in het blauw aangegeven.
  • Bronnen die je moet gebruiken staan ook onder in elk deel als een linkje of de website staat benoemd. Soms mag je ook zelf op zoek naar bronnen op het internet, dit staat dan bij de vraag aangegeven.
  • Aan het einde van het blok krijg je een toets over beide thema's, dus 1 toets voor gedrag en gezondheid, je moet hiervoor alle delen leren inclusief de vragen. Als je voor een deel een stuk tekst hebt moeten lezen dan moet je dat dus kennen voor de toets.
  • Voor elke toets bespreken we klassikaal nog even kort wat je moet leren en kun je vragen stellen. Tijdens de lessen mag je sowieso altijd vragen stellen!
  • Als je ziek bent geweest dan vraag je aan een klasgenoot wat/welk deel je hebt gemist, twijfel je of diegene het goed heeft dan vraag je het na bij de docent. Je zorgt er ZELF voor dat je hetgeen wat je hebt gemist weer bijwerkt.
  • Soms zet ik tips tussen de instructies/opdrachten. Deze staan in het rood. Net zoals deze tip: Tip: Maak een mapje aan op je laptop dat je "Gedrag en gezondheid" noemt, in deze map maak je voor elk blok weer een nieuwe map aan. Hier kun je dan de opdrachten in opslaan en heb je alles netjes geordend!

 

 

Tijdens het eerste blok gaan we met verschillende thema's aan de slag en we richten ons met name op hond en kat. Elke week komen er hier nieuwe lessen te staan.

Alle vragen staan ook in een word bestand die je op kunt slaan, zo weet je straks precies wat je moet leren. Eventuele bronnen staan in een linkje.

Blok 1 Algemeen, hond en kat

Blok 1 deel 1 Gezondheid: de huid

Gezondheid: De huid

We gaan het in deel 1 hebben over de anatomie en fysiologie van de huid, waar kijken we dan allemaal naar? Hoe werkt de huid eigenlijk? Welke afwijkingen kunnen er allemaal ontstaan? In leerjaar 2 gaan we dieper op de afwijkingen in maar om afwijkingen te kunnen signaleren (zien/waarnemen) moet je wel weten hoe een gezonde huid er uit moet zien en hoe de huid in elkaar zit.

Klassikale opdracht: Als jij de huid van een hond of kat moet beoordelen, waar zou jij dan op letten?

Ga nu zelf aan de slag met de onderstaande opdrachten:

Let op: Open het wordbestand dat Blok 1, deel 1 gezondheid heet en sla hem op op je computer. Hier staan alle onderstaande vragen in.

Opdracht 1: Bedenk met je buurman en buurvrouw welke functies de huid volgens jullie hebben.

Opdracht 2: Lees hoofdstuk 1.2 van het kenniskiemboek Anatomie en fysiologie, hier staan de functies van de huid beschreven. Vul je lijstje van opdracht 2 aan.

Opdracht 3: Lees hoofdstuk 1.3 van het kenniskiemboek Anatomie en fysiologie, hier staan de lagen van de huid beschreven. Noem de 3 belangrijkste lagen en vertel in 1 zin waar die lagen voor dienen, zet ze in de tabel die in het wordbestandje staat.

Opdracht 4: Lees hoofdstuk 1.4 van het kenniskiemboek Anatomie en fysiologie. En beantwoord de vragen.

  1. Waarom bloed een nagel van een dier zo snel wanneer je hem iets te kort knipt?
  2. Waarom is de neus van een hond zo gevoelig?

Opdracht 5: Lees hoofdstuk 1.5 van het kenniskiemboek Anatomie en fysiologie. En beantwoord de vragen.

a. Welke klieren zijn er allemaal?
b. Op welke plaatsen op het lichaam zweten honden en katten?
c. Als ze niet overal op het lichaam kunnen zweten hoe raken honden en katten dan hun warmte kwijt? Kun je wat bedenken? Je mag hiervoor ook het internet gebruiken.

Opdracht 6: Lees hoofdstuk 1.6 van het kenniskiemboek Anatomie en fysiologie. En beantwoord de vragen.

a.Wat is überhaupt de functie van een vacht denk je?
b.Er zijn 3 verschillende soorten haren. Beschrijf heel kort de functie van die haren.
c.Bijna alle dieren met vacht verharen, wanneer verharen dieren het meeste en hoe komt dat?
d.Waar bestaat de huidbescherming van een slang en een schildpad uit? Zij hebben namelijk geen haren.

Opdracht 7: Lees hoofdstuk 1.7 van het kenniskiemboek Anatomie en fysiologie. Vul de onderstaande tabel over afwijkingen aan de huid in, ik mis in het digitale boek nog wel huidontstekingen. Dit moet je even op internet opzoeken.

Bronnen: kenniskiemboek anatomie en fysiologie Hoofdstuk 1, zie linkje. Bij sommige vragen (dit staat aangegeven) mag je ook internet gebruiken om wat op te zoeken.

 

 

Kenniskiem boekje anatomie hoofdstuk de huid

Blok 1 deel 2 Gedrag: oorzaken van gedrag en prikkels

Deel 2 gedrag

 

Oorzaken van gedrag en prikkels

 

We gaan het hebben over het gedrag van dieren. Waar komt gedrag vandaan? Welke oorzaken heeft gedrag. We beginnen bij de basis en gaan vanuit hier steeds dieper er op in.

Klassikale opdracht: Welke invloeden en prikkels hebben volgens jullie allemaal invloed op jullie gedrag in de klas....

Opdracht 1:Waarom is het belangrijk om als dierverzorger kennis te hebben over gedrag van je dieren? bedenk minimaal 5 redenen.

Klik eens op de onderstaande link en lees onder het kopje informatie het hoofdstukje "Oorzaken van gedrag".

Opdracht 2: Wat is volgens dit hoofdstukje de betekenis (definitie) van gedrag?

Opdracht 3: In het hoofdstukje “Oorzaken van gedrag” staan ook de verschillende prikkels en drempelwaarde. In de onderstaande tabel maak je een kort overzicht van deze termen. De laatste kolom (de voorbeelden) gaan we samen met de klas invullen.

Prikkels

Wat bedoelen we met deze prikkel?

Hoe ontstaat deze prikkel/hoe werkt hij?

Noem eens wat voorbeelden

Uitwendige prikkels

 

 

 

 

 

 

Inwendige prikkels

 

 

 

 

 

 

Drempelwaarde

 

 

 

 

 

 

Sleutelprikkel

 

 

 

 

 

 

 

Opdracht 4: Waarom is het belangrijk om wat van lichaamshoudingen te weten?

Opdracht 5: Stel dat een hond of kat heel angstig is. Wat zou jij dan kunnen doen om het dier te kalmeren?

Opdracht 6:

a. Hoe kan ik aan een hond of kat zien dat hij agressief is?

b. Hoe kan ik het verschil zien tussen agressief en angstig?

c. Stel dat een hond of kat heel agressief is, hoe zou dit kunnen komen? Welke oorzaken kun je bedenken?

 

 

Link: lichaamstaal en gedrag hond en kat

Kenniskiemboekje diergedrag en welzijn

Link website hondsdomheid over angstsignalen bij de hond in het engels

Link website Smolke over angstsignalen hond

Blok 1 deel 3 Gezondheid: vachtverzorging en nagels knippen

Blok 1 deel 3 gezondheid

Vachtverzorging en nagelverzorging

We hebben de opbouw van de huid, de functie van de huid, vacht en nagels besproken. Ook hebben we gekeken naar wat afwijkingen. Vandaag gaan we iets dieper in op de verzorging van de vacht en nagels.

Bij honden heb je nog het volgende “probleem”, elk ras heeft zijn eigen vachtsoort. Maar ook enkele katten hebben vachtverzorging nodig.

Opdracht 1: Wat heeft allemaal invloed op de vacht van een hond? Probeer eens 3 dingen te bedenken.

Vachtsoorten:

We kennen natuurlijk verschillende vachtsoorten. Hieronder staat een Indeling vachtsoorten naar wijze van verharing.

stokharige vachten: De dekharen zijn recht en voelen iets stug aan. Je kunt deze vachtsoort nog onderscheiden in korte (tot 6 cm, bijvoorbeeld rottweiler) en lange stokharige vachten (langer dan 6 cm, bijvoorbeeld newfoundlanders). Dit is de vachtsoort die we ook bij de wolf zien. Bij dit vachttype vindt de verharing plaats via een halfjaarlijkse rui, waarbij de ondervacht in één keer loslaat. –

ruwharige vachten: Hierbij voelen de haren hard en stug aan. Ze zijn recht, afstaand en hebben een korte of middellange haarlengte, zoals bij een ruwharige teckel of cairn terriër. De verharing kenmerkt zich door een halfjaarlijkse rui, waarbij de dekharen tegelijkertijd loslaten. Binnen de ruwharige vachten zijn veel variëteiten, waarbij de haarinplanting en -stuctuur kunnen verschillen. De haren van een schnauzer zijn recht en vrij kort waardoor de haren zeer stug aanvoelen. Bij een bouvier zijn de haren middellang en onregelmatig ingeplant, waardoor een warrige haardos ontstaat. Voor de ruwharige vachten worden verschillende naamaanduidingen gebruikt zoals: draadhaar, stekelhaar en ruighaar. De term griffon duidt ook op een hond met een ruwharige vacht.

langharige vachten: De dekharen voelen minder hard aan en zijn door de (middel-)lange haarlengte wat gegolfd. De lengte van de dekharen en de hoeveelheid onderwol kunnen sterk wisselen. Zo zien we bij de vacht van een bobtail lange dekharen en een overvloedige hoeveelheid wolharen. Bij spaniëls en aanverwante rassen is beduidend minder ondervacht aanwezig en zijn de dekharen met name op de poten en aan de oren lang, terwijl het haar op het lichaam duidelijk minder lang is. Bij dit type vachten zien we vooral een mozaïekverharing.

kortharige vachten: Bij dit type vacht zijn de dekharen erg kort en is slechts weinig ondervacht aanwezig. De verharing bij dit type vacht vindt heel geleidelijk plaats.  

kroeshaar: Een vacht die bijna alleen uit wolharen bestaat. Er zijn wel wat dekharen aanwezig, maar die vallen niet op tussen de overvloed aan wolharen. De wolharen hebben de neiging om snel in te kringelen. Er is een continue verharing, maar door het inkringelen van de haren blijven de dode haren in de vacht zitten.

Vraag 2: Jullie hebben gelezen dat er allemaal verschillende vachtsoorten zijn, er zijn er nog meer, bijvoorbeeld naakthonden. Pak de onderstaande link over de verschillende borstels er eens bij en bedenk welke borstel je voor welk vachtsoort kan gebruiken, zet vervolgens bij elke vachtsoort eens twee plaatjes met hondenrassen die deze vachtsoort hebben en geef ook de naam (hier mag je het internet voor gebruiken).

Vachtsoort

Welke borstels kun je gebruiken

Voorbeeld 1 van een hondenras (naam en foto)

Voorbeeld 2 van een hondenras (naam en foto)

Stokhaar

 

 

 

 

 

Ruwhaar

 

 

 

 

 

Langharige vachten

 

 

 

 

 

Kortharige vachten

 

 

 

 

 

Kroeshaar

 

 

 

 

 

 

Vraag 3: Welke huid en vachtproblemen kunnen bij honden ontstaan wanneer er geen of slechte vachtverzorging is?

Ook de controle van de oren is een belangrijk onderdeel van de verzorging van de hond.

Vraag 4: Waar zou jij op letten wanneer je de oren van een hond gaat controleren?

Vraag 5: Welke symptomen zie je denk je bij honden met oorontsteking?

Vraag 6: Hoe kun je oorproblemen voorkomen denk je?

Vraag 7: De docent geeft een instructie over het schoonmaken van oren. Beschrijf hier vervolgens in jouw eigen woorden hoe je oren schoon moet maken.

Vraag 8: Noem eens 4 hondenrassen die vaak last hebben van hun oren.

Vraag 9: We hebben het ook al over de nagels gehad van de hond en dat ze snel bloeden. Bedenk eens 4 dingen waar je op moet letten wanneer je de nagels van een hond gaat knippen.

Vraag 10: Hoe werken de klauwen van een kat, je mag voor deze vraag het internet gebruiken;

a. Hoe gebruiken zij hun klauwen.
b. Hoe slijten zij hun nagels.
c. Waarom hangen ze nou aan je bankstel?
d. Wat kun je doen om te voorkomen dat ze aan je meubels gaan hangen.

Vraag 11: De docent verteld wat er mis kan gaan wanneer de nagels van een hond of kat niet goed worden verzorgd. Schrijf hier eens kort op wat er dan kan gebeuren.

 

Bron: vacht, huid en nagelverzorging

Bron: Exterieur verzorging, kopje: voorbeelden van borstels

Blok 1 deel 4 Gedrag: soorten gedrag

Blok 1, deel 4 gedrag

Verschillende soorten gedrag

 

We hebben het in deel 1 gehad over wat gedrag is en waar het vandaan komt. Vaak wordt gedrag veroorzaakt door verschillende prikkels die van binnenuit komen en sommige die van buitenaf komen.

Klassikaal: Jullie hebben een dier geobserveerd, wat is jullie opgevallen?

Een heel aantal vormen van gedrag zijn aangeleerd (bijvoorbeeld zitten wanneer je het commando zit geeft) maar een heel aantal uitingen van gedrag laten dieren zien zonder dat we ze dit hebben geleerd.

We gaan het nu eerst hebben over de term natuurlijk gedrag. Kijk eens in het digitale boekje "Diergedrag en welzijn" naar het hoofdstukje dat over natuurlijk gedrag gaat en probeer de tabel bij opdracht 1 in te vullen.

Opdracht 1: vul met behulp van de link de tabel in.

Soort natuurlijk gedrag

Wat bedoelen we hier mee

Kun je voorbeelden noemen van dit soort gedrag bij dieren, wat zien we dan?

Voortplantingsgedrag

 

 

 

 

Maternaal gedrag

 

 

 

 

Foerageer gedrag

 

 

 

 

Rustgedrag

 

 

 

 

Territorium gedrag

 

 

 

 

 

Nu gaan we naar de verdere verdeling van de soorten gedrag kijken, dat zijn:

  1. Aangeboren gedrag – ook wel instinctief gedrag genoemd. Zonder er bij na te denken vertonen ze dit gedrag.
  2. Aangeleerd gedrag -  ook wel ervaringsgedrag genoemd. Door dingen te zien of te doen leren dieren. Soms door iets zelf te proberen, soms door andere dieren en soms door de mens.
  3. Geschoold gedrag   - ook wel getraind gedrag genoemd. Door training heb je aangeboren of aangeleerd gedrag versterkt of onderdrukt (dat ze dat gedrag juist niet meer vertonen)

We gaan in de komende lessen deze vormen van gedrag eens goed bekijken. Maar eerst gaan we eens kijken of we zelf al een beetje kunnen bedenken wanneer iets aangeboren is, wanneer iets aangeleerd is en wanneer iets geschoold is. Overleg met je klasgenoten en zet achter elke uiting van gedrag wat het volgens jullie is. Als je wat meer achtergrondinformatie wilt over de verschillende vormen van gedrag kun het digitale boekje gebruiken.

Opdracht 2: Geef bij elk voorbeeld aan of je te maken hebt met aangeboren gedrag, aangeleerd gedrag of geschoold gedrag.

a             Het trappen van de voorpootjes van de pup tegen de uier van de teef.

b             Een paard die over een hindernis springt.

c             Een kat die een muis vangt.

d             Een muis die vlucht voor een kat.

e             Een aap die met een stokje een banaan naar zich toe trekt.

F             Een kuiken dat de eierschaal open pikt.

g             De kloek die zich dan laat horen.

h             Een hond die een poot geeft.

I              Een SOHO-hond die de gevallen sleutel opraapt.

j              Een hond die onderdanig wegkruipt bij een dominante soortgenoot.

k             Een zalm die tegen de stroom in zwemt naar de paaiplaats.

l              Een beer die zalm uit het water vist en opeet.

m            Herkauwen.

Digitaal boekje "Dierwelzijn en gedrag"

Blok 1 Deel 5 Gedrag en gezondheid Bouw en beweging

Blok 1 deel 5 Gezondheid

Beweging en bouw

We hebben het in de vorige lessen al over de huid gehad, de vacht van een dier en ook gekeken naar nagels. Nu gaan we kijken naar de bouw van het dier en zijn bewegingen. We gaan daarbij ook kijken naar de verschillen tussen de dieren. De manier waarop een dier kan bewegen heeft namelijk een functie voor een dier.

Opdracht 1: Kijk naar de onderstaande link “anatomie en fysiologie”. Wat is volgens jou het verschil tussen anatomie en fysiologie?

Opdracht 2: Waarom is het volgens jou belangrijk om te leren over de anatomie en fysiologie van een dier?

Opdracht 3: Wat zouden we bedoelen we met normaalwaarden van mens en/of dier?

Opdracht 4: Waarom is het belangrijk om deze normaalwaarden te weten?

We kennen heel veel verschillende diersoorten, al deze diersoorten hebben een andere bouw.

Opdracht 5: Waarom hebben dieren allemaal een andere bouw? Wat kan de functie zijn van deze bouw?

Opdracht 6 a: Bekijk het filmpje in de link en verklaar waardoor het dier, doormiddel van zijn bouw, zo kan bewegen.

Link: https://www.youtube.com/watch?v=NuyeVN7PuTM


b: Hoe kun je aan onderstaande afbeelding zien dat het hier gaat om een roofdier?

 

 

Skelet kat

 

https://www.dekattensite.nl/alles-over-de-kat/anatomie/lichaam-van-de-kat/

 

Opdracht 7 A: Kijk naar de onderstaande afbeeldingen. Wat zijn de grootste verschillen tussen de twee skeletten?

Skelet hond                                                                                                         Skelet paard

 

https://www.dierenkliniekkenaupark.nl/orthopedie 

https://nl.vecteezy.com/vector-kunst/119774-gratis-vector-paard-skelet

B: Leg uit wat deze verschillen in het skelet te maken hebben met zijn van een roofdier of prooidier en/of het zijn van een herbivoor of carnivoor.

 

Opdracht 8: Waarom is de buikmassa van het paard zo groot ten opzichte van de hond? Noem in je antwoord het darmstelsel.


Opdracht 9: Leg uit met behulp van de filmpjes uit waarom een koe niet hetzelfde kan bewegen als een gazelle.

https://www.youtube.com/watch?v=7BEYU_73WWg Filmpje beweging koe

https://www.youtube.com/watch?v=iarsmqA3dck Filmpje beweging gazelle

 

Opdracht 10: Lees het linkje van het “bewegingsstelsel”. Wat bedoelen we nou met het bewegingsstelsel en waar bestaat het uit?

Opdracht 11: Lees het linkje over “het skelet”. Vul de tabel in.

Soort beenderen

Kenmerken

2 voorbeelden

Pijpbeenderen

 

 

 

 

Platte beenderen

 

 

 

 

Massieve beenderen

 

 

 

 

 

Opdracht 12: Lees het linkje over “Spieren en pezen”

  1. Wat is nou een spier en wat is een pees?
  2. Waar hebben we spieren en pezen voor nodig?

Opdracht 13: Probeer met behulp van het internet…en misschien weet je zelf ook wel het een en ander de onderstaande tabel in te vullen over gewrichten.

Soort gewricht

Hoe werkt dit gewicht

Voorbeeld

Scharniergewricht

 

 

 

 

Kogelgewricht

 

 

 

 

Rolgewricht

 

 

 

 

 

Opdracht 14: Veel dieren hebben last van hun botten en gewrichten. Bedenk minimaal 4 redenen waarom dieren last kunnen hebben van botten en gewrichten?

Opdracht 15: Wat kunnen wij als eigenaar van een hond of kat allemaal doen om de botten en gewrichten zo gezond mogelijk te houden?

Opdracht 16: Je hebt ook verschillende aandoeningen aan botten en gewrichten. Vul met behulp van het internet de onderstaande tabel eens in.

Aandoening

Wat is het?

Bij welke dieren komt dit (vaak) voor?

Artrose

 

 

 

HD (heupdysplasie)

 

 

 

Patella luxatie

 

 

 

 

 

Kenniskiem boekje Anatomie

Blok 1 deel 6 Afwijkend gedrag

Blok 1, deel 6 gedrag

Afwijkend gedrag

 

We hebben het in deel 1 gehad over wat gedrag is en waar het vandaan komt. Vaak wordt gedrag veroorzaakt door verschillende prikkels die van binnenuit komen en sommige die van buitenaf komen. In deel 2 hebben we gekeken naar verschillende soorten gedrag. Dat sommige vormen van gedrag aangeboren zijn en sommige aangeleerd. Nu gaan we kijken naar afwijkend gedrag, welke vormen kennen we allemaal. Hoe kan afwijkend gedrag ontstaan en hoe zou je het kunnen voorkomen?

Klassikaal: als we naar een hond kijken, wat is dan volgens jullie afwijkend gedrag?

Lees de teksten die in de twee linkjes staan die “afwijkend gedrag” heten en zet de verschillende vormen van afwijkend gedrag eens in de tabel. Er staan 3 vormen van afwijkend gedrag in de tekst, ik heb er nog een aan toegevoegd. Hier mag je het internet voor gebruiken, maar we vullen het straks samen ook aan.

Opdracht 1: vul met behulp van de linkjes de tabel in.

Soort afwijkend gedrag

Wat bedoelen we hier mee

Kun je voorbeelden noemen van dit soort gedrag bij dieren, wat zien we dan?

Stereotiep gedrag

 

 

 

 

 

 

 

Beschadigend gedrag of omgericht gedrag

 

 

 

Apathisch gedrag

 

 

 

 

 

 

 

Conflictgedrag

 

 

 

 

 

 

 

Extreem angstig gedrag

 

 

 

 

 

 

 

Opdracht 2: Probeer nu eens bij elke vorm van afwijkend gedrag te bedenken wat de oorzaak zou kunnen zijn.

Soort afwijkend gedrag

Wat is een mogelijke oorzaak van deze vorm van afwijkend gedrag

Stereotiep gedrag

 

 

Beschadigend gedrag of omgericht gedrag

 

 

Apathisch gedrag

 

 

Conflictgedrag

 

 

Extreem angstig gedrag

 

 

 

Kenniskiem Afwijkend gedrag

Blok 1 deel 7 Bloedsomloop, slijmvliezen

Blok 1 deel 7 Gezondheid

Bloedsomloop, ademhaling en slijmvliezen

We hebben het in de vorige lessen al over de huid gehad, de vacht van een dier en ook gekeken naar nagels. Vervolgens hebben we gekeken naar de bouw van het dier en zijn bewegingen. Vandaag gaan we aan de slag met de bloedsomloop van een dier, de ademhaling en de slijmvliezen. De bloedsomloop is ontzettend belangrijk, het houdt mens en dier in leven. De slijmvliezen zijn voor ons als dierverzorger heel belangrijk omdat we aan de slijmvliezen goed kunnen zien of er misschien afwijkingen zijn aan het dier.

Het hart:

We gaan nu kijken naar het hart en wat het hart allemaal voor ons (en dus ook voor dieren) doet.

Tip: Je mag voor de volgende vragen zelf op internet op zoek naar bronnen maar hieronder en via de link onder aan de wikiwijs kun je ook aan informatie komen: www.hartstichting.nl, http://www.biodesk.nl/bloed/hart.php

Opdracht 1: Bekijk de filmpjes over de werking van het hart op www.hartstichting.nl . Heb je nu goed in beeld wat het hart voor je doet?

a.       Wat is de functie van het hart?

b.       Wat kan er gebeuren wanneer het hart niet goed kan werken?

c.       Wat is een hartaanval eigenlijk? En kunnen dieren dit ook krijgen?

Opdracht 2: Benoem eens een aantal redenen waardoor het hart sneller gaat pompen?

Opdracht 3: Benoem eens wat redenen waardoor het hart langzamer gaat pompen?

Opdracht 4: Stel dat een dier geen hartslag heeft, hoe kun je dat ontdekken? Wat zie je aan het dier?

Opdracht 5: Je hoort weleens dat mensen een hoge of lage bloeddruk hebben. Wat meten we eigenlijk bij de bloeddruk?

Bloedsomloop:

Het hart werkt samen met de longen. De longen zorgen ervoor dat er zuurstof in het bloed komt. Wanneer je inademt dan stroomt er zuurstof in de longen, door de longblaasjes wordt het zuurstof opgenomen. Als de longen niet goed werken dan hebben we dus te weinig zuurstof in het bloed. De samenwerking tussen het hart en de longen noemen we bloedsomloop.

Het hart zorgt ervoor dat het zuurstofrijke bloed (vaak helderrood van kleur) door het lichaam wordt gepompt en dat alle organen zo zuurstof krijgen zodat ze kunnen functioneren. Vervolgens zorgt het hart er ook weer voor dat het zuurstofarme bloed (vaan donkerrood van kleur) weer terug gepompt wordt naar de het hart en de longen zodat het daar weer zuurstof op kan nemen.

 

 

Opdracht 6: Stel dat er te weinig zuurstof in je bloed zit, bijvoorbeeld doordat je benauwd bent of wanneer een dier stikt, wat gebeurt er dan in het lijf?

Opdracht 7: Om al dat bloed te vervoeren in je lijf heb je verschillende bloedvaten. Elk bloedvat heeft zijn eigen functie. Probeer de tabel eens in te vullen. In de tabel staat ook dat je moet vertellen hoe je een eventuele bloeding moet stoppen (stelpen), dit zal de docent samen met jullie bespreken.

Tip : Je kunt de link die “bloedvaten” heet gebruiken om de vraag te beantwoorden, je mag ook het internet gebruiken.

Soort bloedvat

Wat is de functie van dit bloedvat?

Hoe moet je een eventuele bloeding stoppen (stelpen)?

 

Haarvat

 

 

 

Ader

 

 

 

Slagader

 

 

 

Aorta

 

 

 

 

Opdracht 8: In je bloed zit behalve zuurstof ook bloedcellen. Wittebloedcellen, rode bloedcellen en bloedplaatjes. Kijk eens naar de link “Bloedcellen” en vul de tabel in.

 

Wat is het nut hiervan?

 

Witte bloedcellen

 

 

Rode bloedcellen

 

 

Bloedplaatjes

 

 

 

Ademhaling:

We hebben al geleerd dat zuurstof super noodzakelijk is voor het functioneren van het lichaam en al zijn organen. We gaan nu kijken naar afwijkingen bij de ademhaling. We moeten ook weten waar we op moeten letten wanneer het gaat om de ademhaling van bijvoorbeeld honden en katten.

Opdracht 9: Als we de ademhaling bij een hond of kat gaan beoordelen. Waar kunnen we dan op letten?

Opdracht 10: Stel dat een hond of kat geen normale ademhaling heeft. Wat verwacht je dan te zien of te horen?

Opdracht 11:

a.      Kun je 4 redenen bedenken waardoor een dier moeilijker zou kunnen ademhalen?

b.      Kun je een hondenras en een kattenras noemen die altijd wat meer moeite heeft met ademhalen?

c.       Wat betekent de term “brachycephalie hond”, google het maar eens en probeer in je eigen woorden te benoemen wat de betekenis is.

Slijmvliezen:

We hebben ze allemaal en op verschillende plekken in/op ons lichaam. Maar wat zijn slijmvliezen nou eigenlijk en wat doen ze voor mens en dier?

Opdracht 12: Probeer de onderstaande vragen eens te beantwoorden. Je mag hiervoor het internet gebruiken.

a.      Probeer eens te bedenken wat slijmvliezen zijn.

b.      Waar zitten slijmvliezen?

c.       Waarom zou je ze controleren?

Opdracht 13: Welke afwijkingen kunnen wij allemaal vinden bij de sljimvliezen? Probeer aan de hand van deze link: https://www.mcvoordieren.nl/slijmvliezen-hond-kat eens de tabel in te vullen.

Afwijking

Mogelijke oorzaak

Rood

 

 

Wit

 

 

Blauw

 

 

 

Geel

 

 

Droge of plakkerige slijmvliezen

 

 

 

Kenniskiem boekje anatomie

Blok 1 deel 8 Ontwikkelingsfases van een pup

Blok 1, deel 8 gedrag

Ontwikkelingsfases pup

 

We hebben het in de eerste delen al gehad over de verschillende vormen van gedrag en ook naar afwijkend gedrag. Nu gaan we kijken naar de ontwikkeling die een pup doormaakt. Het is belangrijk om deze fases in beeld te krijgen, zeker wanneer je mensen moet adviseren of wanneer je zelf met een nest pups te maken krijgt.

Tijdens die verschillende fases wordt namelijk de basis gevorm voor de rest van het leven van de hond.

Opdracht 1: Jullie gaan met behulp van de onderstaande bronnen in beeld proberen te brengen wat er tijdens die fases gebeurt.

Fases

Wanneer is deze fase

Belangrijkste gebeurtenissen tijdens deze fase

 

Wat moet je als eigenaar doen in deze fase

Neonatale fase

 

 

 

 

 

Overgangsfase

 

 

 

 

 

Eerste socialisatiefase (of primaire fase)

 

 

 

 

 

Tweede socialisatiefase (of secundaire fase)

 

 

 

Pubertijd, vanaf 6 maanden

 

 

 

Volwassen fase

 

 

 

 

 

Opdracht 2: Wat zou er kunnen gebeuren wanneer honden niet gesocialiseerd worden?

LICG link over ontwikkeling en socialisatie pup

Link naar website over ontwikkelingsfases van een pup

Blok 1 deel 9 lichaamshoudingen

Blok 1 deel 9 Gedrag

Lichaamshoudingen hond en kat

Jullie hebben gekeken naar de lichaamshoudingen van de hond en van de kat. Het is namelijk erg belangrijk om goed naar een dier te kijken en te bedenken wat zijn lichaamshouding over dit dier zegt. Jullie hebben twee bestanden gekregen waar deze lichaamshoudingen op staan. Ze staan hier ook onderaan bijgevoegd als document.

Opdracht 1: Waarom is het belangrijk om wat van lichaamshoudingen te weten?

Opdracht 2: Stel dat een hond of kat heel angstig is. Wat zou jij dan kunnen doen om het dier te kalmeren?

Opdracht 3:

a. Hoe kan ik aan een hond of kat zien dat hij agressief is?

b. Hoe kan ik het verschil zien tussen agressief en angstig?

c. Stel dat een hond of kat heel agressief is, hoe zou dit kunnen komen? Welke oorzaken kun je bedenken?

 

 

 

Blok 1 deel 10 gebit en spijsvertering

Blok 1 deel 10 Gezondheid

Gebit, gewicht en spijsvertering

We hebben het in de vorige lessen al over de huid gehad, de vacht van een dier en ook gekeken naar nagels. Vervolgens hebben we gekeken naar de bouw van het dier en zijn bewegingen. Daarna zijn we aan de slag geweest met de bloedsomloop van een dier, de ademhaling en de slijmvliezen. Vandaag gaan we kijken naar het gebit van een dier, met name hond en kat, het gewicht van een dier en de spijsvertering van een dier. Dit heeft veel ook te maken met de lessen van voeding.

Probeer de onderstaande vragen te beantwoorden, je mag het internet gebruiken of de bronnen dier onderaan in de wikiwijs staan.

Gebit:

Opdracht 1: Bij het onderdeel gedrag zijn jullie bezig geweest met alle fases waar een pup doorheen moet, ergens in het leven van de jonge hond gaat hij ook zijn gebit wisselen.
a. Wanneer gaat de jonge hond zijn tanden wisselen?
b. Waar zou je dat aan kunnen merken?
c. Waar moet je als eigenaar op letten?

Opdracht 2: Stel dat jij een gebit van een hond of kat moet controleren, waar zou jij dan op letten?

Opdracht 3: Ook bij dieren kan er tandsteen of tandplak ontstaan.

a. Welke gevaren kunnen ontstaan wanneer een hond veel tandsteen heeft.

b. Hoe kun je dit voorkomen.

c. Wat kun je doen wanneer de hond tandsteen heeft.                                     

https://www.hondenwoordenboek.nl/wp-content/uploads/hondengebitvoorbeeld.png

Gewicht:

Opdracht 4: Veel honden en katten hebben last van overgewicht. Welke problemen kunnen er allemaal ontstaan bij overgewicht?

Opdracht 5: Hoe ontstaat overgewicht en hoe kun je dit het beste voorkomen?

Opdracht 6: Hoe kun je zien of een hond of kat overgewicht heeft? En waarom is dit soms moeilijk te zien?

Opdracht 7: Natuurlijk kan een dier ook veel te mager zijn, wat zijn dan de gevaren?

 

Spijsvertering:

Opdracht 8: Honden kunnen best even zonder voer, katten hebben daar veel meer moeite mee. Wanneer katten niet eten kunnen er twee dingen gebeuren. Ze kunnen een gebrek aan Taurine krijgen en ze kunnen last krijgen van leververvetting. Zoek voor beide eens waarom dat gevaarlijk is.

Wat is er aan de hand?

Waarom is dit gevaarlijk?

Gebrek aan Taurine bij de kat

 

 

 

Leververvetting bij de kat

 

 

 

 

Alles wat er in gaat aan voedsel en vocht moet er ook weer uit….hier ontstaan nog wel eens problemen. Daar gaan de onderstaande vragen over. Probeer de onderstaande tabel eens in te vullen met behulp van de bronnen en van het internet.

Wat is het probleem?

Hoe kan dit ontstaan?

Wat moet ik doen?

Kan ik het voorkomen?

Diarree

(hond/kat)

 

 

 

 

 

 

 

Verstopping of obstipatie

(hond/kat)

 

 

 

 

 

 

 

Braken

(hond/kat)

 

 

 

 

 

 

 

Maagtorsie

(hond)

 

 

 

 

 

 

 

Blaasgruis

(kat)

 

 

 

 

 

 

 

 

Blok 2 dierenspeciaalzaakdieren

Blok 2 deel 1 Gezondheid: normaalwaardes

Blok 2 deel 1 Gezondheid

Normaalwaardes

We hebben het al eerder over normaalwaardes gehad. Nu gaan we deze eens op een rij te zetten.

Probeer de onderstaande vragen te beantwoorden, je mag het internet gebruiken of de bronnen die onderaan in de wikiwijs staan.

Opdracht 1: Wat bedoelen we ook al weer met normaalwaarden?

Opdracht 2: Waarom is het voor jou als dierverzorger belangrijk om normaalwaarden te weten?

Opdracht 3: Hoe kun je een dier beoordelen op zijn hartslag, waar doe je dat bijvoorbeeld bij een hond?

Opdracht 4: Waar en hoe kijk je naar de ademhaling van een dier?

Opdracht 5: Hoe meet je de temperatuur van een hond? En van een muis?

Opdracht 6: Probeer eens de onderstaande tabel in te vullen. Je zoekt het uit voor een dier in rust.

 

Hartslag

Ademhaling

Temperatuur

Hond

 

 

 

 

Kat

 

 

 

 

Paard

 

 

 

 

Konijn

 

 

 

 

Cavia

 

 

 

 

Hamster

 

 

 

 

Muis

 

 

 

 

 

Opdracht 7: Hoe kan een verhoogde temperatuur (koorts) ook al weer ontstaan?

Opdracht 8: Waarom kan een verhoogde temperatuur gevaarlijk zijn?

Opdracht 9: Je hebt de afgelopen weken al veel geleerd over verschillende onderdelen van een dier. Stel dat een vriend van jou een nieuwe hond heeft aangeschaft en jou vraagt om eens een algemene gezondheidscontrole uit te voeren waar zou jij dan op letten? Maak eens een lijst met verschillende punten waarmee je de algemene gezondheid van een dier kunt beoordelen. Noem zeker 8 punten!

Benoem de punten maar ook de resultaten die ze zouden moeten zien. Bijvoorbeeld: ogen, deze moeten helder zijn, schoon en de pup moet goed kunnen zien. Bedenk nu 8 ANDERE punten.

 

Opdracht 10: Wat bedoelen we met een “broodfokker” en wat zijn de nadelen van deze vorm van fokken?

Opdracht 11: Veel pups komen vanaf het buitenland zonder alle benodigde papieren en vaccinaties, illegale puppy handel noemen we dat. Waarom is dit nou zo’n groot probleem? Hoe weet je nou zeker dat jouw nieuwe pup niet uit de illegale handel komt?

Opdracht 12: Verwerk opdracht 9 in een poster, vertel dan niet alleen de 8 gezondheidspunten maar noem ook een aantal punten waar ze op kunnen letten als ze hun dier bij de fokker aan gaan schaffen (op de licg website kun je veel vinden). Je mag deze poster digitaal maken of op papier, en met maximaal 2 personen. Je krijgt er een pluspunt voor tijdens je volgende toets.

Link: verschillende waardes

Link: observeren van dieren op afstand

Link: observeren van dieren dichtbij

Blok 2 deel 2 Gedrag: nestvlieders en nestblijvers

Blok 2 deel 2 Gedrag

Nestvlieder en nestblijvers

Binnen het dierenrijk kennen we nestvlieders en nestblijvers.

Opdracht 1: Wat is het verschil tussen nestvlieders en nestblijvers.

Opdracht 2: Noem eens duidelijke kenmerken van een nestvlieder en duidelijke kenmerken van een nestblijver.

Opdracht 3: Vul de tabel in, je mag het internet gebruiken maar je mag natuurlijk ook zelf eerst even nadenken.

dieren

Hoe heet de mannelijke versie, de vrouwelijke versie en het jong

Draagtijd of broedtijd

Is het een nestvlieder of een nestblijver

Hond

Man:

Vrouw:

Jong:

 

 

 

Kat

Man:

Vrouw:

Jong:

 

 

 

Konijn

Man:

Vrouw:

Jong:

 

 

 

Paard

Man:

Vrouw:

Jong:

 

 

 

Cavia

Man:

Vrouw:

Jong:

 

 

 

Ezel

Man:

Vrouw:

Jong:

 

 

 

Kanarie

Man:

Vrouw:

Jong:

 

 

 

 

 

Kip

Man:

Vrouw:

Jong:

 

 

Eend

Man:

Vrouw:

Jong:

 

 

Schildpad

Nestvlieder/nestblijver:

 

Hamster

Nestvlieder/nestblijver:

 

Haas

Man:

Vrouw:

Jong:

 

 

Muizen

Nestvlieder/nestblijver:

 

Kanarie

Man:

Vrouw:

Jong:

 

 

Koe

Man:

Vrouw:

Jong:

 

 

 

Opdracht 4: Nu je de tabel hebt ingevuld zie je ook nog verschillen in draagtijd tussen nestvlieders en nestblijvers?

Opdracht 5: Zijn de meeste nestblijvers prooidieren of roofdieren?

Opdracht 6: Zijn de meeste nestvlieders dieren die een nest bouwen of juist niet?

 

 

 

Wikipedia nestvlieders en nestblijvers

Blok 2 deel 3 Gedrag: samenlevingsvormen

Blok 2 deel 3 Gedrag

Samenlevingsvormen

Binnen het dierenrijk heb je verschillende samenlevingsvormen. Deze gaan we deze les uitwerken. We gaan kijken wat de betekenis is van de verschillende samenlevingsvormen en we gaan voorbeelden bedenken bij elke vorm. Na de introductie gaan jullie de  onderstaande vragen maken.

Opdracht 1: Vul de tabel in, je mag het internet gebruiken maar je mag natuurlijk ook zelf eerst even nadenken.

Samenlevingsvormen

Hoe werkt deze samenlevingsvorm

Voorbeelden: noem er zeker 2

Solitair levend

 

 

 

Paarvorming (monogaam)

 

 

 

Gezinsvorm

 

 

 

Harem

 

 

 

Matriarchale orde

 

 

 

Kolonie

 

 

 

 

Opdracht 2: Waarom denk je dat tijdens de vruchtbare periode van een dier de samenlevingsvorm zou kunnen veranderen?

Opdracht 3: Probeer eens op te zoeken wanneer de onderstaande vruchtbaar zijn en of er dan wat veranderd in de samenlevingsvorm.

 

Wanneer vruchtbaar?

Normale samenlevingsvorm

Samenlevingsvorm tijdens vruchtbare periode

Kat

 

 

 

 

Schapen

 

 

 

 

Tijger

 

 

 

 

Leeuw

 

 

 

 

Syrische hamster

 

 

 

Konijn

 

 

 

 

Blok 2 deel 4 Gezondheid: het konijn

Blok 2 deel 4 Gezondheid

Het konijn

Probeer de onderstaande vragen te beantwoorden, je mag het internet gebruiken of de bronnen die onderaan in de wikiwijs staan.

Opdracht 1: Konijnen worden veel gehouden als huisdier. Kijk eens naar de bouw van een konijn en beschrijf eens hoe de bouw van een konijn is en waarom hij zo gebouwd is.

Opdracht 2: Kijk het volgende filmpje, schrijf op wat je opvalt aan de houdingen en bewegingen van een konijn. https://www.youtube.com/watch?v=Brnlu8D513E 

Opdracht 3: Waar moet je op letten bij het hanteren van een konijn, beschrijf eens in Jip en Janneke taal hoe je een dwergkonijn moet hanteren en hoe je een Vlaamse reus moet hanteren.

Opdracht 4:
a
. Tegen welke twee ziektes kun je konijnen ook alweer inenten?

b. Geef bij beide ziektes aan wat de symptomen zijn en hoe ze besmet kunnen raken.

Opdracht 5: Wat zijn olifantstanden, zoek een duidelijk plaatje en beschrijf hoe je dit kunt voorkomen.

Konijnen zijn gevoelig op de darmen, als ze teveel extreem vochtige groenten krijgen zoals sla en kool kunnen ze aan de diarree raken. Vooral bij jonge konijnen moet je goed opletten, tot 4 maanden kun je beter geen snoepjes geven of teveel groenten.

Opdracht 6:
a.
Wat zou je kunnen doen wanneer een konijn diarree heeft?

b. Welke grote gevaren zijn er wanneer een konijn aan de diarree is?

Opdracht 7: Wat is coprofagie ook al weer en waarom doen konijnen dit?

Opdracht 8: Zoek eens op wat ze bedoelen met “dikke buiken ziekte” en hoe je dit kunt voorkomen.

Konijnen worden op dit moment gemiddeld niet ouder dan 3 jaar, dit terwijl ze wel 12 jaar kunnen worden. Enkele redenen voor een vroege dood kan zijn dat mensen niet altijd hun dier enten, verkeerde voeding en huisvesting. Bij vrouwtjes konijnen komt ook veel baarmoederkanker voor. Om die reden is het slim om vrouwtjes konijnen vroeg te laten steriliseren of castreren.

Opdracht 9: Wat zijn symptomen van baarmoederkanker bij konijnen? Mogelijke bron:  http://www.diergeneeskunde.nl/ziektebeeld/gezondheidsproblemen_knaagdier_konijn_fret/baarmoederkanker/ziektebeeld_baarmoederkanker/

Opdracht 10: Vanaf welke leeftijd kun je een jong konijn het beste bij zijn/haar moeder weghalen? Wat zouden de gevaren kunnen zijn wanneer je een jong te vroeg bij zijn moeder weghaalt?

Opdracht 11: Zoek eens een konijnenras op die je moet borstelen en wat kan er gebeuren wanneer je dit niet doet?

 

Blok 2 deel 5 Gedrag: gedrag van konijnen en kleine knaagdieren

Blok 2 deel 5 Gedrag

Gedrag konijnen, cavia’s en kleine knagers

Binnen de praktijklessen en de lessen over gezondheid hebben we al een beetje naar het gedrag van deze dieren gekeken en naar hoe je ze moet hanteren. Probeer samen eens de onderstaande tabel in te vullen en ga vervolgens oefenen met het hanteren van deze dieren. Voor de kerstvakantie doen we een afrondende praktijkoefening waarbij je twee knaagdieren of een konijn moet kunnen benaderen en hanteren.

 

dieren

Zijn het dag of nachtdieren

Op welke manier moet je ze benaderen en vastpakken

Hoe zie ik of ze stress hebben

Konijn

 

 

 

 

Cavia

 

 

 

 

 

Muis

 

 

 

 

Syrische hamster

 

 

 

 

Russische hamster

 

 

 

 

Gerbil

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Blok 2 deel 6: Gezondheid van de cavia

Blok 2 deel 6 gezondheid de Cavia

Geef antwoord op de onderstaande vragen. Je mag de antwoorden opzoeken op internet of in je digitale boekje als je ze niet weet en je mag plaatjes gebruiken ter verduidelijking:

Opdracht 1: De cavia is eigenlijk heel vreemd van bouw. Wat valt jou op als je de cavia vergelijkt met andere dieren/knaagdieren?

http://4.bp.blogspot.com/-dLQU-IqYd9Q/VJCLbdOd6nI/AAAAAAAAHDg/6psqBV46tfY/s1600/DCW_AnatomieUit.gif

Bron: http://caviaopvangalmere.nl/wp-content/uploads/2011/12/uiterlijk-cavia.gif

Opdracht 2: Hoeveel tenen heeft een cavia eigenlijk aan zijn voor en achterpoten? En hoe zit dat bij een konijn?

Opdracht 3: Waar moet je op letten bij het knippen van de nagels?

Opdracht 4: Waar moet je op letten bij het hanteren van een cavia, beschrijf eens in Jip en Janneke taal hoe je een cavia moet hanteren.

Opdracht 5: jullie weten ondertussen vast wel welke voedingsstof cavia’s niet zelf kunnen aanmaken. A. Welke is dit?
B. Op welke manieren kunnen we dit aan de cavia geven?
C. Wat kan er gebeuren wanneer een cavia een gebrek heeft aan deze voedingsstof? (symptomen)

Opdracht 6: Cavia’s zijn ook gevoelig voor andere ziektes. Zoek voor de volgende ziektes de onderstaande vragen uit: Luchtweginfectie en ringworm (=schimmel)

a)       Symptomen

b)      Verloop; worden ze er ernstig ziek van/gaan ze er dood aan

c)       Behandeling

d)      Voorkomen

e)      Is het een zoönose

 

 

Blok 2 deel 7: kleine knagers

Blok 2 deel 7 Gezondheid: Hamsters, muizen en ratten

Geef antwoord op de onderstaande vragen. Je mag de antwoorden opzoeken op internet of in de digitale boekjes zoeken.

Opdracht 1: We hebben de normaalwaardes al besproken. Maar we gaan nu naar wat andere waardes en feiten kijken. Probeer de onderstaande tabel in te vullen.

 

Hoe oud worden deze dieren gemiddeld?

 

Welke voeding hebben deze dieren nodig?

Zijn het dag of nachtdieren?

Leven ze alleen of in groepen of in duo's?

Konijn

 

     

Cavia

 

     

Syrische Hamster

       

Muis

 

     

Rat

 

     

 

opdracht 2: Bij hamsters komt vaak de ziekte “natte staart” voor. Beantwoord de onderstaande vragen over deze ziekte.

  1. Hoe komt de hamster aan deze ziekte/besmettingsroute
  2. Welke symptomen zijn er bij natte staart?
  3. Kunnen ze er goed van genezen?

Opdracht 3: Benoem eens 6 punten waardoor je de gezondheid van hamsters zo goed mogelijk op peil kunt houden.

Opdracht 4: Ratten hebben helaas nog iets vaker last van lichamelijke klachten. Bij ratten komen tumoren best vaak voor. Hoe zou dit komen?

Opdracht 5: Ook luchtwegeninfectie en schurft is een groot probleem.

  1. Hoe komen ratten aan luchtwegeninfectie? En hoe kun je dit voorkomen?
  2. Welke problemen kan schurft opleveren?
  3. Zijn deze ziektes ook gevaarlijk voor mensen?

Opdracht 6: Zoek eens op of je een van de bovenstaande dieren (uit de tabel) kunt castreren, en op welke leeftijd zou je dit doen?

 

Digitaal boekje gezondheidszorg

Blok 2 deel 8: chinchilla

Blok 2 deel 8 gezondheid de chinchilla

Geef antwoord op de onderstaande vragen. Je mag de antwoorden opzoeken op internet of in je digitale boekjes als je ze niet weet en je mag plaatjes gebruiken ter verduidelijking:

Opdracht 1: De chinchilla is een vrij bijzonder en gevoelig dier. Zoek de onderstaande zaken eens op:

a.       Waar komt de chinchilla vandaan?

b.       Leeft de chinchilla alleen of in groepen?

c.       Wat eet de chinchilla in de natuur?

Opdracht 2: Een van de bijzonderheden aan de chinchilla is zijn vacht, wat is hier zo bijzonder aan en waar moet je op letten bij de verzorging van deze vacht?

Opdracht 3: Chinchilla’s kunnen ook last krijgen van hun tanden, je kunt ze alleen beter niet op knaagstenen laten knagen. Dit omdat ze hier blaasstenen van kunnen krijgen. Sowieso zijn ze heel gevoelig op hun darmen als het gaat om voeding ze hebben al snel klachten als diarree.

Maar wat kan ik dan wel geven om ze te laten knagen?

Opdracht 4: Waar moet je op letten bij het hanteren van een chinchilla, beschrijf eens in Jip en Janneke taal hoe je een chinchilla moet hanteren.

Opdracht 5: Met welk doel eet de chinchilla zijn ontlasting? Wat haalt hij hieruit?

Opdracht 6: Chinchilla’s zijn heel stressgevoelig, daarom hebben wij ze ook niet op school, stel dat we toch chinchilla’s gaan houden wat moeten/kunnen we dan doen om het de dieren zo aangenaam mogelijk te maken?

Opdracht 7: Hoe kunnen we bij chinchilla’s zien of ze last hebben van stress behalve aan hun gedrag. Welke klachten kunnen er dan ontstaan?

 

Website LICG over chinchilla's

Blok 2 deel 9: Gezondheid wat verkopen ze in dierenspeciaalzaken?

Blok 2 deel 9 middelen bij de dierenspeciaalzaak

Geef antwoord op de onderstaande vragen. Je mag de antwoorden opzoeken op internet of in je digitale boekjes als je ze niet weet en je mag plaatjes gebruiken ter verduidelijking:

Opdracht 1: Jullie zijn allemaal weleens in een dierenspeciaalzaak geweest. Sommige hebben er misschien stagegelopen. Wat wordt daar allemaal aan medicatie verkocht?

Opdracht 2:

A: Wat is ook alweer het verschil tussen endo- en ectoparasieten en kun je voorbeelden noemen?

B: in deze tijd van het jaar werden er veel kamleringsmiddelen verkocht bij dierenspeciaalzaken en dierenartsen van wege vuurwerkangst. Kun je misschien nog andere trucs en tips bedenken of vinden om je dieren te helpen tijdens oud en nieuw?

C: Probeer eens 3 sites te vinden waar je online medicatie kunt kopen, let op: soms heb je ook bij websites een recept nodig van de dierenarts! Vul de onderstaande tabel in.

Link van de website

Verkopen ze er parasitaire middelen (tegen endo- en ectoparasieten)

Verkopen ze er kalmeringsmiddelen of pijnstillers?

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Opdracht 3: noem eens twee voordelen en twee nadelen van verkoop van medicatie via het internet.

Opdracht 4: Moet je als eigenaar van een dierenspeciaalzaak een opleiding hebben gevolgd?

Opdracht 5: Buiten de angst voor vuurwerk is de kans op vergiftigingen ook groot in deze tijd van het jaar. Kun jij bedenken welke vergiftigingen we nu vaak tegenkomen? En wat moet je doen wanneer je denkt dat je dier vergiftigd is.

We hebben het in de eerdere lessen al eens over vacht en huidverzorging gehad. Probeer eens plaatjes te vinden van middelen die jij in de onderstaande gevallen zou adviseren en zet er ook bij waarom je dit product of deze producten zou adviseren. Dit moet je namelijk in de praktijk ook kunnen.

Opdracht 6: Vul de tabel in.

Situatie

Welk product of producten zou jij adviseren

Waarom zou je dit adviseren

Een Duitse herder met veel te lange nagels.

 

 

 

 

 

Een jonge labrador waarbij ze het gebit optimaal willen verzorgen.

 

 

 

De vachtverzorging van een Poedel.

 

 

 

 

De nagels van een cavia knippen.

 

 

 

 

De vachtverzorging van een Drentsche patrijs

 

 

 

 

 

 

Opdracht 7: gezondheidscheck. Stel dat je werkt of stageloopt bij een dierenspeciaalzaak of kinderboerderij en er komen nieuwe konijnen en knaagdieren binnen. Waar zou jij dan op letten als je een gezondheidsbeoordeling moet doen? Vul de onderstaande tabel in.

Waar ga je naar kijken

Hoe zou het eruit moeten zien?

Ogen

 

 

Tanden

 

 

Oren

 

 

Vacht

 

 

Huid

 

 

Nagels

 

 

Geslachtsdelen

 

 

 

Vul de tabel aan met nog 2 onderdelen!

Website Petsplace

Website LICG

Digitaal verkooppunt dierproducten 2

Digitaal verkooppunt dierproducten 1

Blok 3 Paard en ezel

Blok 3 anatomie paard

Blok 3 deel 1 Paard en ezel overeenkomsten en verschillen

Blok 3 deel 1 paard en ezel… welke overeenkomsten en verschillen zijn er?

Geef antwoord op de onderstaande vragen. Je mag de antwoorden opzoeken op internet of in je digitale boekjes als je ze niet weet en je mag plaatjes gebruiken ter verduidelijking. We gaan eerst naar wat normaalwaarden kijken en de bouw van paarden en ezels. Waarin lijken ze op elkaar en welke verschillen kunnen we zien?

Opdracht 1: Hoeveel hartslagen per minuut heeft een paard? En hoe zit dat bij een ezel?

Opdracht 2: Wat is de gemiddelde temperatuur van een paard? En van een ezel?

Opdracht 3: Hoe vaak haalt een paard adem per minuut? En een ezel?

Opdracht 4:
    a. paarden en ezels zijn planteneters, welk effect heeft dit op hun darmen?

    b. Wat is het verschil tussen de darmen van een planteneter en een vleeseter?

    c. Waarom is het verschil tussen de darmen van een planteneter en een vleeseter?

Opdracht 5: Kijk eens naar de anatomie van een paard, hoe komt het dat paarden sneller problemen hebben met hun botten en gewrichten?

 

Opdracht 6: Welke verschillen in de bouw zie je wanneer je paarden en ezels vergelijkt?

Opdracht 7: a. Hoe vaak moeten paarden en ezels naar de hoefsmid? Paarden moeten over het algemeen wat vaker dan ezels, waarom zou dit zo kunnen zijn?

b. Maar ook tussen paarden zitten grote verschillen tussen hoe vaak ze naar de hoefsmid moeten. Waarom zou dit per paard kunnen verschillen?

Opdracht 8: Welke materialen heb je nodig om de hoeven van een paard dagelijks goed te verzorgen? Zoek eens een aantal plaatjes en zet de naam erbij.

Opdracht 9: Bij slechte of geen hoefverzorging kunnen er grote problemen ontstaan bij paarden en ezels. Hieronder staan een aantal hoefaandoeningen genoemd. Werk de volgende aandoening (rotstraal en hoefzweer) uit en beschrijf kort de volgende punten:   

 

  • Welke problemen zal het paard ondervinden bij deze aandoening.
  • Hoe kun je het als eigenaar herkennen (symptomen).
  • Wat moet je doen wanneer het paard er last van heeft.

 

Opdracht 10: a. bekijk het filmpje in de link eens over het keuren van een paard, waar kijken ze allemaal naar?
b. waarom worden paarden zo uitvoerig bekeken en gekeurd (door een dierenarts) voordat ze worden verkocht?

 

Blok 3 deel 2 Paard en ezel huid en vachtverzorging

Blok 3 deel 2 paard en ezel… huid en vachtverzorging

Geef antwoord op de onderstaande vragen. Je mag de antwoorden opzoeken op internet of in je digitale boekjes als je ze niet weet en je mag plaatjes gebruiken ter verduidelijking. We gaan eerst naar wat normaalwaarden kijken en de bouw van paarden en ezels. Waarin lijken ze op elkaar en welke verschillen kunnen we zien?

Opdracht 1: Waar bestaat de dagelijkse vachtverzorging uit bij paarden? En

Opdracht 2: Welke materialen heb je nodig voor deze dagelijkse vachtverzorging? Zoek plaatjes van de verschillende middelen en geef de juiste naam.

Opdracht 3: Waarom is vacht en huidverzorging zo belangrijk (geef zeker 3 redenen)?

Opdracht 4: Welke vacht en huidproblemen kunnen er allemaal ontstaan?

Opdracht 5: Je ziet paarden vaak met (verschillende soorten) dekens in de wei staan, benoem eens welke soorten dekens er zijn en geef per deken aan waarom je deze zou gebruiken.

Opdracht 6: Paarden worden vaak ook geschoren;

a. Hoe doe je dat?

b. Waarom is dat?

c. Hoe vaak moet dat per jaar?

Opdracht 7: Moet je ezels ook scheren? Bij welke rassen is dit zelfs noodzakelijk?

 

 

Licg pagina paard

Licg pagina ezel

Blok 3 deel 3 paard en ezel endo en ectoparasieten

Blok 3 deel 3 paard en ezel…..endo en ectoparasieten

We hebben het in eerdere lessen al weleens over parasieten gehad. Paarden kunnen, net als vrijwel alle andere dieren, ook parasieten krijgen. We gaan ze nu eens op een rij zetten zodat jullie een mooi overzicht hebben. Zo kunnen jullie in de toekomst de dieren goed helpen maar ook jezelf beschermen.

Geef antwoord op de onderstaande vragen. Je mag de antwoorden opzoeken als je ze niet weet en je mag plaatjes gebruiken ter verduidelijking. Onderaan in de wikiwijs staan ook wat mogelijke bronnen vermeld.

Opdracht 1: Wat is het verschil tussen endo en ectoparasieten?

Opdracht 2: Vul de onderstaande tabel in.

 

Endo/ecto

Bij welke dieren

Wat richten ze aan?

Wat moet je doen wanneer het dier het heeft?

Hoe kun je het voorkomen?

Teken

 

 

 

 

 

 

 

Vlooien

 

 

 

 

 

 

 

Luizen

 

 

 

 

 

 

 

Mijten

 

 

 

 

 

 

 

Spoelworm

 

 

 

 

 

 

 

Lintworm

 

 

 

 

 

 

 

 

Opdracht 3: Geef van de bovenstaande parasieten aan welke parasieten wij ook kunnen krijgen.

Opdracht 4: Welke klachten geven die parasieten bij de mens? Zijn dat dezelfde klachten als dat dieren krijgen?

Opdracht 5: Wat kun je doen wanneer je denkt dat je een parasiet hebt?

Opdracht 6: Voor paarden kun je niet meer overal wormenmiddel halen. Je moet eerst de mest laten testen bij de dierenarts. Waarom denk je dat deze regels er zijn?

Blok 3 deel 4 gedrag van paarden en ezels

Blok 3 deel 4 gedrag bij paarden en ezels

 

In de bijlage zien jullie de powerpoint over gedrag bij paarden en ezels. De inhoud van deze powerpoint moeten jullie kennen voor de toets. 

Blok 3 deel 5 Koliek

Blok 3 deel 5 koliek

Voor de toets moet je een aantal dingen over koliek weten:

  • Wat is koliek?
  • Waardoor kan koliek ontstaan? (je moet minimaal 4 voorbeelden kunnen noemen)
  • Wat zie ik bij mijn paard dat koliek heeft?
  • Wat moet ik doen bij koliek?

Op deze websites kun je alle informatie vinden:

https://nl.wikipedia.org/wiki/Koliek_(paarden)

https://www.paardenarts.nl/kennisbank/koliek/

Blok 4 Kleine herkauwers

Blok 4 deel 1 Schaap&geit Uiterlijke kenmerken en normaalwaarden

Blok 4 deel 1 schaap en geit… uiterlijke kenmerken en normaalwaarden

Geef antwoord op de onderstaande vragen. Je mag de antwoorden opzoeken op internet of in je digitale boekjes als je ze niet weet en je mag plaatjes gebruiken ter verduidelijking. Er staan ook bronnen onder aan de pagina. We gaan eerst naar wat normaalwaarden kijken en de bouw van schapen en geiten. Waarin lijken ze op elkaar en welke verschillen kunnen we zien?

Opdracht 1: Wat zijn de grote verschillen tussen geiten en schapen wanneer je kijkt naar de bouw van het dier. Benoem deze verschillen.

Opdracht 2: Benoem een aantal evenhoevige dieren en onevenhoevige dieren. Wat is het verschil?

Opdracht 3: Vul de onderstaande tabel in:

 

Hartslag

Ademhaling

Temperatuur

Draagtijd

Schaap

 

 

 

 

Geit

 

 

 

 

 

Opdracht 4: Wanneer we naar het exterieur van het schaap kijken kun je je wel indenken dat een goede verzorging van de wol belangrijk is. Geef antwoord op de onderstaande vragen:

  • Welk nut heeft wol voor een schaap? Hoe “werkt” wol.
  • Waar let je op wanneer je de wol van het schaap gaat beoordelen?
  • Hoe vaak moet je een schaap scheren?
  • Waar moet je op letten bij het scheren van een schaap?
  • Wat heb je allemaal nodig bij het scheren van een schaap?
  • Zijn er ook schapen die je niet hoeft te scheren?

 

Opdracht 5: Wanneer je schapen niet gaat scheren kunnen er verschillende problemen ontstaan. Kun je zelf bedenken wat er kan gebeuren?

Opdracht 6: Moet je bij geiten ook nog wat doen aan de vachtverzorging?

Opdracht 7: Stel dat een groep schapen of geiten moet controleren, waar let jij dan allemaal op?

Naast vachtverzorging is klauwverzorging een belangrijk onderdeel wanneer je schapen of geiten gaat houden. Helaas worden hier ook veel fouten mee gemaakt. Dit kan veel problemen geven bij de dieren. Onderaan in de wikiwijs staan wat linkjes naar filmpjes over het bekappen van klauwtjes.

Opdracht 8: Beschrijf wat je allemaal nodig hebt bij het bekappen van geiten en schapen?

Opdracht 9: Welk verschil zie je duidelijk tussen het bekappen van geiten en schapen?

Opdracht 10: Het slecht of niet bekappen van de klauwen is een belangrijke oorzaak van klauwproblemen. Maar ook slechte voeding, verkeerde voeding, huisvesting en hygiëne kunnen een rol spelen. Leg dit per onderdeel eens uit:

 

Hoe heeft dit invloed op de gezondheid van de klauwen?

Slechte of verkeerde voeding

 

 

 

Huisvesting

 

 

 

Hygiëne

 

 

 

 

Opdracht 11: Waarom zijn klauwproblemen nou zo vreselijk vervelend?

We hebben het over wol, vacht, normaalwaarden en klauwen gehad. Nu kijken we nog even naar het gebit van schapen en geiten. Ook al kijk je misschien niet dagelijks bij schapen en geiten in de bek; een gezond gebit en een goede stand van de kaken is wel degelijk erg belangrijk. Een schaap is een herkauwer, ze gebruiken hun gebit intensief.

Opdracht 12: Kijk eens naar het plaatje en beschrijf wat jou opvalt aan dit gebit.

 

Opdracht 13: Parasieten komen ook voor bij schapen en geiten, myiasis is een groot probleem in de zomer. Beantwoord de volgende vragen:

  • Wat is myiasis?
  • Hoe ontstaat het meestal?
  • Wat is het grootste probleem van deze parasiet?
  • Wat is de behandeling?
  • Hoe kun je het voorkomen?
  • Is het een zoönose?

You-tube klauwverzorging schaap

Link: Levendehave Geit

Link: Levendehave schaap

Link: LICG Schaap

Link: LICG Geit

You-tube schaap scheren

You-tube schaap scheren

Blok 4 deel 2 schaap en geit: veel voorkomende ziekten

Blok 4 deel 2 schaap en geit… veel voorkomende ziektes

Geef antwoord op de onderstaande vragen. Je mag de antwoorden opzoeken op internet of in je digitale boekjes als je ze niet weet en je mag plaatjes gebruiken ter verduidelijking. Er staan ook bronnen onder aan de pagina. Afgelopen les hebben we gekeken naar de normaalwaarden en de bouw van schapen en geiten. Vandaag gaan we kijken naar afwijkingen en ziektes, hoe kunnen we ze herkennen en wat moeten we dan doen?

Opdracht 1: Als ik een schaap of geit moet beoordelen, waar moet ik dan op letten en wat zou ik moeten zien? Vul de onderstaande tabel eens in. Ik heb een onderdeel al ingevuld als voorbeeld. Je moet alle vakjes invullen!

Onderdeel

Wat zou je moeten zien?

Ogen

Moeten helder en schoon zijn.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Opdracht 2: Ook schapen kunnen wormen krijgen.

  1. Hoe zou je dat bij schapen kunnen zien denk je?
  2. Hoe vaak en wanneer kun je schapen het beste ontwormen?
  3. Hebben jullie weleens van infectiedruk gehoord? Wat is dat ook al weer? En wanneer in het jaar is de infectiedruk bij schapen het grootst denk je?

Opdracht 3:

Jullie krijgen allemaal een ziekte van je docent (dit klinkt een beetje raar maar jullie snappen wel wat ik bedoel). Jullie gaan een folder maken om mensen te informeren over deze ziekte. Uiteindelijk zal de docent ervoor zorgen dat iedereen alle folders krijgt zodat je deze kunt gebruiken voor het leren van de toets. Zij zal ze uiteraard ook nakijken voordat jullie ze krijgen. Enkele leerlingen zullen aan dezelfde ziekte werken, je mag helaas niet dezelfde folder inleveren. Ieder maakt zelf een folder.

Maak je een fatsoenlijke folder dan krijg je al tot maximaal 2 punten cadeau op de toets. (Let op; je krijgt er geen twee punten bij op het uiteindelijke cijfer van de toets maar wel bij het puntenaantal van de toets). Tijdens de les mag je er aan werken.

Wat moet er in die folder komen?

  • Naam van de ziekte
  • Ziekteverwekker (bacterie/virus/parasiet) en wat doet deze ziekteverwekker
  • Hoe stel je de ziekte vast
  • Is het een zoönose
  • Route van besmetting; hoe komen de dieren eraan
  • Symptomen van de ziekte; wat zie je bij het dier
  • Behandeling van de ziekte
  • Voorkomen van de ziekte

Je mag gebruik maken van plaatjes, hoe je de folder maakt dat maakt mij niet uit. Je moet 1 a4 blad aan beide kanten gebruiken. Je mag zelf weten of je het over schapen of geiten hebt of over beide (een aantal ziektes komen bij beide dieren voor). Gebruik je eigen woorden! Ik maak gebruik van plagiaatcontrole bij het nakijken.

Ectyma (zere bekjes)

 

Listeriose

 

(Rot)kreupel

Zwoegerziekte

 

Leverbot

Coccidiose

 

Kopervergiftiging

Het bloed

 

Link naar website schapendokter.nl

Link naar website dierenartspraktijk over schapenziektes

Link naar levendehave.nl schapen

Blok 4 deel 3 schaap en geit: gedrag

Blok 4 deel 3 schaap en geit… gedrag

Geef antwoord op de onderstaande vragen. Je mag de antwoorden opzoeken op internet of in je digitale boekjes als je ze niet weet en je mag plaatjes gebruiken ter verduidelijking. Er staan ook bronnen onder aan de pagina. We hebben in de afgelopen lessen al naar normaalwaarden, bouw en ziektes gekeken. Allemaal onderwerpen die invloed hebben op het gedrag van deze dieren. Nu gaan we hier wat dieper op in.

Schapen en geiten leven het liefste met soortgenoten samen, ook houden ze van frisse lucht en beweging en eten ze de hele dag door….zoveel verschillen ze in dat opzicht niet van mensen

Opdracht 1: Stel dat jij stageloopt op een geitenbedrijf of een kinderboerderij en je loopt een stal met schapen of geiten binnen om ze te controleren. Waar let jij dan allemaal op in die stal? Maak eens een lijst van minimaal 8 punten.

Opdracht 2: Geiten en schapen hebben net als andere dieren verschillende levensfases. Probeer bij elke levensfase te bedenken welk gedrag je mag verwachten EN waar jij als eigenaar dan rekening mee moet houden.

 

Welk gedrag

Waar moet je rekening mee houden

Lam

 

 

 

 

 

 

 

Volwassen dier

 

 

 

 

 

 

 

Vruchtbare periode ooi/giet

 

 

 

 

 

 

 

Vruchtbare periode ram/bok

 

 

 

 

 

 

 

Zogende ooi/geit

 

 

 

 

 

 

 

 

Opdracht 3: We weten inmiddels dat schapen en geiten groepsdieren en vlucht/prooidieren zijn. Dit vraagt om een goede benadering van de verzorgers van deze dieren. Waar let jij zelf op als jij schapen of geiten gaat benaderen? Noem zeker 4 punten.

 

 

 

Opdracht 4: Welke invloed heb jij op het gedrag van een schaap of geit? Beschrijf wat jij zou doen in de onderstaande situaties en hoe jij het aan zou pakken. In alle situaties ben jij alleen in de stal!

Situatie

Wat ga je doen en hoe?

Twee lammetjes en hun moeder van een groepshok naar een klein hok verplaatsen.

 

 

 

 

 

 

 

Groep schapen van het ene weiland naar het andere weiland verplaatsen.

 

 

 

 

 

 

 

In de stal moet je 1 schaap uit een groep schapen vangen om medicijnen te geven.

 

 

 

 

 

 

 

Opdracht 5: In veel dingen lijken schapen en geiten op elkaar, maar wat betreft het karakter en gedrag zijn er ook wel degelijk verschillen. Probeer eens te bedenken wat de verschillen in gedrag zijn tussen geiten en schapen.

Opdracht 6: Als je kijkt naar het natuurlijk gedrag van schapen waar moet dan hun ideale verblijf aan voldoen? En dat van geiten?

Link naar website levendehave.nl geiten

Link naar website dier en natuur geiten

Link: LICG Geit

Link: LICG Schaap

Link: levende have gedrag schaap

Link: levende have gedrag geit

Blok 4 deel 4 schaap en geit: zintuigen

Blok 4 deel 4 schaap en geit… zintuigen

Geef antwoord op de onderstaande vragen. Je mag de antwoorden opzoeken op internet of in je digitale boekjes als je ze niet weet en je mag plaatjes gebruiken ter verduidelijking. Er staan ook bronnen onder aan de pagina. We hebben in de afgelopen lessen al naar normaalwaarden, bouw en ziektes gekeken. Allemaal onderwerpen die invloed hebben op het gedrag van deze dieren. Nu gaan we hier wat dieper op in.

Schapen en geiten leven het liefste met soortgenoten samen, ook houden ze van frisse lucht en beweging en eten ze de hele dag door….zoveel verschillen ze in dat opzicht niet van mensen.  Vandaag gaan we kijken naar zintuigen van dieren en ook specifiek naar die van schapen en geiten.

Op ELO staat bij Gedrag en gezondheid blok 4 een powerpoint over zintuigen. Deze ga je nu eerst doornemen! Heb je daar vragen over? Stel deze dan!

Het is de bedoeling dat jullie ALLE onderdelen uit deze powerpoint kennen voor de volgende toets. Om jullie nog even verder te helpen gaan jullie antwoord geven op de onderstaande vragen. Deze gaan over de algemene onderwerpen uit de powerpoint en sommige specifiek over geiten en schapen.

Opdracht 1: Geef antwoord op de onderstaande vragen die de dia’s uit de powerpoint moeten verduidelijken. Je mag het internet gebruiken om bronnen te zoeken.

  1. Hoe werken de ogen van nachtdieren, waarom kunnen zij juist zo goed zien in het donker?
  2. Hoe kan het dat de ogen van bijvoorbeeld katten oplichten wanneer je ze in het donker in de koplampen van een auto of met een zaklamp ziet?
  3. Hoeveel zien honden nou eigenlijk?
  4. Het gehoor van honden zou beter zijn dan dat van mensen? Hoeveel meer horen zij dan?
  5. Hoe belangrijk is geur voor honden? Welke functies had het allemaal ook al weer?
  6. En hoe zit dat bij katten, is geur voor hen net zo belangrijk?
  7. We hebben het over tastharen rond de kop van dieren gehad, wat als je deze afknipt, doet dit dan zeer?
  8. De voetzooltjes zijn dus ook gevoelig, bij welke buiten temperaturen verbranden de voetzooltjes van honden en katten?

Opdracht 2: Geiten en schapen hebben natuurlijk ook zintuigen. Probeer de onderstaande vragen eens te beantwoorden.

  1. Waar staan de ogen van een geit en schaap en waarom staan de ogen op deze plek?
  2. Hoeveel zien schapen en geiten eigenlijk?
  3. Gebruiken zij hun neus op dezelfde manier als honden en katten?
  4. Schapen en geiten hebben geen klauwen of tanden om zichzelf te beschermen, welke trucs passen zij toe om zo veilig mogelijk te blijven?

 

Link naar lkenniskiemboekje "zintuigen"

Blok 4 deel 5 Schaap en geit: medicatie toedienen

Blok 4 deel 5 medicijnen toedienen

Geef antwoord op de onderstaande vragen. Je mag de antwoorden opzoeken op internet of in je digitale boekjes als je ze niet weet en je mag plaatjes gebruiken ter verduidelijking. Er staan ook bronnen onder aan de pagina. Afgelopen les hebben we gekeken naar de normaalwaarden en de bouw van schapen en geiten. Vandaag gaan we kijken naar enkele ziektes en naar het toedienen van medicijnen.

Opdracht 1: Jullie hebben voor extra punten op de toets een folder gemaakt. Maar het is belangrijk dat jullie van een aantal ziektes allemaal wat afweten. Vul de tabel in.

 

Wat zie je bij het dier?

Hoe krijgen ze het?

Wat moet je doen?

Ectyma (zere bekjes)

 

 

 

 

(Rot)kreupel

 

 

 

 

coccidiose

 

 

 

 

 

Opdracht 2: Om een aantal aandoeningen te kunnen voorkomen moet je dieren preventief behandelen. Preventief betekent dat je iets wilt voorkomen. Ook kan het zijn dat een dier een aandoening heeft en dan moet je het dier behandelen tegen de ziekte/aandoening. In beide gevallen moet je weleens medicatie geven. Dat kun je op verschillende manieren doen. Vul de onderstaande tabel eens in. Je kunt deze bron gebruiken of een andere zoeken:

https://www.msdmanuals.nl/mmhenl/geneesmiddelen/toediening_en_kinetiek_van_geneesmiddelen/toediening_van_geneesmiddelen.html

Toedieningswijze

Hoe moet je het middel dan geven?

Geef eens voorbeelden van middelen die zo worden gegeven.

Oraal

 

 

 

Rectaal

 

 

 

Nasaal

 

 

 

Cutaan

 

 

 

Injectie

 

 

 

 

 

 

 

Opdracht 3: Via injectie kan ook nog op verschillende manieren. Hieronder staan de verschillende manieren. Probeer de tabel weer eens in te vullen.

Toedieningswijze

Afkorting

Hoe wordt dit geïnjecteerd?

Intramusculair

i.m

 

 

Subcutaan

s.c

 

 

Intraveneus

i.v

 

 

 

Opdracht 4: Welke van de bovenstaande toedieningswijze (van vraag 2 en 3) mag jij uitvoeren?

Opdracht 5: Stel dat jij moet gaan injecteren, waar zou jij dan allemaal op letten?

Opdracht 6: Stel dat jij een vloeistof bij een schaap in de bek moet spuiten (dit is vaak het geval bij ontwormingsmiddelen) hoe zou jij dit aanpakken?

Opdracht 7: We maken even een uitstapje naar wat andere dieren. Vul in de tabel in hoe jij de onderstaande situaties aan zou pakken.

Hond die vlooiendruppels moet krijgen

 

 

 

Kat die zijn ontwormings pil niet wilt eten

 

 

 

Antibiotica injecteren bij een koe

 

 

 

 

Blok 4 deel 6 lammerperiode

Blok 4 deel 6 lammerperiode

Geef antwoord op de onderstaande vragen. Je mag de antwoorden opzoeken op internet of in je digitale boekjes als je ze niet weet en je mag plaatjes gebruiken ter verduidelijking. Er staan ook bronnen onder aan de pagina. Afgelopen les hebben we gekeken naar de normaalwaarden en de bouw van schapen en geiten. Ook hebben we gekeken naar enkele ziektes en naar het toedienen van medicijnen.

Opdracht 1: Probeer de tabel eens in te vullen.

Dier

Draagtijd (hoe lang ze “zwanger” zijn)

Hond

 

Kat

 

Paard

 

Konijn

 

Varken

 

Koe

 

Schaap

 

 

Opdracht 2: Waarom zitten er zoveel verschillen tussen de draagtijd van de dieren?

Opdracht 3: Je weet nu hoe lang een schaap dragend is, wanneer worden de schapen dan gedekt door de ram?

Opdracht 4: De periode dat een dier vruchtbaar is noem je de bronst, hoe kan ik bij mannelijke en vrouwelijke schapen zien dat ze bronstig zijn? Welke gedragingen laten ze dan zien?

Opdracht 5: Moet je in deze periode als dierverzorger nog ergens speciaal op letten?

Opdracht 6: In het voorjaar gaan de schapen vlak voordat ze hun jongen gaan krijgen (of wanneer er buiten geen voer meer is) naar binnen. In die periode kiezen veel schapenhouders ervoor om hun schapen te scheren, terwijl het buiten koud is. Waarom zouden ze dit dan toch doen?

Opdracht 7: Dan komt het moment dat het schaap jongen gaat krijgen. Dan moet je de keuze gaan maken om ze alleen in een apart hok te laten lammeren/werpen of in de groep. Beide heeft voor en nadelen. Probeer deze eens te bedenken.

 

Voordelen

Nadelen

Apart in een hok

 

 

 

 

In de groep

 

 

 

 

 

Opdracht 8: Waar kun je aan zien dat een ooi gaat lammeren? Welke gedragingen laat de ooi dan zien?

 

Opdracht 9: Hoe zou je kunnen zien of het lammeren goed gaat? Waar let jij dan op bij de ooi en de jongen?

Opdracht 10: Nou zijn de lammeren eruit, misschien heeft de ooi dit helemaal zelf gedaan of misschien heb je een handje geholpen. Waar let je op bij de controle van de net geboren lammeren? Welke handelingen moet je uitvoeren?

Opdracht 11: Vaak worden de ooien met hun lam even in een kleiner hok gezet, het zogenaamde kraamhok, hier blijven ze de eerste paar dagen voordat ze naar het groepshok gaan. Welke voordelen heeft dit?

Opdracht 12: In een groepshok lopen de dieren allemaal door elkaar heen, hoe kon de ooi ook al weer makkelijk haar jongen terugvinden?

Opdracht 13: Lammeren, net als alle andere zoogdieren, moeten binnen een paar uur na de geboorte hebben gedronken bij hun moeder. De eerste moedermelk wat ze binnenkrijgen noemen ze biest. Waarom is biest zo noodzakelijk voor pasgeboren dieren?

Opdracht 14: Hoe kan ik aan de lammeren zien dat ze voldoende te drinken krijgen?

Nog ter info:

Tussen schapen en geiten zit niet extreem veel verschil tussen de geboortezorg. Het grootste verschil is dat geiten over het algemeen wat makkelijker kunnen aflammeren dan schapen. En dat bij melkgeiten de lammeren vrijwel gelijk bij moederdier worden weggehaald. De ooilammeren worden vaak op het bedrijf grootgebracht, en krijgen voornamelijk kunstmelk te drinken (ze krijgen vaak wel eerst wat biest). De bokjes worden vaak binnen enkele dagen opgehaald om naar de opfok te gaan.

Kenniskiemboekje begeleiden voortplanting

Digitale boekje anatomie en voortplanting

Blok 4 Eindopdracht

Blok 4 Eindopdracht

Het is lastig om nu een toets af te nemen, deze zal dan ook later plaatsvinden. Dat zou het einde van dit schooljaar kunnen zijn of aan het begin van het nieuwe schooljaar. Maar we gaan ons wel voorbereiden op die toets, dit gaan we doen door de onderstaande opdrachten te maken. Hierdoor kun je makkelijker oefenen wanneer de toets wel plaats zal vinden.

Let op: om dit vak voor de zomer af te kunnen ronden moet je netjes alle lessen inleveren, daarmee beoordeel ik of je voldoende op schema loopt om over te kunnen gaan naar het volgende schooljaar voor dit vak.

Opdracht 1: Ga individueel eens voor elke les (1 t/m 6) een toets vraag maken. Net als voor de folder kun je extra punten verdienen voor je toets. Zet deze toets vragen in een word bestand. Je mag niet dezelfde vragen inleveren, dus je maakt deze opdracht alleen.

Wat moet je dan noteren:

  • De mogelijke toets vraag
  • Het antwoord
  • Het moeten in totaal 6 vragen zijn met:
    • 2 meerkeuzevragen (bijvoorbeeld: wat is het juiste antwoord, antwoord a, b of c)
    • de andere 4 vragen mogen open vragen zijn
  • In een word bestand, letterformaat is 11 en lettertype is Calibri.
  • Mail het word bestand voor volgende week maandag 18/05 09:00

Al deze oefenvragen zet ik op ELO bij blok 4 dan kunnen jullie er thuis ook mee oefenen. En een aantal vragen ga ik ook echt gebruiken als toets vragen.  Dit is een mooie oefening om straks alles weer even te herhalen voor de werkelijke toets.

Opdracht 2: Maak een samenvatting van alle lessen of  een spiekbrief van 4x4 cm. Deze lever je ook in, als je de samenvatting of de spiekbrief lever met de hand schrijft mag je daar ook een foto van maken en deze mailen.

Zet beide opdrachten in 1 mail!

Uitzonderingen:

  • uit les 2 opdracht 3 (de folder), deze hoef je niet te leren voor de uiteindelijke toets.  
  • uit les 6 hoef je niet alle draagtijden te kennen behalve die van een schaap.

Blok 5 Hoenders

Blok 5 deel 1 Hoenders

Blok 5 deel 1 Hoenders: Wat is normaal?

Vogels komen in vele soorten en maten voor, wij gaan het de komende periode hebben over hoenders oftewel; kippen.
Je gaat zien dat het lichaam van kippen anders werkt dan die van de zoogdieren die we tot nu toe hebben besproken en dat de normaalwaarden dus ook afwijken.

Geef antwoord op de onderstaande vragen. Je mag de antwoorden opzoeken als je ze niet weet en je mag plaatjes gebruiken ter verduidelijking. Ook staan er een aantal bronnen in de wikiwijs.

Opdracht 1: Jullie krijgen een blad waar een afbeelding van een vogel en een vleugel op staat. Probeer eens zelf te bedenken hoe alle onderdelen heten.

Opdracht 2: Kijk eens of je kunt vinden wat de gemiddelde lichaamstemperatuur van een kip is.

   b. Wat valt je op aan deze temperatuur?

Opdracht 3: Een van de kenmerken van kippen is dat ze korte stukken kunnen vliegen. Welke lichaamsdelen en eigenschappen in de anatomie zorgen er nou voor dat ze kunnen vliegen? (noem zeker 4 punten).

Opdracht 4: Veel vogels zijn zaden eters, welke invloed zou dat hebben op hun spijsvertering?

   b.  Vogels hebben geen kiezen, hoe kunnen ze hun voer toch verteren?

Opdracht 5: Hoe ziet een dag van een kip eruit? Hoe laat worden ze gemiddeld wakker? Wat doen ze de hele dag? Hoe/waar slapen ze?

Opdracht 6: Vrijwel alle zoogdieren hebben een anus en een penis of vagina. Bij kippen (en vogels) zit dat anders, de geslachtsdelen van een vogel noem je vrijwel altijd een cloaca. Beschrijf de werking van een cloaca.

Opdracht 7: Ho kan het dat de eieren toch altijd vrij schoon uit de cloaca komen?

Opdracht 8: Als jij de algemene gezondheid van een kip zou moeten beoordelen, waar zou jij dan op letten? Vul de tabel eens aan. Een voorbeeld staat er al in.

 

Onderdeel

Wat zou ik moeten zien?

1

Ogen

Schoon, vochtig en helder

2

 

 

3

 

 

4

 

 

5

 

 

6

 

 

7

 

 

8

 

 

9

 

 

10

 

 

 

 

Opdracht 9: de volgende les jullie een ethogram maken. Dat wil zeggen dat we dieren gaan beoordelen op hun gedrag. Wat is volgens jou belangrijk bij het maken van een goede ethogram? Hoe lang moet je observatie duren? Waarom kan het zinvol zijn om dit te doen?

Opdracht 10: Stel dat we een ethogram gaan maken van kippen. Welk gedrag verwacht jij te zien wanneer we de dieren gaan observeren?

 

 

 

 

Link: Welkoop

link: Levende have kip

Link: kleindierliefhebbers

Blok 5 deel 2 Hoenders: gezondheid

Blok 5 deel 2 Hoenders: gezondheid

Vogels komen in vele soorten en maten voor, wij gaan het de komende periode hebben over hoenders oftewel; kippen.
Je gaat zien dat het lichaam van kippen anders werkt dan die van de zoogdieren die we tot nu toe hebben besproken en dat de normaalwaarden dus ook afwijken. Vandaag gaan we ons richten op de gezondheid van kippen.

Geef antwoord op de onderstaande vragen. Je mag de antwoorden opzoeken als je ze niet weet en je mag plaatjes gebruiken ter verduidelijking. Ook staan er een aantal bronnen in de wikiwijs.

Opdracht 1: We hebben het in de vorige les al over het gedrag van kippen gehad en waar jij op zou letten. Toch kunnen er veel redenen zijn waardoor de gezondheid van kippen in gevaar kan komen. Kun jij een aantal oorzaken bedenken waardoor kippen ziektes en of aandoeningen kunnen krijgen?

Opdracht 2: Parasieten, ook voor gevogelte een groot probleem. Zowel endo als ectoparasieten, wat was ook al weer het verschil tussen die 2?

Opdracht 3: Hier volgen een aantal parasieten die vogels en kippen in het bijzonder kunnen krijgen. Probeer de tabel eens zo volledig mogelijk in te vullen.

Parasiet

Endo of ecto

Symptomen

behandeling

Coccidiose

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bloedluis

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Veermijt/veerluis

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gaapworm

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Spoelworm

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Kalkpoten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Opdracht 4: Bij veerluis en bloedluis is het belangrijk om niet alleen de dieren te behandelen maar ook de omgeving. Maak eens een duidelijk stappenplan in logische volgorde om de omgeving van de kippen luisvrij te maken en te houden.

Opdracht 5: Buiten de parasieten kunnen er ook andere gezondheidsklachten ontstaan, onder andere legnood. Legnood wil zeggen dat de hen de eieren niet kan leggen. Dit kan verschillende oorzaken hebben.
a. Benoem een aantal oorzaken van legnood.
b. Hoe herken ik legnood?
c. Wat moet ik doen als ik denk dat mijn kip legnood heeft?
d. Ken je ook andere dieren die gevoelig zijn voor legnood?

Opdracht 6: Je kunt kippen ook vaccineren om ze te beschermen tegen ziektes, een van de ziektes waarvoor kippen gevaccineerd worden op professionele bedrijven is NCD Newcastle Disease. Ook wanneer je met je kippen naar de tentoonstelling gaat moeten je kippen geënt zijn. Zoek de ziekte NCD eens op en bedenk eens waarom ze in Nederland zo belangrijk vinden dat je je kippen hier tegen vaccineert.

Website: kippenziekte.nl

Website levendehave: vaccinaties pluimvee

Blok 5 deel 3 Hoenders: afwijkend gedrag

Blok 5 deel 3 Hoenders: afwijkend gedrag en vogelgriep

We hebben het de afgelopen weken al gehad over wat normaal is bij kippen en we hebben enkele afwijkingen en aandoeningen besproken. We gaan nu verder kijken naar afwijkend gedrag van kippen en naar vogelgriep. Vogelgriep is een groot probleem voor de Nederlandse pluimveehouderij maar ook voor houders van hobbydieren is het een lastig punt.

Opdracht 1: Hieronder staan een aantal voorbeelden van afwijkend gedrag bij kippen. Probeer eens enkele redenen te bedenken voor dit gedrag.

 

Mogelijke oorzaken

 

Stil in een hoekje zitten met de veren opgezet.

 

 

 

Extreem veel aan eigen veren zitten en met de snavel de huid krabben.

 

 

Veren pikken bij elkaar tot bloedens toe (kanibalisme).

 

 

 

 

Pikken, en soms opeten, van eigen eieren.

 

 

 

 

Opdracht 2: Verveling is dus zeker een probleem bij kippen. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat kippen in gevangenschap voldoende natuurlijk gedrag kunnen laten zien?

Opdracht 3: Kippen vinden het heerlijk om een zandbad te nemen. https://www.youtube.com/watch?v=NFZNB5SA7u8 kijk maar eens op het filmpje hoeveel ze daar van genieten. Maar waarom vinden kippen het zo fijn om een zandbad te nemen?

Opdracht 3: Kunnen de kippen bij ons op school ook hun natuurlijk gedrag laten zien? Welke aanpassingen zou jij adviseren?

Opdracht 4: Er komt regelmatig een ziekte genaamd vogelgriep in Nederland voor die in enkele gevallen ook gevaarlijk kan zijn voor ons. Probeer de onderstaande vragen eens uit te zoeken. Je mag samenwerken.

a.  Wat is vogelgriep eigenlijk?

b.  Hoe worden de dieren besmet met deze ziekte?

c.  Hoe weet ik dat een vogel aan vogelgriep is gestorven?

d. Zijn alle vormen gevaarlijk voor mensen?

e. Vanwaar de grote paniek in Nederland door deze uitbraken van griep?

f. Welke maatregelen kun jij als stagiaire van een bedrijf met kippen nemen om ervoor te zorgen dat jij de ziekte niet gaat verspreiden?

Website levende have

Website kippenziekten.nl/

Blok 5 deel 4 Hoenders: vaccineren

Blok 5 deel 4 Hoenders: vaccineren

We hebben het de afgelopen weken al gehad over wat normaal is bij kippen en we hebben enkele afwijkingen en aandoeningen besproken. Ook hebben we gekeken naar afwijkend gedrag van kippen en naar vogelgriep. Vogelgriep is een groot probleem voor de Nederlandse pluimveehouderij maar ook voor houders van hobbydieren is het een lastig punt.

Vandaag gaan we het even kort over vaccineren hebben. Jullie hebben een tijdje geleden geoefend met het injecteren van dieren. Een van de middelen die dieren vaak via een injectie krijgen is een vaccinatie. Een vaccinatie is een ander woord voor enting.

Tijdens een vaccinatie worden dode of verzwakte ziektekiemen in een dier gespoten, hierdoor denkt het lichaam van het dier dat het dier ziek gaat worden en dan gaat het lichaam antistoffen aanmaken. Die beschermen het dier tegen die ziekte. Hierdoor bouwen ze immuniteit (bescherming) tegen die ziekte op. Wanneer ze ooit in aanraking komen met die ziekte dan worden ze er niet of nauwelijks ziek van omdat ze al antistoffen hebben. De onderstaande opdrachten gaan over vaccineren. Probeer de vragen te maken, onderaan staan weer bronnen die je kunt gebruiken.

Opdracht 1) Je kunt immuniteit (bescherming tegen een ziekte) krijgen door het geven van een vaccinatie. Dat noem je kunstmatige actieve immuniteit. Het is niet natuurlijk omdat je het injecteert (kunstmatig)en het lichaam maakt zelf antistoffen aan dus moet er actief mee bezig zijn (actief).

Manieren van immunisatie

Wat bedoelen we hier mee

Natuurlijke actieve immuniteit

 

 

Natuurlijke passieve immuniteit

 

 

Kunstmatige actieve immuniteit

Door het injecteren van dode of verzwakte ziektekiemen maakt het lichaam zelf antistoffen aan.

 

 

Opdracht 2: Hoe noem je de eerste moedermelk ook al weer?

Opdracht 3: Wat waren de 3 functies van die eerste moedermelk?

Opdracht 4: Waarom heeft het weinig zin om een jong dier de vaccineren/enten?

Opdracht 5: Waarom moet je vaccinaties herhalen? (Boosteren)

Opdracht 6: Zou jij een dier wel of niet tijdens de dracht laten vaccineren, motiveer je antwoord.

Opdracht 7: Waardoor zou een vaccinatie/enting niet goed kunnen werken?  Kun je enkele redenen bedenken?

Opdracht 8: Wat bedoelen we met een cocktail enting?

Opdracht 9: Waarom mogen alleen dierenartsen een enting geven?

Opdracht 10: Wat zou er kunnen gebeuren wanneer iedereen stopt met het enten van dieren?

 

 

Digitaal boekje over vaccineren en immuniteit

Blok 5 deel 5 Hoenders: kip en het ei

Blok 5 deel 5 Hoenders: Kip en het ei

Probeer de onderstaande vragen te beantwoorden, de linkjes onder aan de pagina kunnen je helpen of je gaat zelf op zoek naar bronnen.

Opdracht 1: Jullie weten dat kippen eieren leggen, maar hoe lang duurt het voordat de eieren uitkomen wanneer een kip gaat broeden?

Opdracht 2: Waar moet je rekening mee houden voor, tijdens en na het broeden?

Opdracht 3: Welke voordelen en welke nadelen heeft het uitbroeden van eieren met een broedmachine?

Opdracht 4: Wat bedoelen we met het schouwen van een ei, waarmee doe je dat en waar let je dan op?

Bij een kippenbroederij worden vaak ontzettend veel kuikens geboren, wanneer deze geboren zijn wordt er eerst gekeken of ze er een beetje gezond uitzien (rechte pootjes en een rechte snavel) en er wordt gekeken of het haantjes of hennetjes zijn.

Opdracht 5: Wat gebeurt er over het algemeen met alle kuikens die niet helemaal goed zijn of met de haantjes?

Opdracht 6: er zijn nu bedrijven bezig om machines te ontwikkelen die op dag 9 van het broeden kunnen zien of er een hennetje of haantje uit gaat komen om zo het aantal geboren haantjes te beperken. De eerste testrondes zijn nu in volle gang. Hoe denk jij over deze ontwikkelingen?

Opdracht 7: kippen hebben daglicht nodig, waarom is dat zo belangrijk voor kippen? Wat kan er gebeuren als ze te weinig daglicht krijgen?

Opdracht 8: Kippen kunnen bruine en witte eieren leggen, wat is het verschil tussen deze eieren? En hoe weet ik welke kleur eieren mijn kip gaat leggen?

Opdracht 9: soms komen er eieren met een zachte schaal uit een kip, windeieren noemen we dat, waardoor kon dit probleem ook alweer ontstaan?

Opdracht 10: soms is de eidooier van het ene ei donkerder dan die van het andere ei, hoe komt dat?

Opdracht 11: hoe kan ik aan het ei dat ik uit de winkel haal zien hoe de kip gehuisvest is?

Opdracht 12: in het nieuws hoor je vaak over plofkippen, wat bedoelen mensen hiermee?

Opdracht 13: hoe kan ik aan een ei zien/merken dat deze nog goed is om te eten?

Opdracht 14: Hoe ontstaat een ei met dubbeldooier en kun je deze gewoon eten?

feiten over eieren

Artikel over het uitzoeken van eieren met haantjes

Info over kip en ei

feiten over eieren