voor de docent
1 hoofdvraag en deelvragen
Begin je profielwerkstuk met het zoeken naar een onderwerp:
- het onderwerp moet passen bij jouw profiel
- het onderwerp moet passen bij jouw vakkenpakket
Het onderwerp moet niet te groot, maar ook niet te klein zijn. Kies je een onderwerp wat ook in een leerboek voor het examen behandeld wordt, dan moet je meer vertellen dan er in dit boek staat.
Maak van dit onderwerp een hoofdvraag.
vb:
onderwerp: klimaatverandering
hoofdvraag: Wat zijn de gevolgen van de klimaatverandering?
Deze hoofdvraag ga je weer verdelen in deelvragen. Zorg ervoor dat je de beantwoording van deze deelvragen vijf bladzijden tekst oplevert.
Laat je onderwerp, hoofdvraag en deelvragen goedkeuren door de docent voor je verder gaat.
2 schrijven hoofdstukken
volgorde werkstuk
Titelpagina
-onderwerp
-jouw naam
-titel
-datum
Inhoudsopgave
Deze maak je als laatste met de automatische inhoudsopgave van WORD.
Inleiding
Maak een logisch verhaal van de volgende onderdelen:
- Waarom maak je dit werkstuk?
- Wat is je onderwerp?
- Waarom heb je dit onderwerp gekozen?
- Wat is je hoofdvraag?
- Wat zijn je deelvragen?
H1 en volgende
Beantwoord één voor één je deelvragen. Dit moet minimaal5 bladzijden tekst zijn (dus zonder plaatjes).
H..
Hierin beantwoord je de hoofdvraag, je trekt dus een conclusie.
Je schrijft je eigen mening over het onderwerp.
Bronnenlijst
volgorde schrijven van een werkstuk
Je maakt het werkstuk niet op volgorde van de indeling.
Het is belangrijk te beginnen met het belangrijkste deel van het werkstuk: de beantwoording van de deelvragen.
Als je de volgorde van deze wiki volgt, komt het goed.
De beantwoordig van de deelvragen.
Het is niet belangrijk hoeveel deelvragen je hebt. Je moet ervoor zorgen dat het beantwoorden van alle deelvragen tesamen minimaal 5 bladzijden tekst is. Alleen tekst, geen illustraties!
Maak van elke deelvraag een hoofdstuk. Begin elk hoofstuk op een nieuwe bladzijde.
Schrijf je eigen tekst, gebruik je eigen woorden: je mag niet knippen en plakken!
technische aanwijzingen
1. Om technische redenen mag de titel/naam van het werkstuk niet langer zijn dan 60 tekens, inclusief de spaties.
2. De uitwerking van de deelvragen dient te bestaan uit minimaal vijf A4-tjes tekst, exclusief de illustraties en de bijlagen. De tekst moet getypt worden met lettertype Arial, lettergrootte 12 en met standaard regelafstand (1,15).
illustraties
Als je alle hoofdstukken geschreven hebt, voeg je illustraties toe.
Klik op: Invoegen afbeelding
Kies de juiste afbeelding en klik op: invoegen
Bijschrift erbij zetten
Onder de illustraties moet een bijschrift komen.
Klik met je rechtermuisknop op de illustratie. Je krijgt dan:
Zet achter figuur 1 jouw tekst.
Klik op: OK
3 bronnenlijst
Het is belangrijk dat je de bronnenlijst zo volledig mogelijk invult, bijvoorbeeld:
- bij soort bron: interview, enquête, boek, artikel, website etc.
- bij een interview: de naam en het beroep/functie van de geïnterviewde;
- bij een enquête: het aantal afgenomen enquêtes;
- bij een boek: de auteur, de titel, de uitgever en jaar van uitgave;
- bij een artikel: de auteur, de titel van het artikel, de naam van de krant of het
tijdschrift waaruit het artikel afkomstig is en de datum van publicatie.
Maak al tijdens het beantwoorden van de deelvragen een bronnenlijst. Telkens als je een nieuwe bron gebruikt hebt, vul je deze ook in op de bronnenlijst. Deze bronnenlijst komt aan het einde van je werkstuk.
voorbeeld van een bronnenlijst:
|
Soort bron
|
Overige gegevens
|
1
|
|
|
2
|
|
|
3
|
|
|
4
|
|
|
5
|
|
|
6
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4 beantwoorden hoofdvraag en eigen mening
Na de hoofdstukken die bestaan uit het beantwoorden van de deelvragen, volgt een hoofdstuk met daarin de beantwoording van de hoofdvraag en je eigen mening.
Hierin beantwoord je de hoofdvraag, je trekt dus een conclusie (ongeveer een halve bladzijde)
Je schrijft je eigen mening over het onderwerp (ook ongeveer een halve bladzijde).
5 inleiding schrijven
Maak een logisch verhaal van de volgende onderdelen:
- Waarom maak je dit werkstuk?
- Wat is je onderwerp?
- Waarom heb je dit onderwerp gekozen?
- Wat is je hoofdvraag?
- Wat zijn je deelvragen?
De inleiding is ongeveer een halve bladzijde. Eindig met een witregel en daarna je naam.
6 automatische inhoudsopgave
Stap 2: Invoegen van de automatische inhoudsopgave
- Je gaat in de werkbalk naar Verwijzingen
- Je gaat naar inhoudsopgave
Indien nodig: stap 3: aanpassen inhoudsopgave nadat je iets veranderd hebt in de paginaindeling
- Klink met je rechtmuisknop op de inhoudsopgave
- Kies de bewerking die je wilt uitvoeren
7 titelpagina
Op de titelpagina moeten staan:
- onderwerp
- jouw naam
- datum
- passende illustratie
Maak een mooie layout.
8 powerpoint
Powerpoint over het werkstuk
Kies een mooi sjabloon voor jouw PowerPoint.
Maak de PowerPoint niet te druk: gebruik weinig woorden en weinig illustraties, gebruik weinig speciale effecten.
Schrijf in de notities wat je gaat vertellen.
- Dia 1: naam werkstuk, naam leerling
Vertellen: onderwerp introduceren, waarom je ervoor gekozen hebt, hoe het past bij jouw profiel
- Dia 2: inhoud van de presentatie
- Dia 3: hoofdvraag en deelvragen
- Dia 4: deelvraag 1
Vertellen: korte inhoud van informatie deelvraag 1
Vertellen: korte inhoud van informatie deelvraag 2
Vertellen: korte inhoud van informatie deelvraag 3
Vertellen: korte inhoud van informatie deelvraag 4
Heb je nog meer deelvragen? Dan voor elke deelvraag een dia maken.
- Dia x: Conclusie (en de hoofdvraag vermelden)
Vertellen: beantwoorden van de hoofdvraag
- Dia x: Wat heb ik ervan geleerd?
Vertellen wat je geleerd hebt en wat jouw mening over het onderwerp is.
Vragen: Zijn er nog vragen? (De examinator weet dan dat je klaar bent.) Eindig niet met: “Dit is mijn presentatie.”
9 presentatie
De presentatie moet 8 – 10 minuten duren. Daarna gaat de examinator vragen stellen.
Let op:
- Praat ik in een goed tempo?
- Praat ik niet op een dreun?
- Ben ik goed verstaanbaar?
- Is mijn taalgebruik passend?
- Zorg voor oogcontact
- Zorg voor een goede houding en wissel soms van houding
- Gebruik gebaren om dingen duidelijk te maken
- Het is niet erg als je de draag even kwijt bent, kijk naar de PowerPoint!
- Blijf en praat rustig
10 beoordeling
Het profielwerkstuk, de presentatie en de beantwoording van vragen over het werkstuk worden in samenhang beoordeeld met de kwalificatie ‘niet afgerond’, ‘voldoende’ of ‘goed’. Er wordt bij de beoordeling met name op gelet of er door jou op een goede manier naar informatie is gezocht, of het materiaal op een juiste manier gebruikt is en of de getrokken conclusies terecht zijn.
Je moet een 'voldoende' of een 'goed' hebben om te kunnen slagen!