Inleiding
Hoe werkt verbranding in je lichaam?
Welkom bij het project over verbranding!
De komende lessen ga jij meer leren over verbranding. Dit project is opgedeeld in een aantal opdrachten. Met je docent heb je afgesproken hoeveel lessen je de tijd hebt om alle opdrachten te maken en uiteindelijk in te leveren.
Je gaat in dit project de volgende leerdoelen behalen:
- Je kunt uitleggen wat een verbrandingsreactie is;
- Je kunt verklaren hoe verbranding in het menselijke lichaam plaats vindt en wat daarvoor nodig is om dit mogelijk te maken;
- Je kunt uitleggen hoe het ademhalingsstelsel werkt;
- Je kunt de verschillende benoemen tussen gezonde en ongezonde luchtwegen;
- Je kunt uitleggen wat de gevolgen kunnen zijn roken, astma en andere aandoeningen voor het ademhalingsstelsel.
Heel veel succes!
Planning
Hier staat de planning die hoort bij dit project.
Les 1 |
Uitleg van de docent over het project.
Begin met opdracht 1
|
Les 2 |
Zelfstandig werken aan opdracht 2 |
Les 3 |
Zelfstandig werken aan opdracht 3 |
Les 4 |
Afronden opdrachten en inleveren bij de docent |
Opdracht 1
Vuur
Waar rook is, is vuur. En waar vuur is, is verbranding.
Maar waar verbranding is hoeft geen vuur te zijn toch?
Wat is eigenlijk verbranding en hoe komt vuur tot stand?

Als je vuur ziet dan zie je eigenlijk een chemische reactie. Een chemische reactie is niets anders dan dat één of meer stoffen met elkaar reageren en dat er zo een nieuwe stof gevormd wordt. Deze reacties gaan soms vanzelf als twee stoffen in contact komen, maar meestal moet er energie in de vorm van bijvoorbeeld warmte, aan de stoffen worden toegevoegd om de reactie te laten starten.
Verbranding is een reactie van de laatste soort. Je neemt een brandstof (hout, olie, alcohol etc.) en voegt hier zuurstof (O2) aan toe, stopt hier een beetje energie bij en je hebt een verbrandingsreactie.
Dat zuurstof is hier heel belangrijk. Een verbranding zou geen verbranding heten als er geen zuurstof bij zou zitten.
Samengevat is verbranding dus een reactie tussen zuurstof en een brandstof, waarbij andere stoffen zoals koolstofdioxide (CO2) gevormd worden. Verbranding levert ook energie. Dat kan in drie verschillende vormen. Energie in de vorm van licht, warmte of beweging.
De chemische reactie van verbranding wordt zo weer gegeven.
zuurstof + brandstof –> energie + koolstofdioxide + waterdamp.
Bekijk het filmpje over verbranding.
Nu weet je wat verbanding is. Maar hoe zit het dan met verbranding in je lichaam? Daar komt toch geen vuur aan te pas. Maar hoe zit het dan wel?
Verbranding in je lichaam vindt plaats in alle cellen. Hier worden voedingsstoffen als glucose, koolhydraten en vetten verbrand en omgezet in energie voor je spieren en andere processen in het lichaam.
De energie die nodig is om je spieren te kunnen bewegen is echter niet de enige vorm van energie die vrijkomt. Er komt namelijk ook warmte vrij als bijprodukt. Denk maar eens aan hoe warm je het hebt bij het sporten.
Ooit wel eens een potje gevoetbald met wanten aan, een muts op, twee truien aan en een dikke winterjas?!
Opdracht 1
In de tekst staan een aantal dikgedrukte woorden en begrippen. Maak hiervan een begrippenlijst. Doe dit in de volgende stappen:
1. Open een nieuw WORD bestand
2. Noteer alle dikgedrukte woorden en begrippen in WORD
3. Noteer bij elk begrip of woord een omschrijving van dit begrip of woord.
4. Sla je document op in je computer.
Opdracht 2
Maak de volgende opdrachten en noteer de antwoorden in een WORD bestand. Dit bestand moet je inleveren. Zorg dat jullie allebei dit bestand hebben.
Opdracht 1.
Als je een een glazen potje over een brandende kaars zet gaat deze uit. Hoe kan dit denk jij?

Opdracht 2.
Practicum: Verbranding van een kaars.
Wat heb je nodig?
– een kaars
– een schoteltje
– lucifers
– een jampot
Wat moet je doen?
Vraag aan je docent de spullen die je moet gebruiken. Veilig werken is belangrijk, let dus goed op bij het uitvoeren van deze proef.
– Zet de kaars op het schoteltje.
– Steek de kaars aan.
– Zet de jampot over de brandende kaars heen
Wat neem je waar?
Beantwoord de volgende vragen.
2.1 Wat gebeurt er met de vlam?
2.2 Voel aan de bodem van de jampot. Wat voel je?
2.3 Welke twee vormen van energie ontstaan bij de verbranding van een kaars?
2.4 Wat zit tegen de binnenkant van de jampot?
Opdracht 3.
Practicum koolstofdioxide aantonen
In dit practicum leer je hoe je koolstofdioxide met kalkwater kunt aantonen.
Wat heb je nodig?
– 4 reageerbuizen in een reageerbuisrek
– permanent marker
– gekookt en daarna afgekoeld water
– spa rood
– helder kalkwater
Wat moet je doen?
– Pak de permanent marker. Nummer de reageerbuizen van 1 tot en met 4.
– Doe in reageerbuis 1 gekookt en daarna afgekoeld water tot ongeveer 2 cm hoogte.
– Doe in reageerbuis 2 spa rood tot ongeveer 2 cm hoogte.
– Doe in de reageerbuizen 3 en 4 helder kalkwater tot ongeveer 2 cm hoogte.
– Doe de inhoud van reageerbuis 1 bij die van reageerbuis 3 (zie afbeelding hieronder).
– Doe de inhoud van reageerbuis 2 bij die van reageerbuis 4.

Wat neem je waar?
Beantwoord de volgende vragen en noteer dit in je verslag.
Wat gebeurt er met de buis dat gekookt en kalkwater bevat?
Wat gebeurt er met de buis dat spa rood en kalkwater bevat?
Opdracht 3
Ademen
Ademen is belangrijk, maar waarom?
Als wij ademhalen doen we dat met onze longen. Het orgaan wat samen met het hart in de borstholte ligt, beschermd door de ribben.
Bekijk het filmpje over de werking van de longen.
Ademhalingsstelsel
De cellen in je lichaam hebben voor de verbranding van voedingsstoffen zuurstof nodig.
De zuurstof krijg je binnen door in te ademen. De lucht die je inademt gaat via de neusholte, keelholte en luchtpijp naar je longen. De afvalstof koolstofdioxide die bij de verbranding ontstaat, adem je uit.
Neusholte
Lucht die door de neus wordt ingeademd stroomt minder snel dan lucht die door de mond gaat. Vuiltjes in de lucht blijven kleven aan de neusharen en slijmlaag in de neusholte.
Keelholte
Achterin de mond vind je de keelholte. In de keelholte bevindt zich ook het strottenhoofd: de ingang naar de slokdarm en de luchtpijp. In het strottenhoofd liggen de stembanden.
Strottenklepje
Het strottenklepje sluit luchtpijp af tijdens het slikken. Dat voorkomt dat er voedsel in de luchtpijp komt.
Luchtpijp
De luchtpijp is een stevige buis die bestaat uit kraakbeenringen.
Long
De longen bestaan uit longblaasjes. Om de longblaasjes lopen bloedvaatjes. De longblaasjes geven zuurstof af aan de bloedvaatjes en nemen koolstofdioxide op uit het bloed.
Bronchiën
De luchtpijp vertakt in de twee bronchieën. Die zorgen dat de lucht naar de longblaasjes vervoerd kan worden.
Longblaasjes
De bronchiën vertakken zich in de longen steeds verder en steeds kleiner. Aan de uiteinden van de allerkleinste takjes zitten de longblaasjes. Het zijn een soort zakjes waar gaswisseling plaatsvindt.
Opdracht 3
Benodigheden:
- A4 papier
- Potlood
- Gum
- Geodriehoek/liniaal
Voor deze opdracht ga je een tekening maken van het ademhalingstelsel. Je kunt hiervoor een afbeelding op internet zoeken, je biologie boek gebruiken of de afbeelding die op deze pagina staat gebruiken.
Zorg ervoor dat je een tekening maakt waarbij je de biologische tekenregels gebruikt.
Bronnen
Je kunt online heel veel informatie vinden voor de opdrachten, maar vergeet vooral je biologieboek niet open te doen!
Hier enkele websites die je kunt gebruiken:
www.biologiepagina.nl
www.bioweetjes.nl
www.wikipedia.nl
www.bioplek.org