Opdracht 1

Vuur

Waar rook is, is vuur. En waar vuur is, is verbranding.

Maar waar verbranding is hoeft geen vuur te zijn toch?

Wat is eigenlijk verbranding en hoe komt vuur tot stand?

Als je vuur ziet dan zie je eigenlijk een chemische reactie. Een chemische reactie is niets anders dan dat één of meer stoffen met elkaar reageren en dat er zo een nieuwe stof gevormd wordt. Deze reacties gaan soms vanzelf als twee stoffen in contact komen, maar meestal moet er energie in de vorm van bijvoorbeeld warmte, aan de stoffen worden toegevoegd om de reactie te laten starten.
Verbranding is een reactie van de laatste soort. Je neemt een brandstof (hout, olie, alcohol etc.) en voegt hier zuurstof (O2) aan toe, stopt hier een beetje energie bij en je hebt  een verbrandingsreactie.
Dat zuurstof is hier heel belangrijk. Een verbranding zou geen verbranding heten als er geen zuurstof bij zou zitten.
Samengevat is verbranding dus een reactie tussen zuurstof en een brandstof, waarbij andere stoffen zoals koolstofdioxide (CO2) gevormd worden. Verbranding levert ook energie. Dat kan in drie verschillende vormen. Energie in de vorm van licht, warmte of beweging.

De chemische reactie van verbranding wordt zo weer gegeven.
zuurstof + brandstof –> energie + koolstofdioxide + waterdamp.

Bekijk het filmpje over verbranding.

Nu weet je wat verbanding is. Maar hoe zit het dan met verbranding in je lichaam? Daar komt toch geen vuur aan te pas. Maar hoe zit het dan wel?

Verbranding in je lichaam vindt plaats in alle cellen. Hier worden voedingsstoffen als glucose, koolhydraten en vetten verbrand en omgezet in energie voor je spieren en andere processen in het lichaam.
De energie die nodig is om je spieren te kunnen bewegen is echter niet de enige vorm van energie die vrijkomt. Er komt namelijk ook warmte vrij als bijprodukt. Denk maar eens aan hoe warm je het hebt bij het sporten.
Ooit wel eens een potje gevoetbald met wanten aan, een muts op, twee truien aan en een dikke winterjas?!

Opdracht 1

In de tekst staan een aantal dikgedrukte woorden en begrippen. Maak hiervan een begrippenlijst. Doe dit in de volgende stappen:

1. Open een nieuw WORD bestand

2. Noteer alle dikgedrukte woorden en begrippen in WORD

3. Noteer bij elk begrip of woord een omschrijving van dit begrip of woord.

4. Sla je document op in je computer.