Leeslogboek havo 4 - 2019/2020 - Daphne van der Doelen

Leeslogboek havo 4 - 2019/2020 - Daphne van der Doelen

Algemeen

Planning schooljaar 2019 - 2020

In havo 4 ga je 6 boeken lezen. Bij elk boek update je het leeslogboek

Hieronder vind je een schema met deadlines. Wanneer je dit schema volgt, weet je zeker dat je tijd genoeg hebt om alle boeken te lezen en je leeslogboek tijdig bij te werken. Je docent zal aangeven wanneer zij de leeslogboeken bekijkt. Op deze momenten kun je feedback ontvangen over de gelezen boeken en over de inhoud van je leeslogboek.

 

Leeslogboek starten       zorg dat je leeslogboek uiterlijk vrijdag 31 augustus gemaakt is
Boek 1                            periode 1 - week 39 - 23 tm 29 september
Boek 2                            periode 2 - week 46 - 11 tm 17 november
Boek 3                            periode 2 - week 3 - 13 tm 19 januari
Boek 4                            periode 3 - week 8 - 17 tm 23 februari
Boek 5                            periode 3 - week 14 - 30 maart tm 5 april
Boek 6                            periode 4 - week 20 - 11 tm 17 mei
Leeslogboek compleet   periode 4 - week 25 - 19 juni

Voorwaarden boekkeuzes

In havo 4 lees je 6 boeken. Geef altijd aan je docent door welk boek je gaat lezen. Op deze manier kan de docent
tijdig adviseren om eventueel een ander boek te kiezen.

De boeken op je leeslijst moeten aan een aantal eisen voldoen:
- De boeken moeten oorspronkelijk in de Nederlandse taal zijn geschreven. Dus geen vertaalde werken.
- Je leeslijst mag 1 literaire thriller bevatten.
- Er moet een ontwikkeling zichtbaar zijn in het niveau van de boeken die je leest.
Gebruik hiervoor https://15-18.jeugdbibliotheek.nl/lezen/lezen-voor-de-lijst.html

Lezen voor de lijst
Op de website Lezen voor de lijst vind je 6 verschillende leesniveaus (https://15-18.jeugdbibliotheek.nl/lezen/lezen-voor-de-lijst/de-niveaus.html) Probeer te bepalen welk niveau bij de start van havo 4 het beste bij jou past. Probeer om in havo 4 in elk geval één boek van een hoger niveau te lezen. Bij het mondeling in havo 5 komt de ontwikkeling ook ter sprake. Wil je een boek lezen dat je niet terug kunt vinden op Lezen voor de lijst? Overleg dan met je docent over het niveau van het boek.

Instructie leeslogboek

Hoe ziet je leeslogboek eruit?

Je leest in havo 4 in totaal zes boeken. Bij elk boek moet je je leeslogboek updaten. Maak de opdracht in Wikiwijs en niet via een bestand als bijlage!

 

Bij elk gelezen boek moet er een reflectie terug te vinden zijn in je leeslogboek. Hiervoor moet je de volgende stappen doorlopen:

1. Zorg er eerst voor dat je een eigen leeslogboek aanmaakt. De instructie die je stap voor stap uitlegt hoe dit moet, vind je in de studiewijzer.
2. De gemaakte opdrachten moeten direct zichtbaar zijn. Dat betekent dat je de teksten typt in Wikiwijs of kopieert vaunit Word. Je mag geen Worddocument toevoegen als bijlage!
3. Geef op het tabblad  'boekenoverzicht' een volledig overzicht van de gelezen boeken. Zo kun je in één oogopslag zien welke boeken je gelezen hebt. Noteer van elk boek: de titel, de auteur, het niveau van het boek en het aantal sterren dat je het boek zou geven. Hierbij geldt dat 5 sterren maximaal is. Houd dit overzicht up-to-date!
2. Voor elk boek maak je vervolgens een verwerkingsopdracht bij het gelezen boek. De opdrachten waar je uit kunt kiezen, vind je bij het tabblad 'opdrachten'.
3. Aan het begin en aan het einde van het schooljaar maak je de startopdracht en de eindopdracht.

Tussentijdse 'beoordeling'
Wanneer je docent tussentijds je leeslogboek bekijkt, zal hij/zij letten op de volgende aspecten:

- Kwaliteit: heb je de juiste opdrachten gekozen die passen bij jouw visie op het gelezen boek? Heb je ook niet altijd de makkelijkste weg gekozen?
- Ontwikkeling: is er in de gelezen boeken een ontwikkeling in niveau waar te nemen? Zoek je uitdaging en ontwikkeling in de boeken die je leest?
- Volledigheid: geeft je opdracht een volledig beeld van jouw visie op het gelezen boek?
- Taalgebruik: heb je niet te veel spel- en taalfouten gemaakt?

Je krijgt feedback van je docente zodat je eventueel de gemaakte opdrachten kunt aanpassen. Natuurlijk kun je de feedback altijd gebruiken bij de komende opdrachten.

 

 

Een Wikiwijspagina maken

Je gaat je leeslogboek maken in je eigen Wikiwijspagina. Je hebt hiervoor deze Wikiwijspagina nodig. Deze ga je kopiëren naar je eigen Wikiwijsaccount. Daar kun je de pagina wijzigen door steeds je eigen verwerkingsopdrachten toe te voegen.
Hoe je deze Wikiwijspagina naar je eigen account kunt kopiëren, vind je hier

 

 

Verwerkingsopdrachten

In je leeslogboek is het van belang dat je bij elk gelezen boek vooral aangeeft wat je ervan vond en waarom. Je kunt hierbij kiezen uit een aantal vaste opdrachten of je maakt een eigen verslag waarin de voor jou belangrijkste informatie is opgenomen.

Neem bij elk boek sowieso op: titel - auteur
Op deze manier is het voor jouzelf en voor je docent direct duidelijk over welk boek het verslag gaat.

 

Je mag bij elk boek kiezen uit onderstaande verwerkingsopdrachten:

Standaardverslag

Het standaardverslag bestaat uit de volgende onderdelen:
- samenvatting van het boek
- overzichtelijke analyse met de belangrijkste elementen uit de verhaalanalyse
- informatie over de schrijver
- je eigen mening over het gelezen boek
Bij deze opdracht geldt dat je alle informatie (met uitzondering van je eigen mening) letterlijk van internet mag overnemen. Vermeld in dat geval bij elk onderdeel de gebruikte bron. Wees kritisch in de bronnen die je gebruikt. Jij bent verantwoordelijk voor de kwaliteit van de verwerkingsopdracht.

Recensieopdracht

Schrijf een recensie waarin je elementen uit de samenvatting, de analyse, de schrijversinformatie en je eigen mening combineert. Let hierbij op het volgende:
- Je schrijft de recensie voor iemand die het boek niet gelezen heeft. Laat de lezer van de recensie dus eerst kennismaken met het boek. Vertel kort waar het over gaat / neem een stukje uit het boek letterlijk over. Maak de lezer nieuwsgierig naar het verhaal
- Vertel in de kern meer over de analyse en de schrijver. Combineer deze informatie met je eigen mening. Leg dus steeds uit wat jij ergens van vindt.
- In het slot geef je je eindoordeel. Je vertelt wat je uiteindelijk ‘over-all’ van het boek vond. Je geeft een tip aan mogelijke lezers of reageert op de verwachting die je had voordat je ging lezen.
- Je recensie krijgt een passende en pakkende titel. Dat kan een quote zijn uit het boek, het mag al iets zeggen over je eindoordeel. Als het maar origineel is en de aandacht trekt.
- Markeer in je recensie de zinnen / zinsdelen waarin je je eigen mening verwoordt.

 

Opdracht van Lezen voor de Lijst

Maak de opdrachten die op de site www.lezenvoordelijst.nl horen bij jouw boek. Als er bij jouw boek opdrachten horen op verschillende niveaus, kies dan de opdracht die het beste bij jou past. Neem bij de uitwerking van de opdracht telkens de opdracht over en het bijbehorende antwoord. Geef tot slot kort aan waarom je voor deze opdracht gekozen hebt.

 

Juryrapport

Je doet alsof het boek dat je hebt gelezen is ingezonden voor een landelijke boekenwedstrijd. Bij deze wedstrijd ben je als jurylid op zoek naar het beste Nederlandstalige boek. Om dit beste boek te kunnen kiezen, moet je eerst bepalen aan welke eisen het moet voldoen. 2 eisen zijn al bekend, namelijk: - het boek moet een verrassend einde hebben EN - de titel moet perfect de strekking van het verhaal weergeven.
Wat ga jij als jurylid op papier zetten:
- Je vult de gegeven eisen aan met 3 eigen eisen waarvan jij vindt dat het beste boek daaraan moet voldoen. Geef ook een korte motivatie / verantwoording bij elke eis: waarom vind je deze eis belangrijk?
- Uiteindelijk heb je een lijst van 5 eisen verzameld die je nu moet gaan koppelen aan het gelezen boek. Dit doe je door bij elke eis een omschrijving te geven van jouw boek. Dus bijvoorbeeld: heeft het boek een verrassend einde? Waarom wel of waarom niet? De antwoorden hoeven niet altijd positief te zijn.
- De laatste stap is bepalen of jouw boek het beste Nederlandstalige boek is. Dit doe je door een conclusie te schrijven bij de 5 eisen. Je geeft een korte samenvatting van jouw bevindingen en komt tot een eindoordeel. Dit eindoordeel hoeft niet altijd positief te zijn!

 

Brief van de uitgever

Bij deze opdracht kruip je in de huid van de uitgever. Je doet je alsof het boek dat je gelezen hebt, nog niet is uitgegeven.
Stel je voor: je werkt bij een uitgeverij. De schrijver van jouw boek komt binnen met zijn verhaal en vraagt of jij het werk wilt uitgeven. Je bent best enthousiast, maar je ziet nog wel ruimte voor verbeteringen. Je besluit om jouw reactie op papier te zetten en naar de schrijver te sturen.
De opdracht:
- Schrijf een brief aan de schrijver. Je begint natuurlijk met een korte inleiding.
- Vervolgens geef je jouw persoonlijke oordeel over het boek. Het is jouw oordeel, dat betekent dat het zowel positief als negatief kan zijn.
- Daarna ga je aangeven waarom je op dit moment het boek nog niet wilt uitgeven. Je geeft 3 elementen waarvan je vindt dat deze aangepast moeten worden en waarom. Denk bij elementen aan de theorie van verhaalanlyse.
- Als je hebt aangegeven wat je aangepast wilt hebben en waarom, ga je de schrijver advies geven in hoe hij/zij het moet aanpassen. Je hebt hier als uitgever natuurlijk een visie in. Dus: wat zou de schrijver moeten doen om ervoor te zorgen dat je het boek wel uitgeeft.
- Je rondt de brief netjes af.

 

Brief aan de uitgeverij

Stel je voor: het werk dat je gelezen hebt, heb je zelf geschreven. Je blijkt over bijzonder schrijftalent te beschikken. Het verhaal is nog niet gepubliceerd, maar je wilt graag dat een uitgeverij het uit gaat geven. Je besluit een uitgeverij te schrijven om je verhaal te promoten!
- Je schrijft een brief aan een uitgeverij. Ga eerst eens op zoek naar bestaande uitgeverijen en kies een geschikte uit voor jouw boek.
- Je introduceert jezelf als schrijver en je vertet kort waarom je deze brief schrijft.
- In de kern introduceer je het verhaal. Je geeft informatie over de titel, het thema, het plot en het perspectief.
- Je legt uit voor welk publiek jouw boek geschikt is. Koppel dit aan de niveaus van Lezen voor de Lijst en leg uit waarom dit het geschikte publiek is.
- Rond je brief netjes af.

Beoordeling

Algemeen

In havo 4 ben je verantwoordelijk voor het eerste deel van je leeslogboek. Aan het einde van het schooljaar moeten er 6 boeken terug te vinden zijn in je logboek. Je docent zal tussentijds aangeven wanneer zij de leeslogboeken bekijkt. In havo 5 vul je het leeslogboek aan met nog 4 boeken. Aan het einde van havo 5 vindt tot slot het mondeling plaats over de 10 gelezen boeken. Voor dit mondeling krijg je een cijfer. Het leeslogboek dat je in havo 4 hebt opgebouwd wordt beoordeeld met een cijfer. Dit cijfer is onderdeel van het PTA van Nederlands.


Tussentijdse 'beoordeling'
Wanneer je docent tussentijds je leeslogboek bekijkt, zal ze letten op de volgende aspecten:

- Kwaliteit: heb je de juiste opdrachten gekozen die passen bij jouw visie op het gelezen boek? Heb je ook niet altijd de makkelijkste weg gekozen?
- Ontwikkeling: is er in de gelezen boeken een ontwikkeling in niveau waar te nemen? Zoek je uitdaging en ontwikkeling in de boeken die je leest?
- Volledigheid: geeft je opdracht een volledig beeld van jouw visie op het gelezen boek?
- Taalgebruik: heb je niet te veel spel- en taalfouten gemaakt?

Je krijgt feedback van je docente zodat je eventueel de gemaakte opdrachten kunt aanpassen. Natuurlijk kun je de feedback altijd gebruiken bij de komende opdrachten.

Startopdracht

Wat is je startpositie?

Denk eens terug aan de boeken die je de afgelopen jaren gelezen hebt. Denk je dat dit literatuur of lectuur is? Wat is eigenlijk het verschil tussen literatuur en lectuur? Kies één van de boeken uit die je recentelijk gelezen hebt. Welk boek kies je en waarom? Raad je mensen dit boek aan of juist niet? En waarom?

Beantwoord de vorige vragen en maak van je antwoorden een mooie tekst.

 

De afgelopen jaren heb ik verschillende boeken gelezen zoals Vals, Enkeltje Ierland en Tegenstroom. Ik denk dat deze verhalen vooral lectuur zijn. Het verschil tussen lectuur en literatuur is dat bij de lectuur de verhaallijn erg overzichtelijk en makkelijk te doorzien, volgt vaste patronen en heeft vaststaande types. Literatuur daarentegen heeft veel diepgang, is subtiel en probeert je te verrassen. Recent heb ik het dagboek van Anne Frank gelezen. Ik raad het boek aan omdat je echt voelt hoe Anne zich voelt en ze verteld alles wat ze meemaakt in het Achterhuis waardoor je zelf ook een beetje weet hoe extreem het voelt als onderduiker in de 2e wereld oorlog.

 

In de les maak je een opdracht die gaat over welk type lezer je bent. Wat voor type ben jij?

 

Niveau 2: herkennend lezen

Leerlingkenmerken

  • heeft positieve ervaringen met het lezen van fictie
  • vindt het fijn om personages, situaties en gebeurtenissen in een boek te herkennen
  • vindt het leuk om met klasgenoten over een boek te praten
  • wil zich vooral met een boek ontspannen

Doelen

  • herkennend leren lezen
  • interesse ontwikkelen voor nieuwe genres en onderwerpen

Boekkenmerken

  • voor jongeren herkenbare onderwerpen en personages
  • dramatisch, meeslepend verhaal
  • verhaal heeft weinig obstakels (tijdsprongen, perspectiefwisselingen, meerdere verhaallijnen, open plekken)
  • eventueel een open einde

 

Ik vind dat niveau 2 bij mij past omdat ik het leuk vind om te lezen in mijn vrije tijd, dus is niveau 1 niet voor mij omdat ik lezen wél leuk vind en een goeie ervaring heb met het lezen van fictie. Ook vind ik het bij mij passen omdat het

 

 

Lees de tekst die je bij de startopdracht hebt gemaakt, nog eens goed door. Beantwoord de volgende vragen.

 

1. Welk soort boeken wil je gaan lezen dit jaar? Waaraan moet een leuk boek vooor jou voldoen?

2. Ga naar https://15-18.jeugdbibliotheek.nl/lezen/lezen-voor-de-lijst.html en bekijk welke titel je aanspreken. Maak hieronder een overzicht van de boeken die je wel aardig lijken om te lezen.

3. Je moet 6 boeken lezen en het is verstandig je aan de planning van de docent te houden. Hoe ga je er voor zorgen dat je dit jaar op schema blijft?

Boekenoverzicht

Het Achterhuis - Anne Frank - 1947 - ⭐️ ⭐️ ⭐️

Lieve Cèline - Hanna Bervoets - 2011 - ⭐️ ⭐️ ⭐️ ⭐️

Isabelle - Tessa de Loo - 1989 - ⭐️ ⭐️ ⭐️

De Passievrucht - Karel Glastra van Loon - 1999 - ⭐️ ⭐️ ⭐️ ⭐️

Oeroeg - Hella S. Haasse - 1948 - ⭐️ ⭐️

Hersenschimmen - J. Bernlef - 1984 - ⭐️ ⭐️ ⭐️

Kinderjaren - Jona Oberski - 1978 - ⭐️⭐️⭐️⭐️

Lieveling - Kim van Kooten - 2015 - ⭐️⭐️⭐️⭐️

Dorst - Esther Gerritsen - 2012 - ⭐️⭐️⭐️

Het Gouden Ei - Tim Krabbé - 1984 - ⭐️⭐️

Het Achterhuis - Anne Frank - 1947 - ⭐️ ⭐️ ⭐️

Opdracht lezen voor de lijst

 

Vraag 1

Beschrijf de laatste discussie of ruzie die je met je ouders, verzorgers of een ander familielid had.

a. Waar ging de discussie of ruzie over?
Over dat mijn moeder vond dat ik wat meer moest werken buitens huis om.
b. Wat waren jouw argumenten?
Mijn argumenten waren dat ik het best druk heb met school, en iedere vrijdag en zaterdag al thuis werk op de boerderij.
c. Wat waren de argumenten van de ander?
de argumenten van de ander waren: ‘Hoe ik mijn vakantie wil betalen van die 4 uurtjes werk.’  En ‘Dat een beetje meer werken nooit kwaad kan.’  
d. Hoe zou het komen dat jullie zo verschillend over bepaalde dingen denken?
Ik denk het verschil van leeftijd omdat we allebei wel hetzelfde denken alleen het verschil van leeftijd maakt het aantal uren anders denk ik.


Vraag 2

a. Kies nu een persoon uit het boek die je het meest aanspreekt.  
De personen die mij het meest aanspreekt zijn de ouders van Anne, omdat ze regelmatig ruzie heeft met haar ouders zou ik graag willen weten hoe ze het vanuit haar perspectief ziet.

 

b. Blader het boek nog eens door en markeer met post-its de fragmenten waar Anne het over het door jou uitgekozen personage heeft. Kies vervolgens een fragment uit waarin sprake is van een conflict of ruzie. Maak hier een kopie van en voeg deze bij de opdracht.

 

 

 

Afbeelding met schermafbeelding

Automatisch gegenereerde beschrijving




 

 

 

Vraag 3

Nu ga je het verhaal omdraaien. Je gaat het uitgezochte dagboekfragment herschrijven vanuit het andere personage. Je mag ook eerdere gebeurtenissen uit het verhaal erbij betrekken. Je fragment wordt 500 tot 750 woorden lang. Breng het standpunt van jouw personage in de discussie of ruzie goed naar voren. Je bekijkt de ruzie of discussie als het ware van de andere kant.

 

Lieve Mitty,

 

Het is nooit goed! Wanneer we ons bekommeren om de gezondheid van mijn dochters is het niet goed en als ik het niet doe is het ook niet goed! Soms hebt ik het gevoel dat we slechte ouders zijn omdat onze kinderen niet naar ons luisteren. Wanneer we de boeken willen goedkeuren vinden ze dit niet nodig, maar wij denken hier heel anders over. Boeken kunnen veel informatie op onze kinderen afvuren en soms is dat informatie waarvoor ze nog helemaal niet klaar voor zijn. We willen ze behoeden voor wat nog komen gaat.
Wat betreft het doen en laten van onze dochters vind ik dat wij als ouders ten alle tijden mogen weten wat ze uitspoken. Ze vallen tenslotte wel onder onze verantwoordelijkheid en ik moet er niet aan denken dat er iets met ze gebeurt terwijl wij niet weten waar ze zijn. Zeker niet in deze tijden van oorlog waar we moeten letten op iedere beweging die we maken.
Met de kusjes en zoentjes willen wij onze liefde kenmerkend overdragen. Ik snap dat Anne en Margot dit vervelend vinden maar het is belangrijk voor ons als ouders dat we van onze kinderen houden ondanks dat ze dit vervelend vinden. Maar wij vinden dat het er nu eenmaal bij hoort. Er zijn genoeg kinderen op de wereld die dit niet hebben gehad en wij zouden het niet over ons hart kunnen verkrijgen wanneer mensen zeggen dat wij nooit van onze kinderen hebben gehouden.
Verder vinden wij dat de gezondheid van onze kinderen boven alles gaat. Anne mag dan wel zeuren dat ze te weinig zout mag, maar het is beter voor haar dat ze nu leert wat goed voor haar is dan dat ze later wanneer ze oud is met allerlei kwaaltjes rondloopt. En ja ik weet dat gezond leven het niet altijd kan voorkomen maar het zorgt er wel een groot gedeelte voor. En ik vind dat ook al helpt het maar een klein beetje wij als ouders verplicht zijn om voor de optimale gezondheid van onze kinderen te zorgen.
Verder vinden wij het onzin dat Anne en Margot vinden dat we ze als kleine kinderen behandelen. We zijn misschien overbezorgd, dat kan kloppen ja. Maar we behandelen Anne en Margot echt niet als kleine kinderen. Integendeel zelf ik vind dat Margot eigenlijk niet zoveel volwassen boeken moet lezen maar we laten het haar toch doen omdat ze ook moet weten hoe de wereld in elkaar steekt.
Anne en Margot moeten eigenlijk blij zijn met de manier waarop we nu kunnen leven. Er zijn miljoenen joden die het niet zo goed hebben als wij hier. Ik vind dat ze verwent. Wanneer ze in de situatie zouden zitten van de andere joden zouden ze willen dat ze wat aardiger tegen ons waren geweest want het is nu eenmaal zou dat wij het beter hebben. Als we dit achterhuis niet zouden hebben weet ik niet wat er nog van onze familie zou zijn overgebleven. Maar gelukkig hoef ik me daar nu geen zorgen over te maken.

 

Liefs, Otto en Edith

Vraag 4

Geef ten slotte antwoord op de volgende vragen. Gebruik per vraag minstens 100 woorden: alleen met ja of met nee antwoorden is niet voldoende, je moet argumenten voor je antwoorden aandragen.

a. Het Achterhuis is een dagboek. Wat zijn de belangrijkste gevolgen voor het verhaal dat je alles alleen maar vanuit Annes standpunt leest? Dat je alleen de gevoelens van haar kant ziet en dus minder snel gaat nadenken over hoe de andere onderduikers zich zouden hebben gevoeld door het conflict. En ik ging me dus ook meer inleven per persoon over hoe elk persoon in het achterhuis zich heeft kunnen voelen tijdens een ruzie. Het heeft veel invloed wanneer je iets leest vanuit maar een perspectief want ook al sta je er niet bij stil, je denk alleen na over de ik-verteller en niet over de mede achterhuisgenoten.
 

b. Ben je door deze opdracht ook meer gaan nadenken over de gevoelens en standpunten van de andere personen in het huis?
Ja eigenlijk wel, voor deze opdracht was ik alleen maar bezig met Anne ’s standpunten en over hoe zij zich voelt en niet echt met de anderen want het was zo opgeschreven dat je alleen maar wist waarom Anne deed wat ze deed maar niet waarom bv. Margot of haar moeder doet wat ze doet. Het is vanuit haar perspectief geschreven dus dan ga je eigenlijk niet nadenken over het feit hoe de ‘tegenstander’ zich zou hebben gevoeld. Als ik nu een boek lees ga ik ook meer nadenken over de andere persoon dan alleen vanuit het perspectief van de verteller.
 

c. Kun je je ook beter verplaatsen in die andere persoon, nu je deze opdracht gedaan hebt?
Ik kan me nu wel beter verplaatsen in de andere persoon, dat heb ik altijd al gekund want ik vind wel dat je naar alle kanten van het verhaal moet luisteren. Als je dat doet kun je de ander ook beter begrijpen en kun je ook zelf denken dat jij juist degene bent die iets moet veranderen in plaats van degene met wie je ruzie hebt. Dat hoeft natuurlijk niet maar als je in ieder geval hebt verplaatst in de ander kun je wel een stuk rechtvaardiger besluit maken dan wanneer je alleen maar naar je eigen kant kijkt/ luistert.

d. Is je sympathie ook verschoven van bijvoorbeeld Anne naar haar moeder? Of heb je nog even veel sympathie voor of een hekel aan Anne?  Beargumenteer je antwoorden.
Mijn sympathie voor Margot en haar moeder is wel een beetje toegenomen want voordat ik het boek had gelezen dacht ik dat Anne een lief rustig meisje was. Maar nu ik dit boek heb gelezen weet ik dat Anne een erg eigenwijs meisje was met veel pit. Als je als ouders je kind met een erg sterke mening moet tegenspreken kan dat erg vermoeiend zijn denk ik. Want wat je mening dan ook is het wordt dan altijd weer weerlegt. Ook lijkt het mij vervelend als zus van Anne zijnde dat je constant geruzie om je heen hoort, je kunt er zelf dan weinig aan doen maar het blijft vervelend.


e. Zou je bij een ruzie thuis je nu ook meer kunnen verplaatsen in bijvoorbeeld je ouders? Leg uit.
Nee dat dan weer net niet, ik denk natuurlijk wel na over hun argumenten en reden van mijn ouders waarom ze iets vinden. Maar als het op mijn eigen ruzies aankomt 

Lieve Cèline - Hanna Bervoets - 2011 - ⭐️ ⭐️ ⭐️ ⭐️

Samenvatting

Het verhaal gaat over een meisje dat Brooke heet, haar naam is verleid uit een van haar moeders favoriete series: the bold and the beautifull. Ze woont in Amsterdam-Noord, dat volstaat met Canta’s, samen met haar moeder en zus. Haar zus Sue is bijna nooit thuis, en als ze thuis is dan was ze op haar kamer. Sue ging namelijk vaak op pad met jongens die een scooter hadden. Brooke is een grote fan van Céline Dion. Haar grote droom is dan ook om haar in het echt te ontmoeten en naar een liveshow te gaan. Normaal kijkt ze alle shows op tv. Ook kijkt ze veel series op haar tv, samen met haar moeder. Op een dag had de familie besloten om een dagje te gaan picknicken en zwemmen, in plaats van een vakantie naar Frankrijk. Maar uiteindelijk wou Sue niet meezwemmen omdat ze vond dat het water vies was er lagen namelijk allerlei stukjes piepschuim en blikjes in het water. Daar was Pamela het niet mee eens maar vroeg aan Brooke of dat zij misschien mee wou zwemmen. Ook Sue wou dat niet, dus is Pamela maar in haar eentje gaan zwemmen. Voor Sue’s gevoel duurde het te lang voordat haar moeder terugkwam dus liep ze naar huis. Brooke wachtte op Pamela, die uiteindelijk terugkwam maar het duurde zo lang omdat ze last had van haar spieren waardoor ze een rustpauze moest nemen voordat ze terug kon zwemmen. Op een avond kwam Sue thuis en zei ze dat ze een vriend had, Johan. Johan werkte in een kas. Hij woont in Amsterdam-Oost. Een tijdje nadat Pamela Johan heeft ontmoet overleed ze aan een auto-ongeluk. Na het ongeluk kwam Johan bij Sue en Brooke wonen. Brooke had het er erg zwaar dat haar moeder was overleden. Ze kwam nauwelijks het huis uit. Sue en Johan vonden dat het tijd werd dat Brooke eens haar kamer uit kwam, maar zonder succes. Totdat Masja kwam. Masja helpt Brooke om weer een beetje mee te draaien in de samenleving. Ze liet Brooke een lijstje maken met dingen die ze graag wou bereiken. Ook hielp Masja, Brooke aan een baan. Brooke kon toen namelijk werken bij Stap op begeleid werken. Ze vond het daar alleen niet zo leuk. Ze moest namelijk iedere dag weer hetzelfde werk doen en alle werknemers reageerden ook iedere dag hetzelfde op alle gebeurtenissen. Sue Johan en Brooke gingen ook samen op vakantie naar Egypte. Daar ontmoette ze ook een ander Nederlands koppel, Johan en Susan. Uiteindelijk ging Sue met andere Johan naar bed. Susan wou dat ook doen met Johan, maar omdat Brooke nog bij hun aan tafel zat is dat uiteindelijk niet doorgegaan. Toen Brooke en Johan naar hun kamer gingen, met enig gestuntel omdat Johan net iets te veel gedronken had, kwamen ze uiteindelijk aan in hun kamer. Johan viel een paar keer maar toen hij voor de laatste keer op het matras viel, probeerde Brooke Johan omhoog te trekken maar in plaats daarvan trok Johan haar omlaag. Toen ze weer terug waren van hun vakantie kwam Masja weer langs. Na haar bezoek kwam Brooke erachter dat ze zwanger was (van Johan). Dus moest ze wel aan Sue vertellen wat er gebeurd was, alleen zag Brooke er erg tegenop. Maar wanneer ze het tegen Sue had verteld, praatte Sue haast niet tegen haar. Ze zorgde wel voor Brooke maar er werd niets gezegd. Toen eenmaal de Baby Cèline geboren werd, maakte Johan over foto’s van. Sue heeft niet echt een band met Cèline. Op een dag was Cèline opeens weg uit haar wieg, maar het bleek dat Sue haar had gepakt. Na een tijdje nadat de ruzies tussen Johan en Sue erger werden, aten Brooke Sue en Johan avondeten. Tijdens het eten werd besloten dat Sue en Johan gingen verhuizen naar Almere, alleen mocht Brooke niet mee. Uiteindelijk heeft Brooke het toch voor elkaar gekregen om naar las vergas te gaan. Ze was gegaan zonder het tegen iemand te vertellen dus toen ze in Las Vegas was had ze heel veel gemiste oproepen, vooral van Sue Johan en Masja maar ze had haar telefoon uitgezet zodat ze haar droom eindelijk kon naleven: een concert van Cèline Dion live bekijken.

 

Verhaal analyse:

 

Thema:

Het thema van het verhaal is eenzaamheid. Brooke is altijd al eenzaam geweest. Op school werd ze vaak gepest. Ook zit ze vaak thuis, samen met haar moeder. Maar wanneer ook zij overlijdt zit ze dagen alleen in huis zonder dat ze het huis verlaat. Toen Masja kwam bracht ze daar verandering in omdat ze toen mocht werken bij Stap op.

 

Motieven:

Ik denk dat een motief in dit verhaal verdriet is. Dit is een abstract motief omdat het in het echte leven en in andere verhalen ook voor kan komen. Brooke ervaart veel verdriet in haar leven. Zo werd ze op school vaak gepest, is haar moeder overleden en is ze verkracht door haar schoonbroer. Ze heeft dus veel te maken gehad met moeilijke periodes in haar leven waar verdriet bij betrokken is.

 

Personages:

De hoofdpersoon is Brooke. Zij is een laagbegaafde vrouw die in Amsterdam-noord woont. Ze is een grote fan van Celine Dion en haalt veel kracht uit haar liedjes. De favoriete bezigheid van Brooke en haar moeder is series kijken. Eerst maakte Brooke daar ook nog verschillende lijstjes over alleen dat vond ze op een gegeven moment nutteloos. Brooke zit vaak thuis op haar kamer maar gaat aan haar zelfstandigheid werken wanneer haar moeder overlijdt en daartoe word gedwongen door haar zus.
 

Een bijpersonage is Sue. Sue is de zus van Brooke. In haar jeugd was sue niet vaak thuis ze was dan vaak op stap met jongens. Als ze wel thuis was merkte Brooke en haar moeder dat niet want ze sloot zich altijd op in haar kamer. Sinds dat ze samen was met Johan veranderde dit. Ze trok meer toe naar haar familie. Als haar moeder overlijd nemen Sue en Johan Brooke mee op vakantie naar Egypte.
 

Een ander bij personage is johan. Johan is de vriend van Sue. Hij werkt in de kassen en woont in Amsterdam-oost. Nadat hij vader is geworden is de relatie tussen hem en Sue op het spel gaan staan. Sue was namelijk niet boos op Johan maar op Brooke. Uiteindelijk beslissen Johan en Sue dat het beter is als zij verhuizen naar Almere, zonder Brooke.

 

Perspectief:
het verhaal is geschreven in het personaal (hij/zij-) perspectief. Want je maakt de gebeurtenissen uit het verhaal mee door de ogen vanuit de zij-figuur, in dit geval Brooke. Zij is e personale verteller.

 

Ruimt

Het verhaal speelt zich vooral af in Amsterdam-noord. Deze ruimte zorgt ervoor dat je de indruk krijgt dat brooke en haar gezin arm zijn. Ze noemt Amsterdam ook wel ‘cantaland’ omdat er zoveel mensen wonen die een canta bezitten.
Een andere belangrijke ruimte is Egypte. Dit is namelijk de plek waar Brooke zwanger is geraakt door Johan.

Vervolgens is Las vergas een belangrijke ruimte want dit is de plek waar ze haar idool ontmoet: Cèline Dion.

Tijd:
de vertelde tijd van het boek is denk ik 2 jaar. In het verhaal word er gebruik gemaakt van flashbacks. Want het verhaal wordt verteld terwijl Brooke nog op het vliegveld is. Ze verteld in haar flashbacks alles wat ze heeft doorstaan waardoor ze nu op dat moment op die plek was.

 

Einde:

Het verhaal heeft een gesloten einde. Toen ik het boek had uitgelezen bleven er bij mij geen vragen hangen. Alles werd op het einde duidelijk en de schrijver heeft geen open plekken opgehouden.

 

Titel:

De titel van het boek is lieve Céline. Ik denk dat de titel verwijst naar aanhef die Brooke gebruikt in de brieven die ze naar Celine Dion stuurt.

 

Eigen mening:

Ik vond het een erg leuk boek om te lezen. Je komt er ook erg makkelijk doorheen. Daarom had ik ook voor dit boek gekozen omdat ik bang ben dat een boek al snel te moeilijk was om te lezen aangezien het een literair boek is. Verder vond ik dat het boek voor veel spanning zorgde door het hele boek heen want bijvoorbeeld op het ene moment gaat de moeder van Brooke dood en op het andere moment is ze zwanger. Dit zorgde voor veel variatie aan onderwerpen aan het boek, wat ik ook goed vond aan het boek.

 

 

Auteur:

 

De auteur van het verhaal is Hannah Bervoets. Ze is geboren op 14 februari 1984 in Amsterdam. Hanna is een auteur van romans, essays recensies en toneelstukken.  Hanna volgde een bacheloropleiding Media en Cultuur aan de universiteit van Amsterdam. In 2008 voltooide zij vervolgens een duale master Journalistiek en Research ook aan de universiteit van Amsterdam. In 2009 debuteerde ze met Of Hoe Waarom, waarvoor ze in datzelfde jaar de ScriptPlus HvA Debutant van het Jaar-prijs won. 2 jaar later ontving ze de Opzij literatuurprijs 2011 voor haar 2e roman: Lieve Cèline.

Isabelle - Tessa de Loo - 1989 - ⭐️ ⭐️ ⭐️

Juryrapport

 

Isabelle, Tessa de Loo

 

Eis 1: verassend einde:

Het boek heeft een erg verassend einde. In het verhaal is Isabelle vermist (ontvoerd), Bernard is degene die naar haar opzoek is omdat Isabel hem eens eerder heeft geholpen dus nu gaat hij haar helpen. Aan het einde van het boek Isabelle wordt gevonden door Bernhard. Nu heeft hij de vrouw van zijn dromen gevonden. Maar dan ziet hij in dat ook zij gewoon een mens is en Jeanne niet laat vervolgen. Daardoor vindt hij er niks meer aan. Hij raakt van het rechte pad. Hij wordt geobsedeerd door Jeanne Bitor. Eest was zijn obsessie Isabelle nu Jeanne. Terwijl je had verwacht dat toen hij haar had gevonden ze gelukkig samen verder zouden leven.

 

Eis 2: de titel heeft een perfecte strekking van het verhaal.

De Titel van het boek is Isabelle. Heel simpel omdat de hoofdpersoon van het verhaal zo heet. Dit strekt niet het hele verhaal, een beetje simpel uitgezocht. In het boek speelt zich veel jaloezie en obsessie voor de medemens voor. Iets wat daar mee te maken had zou een betere titel vormen in betrekking tot het boek.

 

Eis 3: het verhaal komt overtuigend over

Het boek komt erg overtuigend over. Zelfs de stukjes die uiteindelijk helemaal niet waar bleken te zijn. Jeanne vertelde Isabelle de redenen waarom ze haar heeft ontvoerd. Dat waren verhalen over haar jeugd en wat haar allemaal is overkomen. Door deze verhalen begon Isabelle medelijden te krijgen met haar. Als lezer komen deze stukjes ook erg overtuigend over terwijl ze niet waar blijken te zijn.

 

Eis 4: de chronologie is te volgen

Het verhaal wordt helemaal op chronologische volgorde verteld. Behalve wanneer Jeanne verhalen verteld over haar verleden. Of Bernhard een verhaal verteld over wat hem is overkomen. Dus het is erg goed te volgen.

 

Eis 5: het boek laat een impact achter.

Het boek laat een impact achter. Het laat je wel zien dat Jeanne zich benadeeld voelt door haar uiterlijk. Ze voelt te behoefte om zich te verschuilen door haar uiterlijk. Dit gebeurt ook in echte wereld

 

Het boek is het beste Nederlandstalige boek omdat het boek aan de meeste eisen voldoet. De enige waar het boek niet aan voldoet is de eis over de titel maar dat is een klein detail. Het boek is verassend en overtuigend met een verassend einde wat het erg leuk maakt om te lezen.

De Passievrucht - Karel Glastra van Loon - 1999 - ⭐️ ⭐️ ⭐️ ⭐️

Samenvatting
 

Armin Minderhout is een man die onlangs een vruchtbaarheidstest heeft laten nemen omdat hij en zijn vriendin Ellen graag een kind willen. Uit deze test bleek dat hij onvruchtbaar was en het syndroom van Klinefelter heeft. Maar Armin heeft al een zoon, Bo. Dit is het kind van Armin en Monika. Monika is overleden toen Bo 3 was. Het komt als een schok voor Armin aan dat hij niet de vader van Bo is. Hij is vastberaden om de man die wél de vader van Bo is te vinden.
Als eerst verdenkt hij de Robbert Hubeek, dat is een ex van Monika. Maar hij was het niet want hij wist niet eens dat Monika was overleden.
Daarna gaat Armin naar de huisarts van Monika maar hij was het ook niet, hier kwam Armin achter nadat ze een ruzie hadden over andere seksuele voorvallen die in deze praktijk al vaker waren voorgekomen.
Vervolgens bezoekt hij de vrouw van Niko Neerings. Dat is een collega van Monika. Ze werken namelijk samen bij de kleine wereld, een reisbureau. Hij gebruikt niet zijn eigen identiteit, maar hij gebruikt er een die hij verzonnen heeft. Dit doet hij omdat hij bang is dat Niko hem anders zou herkennen. Armin komt erachter dat Niko ook een zoon heeft, ook hij heet Bo. Hij is er nu van overtuigd dat Niko de vader is van beide Bo’s en wilde hem daarmee confronteren, maar Ellen heeft hem tegen gehouden.
Niet veel later overlijdt de vader van Armin. Wat voor nog meer onrust in Armins gedachte zorgde. Zo kregen Ellen en Armin steeds vaker ruzie. Daarom besloot Armin er samen met Bo een weekend naar Ameland te gaan. Het was een leuk weekend voor beiden totdat op een avond Bo het meisje met de zwarte pet mee naar de slaapkamer in het huisje nam. Armin was namelijk dronken en had ontdekt dat ze samen hadden geslapen. Hier was Armin het niet mee eens en werd bood op Bo. Dit leed tot een hevige ruzie met als uitkomst dat Armin schreeuwde dat Bo zijn zoon niet is.
Wanneer Armin en Bo eerder terugkwamen dan geplant ontweken ze elkaar beiden, zo bleef Bo de hele avond weg en ging Armin naar het huis van zijn vader. Dit ging hij opruimen maar vond er een schokkende onthulling. Zo vond hij een kaartje waarop “ik ben zwanger M.” opstond. Wat dus betekende dat Bo en Armin eigenlijk halfbroers zijn.
Ellen heeft een brief van Monika aan Bo gegeven waarin ze alles verteld. Armin vond het oneerlijk dat hij geen brief had gekregen want hij vond dat hij ook wel een verklaring schuldig was. Ook was hij erg boos op Ellen want zij heeft dit geheim al die tijd heeft bewaard. Maar kwam vooral met veel vragen en begreep uiteindelijk waarom ze het had gedaan. Na een paar maanden Strooien ze het as van de vader van Armin uit op het graf van Monika, dit diende als een soort afsluiting na de moeilijke periode die de familie heeft meegemaakt.

 

 

Verhaal analyse:

 

Thema:

Het thema van dit verhaal is familie, en dan met name de liefde tussen vader en zoon (of het gebrek eraan). Zo is de vader van Armin altijd al wat afstandig geweest. Armin voelde namelijk nooit een connectie met hem totdat Armin zelf vader werd. Zijn vader gaf hem toen wel erkenning. Ook gaat het over de liefde tussen Armin en Bo. Ook zij zijn vader en zoon (althans dat dacht hij) en hij geeft veel om hem. Hoewel het nu blijkt dat ze halfbroers zijn.

 

Motieven:

Motieven die steeds terugkeren in het verhaal zijn geheimen, zo zijn heeft Monika heel haar leven het geheimgehouden dat Bo niet het kind van Armin is. Hier zijn verschillende mensen bij betrokken; Monika, de vader van Armin en Ellen. Het verhaal is ook gebaseerd op de gevolgen van de liefde die Armin voor deze mensen heeft (gehad). Zo heeft Armin van Monika gehouden maar zij was uiteindelijk vreemdgegaan met de vader van Armin. Ellen heeft dit geheim gehouden voor Armin. Ook al hebben ze een relatie. Dit is een voorbeeld van een abstract motief.

 

Personages:

De hoofdpersonage van het verhaal is Armin, want het hele verhaal draait om hem. Het verhaal gaat namelijk over de zoektocht van Armin naar de persoon die wel de vader van Bo is. Door de ontdekkingen die hij tijdens deze zoekt ondervindt begint hij te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de mensen om hem heen. Je komt veel over hem te weten. Dit wordt erg nauwkeurig beschreven zo kom je ook veel te weten over het verleden van Armin. Zo kom je bijvoorbeeld te weten hoe Monika en Armin elkaar ontmoette. Ze ontmoette elkaar op een station en hebben daarna samen een dag in de stad doorgebracht ook is het de hoofdpersonage omdat het verhaal vanuit zijn oogpunt wordt geschreven.

 

Bijpersonages
de bijpersonages in dit verhaal waren Monika, Ellen en Bo. Ze zijn belangrijk voor de loop van het verhaal omdat ze de loop van het verhaal bepalen. Want als Ellen niet had ingegrepen toen Armin Niko wilde aanspreken had het verhaal een andere wending kunnen krijgen. Ook is Ellen een bijpersonage omdat ze het geheim van Monika aan Armin heeft uitgelegd.  
Monica is een bijpersonage.ze komt vaak terug in het verhaal. Met name is flashbacks, dit aangezien ze is overleden. Je krijgt minder informatie over haar maar door informatie die Armin verteld weet je hoe ze als persoon is en hoe ze eruitziet.

Bo is ook een bijpersoon. Het verhaal gaat indirect over hem. Maar je krijgt niet al te veel informatie over hem. Je krijgt vooral informatie over de leeftijd van Bo en wat hij opeen bepaald moment doet met Armin. Zoals bijvoorbeeld de keer dat Bo en armin samen op vakantie naar Ameland gingen en je er daar achterkomt dat Bo van Volgels en vissen houdt. Bo is naar mijn mening een puber zoals ieder ander dat (geweest) is.

 

Perspectief:

Het verhaal wordt vanuit het ik-perspectief geschreven.  Want Armin verteld wat hij heeft meegemaakt. Namelijk dat hij erachter is gekomen dat hij niet de vader is van zijn zoon. Armin is dus ook de ik-verteller.

Ruimte
het verhaal speelt zich af in Amsterdam, de plek waar Armin woont. De ruimte speelt geen grote rol in het verhaal. Want het had zich ook in Oss af kunnen spelen en dat Armin daar naar de kroegen zou zijn gegaan. Wat wel een belangrijke ruimte in het verhaal is, is Ameland. Want hier zijn Monika, Armin en Bo vroeger op vakantie geweest en toen Bo en Armin teruggingen kregen ze ruzie dit leidde dat Armin tegen Bo schreeuwde dat hij zijn vader niet is. Ameland is dus de plek waar voor Bo het geheim onthuld is.

 

Tijd:

De tijd wordt afgespeeld in zowel de tegenwoordige tijd als de verleden tijd. Dit komt doordat de schrijver gebruik maakt van flashbacks. In het verleden wordt vooral verteld over de relatie tussen Armin en Monika. Op deze manier wil Armin erachter komen wie wel de vader van Bo is. In het heden verteld Armin vooral over de zoektocht naar de echte vader van Bo.

 

Einde

Het einde is een gesloten einde. Want de grote vraag van het boek (wie is de vader van Bo?) wordt beantwoord. De redenen worden dan ook duidelijk wanneer en hoe dit tot stand is gekomen. Het is namelijk gebeurd tijdens de verhuizing, tegen de muur.

 

Titel:
de titel van het verhaal is: de passievrucht. Zelf vond ik lastig om de connectie tussen het verhaal en de titel te achterhalen. Maar ik denk dat de ‘passievrucht’ Bo is. Bo is namelijk de vrucht die met passie is verwekt in de auto van Monika, tenminste in de ogen van Armin. En aangezien het verhaal in het perspectief van Armin is geschreven ziet Bo hem als zijn passievrucht. Ook al is de werkelijkheid dat hij niet verwekt is met passie, of door Armin.

 

Eigen mening:

Ik vind dit een van de leukste boeken die ik tot nu toe voor school heb gelezen. Het is een heel ander soort boek dan dat ik normaal zou lezen. Maar soms vond ik het boek wel een beetje langdradig omdat een omgeving dan tot in de puntjes wordt uitgebeeld. Aan de andere kant vond ik dat ook weer fijn omdat je je dan helemaal kon inleven in de omgeving van het boek. Alsnog had het voor mij wel wat minder gemogen.
Wat ik ook erg leuk vond aan het boek was dat je het hele boek de spanning hebt over wie de vader van Bo kan zijn. Zelf zat ik van ‘ja hij is echt de vader’ wanneer Armin naar de mannen gaat maar dan waren ze het steeds niet. Het was een verrassend einde dat vind ik ook erg goed want het boek moest niet al te voorspelbaar zijn.

 

De auteur:

Karel Glastra van Loon werd in 24 december 1962 geboren in Hilversum. Behalve schrijver is hij ook een freelancejournalist en televisiemaker voor het programma lopende zaken. Zijn bekendste boeken zijn: Lisa’s adem en de passievrucht. Van Loon was ook actief voor de Socialistische Party. Hij heeft ook een aantal boeken over maatschappelijke onderwerpen geschreven in samenwerking met Jan Marijnissen. In 1998 krijg van Loon de Rabobank Lenteprijs voor Literatuur met het boek De liefde komt altijd te laat. Een jaar later kreeg hij de Generale Bank literatuurprijs voor zijn boek: De Passievrucht.

Oeroeg - Hella S. Haasse - 1948 - ⭐️ ⭐️

Samenvatting Oeroeg

Het verhaal wordt vanuit een ik- perspectief verteld en gaat over de jeugd van de hoofdpersoon. Want Oeroeg en de hoofdpersoon waren in hun kindertijd erg goede vrienden Oeroeg en de hoofdpersoon zijn bijna tegelijk jarig, dit omdat hun moeders samen in de zwangerschapsgroep zaten. Ze zijn dus eigenlijk al vrienden vanaf jongs af aan. Ze waren erg vaak samen, dit werd later versterkt toen de vader van Oeroeg overleed toen hij met de ouders van de hoofdpersoon op tocht ging naar het zwarte meer. Dit is een meer waar veel spookverhalen over zijn verteld. Later als de hoofdpersoon en Oeroeg oud genoeg zijn zouden ze daar ook heen gaan. De hoofdpersoon is uiteindelijk met haar ouders meegegaan omdat ze vond dat ze deze kans niet kon laten liggen. Toen zij op het meer aan het drijven waren met een vlot, brak dit en viel de hoofdpersoon in het water. Deppoh, de vader van Oeroeg heeft haar gered maar verdrinkt uiteindelijk zelf.
De familie neemt Oeroeg nu in huis want de vader van de hoofdpersoon vond het meer dan rechtvaardig om hem in huis te nemen doordat zijn vader (door zijn schuld) is omgekomen. Na een tijdje scheiden de ouders van de hoofdpersoon. Daarom verhuist de hoofdpersoon samen met Oeroeg naar Lida. Zij is een verpleegster en heeft een pension in Soekaboemi. Later raken Lida en Oeroeg erg aan elkaar gehecht, want Lida ziet veel potentie in hem. Oeroeg en de hoofdpersoon gaan naar verschillende scholen. Daardoor groeien ze ook wat verder uit elkaar. Oeroeg kreeg een nieuwe vriend; Abdullah. Met hem kreeg oeroeg een sterke band.  Ook kreeg Oeroeg steeds meer interesse in de politiek, waardoor hij zich verzette tegen de Nederlanders (en ook de hoofdpersoon).
De hoofdpersoon wordt door haar vader naar Delft gestuurd om daar te studeren, dit vond de hoofdpersoon niet leuk want het betekende dat ze Oeroeg en haar geboorteland achter haar moest laten. Uiteindelijk gaat ze toch naar Nederland. Ze stuurt vaak brieven naar Lida, maar het contact tussen Oeroeg en de hoofdpersoon verwaterd een beetje. Wanneer de hoofdpersoon haar studie heeft afgerond gaat ze weer terug naar Nederlands-Indië. Maar alles is veranderd want de indieers hebben zich nu verzet tegen de Nederlanders en Oeroeg. Als ze terug is ziet ze Abdullah weer terug, hij vond ook dat alles was veranderd. Wanneer de hoofdpersoon Oeroeg weer terugziet wil hij eigenlijk niets meer met haar te maken hebben.

 

 

 

Verhaal Analyse

 

Thema:

Het Thema van het verhaal was vriendschap. Want het verhaal draaide over de gebeurtenissen die de hoofdpersoon en Oeroeg samen hebben beleefd als vrienden, maar ook over de gebeurtenissen waardoor de vrienden uit elkaar groeiden. De vriendschap was het sterkst in hun kindertijd. Maar na mate de tijd verstreek kwam Oeroeg erachter dat hij verschilde met de Nederlanders en voelde dat hij in een lagere klasse zat. En dus doordat ze erachter komen wie ze eigenlijk zijn en waar ze vandaan komen de vrienden tegenover elkaar te staan.

 

Motieven:

Ik denk dat het motief van het schrijven van dit boek eenzaamheid was. Dit is een abstract motief. Ik denk dat het motief eenzaamheid was omdat doordat de omstandigheden waardoor de vriendschap is verwaterd. Ook denk ik dat dit komt door hoe de hoofdpersoon in één keer haar vriend kwijt was geraakt een gevoel van eenzaamheid heeft opgeroepen en daarom dit verhaal heeft willen delen.

 

Personages:

De hoofdpersoon is Oeroeg. Oeroeg is een inlander van Nederlands Indië. Hij merkt dat hij in een lagere klasse leeft en wil daar verandering in maken. Dit deed hij door zich tegen de hoofdpersoon en de Nederlanders te keren. Hij zij bijvoorbeeld in het boek dat de meeste Inlanders niet geschoold werden zodat ze niet te slim werden en zich dus ook niet konden verzetten. Doordat hij zelf de kans had gekregen om geschoold te worden komt hij op voor zijn volk, waar hij zich in zijn kindertijd eigenlijk eerst voor schaamde. Oeroeg had een vol karakter want je kwam veel over hem te weten.

De bijpersonage is de persoon vanuit wie het verhaal is verteld. Dit is zo omdat deze persoon wel veel verteld over wat zij heeft meegemaakt maar het wel over Oeroeg gaat en niet over de verteller zelf. Zo kom je namelijk veel te weten over Oeroeg, maar niet over de verteller. Zo weet je bijvoorbeeld niet eens de naam van de verteller. Dus heeft de bijpersonage een vlak karakter

 

De achtergrondfiguren in dit verhaal zijn de hulpen die de Nederlanders (onder dwang) helpen met allerlei taken. Ze oefenen geen invloed uit op het verhaal zelf maar het is wel belangrijk voor de vormgeving van het verhaal.

 

Perspectief:

Het verhaal is vanuit het ik-perspectief verteld. Want de verteller beschrijft wat zij heeft meegemaakt. Dit kun je bijvoorbeeld al gelijk merken aan de eerste zin van het boek: ‘Oeroeg was mijn vriend. Als ik terugdenk aan mijn jonge jaren verschijnt zonder uitzondering het beeld van Oeroeg in mij...’

 

Ruimte:

Het verhaal speelt zich af in Nederlands-Indië, vooral in de stad Kebon Djati. Dat is de plek waar de hoofdpersoon en Oeroeg zijn opgegroeid. Het speelt zich af in het verleden. Dit kun je zien aan het feit dat Indonesië toen nog Nederlands-Indië werd genoemd.  

Tijd:
de historische tijd van het verhaal is denk ik rond 1900- 1946. Dit denk ik omdat in het verhaal over de opbouw van het verzet tegen de Nederlanders in Nederlands-Indië wordt gesproken. Dit fenomeen is rond 1943 gestart omdat Japan Nederlands-Indië had veroverd en de burgers steunden om de Nederlanders te verdrijven. Het hele verhaal is een flashback, er wordt een terugblik in het verleden gegeven. De schrijver heeft ook gebruik gemaakt van tijdsvertraging. Zo heeft de schrijver de kindertijd van Oeroeg en de Hoofdpersoon korter laten duren dan de tijd waarin hun vriendschap op het spel stond.

 

Einde:

Het boek had een open einde. Je weet doormiddel van het verhaal hoe het afloopt tussen Oeroeg en de hoofdpersoon, hun vriendschap is beëindigd. Maar je weet niet wat er gebeurt met de hoofdpersoon en Oeroeg nadat ze elkaar voor het laatst hadden gezien.

 

Titel:

De titel van het verhaal is Oeroeg. Dit verwijst naar de persoon waarover wordt verteld en dus over de persoon waar het hele boek om draait.

 

 

Informatie over de schrijver:

 

Hella Haasse

Hella Haasse is op 2 februari 1918 geboren in Jakarta. In 1920 gaan zij en haar familie terug naar Nederland, maar keert na 2 jaar weer terug naar Nederlands-Indië. Hella krijgt haar onderwijs in Nederlands-Indië maar wanneer ze haar eindexamen heeft gehaald gaat ze naar Nederland. Om daar Scandinavische talen en letteren te studeren. Maar in 1941 beëindigt ze die studie en gaat ze een toneelopleiding volgen, waar ze in 1943 eindexamen in doet. Maar in 1944 beëindigt ze ook haar toneel activiteiten maar blijft ze wel toneelteksten schrijven. Ze schrijft behalve toneelteksten ook proza.  in 1948 verschijnt Oeroeg, deze tekst was anoniem dus mensen moesten raden wie de schrijfster was. Met Oeroeg heeft ze tevens haar debuut gemaakt. In augustus 1981 verhuist ze naar Frankrijk. Waar ze in december de Constantijn Huygens-prijs voor haar gehele oeuvre ontvangt. In 1990 keert ze met haar familie weer terug naar Nederland. Een jaar later in mei wordt haar get erelidmaatschap van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde toegereikt. In september 2011 overlijdt Hella Haasse op 93-jarige leeftijd.

 

 

Eigen mening:

Ik vond het boek eigenlijk niet zo leuk om te lezen. Het was voor mijn gevoel een te moeilijk boek want soms werden er erg moeilijke worden in het boek gebruikt. De verhaallijn was voor mijn gevoel ook moeilijk te volgen want de steden waarin de hoofdpersoon is verandert steeds. Wat ik wel leuk vond aan het boek was dat je een inkeek krijg over hoe het is om als een Nederlands kind in Nederlands-Indië te wonen. Het moet naar mijn gevoel ook heel raar zijn om in Nederlands-Indië geboren te worden en dat je alsnog naar Nederlands wordt gestuurd, een plek die je dus eigenlijk nog helemaal niet kent.

Hersenschimmen - J. Bernlef - 1984 - ⭐️ ⭐️ ⭐️

Hersenschimmen


Samenvatting

Hersenschimmen vertelt het verhaal van iemand die langzaam maar zeker begint te dementeren en de gevolgen die dit voor hem en zijn omgeving heeft.

Maarten en Vera Klein wonen al jaren gelukkig in Gloucester, Massachusetts (Verenigde Staten). Langzaam maar zeker begint Maarten heden en verleden door elkaar te halen. Het begin heel klein, op het moment dat hij niet meer weet welke dag het is en op een zondag wacht tot de schoolbus langs zal komen of als hij steeds vaker in gedachten verzonken is. Langzaam maar zeker kan hij zich dingen niet meer herinneren en als hij zich iets herinnert, gaat hij volledig in die herinnering op. Zo denkt hij op een dag dat hij weer op de kleuterschool is en van de juf de potlodendoos mag halen. Hij loopt de gang door naar het materiaalhok en klimt op een stoel om de doos te gaan zoeken. Dan staat Vera plots achter hem en haalt hem uit de droom. Hij blijkt op de keukenstoel in hun washok te staan. Later geeft hij hele rare antwoorden op vragen, omdat hij net ergens anders met z’n gedachten was. Als Vera hem een keer vraagt wat hij zo lang in de keuken deed, antwoordt hij bijvoorbeeld vangstquota. Uiteindelijk gaat dit nog een stapje verder en breekt hij in bij een vakantiehuisje waar vroeger de vergaderingen van zijn bedrijf waren omdat hij denkt dat hij te laat op zijn vergadering komt. Ook vergeet hij dat mensen en dieren dood zijn en vraagt dus steeds naar hen als anderen langskomen. Een keer begint hij plotseling naar de snoepreepjes die zijn oma altijd voor hem achter in de buffetkast verstopte te zoeken.
Vera wordt steeds ongeruster en als Maarten weg begint te lopen van huis laat ze uiteindelijk een meisje, Phil Taylor, in huis wonen die op Maarten kan passen als zij weg is. Maarten vergeet echter steeds wie ze is. Eerst ziet hij haar aan voor een vriendin van zijn dochter, dan voor zijn vroegere piano juf en uiteindelijk voor zijn dochter. Ook van Vera vergeet hij soms wie ze is.

In het boek wordt ook de moeilijker wordende relatie tussen Vera en Maarten weergegeven. Een eerste beschrijving die Maarten van haar geeft (zie eerste quote, een stuk terug in dit verslag) is nog heel scherp, bij kennis. Meer op het einde heeft hij het echter over een oude vrouw, die er een beetje verfomfaaid uitziet met haar vochtig neerhangende slappe bruine krullen en haar gerimpelde hals (p. 134). Later herkent hij haar niet meer op foto’s en uiteindelijk weet hij helemaal niet meer wie ze is.

In het laatste deel van het boek weet Maarten zelf niet meer wie hij is. Eerst heeft hij het nog over “mijn spullen”, “ik kan ..” etc. Maar naarmate hij verder aftakelt begint hij in derde persoon over zichzelf te praten, om het uiteindelijk alleen nog maar over ‘het’ te hebben. Tegelijk met deze verandering in benoeming van zichzelf, trekt hij zich steeds meer in zijn hoofd terug. Hij communiceert bijna niet meer met de buitenwereld, maar denkt in onsamenhangende zinnen en fragmenten aan wat er om hem heen gebeurt. Een van de redenen hiervoor is dat hij ook steeds meer moeite met het Engels begint te hebben, en soms even de taal niet meer lijkt te verstaan. Op het laatst zijn Maartens gedachten zo onsamenhangend en fragmentarisch dat er bijna niet meer duidelijk is wat er nou met hem gebeurt. Wel weet hij op zijn sterfbed weer even wat er om hem heen gebeurt en zoekt en vindt hij Vera’s hand, al weet hij haar naam niet meer.

 

 

 

 

Thema

Het thema van het verhaal is dementie/ geheugen verlies.
Het boek gaat over dementie en hoe ermee om te gaan. Aan de ene kant gaat het verhaal er namelijk over hoe Maarten zelf met zijn dementie omgaat, maar aan de andere kant lees je het verhaal van twee mensen die al iets van 50 jaar samen zijn en liefde en leed hebben gedeeld, maar doordat Maarten dementeert van elkaar vervreemden. Op de achterliggende vraag van beide ‘verhaallijnen’: hoe moet je met dementie omgaan? Is echter geen antwoord te geven, wat Bernlef dan ook niet doet.

 

Motieven:

Er komen een aantal symbolische motieven in de vorm van voorwerpen in het boek voor, winter en een boek: Een van de motieven in het boek is de sneeuw en de winter. Al vanaf het begin van het boek zegt maarten steeds dat hij zo van slag is omdat de winters in Gloucester zo lang en koud zijn. In de laatste alinea van het boek, als Maarten sterft (?) fluistert Vera dat de lente eindelijk is aangebroken. Dit duidt op de symbolische waarde van de overgang van winter en lente: Maarten, die dement is, gaat dood en het 'oude leven' is dan voorbij.

 

Personages:

De hoofdpersoon van het verhaal is Maarten Klein. Maarten Klein

Is het centrale (vertellende) personage in de roman. Maarten is van oorsprong Nederlands, heeft rechten gestudeerd en is samen met Vera naar de VS geëmigreerd, waar hij jarenlang voor een internationaal bedrijf gewerkt heeft dat onderzoeken deed naar visvangst. Samen met Vera heeft hij twee kinderen, Kitty en Fred, maar die komen bijna nooit langs. In de tegenwoordige tijd van het boek is hij 71 (of 72, het wordt niet precies benoemd) en begint te dementeren. Door de vele herinneringen en het vastzitten krijgen we een zeer gedetailleerd beeld van zijn leven. Gedurende het gehele boek heeft hij het over de sneeuw, en dat hij daarom zo van slag is. De laatste zin van het boek is dan ook: “de lente die op het punt staat te beginnen” (p. 176).

 

Bijpersonen:
Vera is Maartens echtgenote. We komen niet zo heel veel over haar te weten, alleen dat ze in de VS lange tijd bij een bibliotheek heeft gewerkt en dat zij en Maarten erg veel van elkaar houden. Ze heeft het steeds zwaarder naarmate Maarten verder aftakelt, maar besluit uiteindelijk toch dat het beter is als hij in een verzorgingstehuis komt. Tot het laatste moment blijft ze hem steunen.

 

Perspectief:

Het verhaal wordt verteld vanuit een ik-perspectief, in dit geval door de hoofdpersoon Maarten. We kunnen gedurende het hele verhaal met hem, in zijn hoofd meekijken, waardoor we ook heel erg met hem meevoelen. Het verhaal is chronologisch opgebouwd, we volgen Maartens steeds verder ontwikkelende dementie, met veel flashbacks en herinneringen.

 

Ruimte:
Het boek speelt zich in de tegenwoordige tijd van schrijven (eind jaren ’80) af in Gloucester, Massachusetts in de Verenigde Staten.

Einde:
Het einde was voor mij een gesloten einde. Nadat ik het boek had uitgelezen kwamen er bij mij geen vragen oproepen.

 

Titel:

Hersenschimmen verwijst naar de schimmen uit het verleden die in Maartens hoofd terugkeren, vooral zijn vader en moeder, terwijl hij steeds verder ‘wegzakt’ maar ook naar alles wat om Maarten heen gebeurt. Omdat hij dementeert denkt hij niet meer helder, waardoor allerlei gebeurtenissen enkel schimmen zijn.

 

Eigen mening:
Ik vond het een erg moeilijk maar interessant onderwerp om over te lezen. Een broer van mijn opa heeft ook dementie en mijn opa verteld dan dat hij steeds verder aftakelt en dat herken ik dan ook in dit boek. Verder vond ik het wel een mooi boek om te lezen want je kunt in het boek zien dat Vera Maarten steunt ook al heeft ze het daar zelf erg moeilijk mee. Vooral als Maarten dan boos wordt omdat hij het niet begrijpt. Wat ik verder persoonlijk wel moeilijk vond is dat er verschillende verhaallijnen door elkaar worden afgespeeld. Ik denk dat niveau 3 toch net te hoog gegrepen is voor mij.

 

Auteur:

J. Bernlef is de Pseudoniem van Henk Jan Marsman. Dit is een blinde Franse dichter uit de 8e eeuw. Henk Jan is op 1937 geboren in Sant Pancras. Maar hij bracht zijn jeugd door in Amsterdam-west. In 1949 verhuisde zijn gezin naar Haarlem. In 1945 keerde Henk Jan terug naar Amsterdam. Nadat hij in 1955 eindexamen had gedaan, studeerde hij aan de faculteit voor politieke en sociale wetenschappen aan de universiteit van Amsterdam. In 1956 moest hij in dienst en een jaar later verbleef hij in een militair hospitaal. In die periode debuteerde hij (onder zijn eigen naam) met het verhaal: mijn zusje Olga. Hierna verhuisde hij naar zweden, maar kwam in 1965 weer terug naar Nederland. In deze periode besloot Henk Jan ook dat van schrijven zijn beroep wilde maken.

 

 

https://www.scholieren.com/verslag/zekerwetengoed/hersenschimmen-j-bernlef

Kinderjaren - Jona Oberski - 1978 - ⭐️⭐️⭐️⭐️

Kinderjaren

 

Het boek gaat over een Joods jongetje in oorlogstijd. Hij woont samen met zijn ouders in Amsterdam. En hij was ook jarig. Voor zijn verjaardag heeft hij onder andere een Harlekijn voor zijn verjaardag gekregen. Maar langzamerhand wordt het merkbaar dat de Jodenhaat is toegenomen, wat uiteindelijk leidt tot het feit dat het jongetje en zijn familie door een soldaat worden meegenomen en worden getransporteerd naar Westerbork.

 

Daarna gaan ze weer naar een nieuw kamp. Daar worden de moeder en het jongetje van de vader gescheiden. Hij gaat namelijk naar een ander deel van het kamp.  Op dit kamp mag het jongetje soms mee om pannen schoon te maken, op het begin vond hij het gek dat hij geen bestek had en had daarom niks gegeten. Zijn moeder was daarom erg boos op hem geworden en at het de volgende keer (met een gekregen lepel van de keukenhulp) leeg.

 

Na een tijdje ziet het jongetje zijn vader weer. Zijn moeder had een taart gemaakt van aardappelen. De dag erna was het jongetje zelf jarig, maar kreeg toen niks. Zijn moeder zei dat hij het volgende jaar zelf zijn cadeau mocht uitkiezen. Mettertijd wordt zijn vader ziek. Als het daarna mis dreigt te gaan, moest het jongetje van de dokter zijn moeder halen. Dat ging hij dus ook doen, maar op de terug weg was hij een spelletje met zijn eigen schaduw aan het spelen waardoor hij het vergeten was om het tegen zijn moeder te vertellen. Zijn moeder was natuurlijk erg boos op hem geworden, maar gelukkig had Trude het nog tegen zijn moeder verteld waardoor ze nog op tijd bij de vader aan waren gekomen en zagen ze hem samen sterven. Het jongetje was wel bang dat hij misschien ook dood zou gaan omdat hij een zijn vader, een dode, een kus had gegeven. Zijn moeder zei tegen hem dat dat onzin was. Ze zei dat het jongetje alleen geen vreemde mensen een kus mocht geven.

 

Het jongetje wil graag bij de kinderen op het kamp horen. Daarom geven de oudere kinderen van het kamp hem weer een opdracht: het jongetje moet het ketelhuis binnengaan. Hiermee wil hij bewijzen dat hij er ook bij hoort. In het ketelhuis liggen allemaal lijken, het jongetje gaat daarom op zoek naar zijn vader. Voordat het hij zijn vader kon vinden werd hij er door de grote kinderen er snel uitgehaald. Het jongetje vertelde aan zijn moeder wat hij gedaan had. Zij werd natuurlijk erg boos op hem, niet alleen omdat de Duitsers hem zouden kunnen oppakken maar ook omdat ze het levensgevaarlijk vond. Hij wordt daarna samen met andere kinderen gewassen met ontsmettingsmiddel en er word hem verteld dat hij er nooit meer heen mag gaan.

 

Op een avond wordt het jongetje wakkergemaakt. Ze gaan met de trein naar ‘Palestina’. Dat is het geheim dat zijn moeder en vader hem steeds voorhielden als ze een trein instapte. Ze zitten inmiddels al twee weken in de trein. Wanneer de trein is gestopt gaan Trude en het jongetje brandnetels voor de soep zoeken.

 

Een dag daarna komen de Russen. Zij hebben de Duitse soldaten gevangen, en bevrijden de mensen. De oorlog is afgelopen. De mensen worden ondergebracht in Tröbitz. De moeder van het jongetje wordt ziek en word naar het ziekenhuis gebracht, ze is er slecht aan toe. Uiteindelijk overlijdt ze. Wanneer het jongetje naar zijn moeder wil zegt Trude dat de weg is afgesloten. Dat is gelogen, zijn moeder is namelijk overleden. Daar komt hij later achter doordat Eva het later tegen hem verteld. Hierdoor is het jongetje erg boos op Trude geworden, zo boos zelfs dat hij er ziek van is geworden.

 

Uiteindelijk worden ze met een Canadese vrachtwagen naar Amsterdam gebracht. Daar komt hij aan bij meneer Paul en ‘tante Lisa’ aan.  Hij weigert zich aan te passen en eet niks en wanneer Lisa hem een kus op zijn mond geeft, geeft hij over. Dit liet hem namelijk denken aan zijn moeder en wat ze gezegd had over het kussen van een vreemde.

 

Thema

Jodenvervolging

Het verhaal speelt zich af tijdens de tweede oorlog. Omdat de hoofdpersoon en zijn ouders Joods zijn moet hij naar een concentratiekamp. Beide ouders overlijden en maakten dus deel uit van de Jodenvervolging.

 

Motieven

Harlekijn:

De harlekijn was een leidmotief in het verhaal. Het jongetje kreeg het voor zijn verjaardag. Hij nam het mee naar het concentratiekamp maar is het onderweg verloren. Wanneer hij dan weer jarig is wenst hij voor een harlekijn. Wat wijst naar de onschuldigheid van het kind en niet snap wat er allemaal aan de hand is. En er dus vanuit gaat dat hij nog een volgende verjaardag heeft.

 

Personages

Het jongetje is de hoofdpersoon. Zijn naam en leeftijd worden nergens is het verhaal genoemd. Hij is nog erg jong dat is wel duidelijk. Hij snapt ook niet helemaal wat er aan de hand is en moet met veel dingen dealen, zoals bijvoorbeeld de dood van zijn beide ouders.

 

Bijpersonages

 

Moeder

De moeder van het jongetje beschermt het jongetje en laat het hem ook weten wanneer hij iets echt niet mag doen. Ze wordt na de dood van de vader van het jongetje, de enige die hij nog heeft.

 

Vader

Over de vader van het jongetje kom je eigenlijk niet heel veel te weten, je weet alleen dat hij op een ander deel van het kamp zit en dat hij erg ziek werd.

 

Perspectief

Het verhaal is via het personaal perspectief geschreven. Je kruipt namelijk in het hoofd van het jongetje en ziet zijn gedachtegang.

 

Ruimte

Het verhaal speelt zich vooral af in kamp Westerbork, daarnaast speelt het zich ook in Amsterdam, Bergen-Belsen en Tröbitz af.

 

Einde

Het is een gesloten einde. Na de oorlog weet je dat het jongetje goed terecht is gekomen, ook al is hij het er zelf niet helemaal mee eens.

 

Tijd

Het verhaal wordt chronologisch verteld. De vertelde tijd is moeilijk in te schatten, want er zijn geen concrete data gegeven, maar ik denk dat het ongeveer 4 jaar is.

 

Titel

De titel verwijst naar de kinderjaren van het jongetje. Hoe kort deze ook hebben mogen duren. Ook heeft de schrijver een andere reden voor de naam van deze titel omdat hij het boek kindertijd van Tolstoj had gelezen. Hij vond het een heel helder boek en wilde een debuut net zoals dat boek.

 

Eigen mening

Ik vond het een bijzonder boek om te lezen. Door geschiedenis weet je natuurlijk veel van de tweede wereldoorlog af, maar door dit boek te lezen ga je veel dieper in op de gedachtes die de mensen in het kamp hebben gehad. Daar heeft de schrijver denk ik ook op ingespeeld, zo wordt er in het boek niet te veel ingegaan op de details van de oorlog. Maar word er daar na verwezen door bijvoorbeeld ‘dat’ te zeggen. Over het algemeen dus een goed boek en makkelijk om door heen te komen.

 

 

Auteur

Jona (E.J.) Oberski werd op 20 maart 1938 geboren in Amsterdam. Hij was de enige zoon van Duits-joodse immigranten die naar Nederland waren gevlucht. Met zijn ouders kwam Oberski in 1943, via Westerbork, terecht in het concentratiekamp Bergen-Belsen. Zijn beide ouders overleefden de oorlog niet.
Na de oorlog groeide Oberski op in een pleeggezin in Amsterdam. In 1956 behaalde hij zijn gymnasiumdiploma en aansluitend ging hij wis- en natuurkunde studeren aan de Universiteit van Amsterdam.

 

Oberski, getrouwd en vader van drie kinderen, volgde medio jaren zeventig een cursus gedichten schrijven onder leiding van Judith Herzberg. Zo kwam hij op het idee om, zij het niet in de vorm van gedichten, zijn ervaringen tijdens de Tweede Wereldoorlog op te schrijven. In nauwelijks meer dan zes weken schreef hij de novelle Kinderjaren. De vele vragen naar de autobiografische achtergronden die het zo succesvolle boek opriep, liet Oberski het liefst onbeantwoord. Voor zijn terughoudendheid over zijn privé-leven gaf hij in een interview als reden: 'Het is niet goed als ze (de lezers) het op mij kunnen projecteren met de gedachte: het is niet zo erg, het is toch allemaal nog goed gekomen.'

 

Lieveling - Kim van Kooten - 2015 - ⭐️⭐️⭐️⭐️

Lieveling:

 

Puck wordt samen met haar moeder Patricia opgehaald door een man in een zwarte auto. Ze rijden naar het een groot huis wat bijna op een kasteel lijkt. Puck wordt die dag vijf jaar oud, de man (ome meneer of Ludovicus) die ze heeft opgehaald is ook op die dag jarig, hij wordt 55. Puck was niet al te blij toen ze in het huis aan kwam maar werd uiteindelijk verwend met cadeautjes door ome meneer. ‘Avonds stopt hij haar in bad, wat uiteindelijk een routine wordt. Puck wordt 3 keer per week (zondag, woensdag en vrijdag) gewassen door ome meneer. Dit wassen is niet zomaar gewassen worden. Ome meneer gebruikt namelijk geen handdoeken en misbruikte haar. Daarbij was het zo dat hij dan ook nog eens foto’s van haar maakte als ze naakt was, om te kijken ‘of haar lichaam veranderde’.

 

Puck en Patricia gaan op bezoek bij Wil en Guusje. De dochter en kleindochter van Ludovicus. Het was niet bepaald een fijn gesprek. Wil, de dochter van Ludovicus stond namelijk niet bepaald achter de relatie van Patricia en Ludovicus. Guusje vond het ook maar raar, maar ze was vooral jaloers op al het nieuwe speelgoed dat Puck kreeg.

 

Later hebben Puck en ome meneer een gesprek. Hij wilde namelijk dat Puck hem ‘papa’ noemde. Dit liet hij haar doen door haar heel duidelijk te maken dat haar echte vader er niet meer voor Puck wilde zijn. Even later in de zei ome meneer dat wanneer Puck heel lief zou zijn, hij met haar moeder zou gaan trouwen. Daarna deed hij de veiligheidsgordel bij haar los oftewel hij ging met zijn hand in haar broek.

 

Patricia’s moeder moest ook nog eens op bezoek komen, want zij was erg benieuwd naar wat haar dochter heeft verteld over haar nieuwe leven en wilde het graag onderzoeken. Als ze is aangekomen vertelt ze tegen patricia dat Pucks echte vader langs is geweest en Puck wilde zien. Maar omdat hij geld krijgt blijft hij uit haar buurt. Oma Crooswijk heeft het huis grondig doorzocht. Wat het merkwaardige daaraan was dat toen Ludovicus ‘savonds thuiskwam, hij precies wist waar ze allemaal gekeken had.

 

Voor school heeft puck de opdracht gekregen om een spreekbeurt te geven over het werk van haar vader. Guusje schreeuwt er steeds door heen en zegt vaak ‘dat is mijn opa’. Op een gegeven moment schreeuwt ze iets anders. Ze schreeuwt dat de moeder van Puck een hoer is. Guusje wordt de klas uitgestuurd en Puck mag later de presentatie later nog alleen presenteren voor meester Hofslot. Daarna vroeg Puck ook nog aan haar meester wat het woord ‘hoer’ betekent.

 

Na een tijdje gaan Patricia en Ludovicus trouwen. Het ging niet bepaald soepel, want ze kwamen getuigen te kort, dus rende Patracia de hal in om de schoonmaker en een man achter de balie te regelen. Ludovicus had er niet echt bepaald zin in en na de bruiloft ging hij meteen door naar zijn werk. Patricia was erg van streek door en knipt het haar van Puck af.

 

Puck verstopt zich vaak ik de kast op haar kamer. Ze ontloopt haar vader. Hij begint dat door te krijgen en word boos op haar. Ze begint zich af te vragen of het wel normaal is wat er gebeurt.

 

Tijdens het eten zingt puck het liedje lieveling van Wim Sonneveld. Ze doet het graag want hierdoor ontkomt ze aan het feit ze niet hoeft te eten. Na een tijdje zegt Puck dat ze niet gewassen hoeft te worden. Dat had ze namelijk zelf bij het zwemmen al gedaan. Ome meneer vatte dit natuurlijk niet goed op en werd boos.

 

Op een gegeven moment kwam de rest van de familie naar het huis toe. Haar oom en tante hebben 3 kinderen. Puck neemt ze mee naar haar kamer om te spelen. Ze schreeuwen veel en maken alles kapot. Dat was voor ome meneer de druppel en stuurde ze allemaal naar huis. Later moet Puck in bad, ze moet weer verschillende dingen voor ome meneer doen. Ze heeft nu alleen een plekje in haar hoofd zodat ze ergens anders aan kan denken. Het besef of dit wel normaal begint nu bij Puck door te dringen.

 

Puck is een tijdje ziek, maar ze wil niet alleen thuisblijven met ome meneer. Dus probeert ze zo snel mogelijk weer naar school te gaan. Ook al was ze ziek, ze ging alsnog naar school.

 

Omdat Puck weinig tot niets at, viel ze vaak flauw en dus moest ze naar de dokter. Hij denkt dat ze anorexia heeft, maar uiteindelijk kwam hij tot de conclusie dat ze moe is en aan vakantie toe is.

 

Puck ging na school lang bij meester Hofslot en zijn vrouw die onlangs een baby hebben gekregen. Wanneer ze het over de basisschool hebben dacht meneer Hofslot wel eens dat ze het thuis slecht of moeilijk had. Dit triggerde Puck waardoor ze moest huilen. Uiteindelijk was ze huilend naar huis gelopen.

 

Bij gym heeft Puck haar scheenbeen gebroken, waardoor ze naar het ziekenhuis moest. Hier wil ze nog steeds niet eten. Ze mag pas bezoek krijgen wanneer ze eet. Wat dus eigenlijk in haar voordeel werkt. Totdat meester Hofslot komt, voor hem eet ze wel haar bakje vla leeg. Hierna vertelt ze hem wat er nou echt aan de hand is. Hofslot licht de dokters in en gaat met haar moeder praten. Omdat Ludovicus nog op reis was in Polen hadden ze genoeg tijd om alles te regelen.

 

Oma Crooswijk heeft de rest van de familie ingeschakeld en verteld wat er aan de hand is. De familie heeft een heel plan, ook al hebben de doctoren een heel stappenplan voor Puck uitgewerkt. Van haar oma moet Puck aangifte doen. Ondertussen wordt het hele huis leeggehaald en heeft haar moeder het geld geregeld en stopte het in een sporttas.

 

Na ze in een hotel overnacht hebben, gaan ze opzoek naar een huis. Maar haar moeder wil niet bepaald meewerken en loopt weg. Het leven gaat nu moeizaam, Puck en Patricia eten elke avond McDonalds en moeten iedere week geld aan oma geven. Daar komt het feit dat Ome Joop zit te asen op het geld ook nog eens bij. Op een dag is hij puck van school naar huis gevolgd en heeft al het geld meegenomen.

 

Pucks moeder wordt uiteindelijk weggebracht naar een inrichting omdat ze een beetje doorgedraaid was. Toen ze terugkwam hadden ze de aangifte ingetrokken en stapten ze weer bij Ludovicus in de zwarte auto.

 

 

Verhaal analyse

 

Thema

Het thema van het boek is misbruik. Zo werd Puck misbruikt door Ludovicus op seksueel gebied. Ook haar moeder maakte misbruik maar dan op een andere manier. Zij maakte namelijk misbruik van Ludovicus, met name van zijn geld.  

 

Motieven

Ik denk dat een van de motieven verwaarlozing is. Want sinds Puck de moed heeft gekregen om te vertellen wat er gebeurd is en weg zijn bij Ludovicus gaat het bij de Patricia alleen maar om geld. Het welzijn van Puck doet er niet echt meer toe. Dit kun je bijvoorbeeld zien aan het feit dat ze geen meubels in het huis hadden staan en op luchtbedden slapen.

 

Personages

 

Puck

Puck is wordt aan het begin van het boek vijf jaar oud. Alles wordt vanuit haar perspectief verteld en weet daarom hoe ze over alles en iedereen denkt. Ze wordt sinds ze in contact komt met ome meneer misbruikt. Ze begint steeds meer te twijfelen of anderen ook zo behandeld worden en of het wel zo normaal is om zonder handdoek afgedroogd te worden. Wanneer ze alles verteld staat heel haar wereld op zijn kop en je maakt mee hoe zij dit allemaal ervaart.

 

Ludovicus

 

Ludovicus is aan het begin van het boek 55 jaar oud. Hij wil dat puck, die hem eerst ‘ome meneer’ noemt, hem ‘papa’ gaat noemen. Patricia heeft weer een andere bijnaam voor hem: ‘pikkedoos’. Hij is een rijke man en eigenaar van Liberty. Een vouwwagenbedrijf. Daarbij is een pedofiel en misbruikt haar Puck haar hele jeugd.

 

Bijpersonages

 

Patricia

Patricia is de moeder van Ludovicus. Ze kan niet lezen of schrijven en geeft heel veel geld uit. Je ziet haar tijdens het verhaal steeds verder bergafwaarts gaan en ze beland uiteindelijk in een inrichting

 

Meester Hofslot

Meester hofslot is de leraar van puck op de basisschool. Hij is een van de weinige personen die Puck vertrouwd. Ook wanneer ze op de middelbare school zit houden ze contact. Hij is de eerste persoon tegen wie ze heeft verteld dat ze misbruikt werd.

 

Perspectief

Het verhaal wordt via een personaal perspectief geschreven. Namelijk via het perspectief van Puck.

 

 

Ruimte

Het verhaal speelt zich grotendeels af in Zwijndrecht, met name in het huis van Ludovicus dat daar is gevestigd. Het verhaal begint er omdat ze vanuit Rotterdam heen gaan, maar het verhaal eindigt er waarschijnlijk ook omdat Ludovicus Patricia en Puck heeft opgehaald met zijn zwarte auto.

 

Tijd

Het verhaal begint rond 1975, dit staat namelijk boven aan het boek als titel, en eindigt rond 1984. De vertelde tijd is dus ongeveer negen jaar. Het verhaal wordt chronologisch verteld ook al worden er soms een aantal jaren overgeslagen.

 

Einde

Het verhaal heeft een open einde, Puck en haar moeder worden door Ludovicus opgehaald met de auto. Je weet dat ze opgehaald worden, maar wat er voor de rest gebeurt weet je niet en daar moet je zelf een invulling aan geven.

 

Titel

De titel suggereert naar het liedje van Wim Sonneveld, het lievelingsliedje van de moeder van Puck. Daarnaast heet het lieveling omdat Puck de lieveling van Ludovicus is.

 

Eigen mening

Ondanks het heftige thema heb ik het boek goed kunnen lezen. Voor mij was het alleen niet duidelijk dat Ludovicus een pedofiel was. Dit drong pas na een tijdje bij mij binnen. Toen ik dit eenmaal doorhad, had ik het wel te doen met Puck. Ze denkt dan ook dat dit heel normaal is en daardoor ben ik wel echt gaan realiseren hoe groot de rol is van een verzorger/ouder. En hoeveel impact op iemands leven heeft wanneer deze rol niet goed vervuld word.

 

Auteur

Kim van Kooten is geboren op 26 januari 1974 in Purmerend. Ze is de dochter van Kees van Kooten. Kim is niet alleen schrijfster maar ook actrice en scenarioschrijfster. Zo heeft ze gespeeld in Jezus is een Palestijn. Voor Lieveling heeft ze nog een ander boek geschreven namelijk: Pom ti dom.

 

Dorst - Esther Gerritsen - 2012 - ⭐️⭐️⭐️

Dorst

 

Op een ochtend komt Coco haar moeder onverwacht tegen. Het is zo onverwacht omdat ze elkaar zelden zien. Dan vertelt Elizabeth haar het nieuws: ze heeft kanker en is uitbehandeld. Ze heeft het midden op straat gezegd, wat misschien niet de beste plek is om zo’n groot nieuws te vertellen. Als ze later naar huis gaat vertelt ze dit gelijk tegen haar vriend, Hans. Hij reageert er niet al te goed op en is het niet eens met de manier waarop Elizabeth het tegen Coco verteld heeft. Hierna krijg je een flashback over hoe Hans en Coco elkaar ontmoet hebben: in de wasserette.

 

Later die week hadden Coco en Hans een etentje met haar vader en Mirjam. Ze aten Chinees. Coco verteld tijdens dit etentje wat er met haar moeder aan de hand is. Ze neemt het steeds voor haar moeder op. Wilbert (haar vader) en Mirjam daarentegen vinden dat haar moeder onverantwoordelijk is. Dat vinden ze bijvoorbeeld omdat Elizabeth Coco wel eens had opgesloten in haar kamer omdat veel schreeuwde. Tijdens het etentje maakte Coco een grap over het in komen wonen bij haar moeder. Omdat er zo negatief op gereageerd werd, ging ze juist bij haar moeder inwonen.

 

Coco gaat dus bij haar moeder wonen en haar verzorgen, dit vindt Elizabeth niet zo fijn. Ze zegt namelijk dat ze buikkrampen kreeg. Dat was iets dat ze vroeger ook had toen Coco nog een kind was. Hans is het eigenlijk ook niet mee eens. Maar omdat hij nu bezig is met de scheiding van zijn vorige vrouw laat hij het toch gebeuren. Het samenwonen gaat niet zonder slag of stoot. Elizabeth en Coco zijn het niet gewend om samen te zijn.

 

Hans komt op bezoek. Elizabeth kan goed met hem praten, dat heeft ze wel vaker met vreemden. Met naasten zoals Coco gaat dat wat moeizamer. Na dit gesprek gaan Coco en Hans naar haar kamer toe. Hans was eigenlijk van plan om hun relatie te verbreken maar dit liep uiteindelijk uit tot wat anders.

 

Wanneer Wilbert en Mirjam komen om het bed te plaatsen dat Martin gebracht had. Bedenkt Coco een soort oppasschema. Elizabeth vindt het schema wat minder, ze vindt het namelijk niet fijn dat ze nooit alleen is. Door dit rooster heeft Coco ook wat meer vrijheid. Ze kan nu namelijk ook uit gaan zonder dat ze zich zorgen hoeft te maken over haar moeder. Uiteindelijk is het verblijf standaard, Hans wilde namelijk een Time-out van de relatie en dus blijft Coco bij haar moeder. Martin (Elizabeth’s baas) helpt haar met de verhuizing.

Elizabeth gaat naar haar werk toe om afscheid te nemen. Dit ging alleen niet goed, dus bracht Martin haar naar huis en belde hij naar Coco en vertelde haar dar ze naar huis moest komen. De huisarts kwam en vertelde dat ze haar medicijnen geminderd had.

 

Hans heeft inmiddels een soort van relatie met Laura. Coco ging naar hem toe maar wilde het niet over hun relatie hebben. Daarna ging ze naar de kroeg om een aantal mannen uit te zoeken die ze dan mee naar huis zou kunnen nemen.

 

Toen iedereen weg was had Elizabeth Coco opgesloten op haar kamer. Wat dan weer verwijst naar wat ze deed toen Coco nog klein was. De kapper heeft Coco uiteindelijk bevrijd. Als ze de kamer binnenlopen zien ze dat Elizabeth dood is. Coco belt hierna Hans en de dokter. De dokter stelt het overlijden officieel vast en daarna gaan ze beiden weer weg.

 

Het boek eindigt wanneer Coco weer door het serreraam wil springen. Ze heeft dit namelijk al eerder gedaan toen ze vijf jaar was. Daar heeft ze ook al haar littekens aan te danken.

 

 

 

Thema

Moeder-dochter relaties

Het thema van het verhaal zou Moeder-docherrelatie kunnen zijn. De relatie tussen Coco en Elizabeth loopt namelijk erg stroef. Daarbij heeft hun relatie veel effect gehad op levens van beide personen

 

Motieven

Communicatie zou een motief in het verhaal kunnen zijn. Met name het gebrek aan communicatie tussen Elizabeth en Coco.

 

Personages

 

Elizabeth

Elizabeth heeft kanker en is uitbehandeld, dit verteld ze aan haar dochter Coco.  Zij hebben weinig contact met elkaar. Ze heeft een baan als lijstenmaker. Ook is ze het liefst en had daarom de wens om alleen te sterven. Sommige mensen hebben de gedachte dat ze autistisch is of op z’n minst Asperger heeft, maar dat is nooit vastgesteld in het boek.

 

Coco:

 

Coco is een vrouw van 23. Ze heeft niet veel gemeen met haar moeder maar maakt uiteindelijk de keuze om bij haar in te trekken en haar te verzorgen. Ze had een relatie met Hans alleen dat was niet echt soepel verlopen. Daarbij is ze tot twee keer toe door het serreraam gesprongen

 

Bijpersonages

 

Wilbert

Wilbert is de vader van Coco en de ex-man van Elizabeth. Hij heeft nu een nieuwe vriendin Mirjam. Vroeger dronk hij veel, maar door Mirjam is hij gestopt. Wilbert heeft niet echt contact met Elizabeth maar wanneer het slecht met haar gaat is hij er wel voor haar.

 

Hans

Hans is de vriend van Coco. Toen Coco hem in de wasserette ontmoette was hij pas gescheiden. Hij wil de relatie met Coco steeds verbreken maar het lukt Coco steeds om hem weer te verleiden

 

Perspectief

Er is sprake van een personaal perspectief. Het verhaal wordt door twee personen verteld: door Coco en Elizabeth.

 

Ruimte

Het verhaal speelt zich af in Amsterdam. Op verschillende plekken maar voornamelijk in het huis van Elizabeth. De plek is niet per se van belang. Het verhaal zou namelijk heel ergens af worden gespeeld en geen effect hebben op het verhaal want het gaat vooral over e relatie tussen de personages.

Einde

 

Tijd

Het verhaal word op een chronologische volgorde verteld. Ook zijn er sprake van een aantal flashbacks naar het verleden. De vertelde tijd is ongeveer een maand

 

Titel

De verklaring voor de titel is denk ik de dorst naar de waarheid over wat er allemaal in haar jeugd gebeurd is. De dorst om te weten wat er écht gebeurd is.

 

Eigen mening

Ik vond het boek een leuk boek. Het is wel een wat ander thema dan dat ik normaal lees. Maar blijkbaar zijn er dus heel veel boeken in de Nederlandse literatuur die over moeder-dochterrelaties gaan. Die ga ik ook nog even bekijken. Wat ik wel wat minder aan het boek vond ik dat het boek een beetje langdradig werd in het midden van het boek, maar hoe verder ik bij het einde kwam hoe spannender het werd! Het boek liep voor mijn gevoel alleen niet heel vloeiend wat het wel wat lastig maakte om het te lezen. De verhaallijn sprak mij wel erg aan maar de schrijfstijl vond ik wat minder.

 

Auteur

Esther Gerritsen werd in 1972 geboren in Nijmegen. Ze groeide vanaf haar zesde jaar verder op in Gendt, een dorpje aan de Waal. Op haar achttiende ging ze op kamers wonen, eerst in Nijmegen, later in Utrecht. Omdat ze actrice wilde worden, ging ze in 1991 naar de theateropleiding van de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht (de HKU). Ze vond die opleiding echter veel te 'fysiek', stapte na een jaar over op de nieuwe studierichting Dramaschrijven en literaire vorming en studeerde in 1996 af.
Gerritsen debuteerde als schrijfster met vier verhalen in het tijdschrift Zoetermeer en publiceerde onder andere in de Volkskrant columns, verhalen en artikelen.

Twee keer won ze de Nederlands-Duitse Jeugdtheaterprijs (in 1999 en 2008) en verder onder meer de Halewijn-literatuurprijs 2004 van de stad Roermond en de Dif/BNG-prijs voor proza 2005

Het Gouden Ei - Tim Krabbé - 1984 - ⭐️⭐️

Het gouden ei

 

Samenvatting

 

Rex Hofman en Saskia Ehlvest, met vakantie op weg naar het zuiden, stoppen ergens in Frankrijk aan een Total-benzinestation. Terwijl Rex tankt, loopt Saskia naar binnen voor wat blikjes frisdrank. Rex wacht vruchteloos op haar terugkomst: Saskia lijkt van de aardbodem verdwenen.

Ramond Lemorne was altijd al een wat vreemde jongen. Reeds in zijn jeugd was hij ervan overtuigd dat een gedachte eigenlijk onvermijdelijk de daad inhield en dat een daad onvermijdelijk is, wanneer je er eenmaal aan gedacht hebt. Als man van middelbare leeftijd, gelukkig getrouwd met twee kinderen en de perfecte middenklasser, heeft hij plotseling de gedachte of hij in staat zou zijn een misdaad te plegen. Hij verbouwt zijn vakantiehuisje en vanuit die basis gaat hij experimenteren en repeteren. Elk onderdeel van de moord op een voor hem nog onbekend slachtoffer, elk detail van zijn idee, werkt hij minutieus uit. Als hij klaar is, ontmoet hij Saskia.

Acht jaar na de feiten houdt Rex nogmaals een advertentiecampagne in de Franse kranten. Lemorne komt er op af; hij doet Rex het voorstel om het mysterie op te lossen door hem hetzelfde te laten ondergaan, met een gewisse dood als gevolg. Rex stemt toe en na het drinken van een slaapmiddel bij het bewuste benzinestation, wordt hij wakker in een doodskist. Hij is levend begraven.

 

Thema

De liefde tussen Saskia en Rex

 

Motieven

Raadsels: de raadselachtige dood van Saskia

Droom: de droom over het gouden ei

 

Personages

Rex

 

Rex is een erg tragische figuur: hij koestert een grote liefde voor Saskia, maar kan die niet altijd goed uiten. Pas na haar verdwijning wordt, door de mate waarin hij haar mist, duidelijk hoezeer ze verbonden waren. Zijn tragiek ligt niet alleen in het feit dat hij Saskia verliest, maar vooral dat hij de oplossing van het raadsel pas krijgt door er met zijn leven voor te betalen. Vreemd – maar door de opbouw van het verhaal erg overtuigend (en bovendien heel romantisch) – is dat hij niet twijfelt aan Lemornes voorstel: het raadsel heeft tenslotte acht jaar lang zijn leven beheerst.

 

Lemorne

Lemorne is eigenlijk het interessantste personage. Hij is uiteraard licht krankzinnig, maar het lugubere zit juist in het feit dat hij zo niet overkomt. Hij is de brave huisvader, de intelligente leraar met – als wetenschapper – een grote drang naar experiment. Meer dan eens krijg je ook het gevoel (wat hij zelf ook heeft) dat de dingen buiten hem om gebeuren: 'Hoe kreeg de man wiens voorbereidingen hij stap voor stap naspeelde zijn slachtoffer in het huisje?' (p. 54). Een erg gevaarlijke situatie, omdat dat gelijk staat aan het ontkennen van eigen verantwoordelijkheid en hem letterlijk gewetenloos maakt. Lemorne schakelt zijn geweten uit. Dat contrasteert met Rex, die in het begin van het verhaal foute gedachten heeft over Saskia, maar ze weet te verdringen als zijn geweten in opstand komt. Rex reageert zoals de gemiddelde mens: hij laat zijn geweten toe om zijn taak te volbrengen en handelt daarnaar. Lemorne heeft die controle uitgeschakeld.

 

 

Perspectief

Het perspectief is een meervoudig personaal perspectief. Het verhaal wordt namelijk vanuit drie personages verteld: Rex, Raymond en Lieneke.

 

Ruimte

Wat de ruimte betreft, is het Total-benzinestation het belangrijkste element. Daar verdwijnt Saskia en daar moet Rex naartoe om het raadsel op te lossen; een regelrechte cirkelbeweging dus. Die wordt geëxpliciteerd door een parallel: de tweede rit van Rex – met Lemorne – naar Frankrijk waarbij sommige aspecten terugverwijzen naar die eerste rit, bijvoorbeeld de muntjes die Saskia en hij hadden begraven.
De plaatsen die Lemorne aandoet verdienen ook aandacht. Er is een scherp contrast tussen zijn gezinsleven – in zijn gewoon huis – en zijn plannen en daden in het buitenhuisje. Dat huisje verwordt van icoon van lieflijkheid tot een oord van griezeldaden.

 

Tijd

De gebeurtenissen spelen zich gespreid over een periode van verscheidene jaren af. Saskia's verdwijning is omgerekend ergens gesitueerd in het midden van de jaren zeventig van de vorige eeuw, de moord op Rex acht jaar later. In het hoofdstuk dat aan Lemorne is gewijd, is het tijdsverloop iets grilliger: in een lange flashback gaat het verhaal terug tot 1950, toen hij 16 jaar was, blijft even hangen in 1971, om dan vanaf 1974 systematisch zijn plannen te volgen die hij enkele jaren later (een dag vroeger of later dan 29 juli 1975) kan concretiseren in de moord op Saskia. Dat is dus een erg elliptische tijdsbeleving, die zorgt voor een behoorlijke vaart in het verhaal, waarbij nog eens versneld wordt – als een onomkeerbare vaart van het noodlot – in de passages van de twee misdaden.

 

 

Einde

 

Titel

Het gouden ei refereert aan een droom die Saskia had in haar jeugd: 'Toen ze klein was had ze eens gedroomd dat ze opgesloten zat in een gouden ei dat door het heelal vloog. Alles was zwart, er waren niet eens sterren, ze zou er altijd in moeten zitten, en ze kon niet doodgaan. Er was maar één hoop. Er vloog nog zo'n gouden ei door de ruimte, als ze tegen elkaar botsten zouden ze allebei vernietigd zijn, dan was het afgelopen. Maar het heelal was zo groot!'.
De twee gouden eieren zijn echter ook symbool voor de relatie tussen Rex en Saskia; ze pesten elkaar namelijk veel en hebben soms een heuse haat-liefdeverhouding. Toch zitten ze daar niet erg mee, misschien gaan ze er wel vanuit dat dat erbij hoort: 'Dat kinderachtige geruzie, daarin uitte zich juist hun verbondenheid, ze gaven zich er aan over om te voelen hoeveel ze van elkaar hielden...'

 

 

Eigen mening

Het boek was goed te volgen door het makkelijke taalgebruik. Hierdoor was het ook makkelijker om me in te leven in de personages

 

Auteur  

Tim Krabbé werd geboren in 1943. Hij schrijft over o.a. schaken en wielrennen: twee sporten die hij zelf ook fanatiek beoefend heeft. Hij bracht zijn eerste boek uit in 1967. Dit was de psychologische thriller De werkelijke moord op Kitty. De meeste critici hadden wel wat aan te merken op het gouden ei, maar over het algemeen werd het boek toch als een groot succes beschouwd

 

Bron: 

https://scholen.uittrekselbank.nbdbiblion.nl/detail/360654/het-gouden-ei

Eindopdracht havo 4

Wat mij opvalt aan mijn gelezen boeken is dat ook al ik niveau 3 moeilijk vond ik toch boeken koos uit niveau 3 omdat ik het boek interessant vond. Dit moet ik de volgende keer anders doen want op deze manier maak ik het alleen maar moeilijker voor mezelf.

 

Ik ga mijn boeken volgend jaar kiezen op basis van mijn interesses, maar dan ga ik ook kijken of dat het bij mijn niveau past. Ik wil graag nog een literaire thriller gaan lezen want dat heb ik deze keer niet kunnen doen. Een boeken die goed bij mij passen zijn boeken met een makkelijke tijdsvolgorde en waarbij niet al te veel moeilijke woorden in worden gebruikt. Verder vind ik alle genres wel interessant want er is altijd wel iets wat je ervan kun leren

Eindopdracht havo 5

Visie op literatuur

Je hebt 10 boeken gelezen. In de les heb je geleerd wat literatuur is en wat niet. Ook heb je gemerkt dat er binnen de literatuur nog veel verschillen zijn. En dat er verschillend gedacht wordt over wat literatuur is.

In de volgende link vind je een proef: je onderzoekt wie of wat bepaalt wat literatuur is. Maak deze proef: https://litlab.nl/proef/literaire-kwaliteit/.

Wanneer je klaar bent met het maken van deze proef voeg je je antwoorden hier toe. Vervolgens beantwoord je de volgende vragen.

Wat is volgens jou literatuur? Wanneer mag je een boek literair noemen volgens jou?

Essay

Schrijf een essay van 500 woorden waarin je een van de volgende stellingen onderbouwt of weerlegt. Maak gebruik van de termen ‘literair veld’, ‘poortwachter’, en symbolisch kapitaal.

 

Het is onmogelijk om objectieve maatstaven te vinden voor de beoordeling van literaire teksten (bijvoorbeeld van recensenten) en dat moeten we dan ook niet willen.

 

 

Het is onmogelijk om objectieve maatstaven te vinden voor de beoordeling van literaire teksten (bijvoorbeeld van recensenten) en dat moeten we dan ook niet willen. Het feit dat een boek literair is, word gebaseerd op een persoonlijke voorkeur. De een vind de sfeerbeschrijvingen binnen het boek een belangrijk onderdeel van literatuur, terwijl de ander vindt dat de thema’s die in het boek voorkomen een boek literair maken. Het is dus een keuze op smaak en daar zou geen maatstaaf voor nodig moeten zijn, iedereen moet kunnen lezen wat hij/zij leuk vind.

 

De maatstaven zijn dan wel een goede richtlijn om te kunnen beoordelen of een boek literair is, maar dit wordt dan vooral gebaseerd op de meningen van poortwachters oftewel uitgevers of recensenten. Maar binnen het literair veld moet er ook nagedacht worden over de meningen van anderen binnen dit veld, niet alleen de meningen van de ‘grote spelers’. Denk bijvoorbeeld aan scholieren op de Havo en het VWO die deze boeken vooral moeten lezen krijgen hier dan ook bijna geen inspraak in. Ik vind het belangrijk dat scholieren boeken mogen lezen over hun interesses en niet persé over schrijvers met een bepaald symbolisch kapitaal. Wanneer jongeren over hun interesses mogen lezen wordt hun voorkennis ook geactiveerd en maakt het het inlevingsvermogen van de jongeren ook beter.

 

Het is beter om ook boeken buiten de lijst te lezen omdat het de inwoners van Nederland niet afspiegelt. Nederland is een multicultureel land en zou daarom ook boeken van buitenlandse schrijvers moeten toestaan in de lijst. Hierdoor worden ook andere perspectieven gezien die de Nederlandse schrijfcultuur misschien niet eens kent. Daardoor wordt horizon aan onderwerpen verbreed. Als de inwoners van Nederland niet eens allemaal Nederlands zijn, waarom zouden de boeken dit dan wel moeten zijn?!

 

Daarentegen is het ook goed dat jongeren een lijst met boeken krijgen die ze moeten lezen. Zo lezen ze bijvoorbeeld boeken die ze normaal nooit zouden lezen. Dit heb ik zelf ook ervaren tijdens het maken van mijn leeslogboek. Hiermee wordt de woordenschat van jongeren verbeterd. Denk bijvoorbeeld aan het feit dat wanneer jongeren boeken lezen uit een andere tijdsperiode de schrijfstijl heel anders is. Hierdoor wordt er kennisgemaakt met verschillende woorden en schrijfstijlen. Dat is ook handig wanneer je je eindexamen moet maken, want hoe breder je woordenschat des te beter je een tekst kan begrijpen.

 

Verder denk ik ook dat het belangrijk is om de lijst te behouden omdat we boeken moeten lezen van Nederlandse auteurs. Wat de Nederlandse geschiedenis goed weerspiegelt. Daarbij is het ook goed om te kunnen zien hoe de schrijfstijl door de jaren heen is veranderd. Hierdoor kun je een betere blik krijgen op het feit dat een historische gebeurtenis invloed kan hebben gehad op de schrijfstijl van mensen. Denk bijvoorbeeld aan de renaissance of de tweede wereldoorlog, dit zijn grote veranderingen die op de een of andere manier invloed moeten hebben gehad op de schrijfstijl van de schrijvers uit die tijden.

Literatuur

Wat is volgens jou literatuur?

In de les hebben we geleerd dat een boek literair is als het je een andere kijk op de wereld doet geven. Daar kan ik me wel bij aansluiten. Als een boek op jouw leven een grote impact heeft gemaakt dan maakt het niet uit hoe goed of slecht het boek is. Het gaat erom dat een boek een verschil in jouw leven maakt. Dus ik vind dat literatuur een impact op je moet geven, voor iedereen is literatuur dan anders maar het effect van literatuur is voor iedereen hetzelfde.

 

Wanneer mag je een boek literair noemen volgens jou?

Een boek is voor mij een literair boek als het minimaal aan de volgende eisen bevat:

 

Het taalgebruik: sfeerbeschrijvingen zijn voor mij echt een kenmerk voor literatuur. Doordat de sfeerbeschrijvingen zo ruim zijn beschreven kom je als het ware in het leven van het boek. Des te beter de sfeerbeschrijving is, des te makkelijker het lezen voor mij gaat.

Verder vind ik het belangrijk dat er verschillend taalgebruik is, maar het moet niet te intellectueel zijn want meestal haak ik dan op de een of andere manier af.

 

Onvoorspelbaarheid: Ik vind het belangrijk dat een boek niet voorspelbaar is, je leest een boek om het helemaal uit te lezen en niet om al binnen één hoofdstuk erachter te komen hoe het verhaal gaat aflopen.

 

Personages: De personages moeten ruim beschreven zijn en ik moet echt de gedachtegang van de personage weten. Hierdoor kan ik in de huid van de personage kruipen en snap ik ook waarom het personage bepaalde dingen doet.

 

Natuurlijk is dit voor iedereen anders en zijn literaire boeken niet per sé mijn ding maar als het alleen aan deze eisen zou moeten voldoen zou het voor mij al een literair boek zijn.

 

  • Het arrangement Leeslogboek havo 4 - 2019/2020 - Daphne van der Doelen is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Daphne van der Doelen Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2021-03-05 22:48:52
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Leerniveau
    HAVO 4;
    Leerinhoud en doelen
    Nederlands; Literatuur;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    40 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    havo4, havo5, leeslogboek, literatuur, nederlands

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    van der Ven, Jolanda. (z.d.).

    Leeslogboek havo 4 - 2019/2020

    https://maken.wikiwijs.nl/145170/Leeslogboek_havo_4___2019_2020

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.