Algemeen
Planning schooljaar 2019 - 2020
In havo 4 ga je 6 boeken lezen. Bij elk boek update je het leeslogboek
Hieronder vind je een schema met deadlines. Wanneer je dit schema volgt, weet je zeker dat je tijd genoeg hebt om alle boeken te lezen en je leeslogboek tijdig bij te werken. Je docent zal aangeven wanneer zij de leeslogboeken bekijkt. Op deze momenten kun je feedback ontvangen over de gelezen boeken en over de inhoud van je leeslogboek.
Leeslogboek starten zorg dat je leeslogboek uiterlijk vrijdag 31 augustus gemaakt is
Boek 1 periode 1 - week 39 - 23 tm 29 september
Boek 2 periode 2 - week 46 - 11 tm 17 november
Boek 3 periode 2 - week 3 - 13 tm 19 januari
Boek 4 periode 3 - week 8 - 17 tm 23 februari
Boek 5 periode 3 - week 14 - 30 maart tm 5 april
Boek 6 periode 4 - week 20 - 11 tm 17 mei
Leeslogboek compleet periode 4 - week 25 - 19 juni
Voorwaarden boekkeuzes
In havo 4 lees je 6 boeken. Geef altijd aan je docent door welk boek je gaat lezen. Op deze manier kan de docent
tijdig adviseren om eventueel een ander boek te kiezen.
De boeken op je leeslijst moeten aan een aantal eisen voldoen:
- De boeken moeten oorspronkelijk in de Nederlandse taal zijn geschreven. Dus geen vertaalde werken.
- Je leeslijst mag 1 literaire thriller bevatten.
- Er moet een ontwikkeling zichtbaar zijn in het niveau van de boeken die je leest.
Gebruik hiervoor https://15-18.jeugdbibliotheek.nl/lezen/lezen-voor-de-lijst.html
Lezen voor de lijst
Op de website Lezen voor de lijst vind je 6 verschillende leesniveaus (https://15-18.jeugdbibliotheek.nl/lezen/lezen-voor-de-lijst/de-niveaus.html) Probeer te bepalen welk niveau bij de start van havo 4 het beste bij jou past. Probeer om in havo 4 in elk geval één boek van een hoger niveau te lezen. Bij het mondeling in havo 5 komt de ontwikkeling ook ter sprake. Wil je een boek lezen dat je niet terug kunt vinden op Lezen voor de lijst? Overleg dan met je docent over het niveau van het boek.
Instructie leeslogboek
Hoe ziet je leeslogboek eruit?
Je leest in havo 4 in totaal zes boeken. Bij elk boek moet je je leeslogboek updaten. Maak de opdracht in Wikiwijs en niet via een bestand als bijlage!
Bij elk gelezen boek moet er een reflectie terug te vinden zijn in je leeslogboek. Hiervoor moet je de volgende stappen doorlopen:
1. Zorg er eerst voor dat je een eigen leeslogboek aanmaakt. De instructie die je stap voor stap uitlegt hoe dit moet, vind je in de studiewijzer.
2. De gemaakte opdrachten moeten direct zichtbaar zijn. Dat betekent dat je de teksten typt in Wikiwijs of kopieert vaunit Word. Je mag geen Worddocument toevoegen als bijlage!
3. Geef op het tabblad 'boekenoverzicht' een volledig overzicht van de gelezen boeken. Zo kun je in één oogopslag zien welke boeken je gelezen hebt. Noteer van elk boek: de titel, de auteur, het niveau van het boek en het aantal sterren dat je het boek zou geven. Hierbij geldt dat 5 sterren maximaal is. Houd dit overzicht up-to-date!
2. Voor elk boek maak je vervolgens een verwerkingsopdracht bij het gelezen boek. De opdrachten waar je uit kunt kiezen, vind je bij het tabblad 'opdrachten'.
3. Aan het begin en aan het einde van het schooljaar maak je de startopdracht en de eindopdracht.
Tussentijdse 'beoordeling'
Wanneer je docent tussentijds je leeslogboek bekijkt, zal hij/zij letten op de volgende aspecten:
- Kwaliteit: heb je de juiste opdrachten gekozen die passen bij jouw visie op het gelezen boek? Heb je ook niet altijd de makkelijkste weg gekozen?
- Ontwikkeling: is er in de gelezen boeken een ontwikkeling in niveau waar te nemen? Zoek je uitdaging en ontwikkeling in de boeken die je leest?
- Volledigheid: geeft je opdracht een volledig beeld van jouw visie op het gelezen boek?
- Taalgebruik: heb je niet te veel spel- en taalfouten gemaakt?
Je krijgt feedback van je docente zodat je eventueel de gemaakte opdrachten kunt aanpassen. Natuurlijk kun je de feedback altijd gebruiken bij de komende opdrachten.
Een Wikiwijspagina maken
Je gaat je leeslogboek maken in je eigen Wikiwijspagina. Je hebt hiervoor deze Wikiwijspagina nodig. Deze ga je kopiëren naar je eigen Wikiwijsaccount. Daar kun je de pagina wijzigen door steeds je eigen verwerkingsopdrachten toe te voegen.
Hoe je deze Wikiwijspagina naar je eigen account kunt kopiëren, vind je hier
Verwerkingsopdrachten
In je leeslogboek is het van belang dat je bij elk gelezen boek vooral aangeeft wat je ervan vond en waarom. Je kunt hierbij kiezen uit een aantal vaste opdrachten of je maakt een eigen verslag waarin de voor jou belangrijkste informatie is opgenomen.
Neem bij elk boek sowieso op: titel - auteur
Op deze manier is het voor jouzelf en voor je docent direct duidelijk over welk boek het verslag gaat.
Je mag bij elk boek kiezen uit onderstaande verwerkingsopdrachten:
Standaardverslag
Het standaardverslag bestaat uit de volgende onderdelen:
- samenvatting van het boek
- overzichtelijke analyse met de belangrijkste elementen uit de verhaalanalyse
- informatie over de schrijver
- je eigen mening over het gelezen boek
Bij deze opdracht geldt dat je alle informatie (met uitzondering van je eigen mening) letterlijk van internet mag overnemen. Vermeld in dat geval bij elk onderdeel de gebruikte bron. Wees kritisch in de bronnen die je gebruikt. Jij bent verantwoordelijk voor de kwaliteit van de verwerkingsopdracht.
Recensieopdracht
Schrijf een recensie waarin je elementen uit de samenvatting, de analyse, de schrijversinformatie en je eigen mening combineert. Let hierbij op het volgende:
- Je schrijft de recensie voor iemand die het boek niet gelezen heeft. Laat de lezer van de recensie dus eerst kennismaken met het boek. Vertel kort waar het over gaat / neem een stukje uit het boek letterlijk over. Maak de lezer nieuwsgierig naar het verhaal
- Vertel in de kern meer over de analyse en de schrijver. Combineer deze informatie met je eigen mening. Leg dus steeds uit wat jij ergens van vindt.
- In het slot geef je je eindoordeel. Je vertelt wat je uiteindelijk ‘over-all’ van het boek vond. Je geeft een tip aan mogelijke lezers of reageert op de verwachting die je had voordat je ging lezen.
- Je recensie krijgt een passende en pakkende titel. Dat kan een quote zijn uit het boek, het mag al iets zeggen over je eindoordeel. Als het maar origineel is en de aandacht trekt.
- Markeer in je recensie de zinnen / zinsdelen waarin je je eigen mening verwoordt.
Opdracht van Lezen voor de Lijst
Maak de opdrachten die op de site www.lezenvoordelijst.nl horen bij jouw boek. Als er bij jouw boek opdrachten horen op verschillende niveaus, kies dan de opdracht die het beste bij jou past. Neem bij de uitwerking van de opdracht telkens de opdracht over en het bijbehorende antwoord. Geef tot slot kort aan waarom je voor deze opdracht gekozen hebt.
Juryrapport
Je doet alsof het boek dat je hebt gelezen is ingezonden voor een landelijke boekenwedstrijd. Bij deze wedstrijd ben je als jurylid op zoek naar het beste Nederlandstalige boek. Om dit beste boek te kunnen kiezen, moet je eerst bepalen aan welke eisen het moet voldoen. 2 eisen zijn al bekend, namelijk: - het boek moet een verrassend einde hebben EN - de titel moet perfect de strekking van het verhaal weergeven.
Wat ga jij als jurylid op papier zetten:
- Je vult de gegeven eisen aan met 3 eigen eisen waarvan jij vindt dat het beste boek daaraan moet voldoen. Geef ook een korte motivatie / verantwoording bij elke eis: waarom vind je deze eis belangrijk?
- Uiteindelijk heb je een lijst van 5 eisen verzameld die je nu moet gaan koppelen aan het gelezen boek. Dit doe je door bij elke eis een omschrijving te geven van jouw boek. Dus bijvoorbeeld: heeft het boek een verrassend einde? Waarom wel of waarom niet? De antwoorden hoeven niet altijd positief te zijn.
- De laatste stap is bepalen of jouw boek het beste Nederlandstalige boek is. Dit doe je door een conclusie te schrijven bij de 5 eisen. Je geeft een korte samenvatting van jouw bevindingen en komt tot een eindoordeel. Dit eindoordeel hoeft niet altijd positief te zijn!
Brief van de uitgever
Bij deze opdracht kruip je in de huid van de uitgever. Je doet je alsof het boek dat je gelezen hebt, nog niet is uitgegeven.
Stel je voor: je werkt bij een uitgeverij. De schrijver van jouw boek komt binnen met zijn verhaal en vraagt of jij het werk wilt uitgeven. Je bent best enthousiast, maar je ziet nog wel ruimte voor verbeteringen. Je besluit om jouw reactie op papier te zetten en naar de schrijver te sturen.
De opdracht:
- Schrijf een brief aan de schrijver. Je begint natuurlijk met een korte inleiding.
- Vervolgens geef je jouw persoonlijke oordeel over het boek. Het is jouw oordeel, dat betekent dat het zowel positief als negatief kan zijn.
- Daarna ga je aangeven waarom je op dit moment het boek nog niet wilt uitgeven. Je geeft 3 elementen waarvan je vindt dat deze aangepast moeten worden en waarom. Denk bij elementen aan de theorie van verhaalanlyse.
- Als je hebt aangegeven wat je aangepast wilt hebben en waarom, ga je de schrijver advies geven in hoe hij/zij het moet aanpassen. Je hebt hier als uitgever natuurlijk een visie in. Dus: wat zou de schrijver moeten doen om ervoor te zorgen dat je het boek wel uitgeeft.
- Je rondt de brief netjes af.
Brief aan de uitgeverij
Stel je voor: het werk dat je gelezen hebt, heb je zelf geschreven. Je blijkt over bijzonder schrijftalent te beschikken. Het verhaal is nog niet gepubliceerd, maar je wilt graag dat een uitgeverij het uit gaat geven. Je besluit een uitgeverij te schrijven om je verhaal te promoten!
- Je schrijft een brief aan een uitgeverij. Ga eerst eens op zoek naar bestaande uitgeverijen en kies een geschikte uit voor jouw boek.
- Je introduceert jezelf als schrijver en je vertet kort waarom je deze brief schrijft.
- In de kern introduceer je het verhaal. Je geeft informatie over de titel, het thema, het plot en het perspectief.
- Je legt uit voor welk publiek jouw boek geschikt is. Koppel dit aan de niveaus van Lezen voor de Lijst en leg uit waarom dit het geschikte publiek is.
- Rond je brief netjes af.
Beoordeling
Algemeen
In havo 4 ben je verantwoordelijk voor het eerste deel van je leeslogboek. Aan het einde van het schooljaar moeten er 6 boeken terug te vinden zijn in je logboek. Je docent zal tussentijds aangeven wanneer zij de leeslogboeken bekijkt. In havo 5 vul je het leeslogboek aan met nog 4 boeken. Aan het einde van havo 5 vindt tot slot het mondeling plaats over de 10 gelezen boeken. Voor dit mondeling krijg je een cijfer. Het leeslogboek dat je in havo 4 hebt opgebouwd wordt beoordeeld met een cijfer. Dit cijfer is onderdeel van het PTA van Nederlands.
Tussentijdse 'beoordeling'
Wanneer je docent tussentijds je leeslogboek bekijkt, zal ze letten op de volgende aspecten:
- Kwaliteit: heb je de juiste opdrachten gekozen die passen bij jouw visie op het gelezen boek? Heb je ook niet altijd de makkelijkste weg gekozen?
- Ontwikkeling: is er in de gelezen boeken een ontwikkeling in niveau waar te nemen? Zoek je uitdaging en ontwikkeling in de boeken die je leest?
- Volledigheid: geeft je opdracht een volledig beeld van jouw visie op het gelezen boek?
- Taalgebruik: heb je niet te veel spel- en taalfouten gemaakt?
Je krijgt feedback van je docente zodat je eventueel de gemaakte opdrachten kunt aanpassen. Natuurlijk kun je de feedback altijd gebruiken bij de komende opdrachten.
Startopdracht
Wat is je startpositie?
Het is natuurlijk niet zo dat je pas in havo 4 begint met lezen. Jullie hebben allemaal al eerder boeken gelezen. De één misschien wat meer boeken dan de ander. De één leest alleen, omdat het moet, terwijl de ander ook voor zijn of haar ontspanning leest.
Eén van de doelen die we in havo 4 en 5 met lezen hebben, is dat je je ontwikkelt op het gebied van literatuur. Je gaat nog beter ontdekken welk type boek past bij jou en waarom. Aan het einde van havo 5 moet je een beargumenteerde mening kunnen geven over jouw gelezen boeken.
We hebben dus een doel in havo 5, maar om een doel te hebben, moet je ook weten waar je gestart bent. Daarom de volgende opdracht voor jullie:
1. Denk eens terug aan de boeken die je de afgelopen jaren gelezen hebt. Denk je dat dit literatuur of lectuur is? Wat is eigenlijk het verschil tussen literatuur en lectuur? Kies één van de boeken uit die je recentelijk gelezen hebt. Welk boek kies je en waarom? Raad je mensen dit boek aan of juist niet? En waarom?
Beantwoord de vorige vragen en maak van je antwoorden een mooie tekst.
2. In de les maak je een opdracht die gaat over welk type lezer je bent. Wat voor type ben jij?
Verwerk de uitkomst van deze opdracht ook in je tekst.
Plan
Lees de tekst die je bij de startopdracht hebt gemaakt, nog eens goed door. Beantwoord de volgende vragen.
1. Welk soort boeken wil je gaan lezen dit jaar? Waaraan moet een leuk boek vooor jou voldoen?
2. Ga naar https://15-18.jeugdbibliotheek.nl/lezen/lezen-voor-de-lijst.html en bekijk welke titel je aanspreken. Maak hieronder een overzicht van de boeken die je wel aardig lijken om te lezen.
3. Je moet 6 boeken lezen en het is verstandig je aan de planning van de docent te houden. Hoe ga je er voor zorgen dat je dit jaar op schema blijft?
Boeken
Boekenoverzicht
- Havo 4 -
Boek 1: Passievrucht - Karel Glastra van Loon - 1999 - 4 sterren
Boek 2: Meisje van glas - Frank Gunning - 2014 - 3 sterren
Boek 3: Hersenschimmen - J. Bernlef - 1984 - 3 sterren
Boek 4: Het diner - Herman Koch - 2009 - 2 sterren
Boek 5: Vals licht - Joost Zwagerman - 1991 - 2 sterren
Boek 6: Een schitterend gebrek - Arthur Japin - 3 sterren
- Havo 5 -
Boek 7: Magnus - Arjan Lubach - 3 sterren
Boek 8: Een hart van steen - Renate Dorrestein - 3 sterren
Boek 9: De zwarte met het witte hart - Arthur Japin - 4 sterren
Boek 10: De oesters van Nam Kee - Kees van Beijnum - 2 sterren
Passievrucht - Boek 1 - havo 4
Het boek dat ik heb gelezen heet Passievrucht, geschreven door Karel Glastra van Loon . De opdracht die ik heb gekozen is brief aan de uitgeverij.
Beste uitgeverij L.J. Veen,
Als eerst zal ik mij voorstellen, mijn naam is Karel Glastra van Loon. Ik ben 58 jaar oud. Zelf ben ik een schrijver, publicist, columnist, cabaretier en politiek activist. De boeken die ik op het begin altijd schreef waren verschillend. Even later heb ik de overstap gemaakt om fictie boeken te schrijven. Hierbij wil ik daarom ook een van mijn boeken aan jullie voorstellen.
Het boek Passievrucht gaat over Armin Minderhout. Hij heeft een zoon van Monika, genaamd Bo. Ondertussen is Monika overleden. Even later heeft Armin een nieuwe vriendin, Ellen. Ze wilt zwanger worden maar dat lukt niet, beide hebben ze er voor gekozen om een vruchtbaarheidstest te doen. Als Bo van Armin 13 jaar oud wordt ontdekt Armin dat hij al zijn hele leven onvruchtbaar is. Armin kiest ervoor om te zoeken naar de echte vader van Bo. Hij gaat rondvragen aan vrienden van Monika, wat niets opleverden. Later overlijdt zijn vader en vindt hij een brief waarop staat ‘ik ben zwanger M’. Armin wist meteen dat zijn eigen vader de vader is van Bo.
De titel van het boek is Passievrucht. Een verklaring hiervoor is dat het kind, genaamd Bo de passievrucht is. Een kind die we aannemen als vrucht die gebaard is met passie. Armin denkt al dertien jaar lang dat hij de vader is van zijn zoon. Aangezien hij met Monika met passie liefde bedreef in zijn auto. Uiteindelijk kwam de waarheid omhoog en bleek Armin niet de vader te zijn.
Het boek heeft ook een thema, in dit geval is het familie en mysterie. In het verhaal draait het allemaal om het gezin. Armin heeft samen met Monika een zoon, dat is wat hij al die tijd dacht. Later komt hij erachter dat hij niet de vader is van Bo. Daarnaast komt de familie van Armin ook in beeld. Aangezien Monika helemaal niet had verteld aan Armin dat hij niet de vader is brengt dat veel geheimen omhoog.
Als perspectief heb ik gekozen voor een ik-perspectief, het wordt verteld door Armin. Het verhaal draait eenmaal om hem. Ook is het in een chronologische volgorde verteld, met flashbacks tussendoor.
Dit boek is meer interessanter voor een volwassenere publiek, maar kan zeker ook gelezen worden door jongeren. Het taalgebruik is makkelijk te begrijpen en er zitten amper moeilijke woorden in. Iedereen houdt wel van een boek over familiegeheimen.
Heeft u vragen dan beantwoord ik ze graag.
Met vriendelijke groet,
Karel Glastra van Loon
Meisje van glas - Boek 2 - havo 4
Het boek dat ik heb gelezen heet Meisje van glas, geschreven door Frank Gunning. Ik ga hierover een standaardverslag maken.
Informatie over de schrijver
Frank Gunning is geboren in 1969. Hij is een schrijver, regisseur en producent.
De schrijver heeft twee boeken geschreven: Meisje van glas, wat ook zijn eerst boek is wat hij als schrijver schreef en Schuilplaatsen van Woody Gardiner. Daarnaast heeft Frank ook een eigen website, http://frankgunning.nl/.
Samenvatting van het boek
Het boek is geschreven in vier delen:
Deel 1
Kleine Eva heeft een aandoening waardoor haar hart aan de rechterkant zit. Hierdoor is ze haar hele leven al ziek, terwijl haar tweelingzusje Hanna kerngezond is. Omdat de zusjes altijd al hecht zijn geweest, besluit Hanna te willen voelen wat Eva altijd voelt. Op een winternacht gaan Hanna en Eva samen naar het park waar Hanna sterke drank drinkt om het schrijnende gevoel te ervaren, maar ook om de kou te ervaren: hiervoor kleedt ze zich uit. Na een tijdje wordt de situatie Eva teveel en moet zij terug naar huis. Daarna komt Hanna niet meer terug en wordt zij als vermist opgegeven. Eva gaat naar een revalidatiecentrum om aan haar conditie te werken. Hier ontmoet zij Erik met wie zij vrij snel een relatie krijgt en mee samen gaat wonen. Ze vertelt Erik niets over haar vermiste tweelingzusje, daarnaast onderhoudt zij weinig contact met haar ouders en/of de vrienden van Hanna.
Deel 2
Flo woont samen met zijn broer en zus in huis. Zijn moeder is jaren geleden overleden en zijn vader is niet verantwoordelijk genoeg om de zorg op zich te nemen, dus pakt Flo's zus La Roche dit op. Flo heeft vrijwel geen contact met zijn broer Richter. Naast zijn broer en zus heeft Flo niet zoveel sociale contacten. Flo vindt het prima om alleen te zijn, dit dit heeft te maken met het feit dat hij vroeger is aangerand en in de jaren daarna geprobeerd heeft wraak te nemen. Als La Roche komt te overlijden wordt dit gevoel alleen maar sterker. Tijdens het overlijden van La Roche heeft Flo seks met een meisje in het ziekenhuis: zijn meisje van glas. Flo's huis wordt ondertussen enorm verwaarloosd waardoor Flo en Richter op een gegeven moment uit huis worden gezet. Hun vader komt wel even opdagen, maar neemt alsnog geen verantwoordelijkheid. Samen met wat vrienden kraken Flo en Richter het huis nadat ze een jaar geen rekeningen hebben betaald. Flo trekt zich daarna nog verder terug van iedereen en laat zich enkel zien als het nodig is. Hij voert wel zijn taken uit en ondertussen denkt hij aan zijn meisje van glas.
Wanneer Flo op een dag in het park zijn meisje van glas bevroren terugziet, neemt hij haar mee naar huis. In zijn woning heeft hij een vrieskelder waar hij haar in stopt om haar te bewaren. Flo brengt daarna veel tijd met zijn bevroren meisje van glas door.
Een jaar later komen de autoriteiten om het kraakpand te ontruimen, aangezien het Max Havelaar - Multatuli nog niet gekraakt mag worden. Flo blijft zijn meisje van glas verbergen en realiseert zich dan dat zijn meisje van glas niet zo fris meer is. Omdat Flo niet weet wat hij met zijn meisje van glas moet doen, roept zijn hulp in van Strijdvloed, degene die hem vroeger heeft aangerand. Strijdvloed wil hem graag helpen. Terwijl Strijdvloed met het meisje bezig is, loopt Flo in het park tegen Eva aan. Een groep krakers is op dat moment bezig met een spel om de politie bij het kraakpand weg te lokken, zodat de krakers het pand over kunnen nemen. Als Flo Eva ziet, denkt hij dat er iets mis is: zijn meisje van glas was toch dood? Wanneer Flo later bij zijn huis aankomt, staat Strijdvloed daar, zijn spullen geladen in een bus en klaar om bij hem te komen wonen.
Deel 3
Strijdvloed is de zoon van meneer Kampvliet - van Beurden. Strijdvloed moet zijn vader verzorgen omdat zijn vader een beroerte heeft gehad. Strijdvloed verwaarloost zijn vader en slaat hem als wraakactie, omdat hij geen fijne jeugd heeft gehad. Zijn vader kan geen kant op, aangezien hij niet meer kan functioneren en spreken. Ondanks de slechte band met zijn vader, neemt Strijdvloed wel verschillende dingen over van hem, zoals het opzetten van dieren waar hij een echte passie voor ontwikkeld. Ook neemt hij het beheer over het landgoed over, maar laat het verwaarlozen. Wanneer meneer Kampvliet - van Beurden eindelijk de kans heeft om onder de mensen te komen, vernedert Strijdvloed hem voor iedereen door hem in zijn pyjama te laten zitten.
Ondertussen leidt Strijdvloed een club waarvoor iedere week kinderen naar het landgoed komen om in de natuur op te zoek te gaan naar bepaalde dingen. Wanneer Strijdvloed oog in oog komt te staan met Flo, neemt één van de jongens van de club, Jeroen, het voor hem op. Strijdvloed heeft een relatie met Jeroen. Strijdvloeds vader vindt het absoluut niet kunnen, maar hij kan er niets tegen doen. Jeroen pleegt later zelfmoord. Zijn vader vindt het absoluut niet kunnen, maar kan er niet zoveel tegen doen. Net zomin als tegen de mishandeling van hemzelf, ook al probeert hij meerdere malen weg te lopen. Als meneer Kampvliet - van Beurden erachter komt dat Strijdvloed een jongen, Flo, vroeger heeft misbruikt en nu heeft vermoord, neemt hij de voor hem ultieme wraak: hij laat Robbie een giftige paddenstoelensoep maken en geeft deze aan Strijdvloed (en per ongeluk ook aan Robbie).
Deel 4
Wanneer Eva later het landhuis binnenkomt, omdat ze vermoedt dat Flo hier is, ziet ze meneer Kampvliet - van Beurden zitten. Hij vraagt haar om de soep en Eva geeft hem deze. Meneer Kampvliet - van Beurden vindt daarna eindelijk zijn rust. Als Eva naar de kas van het landhuis loopt, vindt ze Hanna en Flo. Eva pakt uiteindelijk haar leven weer op: ze gaat in de kamer van Hanna wonen en heeft dan nog steeds een relatie met Erik. Ook krijgt ze te horen dat ze door haar revalidatie nog een vol leven voor zich heeft, in tegenstelling tot haar overleden tweelingzusje die eigenlijk kerngezond was.
Analyse
Personages:
Hanna
Hanna is de tweelingzus van kleine eva. Ze hebben een hechte band samen. Zij heeft veel vrienden en is hierdoor ook amper thuis. Hanna wordt in het verhaal vermist.
Kleine Eva
Eva is de tweeling zus van Hanna. Ook is ziek. Ze heeft een aandoening genaamd situs reversus, haar hart zit aan de verkeerde kant. Ze brengt haar jeugd het vaakst in het ziekenhuis door.
Flo
Flo is een eenzame jongen. De ouders van Flo zijn niet meer in beeld. Hij heeft nog wel een broer en zus die proberen nog wel goed voor hem te zorgen. De connectie tussen hun is echter niet zo goed. Op de begrafenis van zijn moeder is hij aangerand door Strijdvloed. Hij wilt wraak nemen op strijdvloed. Flo komt even later Hanna tegen die er niet zo best uitziet. Hij wilt haar prepareren door haar voortestellen aan strijdvloed.
Strijdvloed
De naam van Strijdvloed is eigenlijk Krijn Clotho Kampvliet – van Beurden. Hij is niet echt goed opgevoed door zijn vader. Bij het ontbijt en voor het slapengaan krijgt hij vijf klappen. Strijdvloed wilt wraak nemen op zijn vader. Hij heeft een relatie met Jeroen, maar hij heeft zelfmoord gepleegd. Ook heeft hij Flo aangerand. Relatie met vrouwen wilt hij zeker niet. Later heeft hij Flo geholpen om zijn vriendin te repareren. Uiteindelijk heeft hij beide personen geprepareerd. De vader van Strijdvloed heeft iemand een giftige soep laten maken, hierdoor is Strijdvloed overleden.
Meneer Kampvliet – van Beurden
Hij heeft een landgoed overgedragen die eerst van zijn vader was. Hij heeft een zoon genaamd Strijdvloed. Hij heeft zijn eigen zoon opgevoed hoe zijn vader hem vroeger had opgevoed. Door een beroerte is hij verwaarloost door zijn eigen zoon die wraak op hem wou nemen. Meneer van Kampvliet heeft meerdere malen geprobeerd te ontsnappen, maar dat mislukt. Tenslotte heeft hij zijn eigen zoon vermoord en daarna zijn eigen leven.
Thema:
Het hele verhaal draait uiteindelijk om de dood. Elke hoofdpersoon in het verhaal gaat dood, behalve kleine Eva. Iedereen in het verhaal heeft ook veel dood meegemaakt. Zoals Flo die zijn moeder en zus is verloren. Ook heeft Meneer Kampvliet zijn oma, moeder, vader en vrouw verloren. Het onderwerp dood is de rode draad van heel het verhaal.
Perspectieven:
Het verhaal wordt door verschillende perspectieven geschreven. Allemaal in de ik-perspectief.
Ruimte:
De plekken waar het zich afspeelt zijn op verschillende locaties. Het speelt zich voornamelijk af in het ziekenhuis, het park, het landhuis en de woning van Flo.
Tijd:
Het heeft een chronologische volgorde. De geschiedenis van de personages worden wel in flashbacks verteld. Het boek speelt zich af in de moderne tijd. Dit kan je merken aan de bepaalde dingen die gedaan en gezegd worden in het verhaal. Zoals de zorg van het ziekenhuis. Ook hebben ze al een draadloze telefoon.
Motieven:
Het boek bestaat uit verschillende motieven. Zo heb je wraak, familie en liefde.
Wraak
Flo wilt wraak nemen op Strijdvloed. Ook wilt Strijdvloed zelf wraak nemen op zijn eigen vader.
Familie
Elk personage zijn geschiedenis wordt verteld in het verhaal.
Liefde
Er is een zussenliefde tussen Hanna en Eva. Naast dat is er ook liefde tussen Eva en Erik. Flo in dit verhaal ook gevoelens voor Eva en Hanna.
Bron: https://www.scholieren.com/verslag/zekerwetengoed/meisje-van-glas-frank-gunning & http://frankgunning.nl/
Eigen mening
Het verhaal ging anders dan dat ik had verwacht. Ondanks het feit dat het anders was vond ik het een goed boek. Met het eerste deel van het verhaal had ik moeite om het te begrijpen. Naarmate ik verder las kreeg je meer te weten over de bepaalde personen in het verhaal. Zo kon ik uiteindelijk niet meer stoppen met lezen totdat ik klaar was. Alles was zo uitgedacht dat het precies klopte. Elk deel van het boek liet je een andere hoofdpersoon kennen. De personages zijn zo goed omschreven dat je precies wist hoe ze zich voelde op welk moment dan ook. Hiermee kon ik me perfect inleven met elk persoon. Er zitten veel gruwelijke gebeurtenissen in het verhaal, maar achter het gruwelijke zaten er ook liefhebbende stukken in. Dit allemaal bij elkaar maakte het een meeslepend, interessant maar vooral een bijzonder boek.
Hersenschimmen - Boek 3 - havo 4
Het boek dat ik heb gelezen heet Hersenschimmen, geschreven door J. Bernlef. De opdracht die ik heb gekozen is brief van de uitgeverij.
Beste J. Bernlef,
Als eerst bedankt voor het kiezen van onze uitgeverij. We hebben uw boek Hersenschimmen ontvangen en we zijn er heel blij mee. Het boek heeft een heel mooi verhaallijn, waarbij het onderwerp zeer duidelijk uitkomt. Daarnaast is het ook een zeer treurend verhaal. Wij willen echter paar veranderingen maken aan het verhaal. Zonder de aanpassingen hebben wij besloten als uitgeverij om het boek niet uit te brengen.
Het boek verteld heel mooi een verhaal over een oudere man die dement aan het worden is. Zelf ging je helemaal mee met het verhaal en kon je je inleven met hoe de hoofdpersoon zich elke keer voelde. Daarnaast heeft het verhaal ook een moeilijk onderwerp. Dementie kan iedereen overkomen en zal er dan voor zorgen dat je steeds sneller dingen gaat vergeten. Daarom had ik af en toe moeite met het lezen van het boek. Niet omdat het een verschrikkelijk boek is, maar het feit dat het zo’n gevoelig onderwerp is waardoor het je raakt.
Ik raad u aan om de volgende gedeeltes te veranderen. Ten eerste bij de personages zouden we nog een bijpersoon/bijpersonen erbij willen. Er wordt weinig verteld over de familie van beide personen. Het is fijn als we daar wat meer informatie krijgen zodat we ons nog meer kunnen inleven met hun verhaal. U kunt hierbij bijvoorbeeld een van hun kinderen meer in het verhaal brengen. Daarnaast zouden we het ik-perspectief willen veranderen naar een meervoudig perspectief. Het draait natuurlijk om Maarten maar ook om Vera. Hierdoor krijg je ook meer te weten over haar en niet alleen over Maarten. Als laatst het einde van het verhaal. Er wordt gebruikt gemaakt van een gesloten einde en dat willen we ook zo houden, maar hoe het eindigt niet. Het verhaal zou fijner eindigen als Maarten op zijn sterfbed wat langer wist wat er ging gebeuren. Je krijgt meer emotie hierbij opgespeeld en dat zou het verhaal mooier maken.
Mocht u nog meer vragen hebben dan beantwoorden we het graag. Bedankt voor het insturen en horen graag snel van u.
Met vriendelijke groet,
Uitgeverij Querido
Weteringschans 259, 1017 XJ Amsterdam
Telefoon: 020 760 7210
Het diner - Boek 4 - havo 4
Het boek dat ik heb gelezen heet Het diner, geschreven Herman Koch. De opdracht die ik heb gekozen is brief aan de uitgeverij.
Beste uitgeverij Anthos Amsterdam,
Mijn naam is Herman Koch en ik ben 67 jaar oud. Geboren in Arnhem maar later verhuisd naar Amsterdam. Na de middelbare school heb ik Russisch gestudeerd en heb ik ook op een boerderij gewerkt. Je kan mij een acteur, schrijver en columnist noemen. Ik heb in mijn leven veel romans geschreven. Daarom zou ik ook een van mijn boeken willen voorstellen, genaamd Het diner.
Mijn boek Het diner gaat over Paul Lohman en zijn echtgenote Clair die uit eten gaan met Pauls broer Serge en schoonzus Babette. Ze gaan iets bespreken waarbij allebei hun zonen in voor komen, dat is het doel van het etentje. Ze hebben een probleem veroorzaakt. Op het begin proberen ze het onderwerp te ontwijken. Serge begint uiteindelijk erover en zegt dat ze hun kinderen moet helpen.
Een verklaring voor de titel is dat heel het boek draait om het diner. Waarbij twee koppels een gesprek moeten houden over een bepaald probleem waar hun kinderen mee te maken hebben.
Bij een boek hoort natuurlijk ook een thema. Het thema hier is problemen. Er is een dilemma bij beide ouders. Ze moeten het probleem van hun kinderen proberen op te lossen. Hoe ze dat willen gaan doen is nog de vraag. Op het eind word er een beslissing genomen om het probleem op te lossen.
Het perspectief dat ik voor het verhaal heb gekozen is het ik-perspectief. Je ziet alles vanuit het kant van Paul. Het heeft ook een chronologische volgorde.
Het boek kan voor jong en oud zijn. Het is een gemakkelijk boek om te lezen. Er zitten weinig moeilijke woorden in dus jongeren zullen het wel begrijpen.
Ik hoop dat ik snel antwoord krijg. Als u ook vragen heeft beantwoord ik ze graag.
Met vriendelijke groet,
Herman Koch
Vals licht - Boek 5 - havo 4
Het boek dat ik heb gelezen heet Vals licht, geschreven door Joost Zwagerman. De opdracht die ik heb gekozen is Juryrapport.
Ik ben Salma Thomson en mag dit jaar een van de jury’s zijn van de landelijke boekenwedstrijd.
Om het beste boek van Nederland te kunnen kiezen moet het boek de vijf eisen bevatten. Het is belangrijk dat je je aan de eisen houd anders is de kans kleiner dat u kunt winnen.
Hier zijn de vijf eisen voor het boek:
Ten eerste moet het boek een einde hebben dat verrassend is. Het gaat er vooral om dat de lezer het niet verwacht en dat je er versteld van staat.
Ten tweede moet de titel de strekking van het verhaal kunnen weergeven. Hiermee wordt bedoeld dat je meteen door de titel weet waar het verhaal overgaat. Dit is heel belangrijk, want hiermee krijg je sneller de aandacht van een lezer.
Ten derde is het verhaal geschreven in een chronologische volgorde. De lezer moet het verhaal makkelijk kunnen volgen. Zodra het verhaal niet duidelijk te volgen is haakt de lezer af en zal het boek niet leuk zijn om verder te lezen.
Ten vierde heeft het boek een redelijke taalgebruik. Het gaat erom dat het makkelijk te lezen is. Het mag hier en daar wel moeilijke woorden bevatten, maar hoe meer dat erin zit hoe meer lezers het verhaal lastiger vinden om te begrijpen.
Als laatst bevat het boek een meervoudig perspectief. Het perspectief is heel belangrijk in het boek. Hiermee kan je een verhaal echt beter maken. Je krijgt hier te maken met dat niet één maar meerdere personages in het boek het verhaal vertellen. Dan kan je je meer inleven met elk persoon in het boek.
Het boek dat ik hierbij heb gelezen is Vals licht, geschreven door Joost Zwagerman. Vals licht gaat over het onderwerp prostitué. Het gaat over een jonge man Simon die verliefd word op een prostitué. De eisen heb ik gekoppeld aan dit boek en heb ik hiermee een beslissing kunnen maken.
Als eerste eis moest het verhaal een verrassende einde hebben. Het verhaal voldoet aan de eis. Op het begin van het verhaal kon je denken dat de twee samen eindigen. De leven die hun hebben opgebouwd was niet makkelijk, daardoor had ik gedacht dat ze er uiteindelijk samen uitkwamen. Toch zijn ze niet samen geëindigd en had dit dus voor mij een verrassend einde.
De tweede eis was dat de titel de strekken van het verhaal moet kunnen weergeven. Daarin voldoet het boek niet aan deze eis. De titel van het vak is Vals licht. Dit kan alles betekenen. Het heeft voor mij niks te betekenen met waar het verhaal over gaat.
Ook was het belangrijk dat het verhaal in een chronologische volgorde is geschreven. Jammer genoeg voldoet dit boek zich ook niet aan deze eis. Het verhaal heeft verschillende hoofdstukken. In elk hoofdstuk wordt iets belangrijks verteld voor het verhaal, maar het wisselt zich steeds af. Pas na een latere hoofdstuk wordt alles duidelijk verteld waardoor het makkelijker te volgen is.
Verder bevat het boek een gemakkelijk taalgebruik. Dit was ook een eis en hier voldoet het boek zich aan. Het had een vlotte en makkelijk schrijfstijl. Je kon het verhaal goed volgen, want het bevatte weinig moeilijke woorden. Alles werd makkelijk omschreven zodat het meteen begrijpelijk was.
Het laatste eis was dat het boek in een meervoudig perspectief moest geschreven worden. Deze eis was niet te vinden in het boek. Een personale perspectief werd er gebruikt in dit verhaal. Alles wordt verteld vanuit het personage van Simon. Hierbij kwam er geen andere personage in voor die het verhaal vertelde. Dat maakte het verhaal zeker niet minder goed, maar had wel graag het uit andere perspectieven willen zien.
Dus het boek bevat twee van de drie eisen. Ondanks dat het niet aan alle eisen voldoet was het geen slecht boek. Sterker nog ik vond het juist een goed boek. Helaas heeft het boek wel deze vijf eisen nodig om het verhaal het beste van Nederland te maken
Ik ben hierbij tot een conclusie gekomen dat het boek niet behoort tot het beste Nederlandse boek. Het is jammer dat het niet voldeed aan alle eisen, het was in het algemeen een heel goed boek. Jammer genoeg moet ik dan zeggen dat het niet voldoende was om de prijs te winnen voor het beste Nederlandstalige boek.
Een schitterend gebrek - Boek 6 - havo 4
Het boek dat ik heb gelezen heet Een schitterend gebrek, geschreven door Arthur Japin. Hierbij heb ik gekozen voor een standaardverslag.
Informatie over de schrijver
Arthur Japin is in 1956 geboren in Haarlem. Toen hij op de middelbare zat heeft hij gymnasium gedaan en is daarna Nederlandse taal- en letterkunde gaan studeren voor twee jaar. Arthur wou de geschiedenis van twee Afrikaanse prinsjes herschrijven, sindsdien is hij schrijver. Zelf heeft hij paar boeken geschreven zoals De zwarte met witte hart, De droom van de leeuw en nog veel meer. Daarnaast heeft hij ook zijn eigen site, https://www.arthurjapin.nl/.
Samenvatting van het boek
De Italiaanse Lucia is geboren in 1928 en groeide op in een eenvoudige omgeving. Ze had een onbezorgde jeugd en was de lieveling van de gravin bij wie haar vader in dienst was. Voor de bruiloft van de dochter van de gravin komen als gasten vanuit Venetië onder anderen de broers Francesco en Giacomo Casanova. Lucia (veertien) en Giacomo (zeventien) worden verliefd op elkaar. Ze zullen zich over een halfjaar verloven om vervolgens een paar maanden later te trouwen. Hij zou eerst een tijdje weg blijven om dan terug te keren. Na Giacomo's vertrek krijgt Lucia een Franse huisonderwijzer om haar bij te scholen en voor te bereiden op haar omgang met de hogere kringen. Ze blijkt een enorme aanleg te hebben voor studeren. Haar vorderingen zijn enorm, maar de gravin waarschuwt haar dat het in Venetië vooral draait om het uiterlijk. Kort voordat Giacomo terugkeert, slaat het noodlot toe. De huisonderwijzer, Monsieur de Pompignac, krijgt de pokken en sterft. Lucia verzorgt hem en raakt ook besmet. Wanneer ze op het nippertje overleeft en zichzelf in de spiegel bekijkt, ziet ze hoe gehavend haar gezicht is. Het stort haar in een heftige tweestrijd. Uiteindelijk neemt ze de beslissing om zich voor Giacomo's carrière op te offeren en hem het verzinsel over te laten brengen dat ze er met een van de knechten vandoor is gegaan. Liever één ongelukkig, zo redeneert zij, dan allebei. Wanneer het leugenbericht over Lucia's verdwijning hem wordt overgebracht, keert hij verbitterd naar Venetië terug.
Voor Lucia begint dan een zwerftocht door Italië. Voortaan noemt ze zich Galathée de Pompignac. Ze trekt naar het zuiden en vindt werk bij een familie in Bologna. De meeste dames zijn nog in de ban van de Verlichting (het rationalisme), maar een Franse gravin, die zich aanbiedt als Galathées beschermvrouwe, vertegenwoordigt de opkomende Romantiek en bepleit sterk te vertrouwen op de intuïtie. Met deze Française trekt Galathée als haar secretaresse verder op. Ze woont jaren bij haar, nabij Parijs. Als de gravin ziek wordt en overlijdt vertrekt Galathée naar het noorden. Amsterdam lokt: ze heeft veel gehoord over de vrijheid en de tolerantie in die stad. De werkelijkheid is anders dan ze had verwacht. Door de economische achteruitgang én door haar misvormde uiterlijk lukt het haar niet een baan te vinden. Zo belandt ze ten slotte in de prostitutie. Het is een hard bestaan. Door haar verminkte gezicht is ze vaak gedwongen klanten tegen een zeer laag tarief te accepteren.
Even lijkt er een betere periode voor haar aan te breken als een welgestelde jood haar als privé-prostituee op een appartement onderbrengt, maar in het tolerante Amsterdam blijkt seks tussen joden en niet-joden bij de wet verboden. Galathée komt hierdoor voor straf twee jaar in het spinhuis terecht. Het spinhuis is een afschuwelijk verblijf, de prostituees worden er in kooien tentoongesteld. Tegen een bescheiden entree mag het publiek hen naar hartenlust uitjouwen, bespotten en bespuwen.
Haar leven gaat pas weer de goede kant op als ze haar werk gesluierd gaat doen naar het voorbeeld van de Venetiaanse maskerades. Door die geheimzinnige uitstraling breidt haar klantenkring sterk uit, vooral in de betere kringen. Ze krijgt een heel comfortabel leven met vaste klanten.
Op een avond stelt een van die vaste klanten in de schouwburg een Franssprekende gast aan haar voor: Le Chevalier de Seingalt. Zij herkent in hem meteen haar vroegere geliefde Giacomo, hij herkent haar totaal niet. Hij maakt haar het hof en er groeit een intensief contact. Ze voeren intrigerende gesprekken, onder andere over trouw en ontrouw van vrouwen en mannen, gesprekken die telkens balanceren op de rand tussen onthulling en geheimhouding. En ze vrijen ook, waarbij Galathée haar gelaat zoals altijd bedekt houdt. Bij Giacomo's afscheid verspreekt zij zich en laat de naam van Lucia vallen. Per brief meldt ze dat zij deze Lucia toevallig heeft leren kennen en dat ze op bepaalde avonden in een bordeel te vinden is. Giacomo gaat naar de aangegeven plaats en treft daar, ongesluierd, de mismaakte Lucia aan. Hij is geschokt, praat even met haar en beseft dat hij haar vroeger groot onrecht heeft aangedaan. Aan Galathée stuurt hij een brief met geld en een verslag van zijn bevindingen.
Galathée blijkt intussen zwanger te zijn. Van wie is niet goed vast te stellen, maar vermoedelijk is het van Giacomo. Het geld gebruikt ze voor een overtocht per boot naar Amerika, samen met een van haar vaste klanten, een twintig jaar oudere Amerikaanse handelsman. Volgens het nawoord is Lucia er met hem getrouwd en hebben ze drie kinderen gekregen. Op 11 februari 1802 werd Lucy Jamieson begraven, ze heeft de laatste 30 jaar zonder haar man doorgebracht.
Analyse
Personages:
Lucia
Lucia is de hoofdpersoon van het verhaal. Ze is een heel lief meisje, bijna altijd wel vrolijk. Op jonge leeftijd wordt ze verliefd op Giacomo. Later raakt ze erg ziek en vlucht van ze van haar eigen leven. Het gaat later dan ook veel slechter met haar waardoor ze lichamelijk niet meer goed is. Later in het verhaal gaat het steeds beter met haar.
Giacomo
Giacomo is de jongen waar Lucia verliefd op wordt. Net als Lucia was zijn jeugd goed. Doordat Lucia is gevlucht voelt hij zicht verraden en weet hij niet meer wat hij met zijn leven moet. Hij krijgt minder vertrouwen in andere vrouwen en dus ook moeite met zijn relaties. Verder is hij een zeer open persoon en rustig.
Thema:
Het verhaal draait om liefde en het gevoel tussen twee mensen. Hierbij is het gevoel het belangrijkst.
Perspectieven:
Het verhaal is in de ik-perspectief geschreven, met als ik-figuur Lucia. Zij is de hoofdpersoon en het draait het verhaal het meest om haar.
Ruimte:
De ruimtes die in het verhaal worden verteld is verschillend. Het speelt zich voornamelijk af in Amsterdam. In haar flashbacks keer je wel af en toe terug in Zuid-Italië, Bologna en Parijs.
Tijd:
Jaartallen worden niet genoemd in het verhaal, maar het speelt zich in de 18de eeuw af. Het verhaal gaat heen en weer met de tijden. Eerst begint het met het heden, daarna krijg je flashbacks van vroeger.
Motieven:
In het verhaal kon ik meerdere motieven vinden. Als allereerst heb je liefde. Lucia en Giacomo raken verliefd in het verhaal en daar draait het hele verhaal om. Ook heb ik ontdekt dat bedrog er een van is. Nadat Lucia is gevlucht voelt Giacomo veel bedrog omhoogkomen. Dit had heel veel invloed voor zijn personage. Als laatst geheimen. Lucia heeft meerdere keren gelogen in haar leven waardoor het verhaal ook draaide om haar geheimen.
Bronnen: https://www.scholieren.com/verslag/boekverslag-nederlands-een-schitterend-gebrek-door-arthur-japin-63208 , https://annabelthart.weebly.com/boekverslag-7-een-schitterend-gebrek.html & https://www.arthurjapin.nl/.
Eigen mening
Het verhaal bestond uit drie delen. Hierdoor vond ik dat het een mooi opbouwend verhaal kreeg. Had hiermee wel moeite mee op het begin om het verhaal te begrijpen, omdat het eerst in het heden begon en daarna het verleden. Je kreeg ook het gevoel van elke personages mee. Doordat ik me mee kon inleven had ik ook echt gevoel dat ik erbij was en dat maakte het verhaal ook mooi.
Magnus - Boek 7 - havo 5
Het boek dat ik heb gelezen heet Magnus, geschreven door Arjan Lubach. Ik ga hierover een standaardverslag schrijven.
Informatie over de schrijver
Arjen Lubach werd geboren in Groningen op 22 oktober 1979 en groeide op in het dorp Lutjegast. Na zijn middelbare schoolperiode ging hij Spaans studeren aan de Rijksuniversiteit in Groningen. Na enkele maanden stopte hij met deze studie, omdat hij naar eigen zeggen in een existentiële crisis verkeerde. Enkele maanden werkte hij als taxichauffeur in Groningen en als havenmeester op Vlieland. Daarna besloot hij filosofie te sturen.
Later kreeg hij een eigen tv-show, genaamd Zondag met Lubach. En heeft hij meerdere boeken uitgebracht.
Samenvatting van het boek
Akte I
Merlijn Kaiser (ongeveer 27 jaar) is nogal van streek, omdat zijn vriendin Caro hem in de steek gelaten heeft. Hij vertelt daarna in een flashback vrijwel meteen hoe hij haar in 1997 heeft leren kennen tijdens een schoolreis in vwo-5 naar Florence. Zijn verliefdheid werd opgewekt tijdens de treinreis naar de Italiaanse kunststad. Ze waren veel in elkaars nabijheid, maar van een zoen of zelfs meer was nog geen sprake.
Voor zijn gevoel is ze nu een maand weg. Hij gaat een popconcert van zijn vriend Walter bezoeken en raakt dronken. Uit een bioscoop komt Caro later met haar nieuwe vriend, de singer-songwriter Ted Robin. De dronken Merlijn slaat Ted op zijn bek, maar hij komt er zelf ook slecht af. De dag erna wordt Merlijn gebeld door iemand van Mastercard, die hem meldt dat er vreemde betalingen in Stockholm van zijn creditcard worden gedaan (o.a. 1500 euro in een pretpark) Hij zegt maar dat hij daar geweest is.
In een andere flashback vertelt Merlijn dat hij sinds zijn jeugd geplaagd wordt door epileptische aanvallen, waardoor hij soms een tijdje niet weet waar hij is geweest. Die aanvallen lijken er dan ook de oorzaak van dat Merlijn een bijrol in zijn eigen leven vervult. Hij speelt de rol van een toneelschrijver die wel de stukken schrijft, maar niet de erkenning krijgt; van iemand zonder rijbewijs; van een jongen die wel Merlijn heet, maar in een schoolmusical over een tovenaar alleen de rol van kikker krijgt toebedeeld.
Daarna vertelt hij verder over zijn volgende avond uit met Caro. Hij was naar het huis van haar rijke ouders geweest en ze had hem terug naar de bushalte gebracht met de auto. Onderweg had ze een haas aangereden.
In het heden keert hij weer terug naar zijn vriend Walter die het hem kwalijk neemt dat hij sinds het vertrek van Caro zo slecht de onderlinge contacten onderhoudt. Hij verwaarloost zijn vrienden. Merlijn spuugt naar Walter. Wanneer hij thuis is, wordt hij weer gebeld door iemand van Mastercard: er blijven nog steeds betalingen van zijn card gedaan te worden. Hij is het zat en hij boekt meteen een retourtje Stockholm om op goed geluk op zoek te gaan naar de man die hem dit flikt.
Akte II
Het is juni.
In Stockholm is het natuurlijk zoeken naar een speld in een hooiberg. Hij weet niet waar hij moet beginnen. Hij legt zijn verhaal voor aan een Vlaams meisje (Krista) dat in een hotel werkt. Ze zal opletten of ze informatie voor hem kan verzamelen voor zijn probleem.
In een flashback vertelt Merlijn over een Grote actie op zijn school voor een goed doel. Hij had zich heel wat in zijn hoofd gehaald om op die avond met Caro wat te ondernemen, maar als het puntje bij het paaltje moet komen, gaat ze weg van het feest met een andere knul. Voor de tweede keer laat ze hem zitten. Na het eindexamen vwo verdwijnt ze zelfs een tijdje uit zijn leven: ze wordt au pair in Zwitserland, terwijl Merlijn een studie aanpakt in Amsterdam.
Krista belt hem op met de mededeling dat een vriendin van haar meer informatie over een soort zwerver heeft, maar als hij in het hotel komt, blijkt de vriendin gewoon Merlijn zelf te bedoelen. Hij heeft intussen op diverse plekken foto’s gemaakt en hij hoopt dat er op een bepaald moment geld van zijn creditcard wordt afgeschreven, wanneer hij in de buurt van een geldautomaat was. Hoewel het onlogisch klinkt, blijkt later de man die zijn card misbruikt wel op een foto te staan. Later in die week ontmoet hij de man die Magnus blijkt te heten en inderdaad gebruikt maakt van zijn creditcard. Hij spreekt met hem, maar durft het probleem van de diefstal nog niet aan te kaarten. Later ontmoet hij de man voor de tweede keer en dan vraagt die hem mee naar zijn huis te gaan. Zijn dochter die in Uppsala studeert, is namelijk bij hem thuis. Merlijn gaat mee naar huis en ziet een heel leuk meisje van ongeveer 18 jaar. Ze heet Cecilia. Merlijn vertelt niet zijn eigen naam i.v.m. de creditcard en hij stelt zich voor met de naam Walter, die een reisjournalist is en in België woont. Ze is toevallig op dezelfde dag jarig als hij (16 februari). Hij vindt haar erg leuk.
Merlijn vertelt dan weer in een flashback dat Caro na korte tijd terug was gekomen uit Zwitserland. Ze kon het niet meer vinden met de werkgever. Intussen had hij genoeg contacten met een stel meisjes en hij was zelfs al ontmaagd door een meisje dat Spaans studeerde. Omdat Caro nog geen onderdak heeft, slaapt ze een nachtje bij hem, maar er gebeurt op seksgebied niets.
Met Krista heeft hij wel seks. Het is één van zijn laatste nachten in Stockholm. Maar dan neemt hij in een impuls de trein naar Uppsala en hij zoekt contact met Cecilia. Ze ontmoeten elkaar: ze studeert medicijnen en ze laat hem de bezienswaardigheden van Uppsala zien. Hoewel hij een stuk ouder is dan zij, wordt hij verliefd op haar en ze gaan met elkaar naar bed. Ze wordt de volgende dag wakker met de oneliner ”het was een goede dag voor een orgasme” en dat vindt Merlijn zo’n goede zin dat hij een toneelstuk zal gaan schrijven met die titel. Ze regelt een kamer voor hem die hij krijgt van een student die een tijdje afwezig is. Hij gaat een cursus Zweeds volgen en ziet een heleboel Zweedse films. Ze hebben regelmatig seks met elkaar. Ze krijgen een soort verkering.
In een flashback vertelt Merlijn verder over zijn relatie met Caro. Na de millenniumwisseling wil ze wel ineens met hem verder.
Merlijn is verliefd en wil in Uppsala blijven. Op een zeker moment gaan ze na de zomer weer een keer op bezoek bij Magnus in Stockholm. Wanneer hij in een onbewaakt ogenblik even alleen op de kamer van Magnus is, ziet hij een doos met foto’s (ook naaktfoto’s) van iemand die hij heel goed kent. Het zijn foto’s van zijn geliefde Caro. Hoe kan dat nou?
Akte III
Hij is verschrikkelijk verbaasd en boos en wil meteen weg bij Magnus. Maar hij kan zijn mond niet houden en wil Cecilia onderweg naar Uppsala vertellen wat er aan de hand is. Die pikt het niet en loopt boos van hem weg. In het hotel van Krista belt hij naar Caro en hij vraagt haar wat ze van Magnus afweet. Hoe komt hij aan haar foto’s? Caro wil het niet over de telefoon vertellen en ze spreken af in Kopenhagen. Daar vertelt ze dat ze tijdens haar au pair-schap een relatie met de veel oudere Magnus was aangegaan. Zij was 18 en hij minstens 37 jaar. Ze had als kindermeisje ook voor Cecilia gezorgd. Maar hij was vervelend en jaloers geworden en Caro had de relatie beëindigd. Dat pikte Magnus niet en hij had haar eerst weggestuurd en later wilde hij haar chanteren. Hij wilde geld zien: eerst had Caro cash geld gestuurd vanuit Amsterdam, later had ze haar creditcard gestuurd en toen die ook niet meer voldoende saldo had, had ze de gezamenlijke creditcard van Merlijn en haar opgestuurd. Dat raadsel is dus opgelost. Caro schaamt zich inmiddels dood. Ze blijven nog een nacht samen in een hotelkamer en dan vliegt ze terug naar Amsterdam. Ze vraagt of ze zijn huis in geval van nood mag gebruiken. Hij staat het gebruik ervan toe.
Merlijn gaat zelf terug naar Uppsala: hij schrijft een brief aan Cecilia met excuses en hij vertelt de ware gang van zaken. Hij heet geen Walter maar Merlijn en haar vader heeft het laatste jaar misbruik gemaakt van zijn creditcard. Ze reageert helemaal niet. Intussen doet hij wel inspiratie op voor een toneelstuk dat gaat heten: “Het was een goede dag voor een orgasme.” De artistiek leider van het toneelgezelschap vindt het een meesterwerk.
Op de avond voor zijn vertrek stuurt hij nog een laatste mail naar haar. Op de ochtend van zijn vertrek staat Cecilia ineens voor de deur van zijn appartement. Ze was bang dat hij al naar Nederland vertrokken was. Ze heeft de auto van haar vader gestolen en wil naar Geneve, omdat ze het verleden nog een keer wil doen herleven. Ze heeft geen rijbewijs, evenals Merlijn (die immers epilepsie heeft). Maar ze rijdt er een stevig stukje op los. Ook Merlijn rijdt in Duitsland een groot gedeelte en hij veroorzaakt door een kleine periode van afwezigheid (epilepsie) een ongeluk. Gelukkig niet al te ernstig, maar hij kan nu meteen opbiechten dat hij epilepsie heeft. Ze rijden door naar Zwitserland en ze bezoeken het huis waar Caro als au pair heeft gediend bij Magnus. Cecilia was toen nog maar negen jaar oud: ze laat zien hoe lang ze toen was door de potloodstreepje sop het behang aan te wijzen (oktober 1998) Daarna was het misgegaan door de relatie die Magnus had aangeknoopt met Caro. Cecilia’s moeder was in een kliniek beland door de handelwijze van haar man. In het chalet overnachten Cecilia en Merlijn en ze gaan met elkaar naar bad en bed.
Ineens staat Magnus in Zwitserland voor het appartement. Alleen Cecilia kan hem tot bedaren brengen. Ze belooft dat ze zal terugkeren naar Zweden en dan vertrekt hij weer.
Merlijn en Cecilia gaan terug naar Amsterdam. Ze komen net op tijd om de première van “Een goede dag” mee te maken. (De laatste drie woorden zijn niet op de posters terecht gekomen) en de artistiek leider eigent zich alle eer toe, terwijl Merlijn in de zaal zit. Na afloop
gaan ze naar huis en daar zit Caro. De hernieuwde kennismaking tussen Caro en Cecilia is hartelijk: ze hebben elkaar een tijdlang niet gezien. Voor Merlijn is het een bizarre situatie.
Caro is het meisje van zijn verleden en Cecilia is zijn droommeisje voor de toekomst. Daar moet hij even over nadenken. Hij gaat naar buiten en hij valt. Waarschijnlijk heeft hij een epileptische aanval. Een meisje raapt hem de straat.
Dan komt de werkelijke aanval.
Analyse
Personages:
Merlijn Kaiser
Merlijn is de hoofdpersoon van het verhaal. Een simpele jongen die een normaal leven leidt. Hij gaat opzoek naar de dief.
Caro
Caro is de vriendin van Merlijn. Ze is trouw aan Merlijn, maar verlaat hem uiteindelijk toch.
Thema:
In het boek gaat het over het zin van het leven.
Perspectieven:
Er is sprake van een achteraf vertellende ik-figuur, de hoofdpersoon, Merlijn Kaiser zelf.
Tijd:
Er is sprake van een niet-chronologische volgorde. Komen flashbacks in voor waarbij Merlijn verteld hoe hij de dingen heeft meegemaakt.
Motieven:
De motieven onmacht, identiteit en eenzaamheid komen er in voor.
Bronnen: https://www.scholieren.com/verslag/boekverslag-nederlands-laagland-144161 & https://detamboer.nl/artiesten/arjen-lubach#:~:text=Arjen%20Lubach%20werd%20geboren%20in,aan%20de%20Rijksuniversiteit%20in%20Groningen.&text=Enkele%20maanden%20werkte%20hij%20als,en%20als%20havenmeester%20op%20Vlieland .
Eigen mening
Magnus is zeker een aanrader om te lezen. Er werd goed beschreven hoe de hoofdpersoon elk ding meemaakt. Dit maak je als lezer waarschijnlijk ook mee zoals, wegdromen en in jezelf praten. Het was deels thriller, waardoor het voor mij ook leuk was om te lezen. Zelf hou ik van thriller boeken. Ondanks de verschillende soorten aktes. Kon je het verhaal van het begin tot eind goed begrijpen.
Een hart van steen - Boek 8 - havo 5
Het boek dat ik heb gelezen heet Een hart van steen, geschreven door Renate Dorrestein. Ik heb gekozen om over dit boek een standaardverslag te schrijven.
Informatie over de schrijfster
Renate Dorrestein werd op 25 januari 1954 in Amsterdam geboren. Later heeft ze in 1972 haar gymnasiumdiploma behaald aan het Keizer Karel College in Amstelveen. Hierna heeft ze besloten om niet te gaan studeren, maar om te gaan werken.
Heel haar leven had ze al een passie voor het schrijven van romans. In 1983 is ze ontdekt door een uitgeverij, na jaren lang proberen haar boeken te publiceren. Haar debuutroman verscheen, genaamd Buitenstaanders. Deze roman werd een groot succes en haar naam als schrijfster was gevestigd.
De romans werden (inter)nationaal erg bekend, zo is dit boek twee keer genomineerd. Voor de NS Publieksprijs en de International IMPAC Dublin Literary Award 2002.
Samenvatting van het boek
Een hart van steen gaat over de 37-jarige Ellen van Bemmel, die gescheiden is en zwanger van een onbekende man. Door een ongelukje raakte ze haar kind bijna kwijt en moet ze een maand rust houden. Ze moet in haar bed blijven liggen, maar ze wordt verzorgd door een vrouw die met haar kinderen bij Ellen is ingetrokken om onder te duiken voor haar man, die haar sloeg. In het boek wordt Ellens levensverhaal verteld. Ze woont in haar huis op de Lijsterlaan 11 in Haarlem, waar ze vroeger opgroeide en waar de tragedie zich heeft afgespeeld. Vijfentwintig jaar na het voorval ziet ze dat het huis te koop wordt aangeboden en besluit ze het te kopen. Eigenlijk is het huis veel te groot voor haar alleen. Vroeger was het ook een kantoor, van het knipselbureau van haar ouders, Bureau van Bemmel. Ze woonden er met het hele gezin, Kester, Sybille (ook wel Billie genoemd), Ellen, Michiel (door Ellen Carlos genoemd), Frits (haar vader) en Margje (haar moeder). In haar huis kijkt ze oude fotoboeken door van haar jeugd en er komen een hoop herinneringen en emoties boven. Dit vertelt ze allemaal. Ze worden beschreven door Ellen als klein meisje.
De moeder van Ellen, Margje van Bemmel was bevallen van haar vijfde kind, die door Ellen Ida genoemd werd, omdat ze het een lelijke naam vindt en een vloek over de nieuwe baby had uitgesproken. Al voor dat de baby er was had ze er een onrustig gevoel over. Na de bevalling krijgt Margje last van een postnatale depressie. Het hele gezin raakt ontregeld. Moeder houdt zich alleen nog maar bezig met zichzelf en Ida. Ze is overbezorgd. Later is ze ervan overtuigd dat Ida bezeten is door de duivel en dat die uitgedreven moet worden. Ze begint Ida te mishandelen en alleen Ellen merkt daar wat van. Na een poosje lijkt het of moeder er weer helemaal bovenop is, maar dan zegt ze dat het lijden bijna voorbij is. Op een avond maakt ze samen met Ellen voor iedereen een schoteltje met zogenaamde vitaminepillen (slaappillen en valium) klaar. Iedereen neemt de pillen behalve Ellen die haar hond Orson gaat uitlaten op het strand. Als ze thuiskomt treft ze haar hele familie dood aan met plastic zakken over hun hoofd. Dan ziet ze dat Carlos nog leeft en neemt hem mee naar de kelder waar ze zich verstopt houdt. Haar moeder was gewoon vergeten dat ze nog bestond! Ellen en Carlos gaan naar een tehuis en een paar jaar later wordt Carlos geadopteerd. Vanaf dat moment heeft Ellen nog nauwelijks contact met haar broertje. Ze blijft alleen achter en blijft in de knoop zitten met haar verleden. Met een aantal belangrijke vragen blijft ze zitten. Vooral over het feit dat ze maar niet kan vatten, waarom haar moeder het heeft gedaan. Als ze achttien is gaat Ellen op kamers wonen en gaat medicijnen studeren. Dan komt ze er achter dat haar moeder gewoon aan kraamvrouwenpsychose leed en dat alles met de juiste medicijnen voorkomen had kunnen worden.
Aan het eind van het boek krijgt ze een antwoord op haar laatste vraag en maakt ze een nieuwe start. Ze sluit haar verleden af en gaat door met leven met de mensen die ze nu nog heeft.
Analyse
Personages:
Ellen van Bemmel
Ellen is de hoofdpersoon van het verhaal. Je komt veel te weten over haar levensverhaal. Ze is vrolijk, intelligent en zorgzaam. Na een tragedie werd ze harder tegen haarzelf en tegen anderen. Later kiest ze voor zichzelf en laat ze haar familieleden los.
Margje van Bemmel
Margje is de moeder van Ellen. Op het begin is ze een hardwerkende moeder naarmate het verhaal verder gaat draait ze een beetje door.
Thema:
Het verhaal draait om jeugdtrauma en rouwverwerking.
Perspectieven:
Het verhaal wordt verteld in de Ik-persoon. Je kijkt vanuit de ogen van Ellen.
Ruimte:
Het speelt zich vooral in het ouderlijke huis van Ellen en haar familie. Ook speelt het zich af in de tuin, de omgeving van het huis, Intratuin, collegezalen en psychiaterkamers.
Tijd:
Het wordt niet in een chronologische volgorde verteld. Ook wordt het in twee delen van tijd. In 1998 en 1973.
Motieven:
Er komen verschillende motieven voor in het verhaal. De motieven Postnatale psychose, familiedrama en naamgeving.
Bronnen: https://www.scholieren.com/verslag/boekverslag-nederlands-een-hart-van-steen-door-renate-dorrestein-76060 & http://renatedorrestein.nl/?page_id=32
Eigen mening
Het boek zelf was redelijk te lezen. Het was namelijk een uitdaging. Paar keer moeten terug bladeren, naarmate ik verder las was dat niet heel fijn. Uiteindelijk was het boek leuker dan dat ik had verwacht. Je werd meegenomen in heel het verhaal, omdat de mysterie steeds niet werd opgelost. Elke keer kon je je goed meeleven met Ellen, daarin werd alles goed uitgelegd.
De zwarte met het witte hart - Boek 9 - havo 5
Het boek dat ik heb gelezen heet De zwarte met het witte hart, geschreven door Arthur Japin. Ik ga hierover een standaardverslag maken.
Informatie over de schrijver
Arthur Japin is in 1956 geboren in Haarlem. Toen hij op de middelbare zat heeft hij gymnasium gedaan en is daarna Nederlandse taal- en letterkunde gaan studeren voor twee jaar. Arthur wou de geschiedenis van twee Afrikaanse prinsjes herschrijven, sindsdien is hij schrijver. Zelf heeft hij paar boeken geschreven zoals De zwarte met witte hart, De droom van de leeuw en nog veel meer. Daarnaast heeft hij ook zijn eigen site, https://www.arthurjapin.nl/.
Samenvatting van het boek
De zwarte met het witte hart bestaat uit vijf delen. In deel één en twee is zowel het heden en het verleden beschreven, in de rest van het boek gaat het enkel over het verleden. Hieronder wordt per deel weergegeven wat het verhaal is.
Deel één
In 1900 woont Kwasi Boachi al bijna een halve eeuw op het eiland Java. Hij is dan bijna 73 jaar oud. Hij slijt zijn dagen in het district Buitenzorg waar een van de oude slaven voor hem zorgt, namelijk Ahim. Adeline Renselaar wil zijn jubileum vieren, maar hier ziet Kwasi tegenop. Toch wekken haar plannen gedachten op het verleden die hij vervolgens beschrijft in zijn dagboeken. Uiteindelijk stemt hij toch in met de plannen om zijn jubileum te vieren, ondanks dat hij het geen prettig idee vindt. Allereerst vertelt Kwasi dat hij in Goudkust is geboren, opgevoed werd in Delft en nu op Java woont. Daarbij leeft hij nu voor zijn drie kinderen die uit de vrouwen zijn geboren die bij hem op de plantage werken.
Het is 1836 wanneer er een handelsdelegatie aanwezig is in de stad Kumasi, dit ligt in de Goudkust. Kwasi en Kwame zijn dan 10 jaar oud. De prinsen zijn onafscheidelijk sinds de broers van Kwasi zijn meegegeven aan een Engelse gazent. Van Drunen, de adjunct-commissaris van de Nederlandse zending, beschrijft in zijn reisverslag hoeveel moeite het kost om de vader van Kwasi, namelijk Kwaku Dua te spreken. Verveer is hierbij ook aanwezig. Er wordt hier een contract opgesteld: in ruil voor vuurwapens voor Ashanti, krijgt Holland ieder jaar duizend mannelijke rekruten. Terwijl deze onderhandelingen bezig zijn, vermaken de prinsjes zich met spelletjes. Al vrij snel blijkt dat Kwaku hen naar Nederland stuurt als onderpand voor de illegale slavenhandel van de Nederlandse regering. De opdracht is om ‘witte kennis mogen gaan vergaren’, maar zij dienen alles achter te laten. Op 24 april 1837 vertrekken Kwasi en Kwame per schip met de Hollandse handelsdelegatie naar Nederland.
Deel twee
Wanneer Kwasi en Kwame in Nederland aankomen, leven zij eerst in een kazerne te Hellevoetsluis. In het najaar worden zij ondergebracht op de kostschool van Van Moock in Delft. Hier maken ze intensief kennis met het Nederlandse leven en cultuur. Kwasi wil nergens voor onderdoen in vergelijking met zijn Nederlandse leeftijdsgenootjes. Kwame ergert zich ongelofelijk aan de veranderingen ten opzichte van zijn thuis. Meneer Van Moock geeft de neefjes dagelijks bijles, zodat ze gauw hun taalachterstand wegwerken. Echter is dit niet genoeg om aan de sluiten bij Kwasi’s en Kwame’s leeftijdsgenootjes, want zij vormen een front tegenover hen. Kwasi wordt gedwongen door klasgenoot Verheeck op de vraag ‘Wat ben je?’ te antwoorden: ‘Ik ben een domme, vieze, vuile zwartjakker’. De enige vriend die Kwasi wel heeft, is Cornelius de Groot. Hij wil helpen om de prinsen te verdedigen tegenover de pesterijen. Kwasi wil hier iets niets van weten, maar als hij erachter komt dat Kwame ook wordt lastiggevallen, schakelt hij de hulp van Cornelius in.
In de tijd dat Kwasi en Kwame op de kostschool zitten, wordt er een schilderij van hen met Verveer in het midden gemaakt, bestemd voor Kwaku. Tijdens een van de sessies, komt grootvorstin Anna Paulowna langs samen met haar dochter Sophie. Kwasi en Kwame worden uitgenodigd voor een Sinterklaasviering en de verjaardag van de kroonprins in Scheveningen. Het feest is echter niet echt een succes, hoewel Kwasi en Sophie wel vrienden worden. Ook leidt het ertoe dat de jongens zich nog meer terugtrekken vanwege jaloezie van hun klasgenoten. Kwasi wordt tevens ziek, waarna bronchitis wordt geconstateerd.
Deel drie
De band tussen Kwasi en Kwame wordt steeds slechter, aangezien Kwame het enkel wil hebben over hun vaderland. De prinsjes hebben nog veel contact met Sophie, die erg geïnteresseerd is in hun verhalen. Als Sophie’s broer Willem III gaat trouwen, en haar moeder daar niet bij wilt zijn, houdt zij haar moeder thuis gezelschap. Ze nodigt de neefjes uit, ook omdat ze dan (voor het eerst) Kwame’s verjaardag kunnen vieren. Kwame gedraagt zich echter verschrikkelijk, waar Kwasi zich voor schaamt. Na een bezoek aan het circus waar blijkt dat er zwarte mensen worden getoond ‘in hun natuurlijke toestand’. Hierna zondert Kwame zich nog meer af van Kwasi (en Sophie), zeker als Kwasi accepteert om zwarte piet te spelen op sinterklaasfeesten. Kwasi en Kwame slapen vanaf dit moment ook niet meer samen. Kwasi ontwikkelt daarna gevoelens voor Sophie die hij tevens uit naar haar. Ze reageert hier niet echt op, maar later blijkt dat zij is uitgehuwelijkt aan de Erfgroothertog van Saksen-Weimar. Op 8 oktober zwaaien beide prinsen Sophie uit.
In september wordt Kwasi samen met medestudenten overvallen en ‘gegijzeld’. Hun belagers laten ze vernederende handelingen uitvoeren. In plaats van Cornelius dat te laten doen, doet Kwasi het voor hem. Hun band verbetert hierdoor echter niet. Wanneer Kwame een jaar na Kwasi ook wordt toegelaten tot de Koninklijke Akademie, gaan beide prinsjes met vrienden naar een bordeel waar zij zich niet op hun gemak voelen. Onderweg naar huis komen zij Cornelius tegen die ruzie maakt met een prostituee en Kwasi springt tussen beide. Dit wordt hem niet in dank afgenomen, waarop enkele dagen Kwasi op een ruwe manier wordt beroofd en mishandeld door Cornelius en zijn vrienden. Kwame treedt uiteindelijk toe tot de Militaire Akademie tot ieders verbazing. Kwasi wordt verkozen tot het nieuwe erelid van het dispuut De Vijf Kolommen. Met zijn speech maakt hij Kwame totaal overstuur, aangezien Kwasi een negatief beeld van zijn oude volk schetst. Die avond krijgt Kwasi ook zijn portret. Hij komt erachter dat er, afhankelijk van de lichtinval, twee jongemannen te zien zijn: een blanke met een zwarte schaduw en een donkere met een witte zielenschim.
Deel vier
In dit deel wordt weergegeven dat Kwame terugkeerde naar West-Afrika. In brieven van 31 oktober 1847 tot 21 februari 1850 die hij schreef naar Kwasi, wordt duidelijk hoe zijn visie is en wat hij meemaakt. Kwasi was op dit moment aan het studeren in de buurt van Sophie, namelijk in Freiberg in Weimar. Kwame is ontzettend blij om terug te zijn in zijn vaderland en het liefst zou hij hebben dat Kwasi ook terug zou keren. Kwame verblijft in hetzelfde kamertje in fort Elmina waar zij ook sliepen op de nacht voor hun vertrek naar Nederland. Het portret van de twee prinsjes hangt in de eetzaal, omdat Kwaku hem heeft teruggestuurd. Wanneer Kwame zijn aankomst in het Nederlands aankondigt, krijgt hij bericht terug van Kwaku dat hij niet welkom is zolang hij het Twi niet meer beheerst. Helaas is er niemand die Kwame die taal weer goed aan kan leren.
Dan bereikt Kwame het bericht dat in Kumasi de christenen gruwelijk vervolgd werden: een offensief tegen de westerse wereld. Aangezien Kwame en Kwasi in Nederland gedoopt zijn, en dus christen zijn, wordt Kwames situatie uitzichtlozer. Hij leeft wel weer op als hij een ontmoeting met zijn moeder heeft, waarvan niet helemaal duidelijk is of dit nou echt zo was of niet. Dan krijgt hij bericht krijgt dat Kwasi’s vader een van zijn jongere broers als troonopvolger heeft aangewezen. Hoewel zijn Twi erop vooruit gaat, is zijn hoop vervlogen: hij pleegt op 22 februari 1850 in zijn slaapkamer zelfmoord met het jachtgeweer. Op het moment dat hij zelfmoord pleegt, weet hij ook dat hij Kwasi niet meer terug zal zien.
Deel vijf
Na afronding van Kwasi’s studie, keert hij terug naar Delft. Echter doet de dood van Kwame hem besluiten om een aanstelling op Indië aan te vragen als ingenieur. Kwasi stapte op 9 september 1850 aan wal te Batavia. Hertog Bernard van Saksen, commandant in het Oost-Indische Leger, had logies voor hem geregeld, maar de plotseling opgedoken Cornelius de Groot gooide roet in het eten: de grillige Cornelius bleek Kwasi's baas te zijn en wilde dat hij als zijn secretaris op zijn erf kwam wonen. Cornelius wilde dat Kwasi sliep in een simpele kamer en at met de bedienden. Later kwam hij bij een Duitse familie in en vroeg hij om overgeplaatst te worden, maar de Nederlandse regering liet niets van zich horen. De familie behandelde hem zeer hoffelijk.
Met Cornelius maakte Kwasi tal van inspectiereizen door mijndistricten. Op een van die reizen, in juni 1852 naar Amboina, nam hij het op voor Ahim, de brutale inlandse bediende van de assistent-resident, waarbij hij zijn hand verwondde. Ondanks de vernederingen ontstond er toch een bijna vriendschappelijke band met Cornelius. Aan Kwasi's positie veranderde echter niets en op zijn verzoeken om zelfstandigheid kwam geen antwoord. Op 24 mei 1856 vertrok hij daarom naar Holland om zijn zaak bij Willem III te bepleiten. Onder de passagiers bevond zich de afgetreden gouverneur-generaal Duymaer van Twist, met wie Kwasi al eerder enkele keren had gepraat over Cornelius' brute optreden. Duymaer van Twist had ervoor gezorgd dat Kwasi vanaf april 1854 zeven maanden van het jaar werd vrijgesteld om zelfstandig onderzoek te doen. In die maanden schreef hij wetenschappelijke artikelen, maakte hij dagboeknotities en blies hij zijn correspondentie met Sophie nieuw leven in. In augustus 1856 trok Kwasi opnieuw bij Van Moock in, hoewel haar man intussen was overleden. Zijn talloze brieven aan Willem III werden niet beantwoord, dus gaf hij het na een jaar op. Op uitnodiging van Sophie woont hij een onthulling van een standbeeld. Tevens praat hij die avond met haar. Zij weet hem te vertellen dat Raden Saleh al jaren informant was voor de Nederlandse regering en negatief over Kwasi gerapporteerd had. Kwasi besloot hierna huur op landerijen te Java op te eisen als schadevergoeding voor het onrecht dat hem werd aangedaan. In 1858 keerde hij terug in Batavia, maar in 1862 kreeg Kwasi pas een stuk land toegewezen. Hier wordt maanden hard aan gewerkt, ook door Kwasi zelf. Wanneer de werkers te hoge eisen stellen, biedt Ahim zijn diensten aan. Cornelius ontmoette Kwasi slechts nog eenmaal.
Op 3 augustus 1900 neemt Adeline Renselaar Kwasi mee naar het kantoor van haar man in Batavia omdat daar documenten liggen over Kwasi. Van Drunen blijkt ontslag te hebben genomen aangezien de Nederlandse regering de carrière van Kwasi heeft gedwarsboomd. Een verzoek van zijn vader om naar Kumasi terug te keren hebben ze nooit doorgegeven aan Kwasi. Van Drunen brengt hem later, op Kwasi zijn jubileum op 9 september, een bezoek. Tijdens dit bezoek vertelt Van Drunen over zijn wederwaardigheden: hij had zich altijd verantwoordelijk gevoeld voor Kwasi en Kwame. Hij wilde hun lot verbeteren, maar had hier geen kans toe. Uit het document dat hij Kwasi overhandigt, bleek echter dat de Nederlandse staat Kwasi tegengewerkt had omdat hij tot het zwarte, inferieure ras behoorde.
Analyse
Personages:
Kwasi Boachi
Kwasi is de hoofdpersoon in dit verhaal. Toen hij in Nederland kwam kreeg hij de naam Aquasi. Hij werd samen met zijn neefje in de slavenhandel gebracht. Kwasi leerde alles sneller dan zijn neefje. Hij was dus een excellente student.
Kwame Poku
Kwame is het neefje van Kwasi. Hij is heel close met zijn neef. Later in het verhaal krijgen de neven onenigheden.
Thema:
In dit verhaal wordt het vooral gefocust op discriminatie en racisme.
Perspectieven:
Uit kwasi zijn perspectief krijg je het verhaal te horen, dus een ik-perspectief.
Ruimte:
De plaatsen waar het afspeelde zijn in verschillende werelddelen zoals, Java, West-Afrika, Delft, Nederlands-Indië en Weimar.
Tijd:
In de 19e eeuw speelt het af. Dit is te merken aan de jaartallen die worden weergegeven als tijdlijn door het boek heen.
Motieven:
Er zijn verschillende soorten motieven in dit verhaal. Identiteitsverlies, Cultuurverschillen, Machtsverhoudingen, familie, heden en verleden.
Bronnen: https://www.arthurjapin.nl/ & https://www.scholieren.com/verslag/zekerwetengoed/de-zwarte-met-het-witte-hart-arthur-japin
Eigen mening
Dit boek heeft me veel later leren over de Nederlandse geschiedenis, daarom is het een leerzame boek. Dus zeker een aanrader als je meer te weten wilt komen over de geschiedenis. De thema discriminatie die in dit boek wordt besproken heeft me ook aangesproken. Je komt niet vaak voor dat een schrijver zo’n onderwerp mooi over laat brengen.
De oesters van Nam Kee - Boek 10 - havo 5
Het boek dat ik heb gelezen heet De oesters van Nam Kee, geschreven Kees van Beijnum. Ik ga hierover een standaardverslag maken.
Informatie over de schrijver
Kees van Beijnum is geboren in 1954. In zijn jeugd was hij vooral in café en hotels van zijn van familie op de Amsterdamse Zeedijk. Eerst was Kees bezig met journalistiek, maar heeft uiteindelijk gekozen om schrijver te worden.
In zijn leven als schrijver heeft hij al veel verschillende soorten romans geschreven.
Samenvatting van het boek
Als het verhaal begint is Berry naar het oude vakantiehuisje van zijn ouders in Brette sur laize in Frankrijk gevlucht. Hij wordt hier opgepakt door de franse gendarmerie. Hierna vertelt Berry vanuit de gevangenis zijn verhaal, vaak door middel van gesprekken met een psychiater. Hij vertelt over het feit dat hij tegen zijn moeder heeft gelogen en dat hij zijn Gymnasium diploma heeft gehaald terwijl hij al lang van school is afgegaan. Hij hangt elke dag maar wat rond met zijn vrienden Otman, Jamal en de laatste mode, vaak bij de snackbar van Fast Eddie. Berry liegt ook tegen hen, want hij vertelt hen dat zijn vader is opgepakt bij een grote drugs deal in Lyon, terwijl hij eigenlijk gewoon overleden is.
Vervolgens vertelt hij over zijn eerste ontmoeting met Thera, die hij ontmoet doordat hij haar twee lichtgevende hoorntjes verkoopt op een straathoek in Amsterdam. Thera geeft hem de bijnaam Diablo. De tweede keer dat hij haar ontmoet is in een café waar hij zich voordoet als een filmproducent genaamd Raymond. Hij doet dit omdat Thera een Raymond verwacht. Zij komt erachter dat hij Raymond niet is en raakt hierdoor geïrriteerd, maar toch gaan ze samen winkelen en haar stemming wordt langzamerhand weer beter. Uiteindelijk eten ze oesters bij Nam Kee, dit is de eerste keer dat Berry oesters eet, hij vindt ze niet lekker en zal ze ook nooit lekker gaan vinden.
Hierna vertelt Berry meer over zijn echte ik. Zijn vader heet Peter en was cameraman bij de NOB, zijn moeder werkt bij de reclassering en hij heeft ook een broer Rein met wie hij altijd ruzie heeft over het gedrag van zijn vader. Hij vertelt over het eerste wat hij had gestolen; een pakje batterijen, en de eerste keer dat hij opgepakt werd; toen hij loden platen van een kerk aan het afhalen samen met Otman. De eerste keer dat hij out ging was tijdens een rave in Hoofddorp, omdat hij de verkeerde pillen had gekregen. Ook heeft hij het over Tilly, een meisje dat hij van de Tennis kent, zij was verliefd op hem, maar Berry kon dat niet geloven, hij belde haar nooit terug net zo lang totdat zij niet meer belde en zo bewees hij zijn gelijk.
Hierna vertelt Berry meer over Thera en haar werk als stripper in een achteraf gelegen barretje in Amsterdam. Hij is een keer naar binnen geweest toen hij haar kwam ophalen, maar hij vond het zo’n aanstellerij dat hij voortaan buiten wachtte. Thera woont op een oud zolderkamertje in Amsterdam, haar moeder in Haarlem en haar vader met zijn nieuwe vrouw in Malta. Ze heeft ook een zus die met haar man een zoontje in Heemstede wonen. Berry vindt de hele familie nogal voorspelbaar.
Thera wil graag naar het buitenland alleen is daar geen geld voor nodig. Samen bedenken ze dan een plan om aan geld te komen. Ze adverteren in de krant voor de verhuur van een gemeubileerd appartement met tuin in Amsterdam. Dit is de woning van de dame van wie Thera haar zolderkamer huurt. Dit is mogelijk omdat de oude vrouw in een verzorgingstehuis zit. Ze laten 15 sleutels van het appartement maken, en zo verhuren ze meerdere keren hetzelfde appartement voor een prijs die niet te hoog maar ook niet absurd laag ligt. Ze vertrekken de dag daarna met 21.000 gulden op zak naar het Hilton Hotel waar ze een van de duurste bruidssuite huren. Ze geven veel geld uit aan kleren en eten en maken plannen voor een vakantiereis. Ze zullen nog een nachtje in het Hilton blijven, daarna 3 dagen Parijs waarna ze 4 weken naar Bali zullen gaan en uiteindelijk zullen ze in Arizona eindigen. Maar alles loopt anders als gepland wanneer Thera weer last krijgt van epilepsie aanvallen, waar ze vroeger veel last van heeft gehad. Het verblijf in het Hilton eindigt dan ook in het ziekenhuis, waar Thera na een ernstige aanval zes dagen moet blijven. Berry komt haar tweemaal per dag opzoeken.
Thera trekt na deze tijd in het ziekenhuis weer in bij haar moeder. Berry probeert op alle mogelijke manieren in contact met Thera te komen, wat steeds verhindert wordt door Thera’s moeder. Uiteindelijk vertelt Thera ze niets meer met hem wil. Dan komt hij erachter dat Thera weer wat heeft met haar ex Ben, die een keer foto’s voor de Penthouse van haar heeft gemaakt. Ook hier probeert Berry weer contact met haar te zoeken, maar dit wordt verhinderd door Ben. Berry krijgt op een gegeven moment een geweer van zijn vriend Otman te leen, maar hij is niet van plan het te gebruiken. Tijdens een opstootje met Ben valt het geweer uit zijn broek. Ben en Thera schrikken hiervan en Thera vertelt hem nog eens dat het over is. Berry zijn vrienden vragen hem dan of hij meegaat naar de opening van een nieuw buurthuis. Ze hangen hier wat rond totdat de burgemeester op het punt staat in zijn auto te stappen om te vertrekken. Berry pakt op eens een steen en gooit tegen de burgemeester. De burgemeester wordt op zijn hoofd getroffen en raakt in coma. Berry vlucht en neemt de trein naar Frankrijk, waar hij bij het vakantiehuisje van zijn ouders opgepakt wordt, en aan Nederland uitgeleverd wordt, waar hij in de gevangenis op zijn proces wacht.
Analyse
Personages:
Berry
Berry is de hoofdpersoon het verhaal. Hij is 18 jaar en woont bij zijn moeder. Zijn tijd vult hij met zijn vrienden. In het verhaal ontmoet hij Thera, zijn eerste liefde.
Thera
Thera is de eerste liefde van Berry. Zelf is zij 19 jaar oud en werkt ze in een stripclub.
Thema:
Een 18 jarige jongen met een sterke obsessie voor een vrouw, die in een criminele wereld leeft vol met leugens en bedrog, wat een vreselijk misdrijf tot gevolg heeft.
Perspectieven:
Je krijg het verhaal te horen via een ik-persoon perspectief. Dus je leeft mee in het leven van Berry.
Ruimte:
De plaatsen waar het zich afspeelt zijn, Amsterdam en Brette sur Laize.
Tijd:
Er zit geen chronologische volgorde in het verhaal. Kom je snel achter na het lezen van het begin van het verhaal. Er komen veel flashbacks en flash forwards in voor.
Motieven:
De motieven die het verhaal bevatten zijn leugens, bedrog, obsessie, oesters en wolkenverzameling. Al deze motieven zijn gebaseerd op wat Berry doet in het verhaal.
Bronnen: https://www.debezigebij.nl/auteur/kees-van-beijnum/ & https://www.scholieren.com/verslag/boekverslag-nederlands-de-oesters-van-nam-kee-door-kees-van-beijnum-48816
Eigen mening
Het boek heeft veel diepgang in zijn boek gedaan, waardoor het leuk was om te lezen. Je krijgt veel te weten over de hoofdpersoon. Over zijn jeugd bijvoorbeeld. Dit doet de schrijver door flashbacken te gebruiken. Zo ga je meeleven met het personage zelf, dat maakt een verhaal beter. De schrijver beschrijft alles goed in het verhaal, hierdoor was het voor mij ook duidelijker om het te begrijpen.
Eindopdracht havo 4
Mindmap havo 4
Eindopdracht havo 5
Visie op literatuur
Je hebt 10 boeken gelezen. In de les heb je geleerd wat literatuur is en wat niet. Ook heb je gemerkt dat er binnen de literatuur nog veel verschillen zijn. En dat er verschillend gedacht wordt over wat literatuur is.
In de volgende link vind je een proef: je onderzoekt wie of wat bepaalt wat literatuur is. Maak deze proef: https://litlab.nl/proef/literaire-kwaliteit/.
Wanneer je klaar bent met het maken van deze proef voeg je je antwoorden hier toe. Vervolgens beantwoord je de volgende vragen.
Wat is volgens jou literatuur? Wanneer mag je een boek literair noemen volgens jou?
Mijn visie op literatuur
Mijn visie op de Nederlandse literatuur.
Jaren geleden is er een canon opgesteld. Een canon voor de Nederlandse literatuur. Dit hebben 299 leden van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde gedaan (Groene Amsterdammer, 2003). Zo hebben zij uiteindelijk een canon samen gemaakt. Deze canon moet bestaan uit een lijst van 25 Nederlandse titels. Over wat er nog meer in kwam hebben ze gediscussieerd doormiddel van een debat te voeren. Hieruit kwam een lijst met auteurs en titels. Het is wel jammer dat de Nederlanders niet weten wat literatuur nou precies inhoudt.
De canon is vergelijken met vroeger nu anders. Het zat vroeger namelijk zo dat de canon bestond uit specifieke auteurs. Hierin staan belangrijke namen in zoals, Haasse. Dit is een belangrijke Nederlandse auteur. In de canon zaten vooral Witte reuzen (Trouw, 2017), hiermee bedoel ik dat er vooral witte mensen dan gekleurde mensen in voorkomen. René Stipriaan denkt dat hier later verandering in gaan komen. Met auteurs zoals, Abdelkader Benali. Zo komt er meer diversiteit in de canon, wat een belangrijk punt moet gaan worden.
Dus hieruit heb ik mijn eigen visie op literatuur samengesteld.
Als ik kijk naar hoe de canon er vroeger uit zag en hoe hij er nu uitziet, ben ik het eens met hoe de canon er nu uit ziet. Het viel mij op dat er in de canon van vroeger vooral gekeken werd naar wat de mensen die de canon hebben opgesteld goed vonden voor in de canon. Door de manier hoe de canon van vroeger is opgesteld word je in één bepaalde richting ‘geduwd’. Er is hierdoor geen ruimte om je eigen bevindingen hierover te hebben, omdat de lezer door de manier van opstellen de zelfde visie krijgt als de makers.
Er zitten bepaalde punten in waarvan ik het er niet mee eens ben. Er zit namelijk vrij weinig diversiteit in zoals er werd gezegd. Terwijl ik vind dat juist bij zo’n canon er meer diversiteit moet komen. Het moet niet om één ding gaan draaien. Bijvoorbeeld meer mannen dan vrouwen die in de canon zitten. Ook wordt er bij de canon gekeken naar hoe oud een boek is. Een boek met minstens 25 jaar oud zijn. In mijn ogen hoort een canon juist uit verschillende soorten jaren te komen. Dat maak het lezen ook veel leuker. Zo zie je meer verschil in hoe een boek is geschreven uit andere tijden.
Naar mijn mening is het belangrijker om te kijken naar wat wij als lezer belangrijk vinden, focussen op wat de lezer wilt zodat uiteindelijk iedereen individueel een eigen canon kan opstellen die voor hem of haar goed is. Als het op deze manier gebeurt kan iedereen zijn eigen visie op de canon krijgen en deze toepassen. Hierdoor zal het doel waarvoor de canon bedoeld wordt ook beter benut worden.
Kortom vind ik dat iedereen een inbreng moet hebben in de canon. Niet alleen het boek moet voor jou bestemt zijn maar ook jij voor het boek.
Bronnenlijst:
- Van Velzen. (2017, 14 Oktober). Het gebrek aan kleur in de Nederlandse letteren ligt gevoelig. Bijzonder gevoelig. Trouw, geraadpleegd van https://www.trouw.nl/nieuws/het-gebrek-aan-kleur-in-de-nederlandse-letteren-ligt-gevoelig-bijzonder-gevoelig~b22e5a8a/
- I. (2003, 15 Maart). Het deprimerende dogma van de canon. De Groene Amsterdammer, geraadpleegd van https://www.groene.nl/artikel/het-deprimerende-dogma-van-de-canon