Mijn visie op literatuur

Mijn visie op de Nederlandse literatuur.

Jaren geleden is er een canon opgesteld. Een canon voor de Nederlandse literatuur. Dit hebben 299 leden van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde gedaan (Groene Amsterdammer, 2003). Zo hebben zij uiteindelijk een canon samen gemaakt. Deze canon moet bestaan uit een  lijst van 25 Nederlandse titels. Over wat er nog meer in kwam hebben ze gediscussieerd doormiddel van een debat te voeren. Hieruit kwam een lijst met auteurs en titels. Het is wel jammer dat de Nederlanders niet weten wat literatuur nou precies inhoudt.

De canon is vergelijken met vroeger nu anders. Het zat vroeger namelijk zo dat de canon bestond uit specifieke auteurs. Hierin staan belangrijke namen in zoals, Haasse. Dit is een belangrijke Nederlandse auteur. In de canon zaten vooral Witte reuzen (Trouw, 2017), hiermee bedoel ik dat er vooral witte mensen dan gekleurde mensen in voorkomen. René Stipriaan denkt dat hier later verandering in gaan komen. Met auteurs zoals, Abdelkader Benali. Zo komt er meer diversiteit in de canon, wat een belangrijk punt moet gaan worden.

Dus hieruit heb ik mijn eigen visie op literatuur samengesteld.
Als ik kijk naar hoe de canon er vroeger uit zag en hoe hij er nu uitziet, ben ik het eens met hoe de canon er nu uit ziet. Het viel mij op dat er in de canon van vroeger vooral gekeken werd naar wat de mensen die de canon hebben opgesteld goed vonden voor in de canon. Door de manier hoe de canon van vroeger is opgesteld word je in één bepaalde richting ‘geduwd’. Er is hierdoor geen ruimte om je eigen bevindingen hierover te hebben, omdat de lezer door de manier van opstellen de zelfde visie krijgt als de makers.

Er zitten bepaalde punten in waarvan ik het er niet mee eens ben. Er zit namelijk vrij weinig diversiteit in zoals er werd gezegd. Terwijl ik vind dat juist bij zo’n canon er meer diversiteit moet komen. Het moet niet om één ding gaan draaien. Bijvoorbeeld meer mannen dan vrouwen die in de canon zitten. Ook wordt er bij de canon gekeken naar hoe oud een boek is. Een boek met minstens 25 jaar oud zijn. In mijn ogen hoort een canon juist uit verschillende soorten jaren te komen. Dat maak het lezen ook veel leuker. Zo zie je meer verschil in hoe een boek is geschreven uit andere tijden.

Naar mijn mening is het belangrijker om te kijken naar wat wij als lezer belangrijk vinden, focussen op wat de lezer wilt zodat uiteindelijk iedereen individueel een eigen canon kan opstellen die voor hem of haar goed is. Als het op deze manier gebeurt kan iedereen zijn eigen visie op de canon krijgen en deze toepassen. Hierdoor zal het doel waarvoor de canon bedoeld wordt ook beter benut worden.  

Kortom vind ik dat iedereen een inbreng moet hebben in de canon. Niet alleen het boek moet voor jou bestemt zijn maar ook jij voor het boek.

Bronnenlijst:

- Van Velzen. (2017, 14 Oktober). Het gebrek aan kleur in de Nederlandse letteren ligt gevoelig. Bijzonder gevoelig. Trouw, geraadpleegd van https://www.trouw.nl/nieuws/het-gebrek-aan-kleur-in-de-nederlandse-letteren-ligt-gevoelig-bijzonder-gevoelig~b22e5a8a/

- I. (2003, 15 Maart). Het deprimerende dogma van de canon. De Groene Amsterdammer, geraadpleegd van https://www.groene.nl/artikel/het-deprimerende-dogma-van-de-canon