Ademhaling
Heb je wel eens geprobeerd je adem in te houden?
Je lichaam laat je dan al gauw voelen dat je weer adem moet halen.
Dit komt omdat je zuurstof nodig hebt om in leven te blijven.
Dit gas is een deel van de lucht die je inademt.
Al meteen na je geboorte begin je adem te halen.
Je hele leven lang haal je adem zonder erbij na te denken.
Leerdoelen
Na deze opdracht:
Kun je beschrijven welke organen deel uit maken van het ademhalingsstelsel.
Kun je aangeven hoe in de longen gasuitwisseling plaatsvindt.
Weet je hoe je de ademhaling kunt tellen bij een zorgvrager.
Kun je belangrijke observatiepunten van de ademhaling beschrijven.
Kun je afwijkende ademhalingspatronen herkennen.
Eindproduct
In de linkerkolom zie je drie oefentoetsen staan. Oefen hiermee totdat je voor alle oefentoetsen een voldoende hebt behaald. Maak hierna een printscreen van de uitslagen en laat dit de eerstvolgende les aan je docent zien.
De longen zijn onze ademhalingsorganen.
Hier wordt zuurstof opgenomen in het lichaam en koolstofdioxide afgegeven.
Het wisselen van deze twee stoffen heet gaswisseling.
De lucht die je inademt komt binnen via je neus of mond, en komt via de luchtpijp tenslotte in je longen terecht.
Deze organen samen heten het ademhalingssysteem.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Je controleert de ademhaling bij cliënten met een (te verwachten) stoornis in de ademhaling. Bijvoorbeeld bij:
een longaandoening
een hersenaandoening
bewusteloosheid
tijdens en na onderzoek/behandeling
na verstikking
bij toediening van medicijnen die invloed kunnen hebben op de werking van hart, longen en/of hersenen
bij hartstilstand
Voor het beoordelen van je observatie is kennis nodig van wat normaal is en van oorzaken van een afwijkende observatie. Vergelijk wat je meet ook altijd met eerdere metingen.
Werkwijze
Bij het controleren van de ademhaling let je op:
Frequentie (snelheid). De frequentie van de ademhaling varieert met de leeftijd. Het aantal ademhalingen per minuut van volwassenen is 15 tot 20. Een verhoging van de ademfrequentie heet tachypneu, een verlaging van de frequentie heet bradypneu.
Regelmaat of ritme. Het ritme van de ademhaling is regelmatig als de pauzes tussen twee ademhalingen gelijk zijn. Bij pauzes die afwisselend lang of kort zijn, is er sprake van een onregelmatige ademhaling.
Diepte. De diepte van de ademhaling is de hoeveelheid lucht die per keer wordt ingeademd. De ademhaling is gelijkmatig als steeds met dezelfde diepte wordt ingeademd.
Symmetrie. Bij een normale ademhaling beweegt de borstkas symmetrisch.
Geur. In principe hoort de ademhaling niet te ruiken.
Geluid. Bij een normale ademhaling is er niet of nauwelijks geluid hoorbaar. Geluiden zoals hijgen, piepen of rochelen kunnen bijvoorbeeld te horen zijn bij ontstekingen in de mond- of keelholte, astma of een obstructie.
Symptomen van dyspneu (bemoeilijkte ademhaling), zijn:
benauwde gelaatsuitdrukking
cyanose (de huid kleurt blauw)
bewegen van neusvleugels
intrekkingen van de borstkas
gebruik van hulpademhalingsspieren
Je telt de ademhalingsfrequentie door te kijken naar het op en neer gaan van de borst van de cliënt. Bij de cliënt kan een borst- of een buikademhaling op de voorgrond staan. Meestal komt een gecombineerde ademhaling voor. Tel elke in- en uitademhaling voor één ademhaling. Begin bij de inademing te tellen. De opgaande beweging is de inademing.
De ademhaling kan worden geteld met een zandloper (polsteller) of klokje met secondewijzer.
Tel de ademhaling bij volwassenen en kinderen gedurende 30 seconden en vermenigvuldig de uitkomst met twee. Tel gedurende 1 minuut als de ademhaling afwijkend lijkt.
Aandachtspunten
De ademhaling kan variëren onder invloed van inspanning, ziekte, pijn of stress.
Om de adembewegingen duidelijker te zien, kan een arm van de cliënt over de borst worden gelegd.
De ademhaling kan veranderen wanneer de aandacht erop wordt gevestigd. Emoties beïnvloeden de ademhaling. Tel eventueel de ademhaling meteen na het polstellen zonder het de cliënt te zeggen, terwijl de vingers nog aan de pols liggen.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Iedereen maakt wel eens mee dat het ademhalen even geen doorgang vindt. Soms is dat bewust, bijvoorbeeld als jij je adem inhoudt. Soms is dat ongewild, bijvoorbeeld als iemand tegen zijn zin in onder water wordt gehouden in het zwembad.
Dit kun je niet lang volhouden, want een mens heeft continu zuurstof nodig om te functioneren. Als de ademweg is geblokkeerd en het hart is gestopt met rondpompen van bloed omdat het geen zuurstof meer krijgt, zal iemand binnen 30 seconden bewusteloos raken. Dagelijks raken tientallen mensen in de problemen door ademhalingsmoeilijkheden. Enkele aandoeningen zullen we bespreken.
Ademhalingspatronen
Bij een normale ademhaling, eupneu genoemd, is er sprake van een pauze tussen de in- en uitademing. De ademhalingsbewegingen zijn zo goed als onzichtbaar, automatisch, moeiteloos, rustig, regelmatig en er is niet of nauwelijks geluid te horen.
Onderstaande tabel geeft verschillende (afwijkende) ademhalingspatronen weer.
Benaming
Mogelijke oorzaken
Eupneu:
normale ademhaling
Tachypneu:
versnelde ademhaling
Koorts
Longontsteking
Lichamelijk inspanning
Hartafwijking
Bradypneu:
Langzame, regelmatige ademhaling
Hartproblemen
Hersenaandoeningen
Traag werkende schildklier
Gebruik van medicijnen en verdovende middelen
Dyspneu:
Bemoeilijkte ademhaling (benauwdheid)
Longproblemen
Hartproblemen
Apneu:
tijdelijke afwezigheid van de ademhaling; kan periodiek optreden.
Mechanische obstructie van de luchtwegen;
Aandoeningen die het ademcentrum in de hersenen beïnvloeden
Hyperpneu:
diepe en licht versnelde ademhaling
Lichamelijke inspanning
Hyperventilatie:
versnelde en diepe ademhaling
Te lage koolzuurwaarde in het bloed. De oorzaak hiervan kan psychisch zijn maar ook een reactie op een lichamelijk aandoening, zoals een longembolie of hartinfarct.
Cheyne-Stokes:
snelle en diepe ademhalingen, vervlakkend totdat een pauze (20-60 sec) intreedt
Dit type ademhaling ontstaat vaak in de stervensfase, maar kan ook worden gezien bij ernstig hartfalen, drugsoverdosis of hersenoedeem.
Kussmaul:
snelle (>20/min), zeer diepe (op zuchten lijkende), moeizame ademhaling, zonder pauze
Nierinsufficiëntie of stofwisselingsstoornissen
Oefentoets 3
Begrippenlijst
Zuurstof
Molecuul bestaat uit twee zuurstof atomen; gas dat ontstaat bij fotosynthese in planten en nodig is voor verbranding.
Ademen
Opnemen van zuurstof en uitscheiden van koolstofdioxide (koolzuurgas ), inademen en uitademen, met behulp van longen, kieuwen of tracheeën. Vorm van gaswisseling.
Inademen
Middenrif trek samen, borstkas wordt groter, longen zuigen lucht aan.
Uitademen
Middenrif ontspant, borstkas wordt kleiner, longen geleiden lucht naar buiten.
Longen
Organen die betrokken zijn bij het in- en uitademen en het opnemen van zuurstof en afgeven van koolstofdioxide. Onderdeel van het ademhalingsstelsel. Uitwisseling van zuurstof en koolstofdioxide vindt plaats in de longen tussen longblaasjes en bloed.
Longvlies
Vlies dat samen met het borstvlies de longen met de ribbenkast verbindt, doordat de vliezen vacuüm aanelkaar zitten gezogen.
Borstvlies
Vlies dat samen met het longvlies de longen met de ribbenkast verbindt, doordat de vliezen vacuüm aanelkaar zitten gezogen.
Luchtpijp
Buis met kraakbeenringen die de mondholte verbindt met de bronchiën, waardoor lucht naar binnen en buiten stroomt.
Afvalstof
Niet-bruikbaar deel in het voedsel of een stof die ontstaat in het lichaam bijvoorbeeld door verbranding (koolstofdioxide) en die het lichaam verlaat.
Longblaasje
Deel van de longen waar uitwisseling van zuurstof en koolstofdioxide plaatsvindt tussen lucht en bloed.
Het arrangement Ademhaling is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Kayleigh Fleskens
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2019-06-26 14:16:28
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Ademhaling
Oefentoets 2
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.