Ademhaling

Zorg voor de ademhaling

Intro

Ademhaling
Heb je wel eens geprobeerd je adem in te houden?
Je lichaam laat je dan al gauw voelen dat je weer adem moet halen.
Dit komt omdat je zuurstof nodig hebt om in leven te blijven.
Dit gas is een deel van de lucht die je inademt.
Al meteen na je geboorte begin je adem te halen.
Je hele leven lang haal je adem zonder erbij na te denken.

 

Leerdoelen
Na deze opdracht:

  • Kun je beschrijven welke organen deel uit maken van het ademhalingsstelsel.
  • Kun je aangeven hoe in de longen gasuitwisseling plaatsvindt.
  • Weet je hoe je de ademhaling kunt tellen bij een zorgvrager.
  • Kun je belangrijke observatiepunten van de ademhaling beschrijven.
  • Kun je afwijkende ademhalingspatronen herkennen.                                                              

 

Eindproduct
In de linkerkolom zie je drie oefentoetsen staan. Oefen hiermee totdat je voor alle oefentoetsen een voldoende hebt behaald. Maak hierna een printscreen van de uitslagen en laat dit de eerstvolgende les aan je docent zien.

Groepsgrootte
Je werkt alleen.

Veel succes!

Achtergrondinformatie

 

Ademen
Bestudeer uit de kennisbank het onderdeel:

KB: Ademhaling

Bekijk ook de volgende video's:


De longen zijn onze ademhalingsorganen.
Hier wordt zuurstof opgenomen in het lichaam en koolstofdioxide afgegeven.
Het wisselen van deze twee stoffen heet gaswisseling.


 

 

De lucht die je inademt komt binnen via je neus of mond, en komt via de luchtpijp tenslotte in je longen terecht.
Deze organen samen heten het ademhalingssysteem.
 

 

Oefentoets 1

Test je kennis

Klik op start om te beginnen.

Succes!

Toets:Ademhaling

Ademhaling controleren

Ademhaling controleren

Je controleert de ademhaling bij cliënten met een (te verwachten) stoornis in de ademhaling. Bijvoorbeeld bij:

  • een longaandoening
  • een hersenaandoening
  • bewusteloosheid
  • tijdens en na onderzoek/behandeling
  • na verstikking
  • bij toediening van medicijnen die invloed kunnen hebben op de werking van hart, longen en/of hersenen
  • bij hartstilstand

 

Voor het beoordelen van je observatie is kennis nodig van wat normaal is en van oorzaken van een afwijkende observatie. Vergelijk wat je meet ook altijd met eerdere metingen.

Afbeeldingsresultaat voor ademhaling tellen

Werkwijze

Bij het controleren van de ademhaling let je op:

  • Frequentie (snelheid). De frequentie van de ademhaling varieert met de leeftijd. Het aantal ademhalingen per minuut van volwassenen is 15 tot 20. Een verhoging van de ademfrequentie heet tachypneu, een verlaging van de frequentie heet bradypneu.
  • Regelmaat of ritme. Het ritme van de ademhaling is regelmatig als de pauzes tussen twee ademhalingen gelijk zijn. Bij pauzes die afwisselend lang of kort zijn, is er sprake van een onregelmatige ademhaling.
  • Diepte. De diepte van de ademhaling is de hoeveelheid lucht die per keer wordt ingeademd. De ademhaling is gelijkmatig als steeds met dezelfde diepte wordt ingeademd.
  • Symmetrie. Bij een normale ademhaling beweegt de borstkas symmetrisch.
  • Geur. In principe hoort de ademhaling niet te ruiken.
  • Geluid. Bij een normale ademhaling is er niet of nauwelijks geluid hoorbaar. Geluiden zoals hijgen, piepen of rochelen kunnen bijvoorbeeld te horen zijn bij ontstekingen in de mond- of keelholte, astma of een obstructie.

Afbeeldingsresultaat voor cyanose

Symptomen van dyspneu (bemoeilijkte ademhaling), zijn:

  • benauwde gelaatsuitdrukking
  • cyanose (de huid kleurt blauw)
  • bewegen van neusvleugels
  • intrekkingen van de  borstkas
  • gebruik van hulpademhalingsspieren

 

Je telt de ademhalingsfrequentie door te kijken naar het op en neer gaan van de borst van de cliënt. Bij de cliënt kan een borst- of een buikademhaling op de voorgrond staan. Meestal komt een gecombineerde ademhaling voor. Tel elke in- en uitademhaling voor één ademhaling. Begin bij de inademing te tellen. De opgaande beweging is de inademing.

 

De ademhaling kan worden geteld met een zandloper (polsteller) of klokje met secondewijzer.

Tel de ademhaling bij volwassenen en kinderen gedurende 30 seconden en vermenigvuldig de uitkomst met twee. Tel gedurende 1 minuut als de ademhaling afwijkend lijkt.

 

Aandachtspunten

  • De ademhaling kan variëren onder invloed van inspanning, ziekte, pijn of stress.
  • Om de adembewegingen duidelijker te zien, kan een arm van de cliënt over de borst worden gelegd.
  • De ademhaling kan veranderen wanneer de aandacht erop wordt gevestigd. Emoties beïnvloeden de ademhaling. Tel eventueel de ademhaling meteen na het polstellen zonder het de cliënt te zeggen, terwijl de vingers nog aan de pols liggen.

Oefentoets 2

Toets:Oefentoets 2

Ademhalingspatronen

Iedereen maakt wel eens mee dat het ademhalen even geen doorgang vindt. Soms is dat bewust, bijvoorbeeld als jij je adem inhoudt. Soms is dat ongewild, bijvoorbeeld als iemand tegen zijn zin in onder water wordt gehouden in het zwembad.

Dit kun je niet lang volhouden, want een mens heeft continu zuurstof nodig om te functioneren. Als de ademweg is geblokkeerd en het hart is gestopt met rondpompen van bloed omdat het geen zuurstof meer krijgt, zal iemand binnen 30 seconden bewusteloos raken. Dagelijks raken tientallen mensen in de problemen door ademhalingsmoeilijkheden. Enkele aandoeningen zullen we bespreken.

 

Ademhalingspatronen

Bij een normale ademhaling, eupneu genoemd, is er sprake van een pauze tussen de in- en uitademing. De ademhalingsbewegingen zijn zo goed als onzichtbaar, automatisch, moeiteloos, rustig, regelmatig en er is niet of nauwelijks geluid te horen.

 

Onderstaande tabel geeft verschillende (afwijkende) ademhalingspatronen weer.

Benaming

Mogelijke oorzaken

Eupneu:

normale ademhaling

 

Tachypneu:

versnelde ademhaling

  • Koorts
  • Longontsteking
  • Lichamelijk inspanning
  • Hartafwijking

Bradypneu:

Langzame, regelmatige ademhaling

  • Hartproblemen
  • Hersenaandoeningen
  • Traag werkende schildklier
  • Gebruik van medicijnen en verdovende middelen

Dyspneu:

Bemoeilijkte ademhaling (benauwdheid)

  • Longproblemen
  • Hartproblemen

Apneu:

tijdelijke afwezigheid van de ademhaling; kan periodiek optreden.

  • Mechanische obstructie van de luchtwegen;
  • Aandoeningen die het ademcentrum in de hersenen beïnvloeden

Hyperpneu:

diepe en licht versnelde ademhaling

 

  • Lichamelijke inspanning

 

Hyperventilatie:

versnelde en diepe ademhaling

  • Te lage koolzuurwaarde in het bloed. De oorzaak hiervan kan psychisch zijn maar ook een reactie op een lichamelijk aandoening, zoals een longembolie of hartinfarct.

Cheyne-Stokes:

snelle en diepe ademhalingen, vervlakkend totdat een pauze (20-60 sec) intreedt

  • Dit type ademhaling ontstaat vaak in de stervensfase, maar kan ook worden gezien bij ernstig hartfalen, drugsoverdosis of hersenoedeem.

Kussmaul:

snelle (>20/min), zeer diepe (op zuchten lijkende), moeizame ademhaling, zonder pauze

  • Nierinsufficiëntie of stofwisselingsstoornissen

Oefentoets 3

Begrippenlijst

Zuurstof
Molecuul bestaat uit twee zuurstof atomen; gas dat ontstaat bij fotosynthese in planten en nodig is voor verbranding.
Ademen
Opnemen van zuurstof en uitscheiden van koolstofdioxide (koolzuurgas ), inademen en uitademen, met behulp van longen, kieuwen of tracheeën. Vorm van gaswisseling.
Inademen
Middenrif trek samen, borstkas wordt groter, longen zuigen lucht aan.
Uitademen
Middenrif ontspant, borstkas wordt kleiner, longen geleiden lucht naar buiten.
Longen
Organen die betrokken zijn bij het in- en uitademen en het opnemen van zuurstof en afgeven van koolstofdioxide. Onderdeel van het ademhalingsstelsel. Uitwisseling van zuurstof en koolstofdioxide vindt plaats in de longen tussen longblaasjes en bloed.
Longvlies
Vlies dat samen met het borstvlies de longen met de ribbenkast verbindt, doordat de vliezen vacuüm aanelkaar zitten gezogen.
 
Borstvlies
Vlies dat samen met het longvlies de longen met de ribbenkast verbindt, doordat de vliezen vacuüm aanelkaar zitten gezogen.
Luchtpijp
Buis met kraakbeenringen die de mondholte verbindt met de bronchiën, waardoor lucht naar binnen en buiten stroomt.
Afvalstof
Niet-bruikbaar deel in het voedsel of een stof die ontstaat in het lichaam bijvoorbeeld door verbranding (koolstofdioxide) en die het lichaam verlaat.
Longblaasje
Deel van de longen waar uitwisseling van zuurstof en koolstofdioxide plaatsvindt tussen lucht en bloed.
  • Het arrangement Ademhaling is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Kayleigh Fleskens Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2019-06-26 14:16:28
    Licentie
    CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    MBO VZ/MZ
    Leerinhoud en doelen
    Biologische eenheid; Biologie; Orgaan; Kenmerken, bouw en functies van organen en orgaanstelsels;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    10 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    leerlijn, rearrangeerbare

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Struijf, Marijke. (2018).

    Thema Ademhaling

    https://maken.wikiwijs.nl/117831/Thema_Ademhaling