Digitale kind/jeugdmodule voor VP 3

Digitale kind/jeugdmodule voor VP 3

Inleiding

Inleiding

Gedurende 20 weken ben je in het derde leerjaar van de opleiding tot verpleegkundige aan het Alfa-college, zelfstandig of met je subgroep bezig met het onderdeel kind/jeugdverpleging in het ziekenhuis.

Hierbij volg je geen lessen maar is de wiki zelf de virtuele docent. Met deze wiki word je door de leerstof geleid. De wiki bevat aanwijzingen welke theorie je uit het onderstaande boek moet lezen, aanvullende theorie en opdrachten, welke deels uit het werkboek komen.

Werkboek niveau 4: Kraam, kind en jeugd in het ziekenhuis.

MBO Traject V&V verpleegkundige.

Auteurs: G. van den Aker, C. Dirkse, N. Dorenbos, M.B. Haak,  H.P.M. van der Maat.

Uitgever: Thieme Meulenhoff, Amersfoort, eerste druk, eerste oplage, 2017

Isbn: 9789006910681

 

De basis voor deze wiki is het boek Kraam, kind en jeugd in het ziekenhuis.

MBO Traject V&V verpleegkundige.

Auteurs: G. van den Aker, C. Dirkse, N. Dorenbos, M.B. Haak, H.P.M. van der Maat.

Uitgever: Thieme Meulenhoff, Amersfoort,  tweede druk, eerste oplage, 2017

Isbn: 9789006910391

 

De verpleegkundige op de kinderafdeling.

Een verpleegkundige op de kinderafdeling komt verschillende zorgvragers tegen, van te vroege geborenen tot pubers. Onlosmakelijk bij de zorg voor kinderen zijn de ouders/verzorgers.

De verpleegkundige werkt in een omgeving waarin voortdurend nieuwe kennis ontstaat die omgezet wordt in behandelings- en benaderingswijzen. Ze beschikt over specifieke vaardigheden,  algemene en gespecialiseerde kennis die nodig zijn voor het waarborgen van de kwaliteit van de zorgverlening, het analyseren en op een creatieve en verantwoorde wijze oplossen van problemen, het zo nodig vertalen van de laatste ontwikkelingen naar haar werkuitvoering en die van haar collega’s en het deelname aan evidence based en practice based onderzoek.

Als verpleegkundige krijg je te maken met fysiologische processen, vaak gecompliceerde processen en acute situaties.

Het is belangrijk dat je eerst bestudeert wat gezond is, daarna wat ziek is. In deze logische volgorde is de moduul opgebouwd.

 

 

Verantwoording:

Deze kind/jeugd moduul heeft verbinding met het kwalificatiedossier van verpleegkundige 2018 crebo; 79140

De MBO-verpleegkundige kent 4 brancheverbijzonderingen:

B1: Ziekenhuizen (ZH)

B2: Verpleeg- en Verzorgingshuizen en Thuiszorg (VVT)

B3: Geestelijke gezondheidszorg (GGZ)

B4: Gehandicaptenzorg (GHZ)

 

B1-K1 Bieden van zorg en begeleiding in het verpleegkundig proces
B1-K1-W1 Neemt een anamnese af en stelt een verpleegkundige diagnose
B1-K1-W2 Onderkent dreigende of bestaande gezondheidsproblemen
B1-K1-W3 Stelt een verpleegplan op
B1-K1-W4 Biedt persoonlijke verzorging en monitort welbevinden
B1-K1-W5 Voert verpleegtechnische handelingen uit
B1-K1-W6 Begeleidt een zorgvrager
B1-K1-W7 Geeft voorlichting, advies en instructie
B1-K1-W8 Reageert op onvoorziene en crisissituaties
B1-K1-W9 Coördineert de zorgverlening van individuele zorgvragers
B1-K1-W10 Evalueert en legt de verpleegkundige zorg vast
B1-K2 Werken aan kwaliteit en deskundigheid
B1-K2-W1 Werkt aan de eigen deskundigheid
B1-K2-W2 Werkt samen met andere beroepsgroepen in de zorg
B1-K2-W3 Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg
B1-K2-W4 Begeleidt nieuwe collega's, stagiaires en/of vrijwilligers

Kwalificatiedossier:                MBO-Verpleegkundige

 

Kwalificatieniveau:                 4

 

Crebo kwalificatiedossier:      95520

Kwalificatie (Crebonummer)

 

MBO-Verpleegkundige (95520)

 

Branches + Competenties

Kerntaak

Werkproces

B1

B2

B3

B4

1          Bieden van zorg en begeleiding in het verpleegkundig proces

1.1       Stelt verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op

A, D, H, J, K, M

A, D, H, J, K, M

A, D, H, J, K, M

A, D, H, J, K, M

1.2       Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden

E, F, J, K, R, V

E, F, J, K, R, V

E, F, J, K, R, V

E, F, J, K, R, V

1.3       Voert verpleegtechnische handelingen uit

K, L, T

K, L, T

K, L, T

K, L, T

1.4       Begeleidt een zorgvrager

C, D, R

C, D, R

C, D, R

C, D, R

1.5       Begeleidt een groep zorgvragers

 

C, D

C, D

C, D

1.6       Geeft voorlichting, advies en instructie

I, L

I, L

I, L

I, L

1.7       Hanteert crisissituaties en onvoorziene situaties

E, T, V

E, T, V

E, T, V

E, T, V

1.8       Coördineert de zorgverlening

B, E, Q

B, E, Q

B, E, Q

B, E, Q

1.9       Evalueert de zorgverlening

D, J, M

D, J, M

D, J, M

D, J, M

2          Uitvoeren van organisatie- en professie gebonden taken

2.1       Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep

K

K

K

K

2.2       Werkt aan het bevorderen en bewaken van de kwaliteitszorg

H, T

H, T

H, T

H, T

2.3 Geeft werkbegeleiding

C

C

C

C

             

 

De 25 standaardcompetenties

  1. Beslissen en activiteiten initiëren
  2. Aansturen
  3. Begeleiden
  4. Aandacht en begrip tonen
  5. Samenwerken en overleggen
  6. Ethisch en integer handelen
  7. Relaties bouwen en netwerken
  8. Overtuigen en beïnvloeden
  9. Presenteren
  10. Formuleren en rapporteren
  11. Vakdeskundigheid toepassen
  12. Materialen en middelen inzetten
  13. Analyseren
  1. Onderzoeken
  2. Creëren en innoveren
  3. Leren
  4. Plannen en organiseren
  5. Op de behoeften en verwachtingen van ‘de klant’ richten
  6. Kwaliteit leveren
  7. Instructies en procedures opvolgen
  8. Omgaan met verandering en aanpassen
  9. Met druk en tegenslag omgaan
  10. Gedrevenheid en ambitie tonen
  11. Ondernemend en commercieel handelen
  12. Bedrijfsmatig handelen

 

Het is van belang dat je steeds de voorgeschreven literatuur uit je theorieboek doorneemt, de opdrachten maakt soms individueel of in je subgroep. De opdrachten maak je digitaal en deze verzamel je bij elkaar en doe je in de inleverbox van de map VP-ST op SharePoint binnen 20 weken. De docent beoordeelt binnen twee weken de opdrachten welke zijn ingeleverd. Nadat je de opdrachten hebt ingeleverd kun je de digitale toets doen. Hierbij krijg je 12 meerkeuzevragen, 10 open vragen waarbij je een kort antwoord dient te geven en 9 essay vragen waarin je je antwoord uitgebreider moet beschrijven. Je krijgt na afloop meteen te zien of je de toets hebt gehaald en kunt een certificaat uit printen, welke je bewaart in je portfolio van de opleiding.

 

Criteria van de opdrachten die je hebt verzameld voor de inleverbox.

  • Voorblad met naam, titel, opleiding, klas en datum.
  • Je hebt een inleiding toegevoegd met daarim een beschrijving wat je hebt gedaan.
  • Het bevat een inhoudsopgave.
  • Noteer met wie je een opdracht hebt gemaakt.
  • Alle opgegeven opdrachten zijn gemaakt.
  • Bladzijden zijn genummerd.
  • De opdrachten staan digitaal op de afgesproken datum.

 

Succes met de digitale moduul!

 

Les 1 Normale groei en ontwikkeling.

De normale groei en onwikkeling.

 

Lees vooraf thema 5 Normale groei, ontwikkeling en verzorging. (uit je theorieboek; Kraam, kind en jeugd in het ziekenhuis)

 

Dit thema beschrijft wat de jeugdgezondheidszorg inhoudt. Het doel van de jeugdgezondheidszorg is het bevorderen, beschermen en beveiligen van de gezondheid en lichamelijke en geestelijke ontwikkeling van jeugdigen van 0 tot 19 jaar.

De normale lichamelijke ontwikkeling, de psychosociale en motorische ontwikkeling met de verorging en effecten van een opname in het ziekenhuis van een zuigeling, peuter, kleuter, schoolkind en puber worden beschreven.

 

 

Les 2 Het zieke kind.

Het zieke kind en pijn bij kinderen.

 

Lees vooraf thema 6 hoofdstuk 21 door Het zieke kind in het ziekenhuis.

 

Deze les gaat over dat kinderen andere ziektebeelden kunnen hebben, anders reageren bij ziekteverschijnselen, er wordt aandacht besteed aan de vitale functies bij de verschillende leefdtijden, verder komt angst en pijnbeleving aanbod.

Bij pijn wordt aandacht besteed aan het cirkelmodel van Loeser met daarin de cirkels: pijngedrag, pijnbeleving, pijngewaarwording en pijnprikkel ook worden gebruikte pijnscorelijsten voor verschillende leefdtijdsgroepen uitgelegd.

Les 3 Pre- en postoperatieve zorg.

Pre- en postoperatieve zorg.

 

Lees vooraf thema 6 hoofdstuk 22: Preoperatieve en postoperatieve zorg door.

 

Kinderen die worden opgenomen voor een operatie kunnen angstig, bang voor pijn en het onbekende zijn. Om dit zo goed mogelijk te kunnen begeleiden is het van belang dat verpleegkundigen kinderen op hun niveau kunnen voorbereiden op een operatie, de ouders kunnen ondersteunen, de rapportage, medicatie, postoperatieve zorg en ontslag kunnen uitvoeren.

Les 4 Kindermishandeling.

Kindermishandeling.

 

Lees vooraf thema 6 hoofdstuk 23 Zorg bij kindermishandeling.

 

Kindermishandeling komt vaker voor dan gemeld wordt. Oorzaken zijn moeilijk aan te wijzen.

Gaat vaak samen met meerdere gezinsproblemen. Het komt lang niet altijd voort uit ouders met kwade bedoelingen, maar is het gevolg van onmacht van ouders om met hun eigen problemen om te gaan. Er zijn een aantal vormen van kindermishandeling..

Het mishandelde kind kan zich heel eenzaam voelen, zwijgt erover, wil ouders niet afvallen. Het kind is afhankelijk van anderen die de mishandeling willen zien en melden.

Het mishandelde kind moet uit zijn isolement worden gehaald en de mishandeling moet worden gestopt.Ouders en kinderen moeten worden geholpen.

Het is niet aan beroepskrachten om kindermishandeling vast te stellen, maar om vermoedens te uiten.

Les 5 Luchtwegaandoeningen.

Luchtwegaandoeningen.

 

Lees vooraf thema 7 hoofdstuk 24 Aandoeningen aan de luchtwegen door.

 

Deze les gaat over keel-, neus- en oorproblemen, dit komt veel voor bij jonge kinderen. Het kan grote vermoeidheid geven, terugkerende infecties, gehoorproblemen en problemen met de spraakontwikkeling.

De pasgeborene ademt de eerste maanden nog anders dan een volwassene, de ademhaling is onregelmatiger, sneller ook kunnen alleen via de neus ademhalen. Daardoor kan de baby drinken, slikken en tegelijkertijd ademhalen. Later verandert dit.

Een pasgeborene kan een congenitale (aangeboren) aandoening hebben zoals een hazenlip, hierbij is het belangrijk dat de ouders het accepteren en is het leren drinken mede een taak van de verpleegkundige.

Op de kinderafdeling kun je kinderen tegenkomen die voor een tonsillectomie (operatie waarbij de keelamandelen worden verwijderd).

 

 

Les 6 Luchtwegaandoeningen.

Luchtwegaandoeningen.

 

Lees vooraf thema 7 hoofdstuk 25 Kinderen met aandoeningen aan de luchtwegen en hoofdstuk 26 chronische luchtwegaandoeningen bij kinderen door.

 

 

 

Les 7 luchtwegaandoeningen.

Luchtwegaandoeningen.

 

Lees vooraf thema 7 hoofdstuk 25 Kinderen met aandoeningen aan de luchtwegen en hoofdstuk 26 Chronische luchtwegaandoeningen bij kinderen.

Hierbij komen de volgende onderwerpen aan de orde pseudokroep, aspiratie van een vreemd voorwerp, pneumonie en infectie door het RS-virus.

 

Les 8 Maag-darmkanaal aandoeningen.

Maag-darmkanaalaandoeningen.

Lees vooraf thema 8 hoofdstuk 27 Aangeboren afwijkingen van het maagdarmstelsel bij kinderen en hoofdstuk 28 Maag-darmaandoeningen bij kinderen door.

 

Bij kinderen is buikpijn een veel gehoorde klacht, dit hoeft niet altijd te wijzen op een darmaandoening. Deze klact/symptoom noemen we asepcifiek; dat houdt in dat buikpijn bij veel ziektebeelden kan optreden, niet alleen bij een bepaald ziektebeeld.

Sommige kinderen worden opgenomen met een ernstige maag-darmontsteking (gastro-enteritis) hierbij kan de complicatie dehydratie (uitdroging) optreden. In het boek heb je de verschillende verpleegkundige observaties hierbij gelezen.

Ook komt de gastro-oesofageale reflux aanbod hierbij stroomt er voeding van de maag naar de slokdarm, het kind kan gaan spugen.

Er zijn kinderen die last hebben van obstipatie en zij kunnen poliklinisch behandeld worden met "toilettraining".

Verder wordt er aandacht besteed aan voedselallergie en coeliakie.

Les 9 Huidaandoeningen en infecties.

Huidaandoeningen en infecties.

 

Lees vooraf thema 9 hoofdstuk 29 Huidaandoeningen bij kinderen en hoofdstuk 30 Infecties bij kinderen door.

Dit hoofdstuk gaat over aangeboren huidafwijkingen, maar ook over allergische huidaandoeningen bij kinderen, huidinfecties.

In het volgende hoofdstuk worden infecties zoals de ziekte van Pfeiffer, hersenvliesontsteking en sepsis besproken.

 

Les 10 Kinderziekten.

Kinderziekten.

 

Lees vooraf thema 9 hoofdstuk 31 Besmettelijke kinderziekten door.

 

 

Les 11 Ongelukken.

Ongelukken.

 

Lees vooraf thema 10 hoofdstuk 32 Ongelukken met kinderen door.

 

Vaak gebeuren ongelukken met kinderen gewoon thuis terwijl de ouders gewoon thuis zijn. Jaarlijks worden 250 kinderen opgenomen. Vaak is de behandeling pijnlijk, langdurig en kan een huidtransplantatie nodig zijn. Er zijn verschillende gradaties bij brandwonden, ook kunnen er heftige complicaties bij optreden.

Er worden soorten botbreuken uitgelegd, met daarbij de symptomen, behandeling en verpleegkundige zorg.

 

Les 12 Vergiftigingen.

Vergiftigingen.

 

Lees vooraf thema 10 hoofdstuk 32.4 Vergiftigingen door.

 

Op de peuterleeftijd komen de meeste vergiftigingen voor. Peuters zijn nieuwsgierig en gaan op onderzoek uit en kunnen giftige stoffen in hun mond stoppen of opeten.

Het is belangrijk om snel uit te zoeken, welk gif is ingenomen, hoeveel en wanneer.

 

Les 13 Chirurgie bij kinderen.

Chirurgie.

 

Lees vooraf Thema 10 hoofdstuk 13 Chirurgie en orthopedische aandoeningen bij kinderen.

 

Hier worden de volgende aandoeningen: appendicitis, pylorusstenose, invaginatie, problemen met indalen van de zaadballen, navelbreuk, en circumcisie beschreven met de symptomen, onderzoek, behandeling en verpleegkundige zorg.

Les 14 Orthopedie bij kinderen.

Orthopedie bij kinderen.

 

Lees vooraf thema 10 hoofdstuk 33 Chirurgische- en orthopedische aandoeningen bij kinderen door.

 

Bij de orthopedische aandoeningen komen de aangeboren heupdysplasie en klompvoet aanbod.

 

Les 15 Klinisch redeneren.

Klinisch redeneren.

 

Lees thema 11 hoofdstuk 34 Klinisch redeneren door.

 

Steeds meer wordt er in de kindergeensskunde gebruik gemaakt van redeneerhulpen zoals de PEOWS, de ISBARR, APGAR-score, SIRS, de comfortscore en de Glasgow-comaschaal.

 

Les 16 Kwaliteitszorg.

Kwaliteitszorg.

 

Lees vooraf thema 11 hoofdstuk 36 Kwaliteitszorg door.

 

 

Toets: Eindtoets

Start

  • Het arrangement Digitale kind/jeugdmodule voor VP 3 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Alina Boonstra
    Laatst gewijzigd
    2019-07-10 08:56:06
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur 0 minuten
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Eindtoets

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.