‘Kennis is macht’ is een uitspraak van de Engels filosoof Francis Bacon. Hij was ervan overtuigd dat wetenschap (kennis) en technologie de mensheid vooruit zouden helpen.
Als je kennis hebt en die kennis deelt, vergroot dat je aanzien (wat mensen van je denken) en je macht.
In dit blok kijk je naar de kennis en voorlichting over gezondheid. Dat is soms ingewikkeld.
Een voorbeeld: bij voedsel speelt niet alleen gezondheid een rol. Het gaat ook om wat mensen lekker vinden. Producenten willen vooral hun product verkopen en soms zijn die producten niet gezond.
Startopdracht A
Kennis verzamelen
Bespreek de volgende vragen met je docent en je klasgenoten.
Wie heeft volgens jou heel veel kennis?
Waarover heeft die persoon veel kennis?
Welke invloed of macht heeft die persoon op andere mensen?
Welke organisaties ken je die kennis verzamelen? Wat doen die organisaties met die kennis? En met welk doel?
Veel organisaties hebben kennis die direct gebruikt kan worden door anderen. Voorlichting is een manier om die kennis bij de gebruikers te krijgen.
Startopdracht B
Kinderreclame
Bekijk het filmpje over kinderreclame:
Verzamel een aantal voorbeelden van kinderreclame voor producten die volgens jullie ongezond zijn.
Beantwoord daarna de volgende vragen en bespreek deze in de klas:
Onderzoekers hebben ouders en kinderen geobserveerd in de supermarkt.
Hoe vaak krijgen kinderen in de supermarkt hun zin denk je? Is dat afhankelijk van de leeftijd van het kind?
Vergelijk jullie antwoorden met deze gegevens.
Hoe vaak krijgen kinderen hun zin? Het aantal keren dat kinderen hun zin krijgen, in verschillende leeftijdsgroepen.
Wat is jouw mening over kinderreclame? Welke grenzen zou jij willen trekken?
Startopdracht C
Keurmerken
Een andere manier om met kennis invloed uit te oefenen op de keuze van anderen, is het gebruik van keurmerken.
Hier zie je er drie:
EKO-keurmerk: Het EKO-keurmerk geeft aan dat het voedingsmiddel een product is van de biologische landbouw, waarbij geen chemische bestrijdingsmiddelen en kunstmest worden gebruikt en waar dieren op een diervriendelijke worden gehouden. www.eko-keurmerk.nl
Max Havelaar en Fairtrade: Fairtrade bevordert eerlijke handel, een groter deel van de opbrengst gaat naar de boeren in ontwikkelingslanden zelf. https://www.fairtradenederland.nl
‘Ik Kies Bewust’-logo: geïntroduceerd door samenwerkende voedselproducenten (Unilever, Campina etc.). Het logo is bedoeld om consumenten te helpen bij het maken van een bewuste keuze.
Vinkjes verdwijnen echter van alle verpakkingen, dus ook het vinkjes-logo. Er wordt gezocht naar een andere manier om heldere informatie op de voorkant van voedselverpakkingen zichtbaar te maken. Kijk voor de laatste ontwikkelingen op de site van de Consumentenbond: https://www.consumentenbond.nl/acties/vinkjes
Beantwoord de volgende vragen:
Wat willen de bedenkers van de drie genoemde keurmerken bereiken? Noteer dat voor de drie keurmerken en wissel je antwoorden uit.
Op welk(e) keurmerk(en) zou jij in ieder geval letten bij het kopen van voedsel? Leg je antwoord uit.
Op deze website Keurmerkwijzer vind je nog veel meer keurmerken.
Welke ken je? Op welke wordt bij jou thuis gelet?
Voordat je begint
Benodigdheden:
kommetje
mes
wegwerpbestek
8 afsluitbare plastic zakjes
6 glazen potjes
6 papieren bordjes
zwarte peper
appel
handzeep of afwasmiddel
antibacteriële zeep
handdoek
zout
suiker
azijn
2 sneetjes wit brood
2 sneetjes bruin brood
smartphone of fototoestel
viltstift
etiketten of papier en plakband
vergrootglas
Tijd blok:
4 uur
Leerdoelen en vaardigheden
Je kunt:
met enkele voorbeelden uitleggen dat je gezondheid wordt beïnvloed door de combinatie van slechte en goede gewoontes, inentingen en je afweersysteem.
verschillen uitleggen tussen actieve en passieve immunisatie en enkele voorbeelden hiervan geven.
uitleggen hoe je verantwoord om kunt gaan met medicijnen zoals pijnstillers en antibiotica.
argumenten noemen waarom je je wel of niet laat inenten.
de onderdelen van de huid benoemen.
uitleggen hoe je de huid moet verzorgen bij een (brand)wond.
uitleggen waaraan en hoe je verslaafd kan raken.
enkele gevolgen noemen van een verslaving.
verschillende standpunten rondom seksuele onderwerpen met anderen bespreken en daarbij je eigen standpunt uitleggen.
uitleggen wat een SOA is, hoe je ze kunt voorkomen en wat je kunt doen als je denkt een SOA te hebben opgelopen.
benoemen hoe seksuele geaardheid kan verschillen.
instanties opzoeken die hulp bieden bij problemen rond seksualiteit en relaties.
Stap 1
Opdracht 1
Jeugdgezondheidszorg en preventie
Vanaf de eerste week van je leven kom je in contact met de jeugdgezondheidszorg. Als baby heb je waarschijnlijk vaccinaties gekregen en werd je groei en ontwikkeling goed in de gaten gehouden. Als je naar school gaat, neemt de schoolarts en/of verpleegkundige dit over.
Het valt niet altijd mee om gezond te leven. Hoe kun je dat doen? Waar kun je op letten?
In deze stap kijk je naar micro-organismen, heel kleine organismen die zowel nuttig als schadelijk voor je kunnen zijn.
Jeugdgezondheidszorg
Hier kun je zien wat de jeugdgezondheidszorg inhoudt.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Maar een klein deel van de bacteriën waar je mee in aanraking komt, is schadelijk voor je.
Wist je dat jij samenleeft met wel honderdduizend miljard micro-organismen?
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Die opdracht heb je natuurlijk vaak gekregen. Maar hoe doe je het echt goed?
Bekijk het filmpje over handen wassen in zes stappen.
In tweetallen:
Was je handen. Kijk bij elkaar of je dat op de juiste manier doet.
Zo nee? Wat gaat er nog niet goed?
Zo ja? Ga zo door!
Opdracht 7
Waarom zeep?
Waarom gebruik je zeep om je handen te wassen?
Download het werkblad: Peperwater.
Voer het proefje uit om achter het antwoord te komen.
Stap 2
Opdracht 1
Afweer
Je kunt veel doen om micro-organismen geen of weinig kans te geven om je ziek te maken. Maar wat gebeurt er als ze wel je lichaam binnenkomen? Je lichaam heeft een natuurlijk afweermechanisme. Dit afweermechanisme kun je een beetje helpen, bijvoorbeeld door een vaccinatie. Wat is een vaccinatie en hoe werkt het?
De bestrijders
Wanneer er toch micro-organismen je lichaam binnendringen, heb je gelukkig een aantal mechanismen om ze te bestrijden.
Lees in de Kennisbank de pagina's Immuun t/m Meerdere medicijnen.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Met een vaccinatieprogramma probeert de overheid bepaalde ziekten te voorkomen of uit te roeien.
Welke inentingen heb jij gehad? Vraag hiervoor aan je ouders of verzorgers het inentingsboekje.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Sinds 2010 is er een vaccinatie aan het programma toegevoegd: meisjes worden ingeënt tegen HPV.
HPV is een virus dat baarmoederhalskanker kan veroorzaken. De opkomst bij deze vaccinaties is veel minder hoog dan bij de andere vaccinaties, namelijk 53%.
Hoe komt dat?
In drietallen.
Bestudeer ieder een van de drie bronnen over HPV. Wissel de informatie uit.
Beantwoord daarna de volgende vragen.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Huidbacteriën zorgen ervoor dat schadelijke bacteriën geen kans krijgen.
Samen met de huidcellen vormen ze de eerste verdedigingslinie van je afweersysteem.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Met een affiche geef je op een aantrekkelijke manier informatie door. Het is een soort
reclameboodschap met afbeeldingen en tekst. Het draait om twee dingen: inhoud en vorm.
Opdracht 3
Piercing en tatoeage
Veel mensen dragen een piercing of een tatoeage. Bekijk het filmpje over het zetten van een tatoeage.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Heb jij met je ouders afspraken over gaatjes, piercings en tatoeages? Zo ja, welke regels en wat vind je daarvan?
Wat vind je ervan dat de overheid hierover regels stelt?
Tatoeages zijn in principe voor je leven. Zouden zichtbare tatoeages verschil kunnen maken als je gaat solliciteren op een baan?
Wat kun je doen als je spijt krijgt van een tatoeage? Hoe makkelijk of moeilijk is dat?
Opdracht 4
Jeugd EHBO
In deze stap heb je alleen naar huidbeschadigingen gekeken.
Er is veel meer wat je als EHBO'er moet weten!
Is er een Jeugd EHBO-cursus bij jou in de buurt? Zou je die willen volgen?
Wil je je daarvoor opgeven?
Stap 4
Opdracht 1
Medicijnen
Als je ziek wordt, kun je als dat nodig is medicijnen (geneesmiddelen) gebruiken.
Voor de meeste medicijnen heb je een recept van de arts nodig.
Voor andere medicijnen, zoals pijnstillers of een neusspray, geldt dat niet.
Weet wat je slikt
Iedereen slikt wel eens een pijnstiller. Een enkele keer kan dat geen kwaad.
Maar in België maakt men zich wel zorgen.
Bekijk het filmpje over overmatig geneesmiddelengebruik.
In twee- of drietallen.
Beantwoord de volgende vragen.
Zoek zo nodig de antwoorden op internet of vraag een deskundige:
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
In het filmpje worden twee vrij verkrijgbare pijnstillers genoemd: paracetamol en ibuprofen.
Oefening 1: Welke pijnstillers
Lees nu de tekst over Annelieke, Koen en Noor.
Het is vrijdag. Annelieke (13) is flink grieperig. Ze heeft hoofdpijn en een beetje koorts.
Vanmiddag heeft ze nog een toets, daarna kan ze in het weekend uitzieken.
Koen (16) heeft kiespijn. Hij heeft al een afspraak bij de tandarts gemaakt.
Morgen kan hij terecht. Door de pijn kan hij niet slapen.
Noor (2) is hangerig, huilerig en heeft flink koorts.
Zoek voor Annelieke, Koen en Noortje de volgende vragen uit.
Je kunt gebruikmaken van de genoemde bronnen.
Gebruik bijsluiters van paracetamol en ibuprofen om de dosering vast te stellen.
Welke pijnstiller kunnen ze het best gebruiken?
Hoe vaak ze moeten de pijnstiller innemen?
Hoe lang moeten ze of mogen ze met de tabletten doorgaan?
In welke vorm kunnen ze de pijnstiller toedienen (tablet, smelttablet, zetpil)? Geef hierbij uitleg.
Medicijnen kun je op verschillende manieren innemen: via de mond (oraal), via de anus (rectaal) of direct in het bloed, via een infuus of een injectie (intraveneus). Alle medicijnen moeten uiteindelijk in het bloed komen. Via het bloed verspreiden ze zich door het lichaam.
Beantwoord nu de vragen 5, 6 en 7 op het werkblad Pijnstillers.
Opdracht 3
Infectieziekten bestrijden
Bekijk het filmpje ‘Hoe kun je een infectieziekte voorkomen?’.
Beantwoord daarna de vragen.
Opdracht 4
Antibiotica
Lees de Kennisbank en bekijk het filmpje over resistentie.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Wil je meer weten en houd je van strips?
Dan kun je Suske en Wiske's Tante Biotica online lezen op issuu.com.
Stap 5
Opdracht 1
Verslaving
Als je jong bent, kom je met heel veel nieuwe dingen in aanraking. Veel daarvan zijn leuk, spannend, opwindend. Ze geven je een goed gevoel.
Soms wordt die aandrang zo sterk, dat je er helemaal door beheerst wordt. Je bent niet meer de baas over jezelf, je hebt geen vrije keuze meer. De macht is overgenomen! Je bent verslaafd.
Het woord verslaving is niet zo duidelijk. Deskundigen spreken liever van afhankelijkheid.
Chocola bijvoorbeeld noem je wel verslavend, maar je leven kan niet afhankelijk worden van het gebruik van chocola.
Opdracht 2
Hoe word je afhankelijk?
Aan afhankelijkheid gaat een proces vooraf, dat wordt gekenmerkt door vier fasen.
Lees de Kennisbank.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Heb je een smartphone? Welke apps gebruik jij heel vaak?
Hebben apps jou in hun macht?
Bekijk een filmpje over de ‘afkickkliniek’.
Waardoor is een app verslavend?
Weet jij hoeveel tijd je op je smartphone aan verschillende apps besteedt? Meet jou app-tijd van deze week.
Dat kan je meten met door het op een lijstje bij te houden of download bijvoorbeeld deze app: www.qualitytimeapp.com
Hoe voorkom je een app-verslaving?
Bedenk hoe je kunt voorkomen dat je aan een bepaalde toepassing op je mobiel verslaafd raakt.
Wissel daarna je antwoorden uit met je klasgenoten en kijk ook hier.
Maatregelen
Welk van deze maatregelen wil jij uitproberen?
Zet notificaties uit. Blokkeer er zo veel mogelijk, slechts het meest noodzakelijke moet overblijven. Zo doorbreek je de routine die je brein voor je heeft gemaakt.
Verwijder zwaar verslavende apps, zoals Facebook, Youtube, Instagram etc. Gebruik in plaats hiervan de mobiele website. Dat kost iedere keer moeite omdat je het webadres moet intypen. Zo kijk je niet steeds een paar seconde op je app om te zien of er nieuwe berichten zijn, maar dwing je jezelf om steeds een kleine drempel over te gaan.
Gebruik apps die toegang tot bepaalde apps tijdelijk blokkeren of je belonen voor het niet gebruiken van je smartphone.
Helpt dit niet genoeg? Neem dan extreme maatregelen:
Maak je smartphone scherm zwart-wit, zodat je niet door felle kleuren wordt getriggerd.
Verwijder je Social-Media-accounts volledig.
Zet je smartphone standaard uit en zet hem pas aan als je iets nodig hebt.
Opdracht 3
Gevoelig voor verslaving
Bekijk de clipphanger over verslavingsgevoeligheid.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De puberteit is een verwarrende periode. Er verandert niet alleen lichamelijk veel, maar ook geestelijk.
In allerlei opzichten ga je nieuwe grenzen verkennen. Je gaat je vrienden en vriendinnen bewuster kiezen. Je ontdekt je eigen seksualiteit. Hoe ga je met al die veranderingen om?
Seksuele relaties kunnen heel prettig zijn, maar ze kunnen ook ongewenste gevolgen hebben.
Dingen die je liever niet wil of niet prettig zijn. Hoe kun je jezelf daartegen beschermen?
In seksuele relaties speelt macht soms een rol. Sexting, verkrachting, loverboys …
Het zijn voorbeelden waarbij iemand zijn (of haar) macht gebruikt en de grenzen van de ander niet respecteert.
Hoe herken je deze ‘ongezonde’ relaties en wat kun je doen om het te voorkomen of het te stoppen?
Heb je het blok ‘Help ik ben een verliefde puber’ al gedaan? Dan kun je verder.
Nog niet? Dan kun je eerst dat blok doen of lees de volgende Kennisbank:
1. In verschillende culturen zijn er andere normen en waarden over seksualiteit.
Wat weten jullie al over hoe in andere culturen wordt gedacht en gesproken over onderwerpen die met seks te maken hebben?
Denk hierbij aan:
fantaseren over seks
vrije partnerkeuze
seks voor het huwelijk
gebruik van voorbehoedsmiddelen
seksuele geaardheid
abortus
Verzamel jullie kennis en mening daarover in een tabel. Is er één ‘juiste’ mening of norm over deze onderwerpen?
2. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft internationaal de rechten over seksualiteit en voortplanting vastgelegd in verdragen. Deze zijn door de meeste landen ondertekend.
Ieder individu heeft recht op
De hoogst haalbare standaard van seksuele gezondheid, inclusief toegang tot voorzieningen (anticonceptie, veilige abortus, seksuologische hulp, enzovoort)
Toegang tot en het verkrijgen van betrouwbare informatie over seksualiteit
Seksuele en relationele vorming
Respect voor lichamelijke integriteit
Vrije partnerkeuze
Keuzevrijheid om wel of niet seksueel actief te zijn
Seksuele relaties met wederzijdse instemming
Huwelijk of partnerschap met wederzijdse instemming
Keuzevrijheid om wel of niet kinderen te krijgen en wanneer
Het nastreven van een bevredigend, veilig en plezierig seksleven
Zien jullie verschillen tussen de door jullie verzamelde normen en de rechten zoals die door de WHO zijn vastgelegd?
Zo ja welke?
3. Zijn er op school afspraken over seksueel gedrag?
Bespreek de volgende situaties.
Formuleer met een groepje hoe jullie zouden willen dat de situatie wordt opgelost.
Moeten er (meer) vaste afspraken of regels komen op jullie school?
Situatie 1
Twee leerlingen zijn sinds kort een stel. Ze kunnen niet van elkaar afblijven.
In de pauze in de kantine zoenen ze elkaar innig en strelen ze elkaar over de rug en billen.
Er zijn leerlingen die zich zichtbaar aan het zoenende stel storen.
Situatie 2
“De docent ging met zijn hand langs mijn rug op een seksuele manier.
Ik voelde me vies en kreeg rillingen, best eng.
De hele klas zat erbij, maar niemand had iets door omdat het een kleine beweging was.”
Situatie 3
“Ik heb een sexy selfie gestuurd naar mijn vriendje, gewoon om te teasen.
Hij deelde de foto met zijn vrienden. Nu voel ik me slecht en ik schaam me kapot.
Mijn mentor zei van de week nog dat je nooit naaktfoto’s van jezelf moet versturen.
Ze zal wel denken: ‘dom mens, eigen schuld’. Ik durf dit echt nooit te melden.”
Situatie 4
De docent feliciteert een jarige leerling met een handdruk. De medeleerlingen roepen: “Zoenen! Zoenen!”
Opdracht 2
Tienerzwangerschappen
Wanneer een meisje tussen 15 en 19 jaar een kind krijgt, dan is dat meestal ongepland.
Op de website van het CBS vind je hoe vaak dat gebeurt.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Je komt via internet gemakkelijk met allerlei vormen van seksueel gedrag in aanraking.
Dat betekent dat je goed je eigen grenzen moet kennen en daar zorgvuldig mee om moet gaan. En dat is niet altijd gemakkelijk.
Eindopdracht
Om dit blok af te sluiten verzamel je in groepjes informatie over verschillende vormen van online seksueel misbruik.
Je maakt per groep een poster over het onderwerp en presenteer je dit aan je klasgenoten.
Samen met je docent heb je een klassengesprek over dit ingewikkelde onderwerp.
De klas wordt daarvoor verdeeld in drie groepen:
Groep 1: Grooming
Groep 2: Sexting
Groep 3: Sextortion.
Zo nodig worden de groepen weer verder onderverdeeld in kleinere groepen van vijf of zes leerlingen.
Op een informatieve poster kun je laten zien wat de belangrijkste delen van de lesstof zijn. Ook kun je weergeven hoe bepaalde delen zich tot elkaar verhouden.
Groep 1: Grooming
Grooming is het online contact leggen met een kind door een volwassene met als doel seksueel misbruik. Het wordt ook wel ‘online kinderlokken’ genoemd.
De online kinderlokkers doen zich natuurlijk anders voor. Ze gebruiken bijvoorbeeld een nepprofiel op social media waarop ze zich jonger voordoen.
Veel jongeren die slachtoffer zijn, schamen zich. Zij hebben het idee dat zij er zelf schuldig aan zijn en durven het daardoor niet aan hun ouders te vertellen.
Juist daarom is het belangrijk dat deze slachtoffers ergens terecht kunnen. Dat kan bij HELPWANTED.nl maar ook bijvoorbeeld bij de mentor of vertrouwenspersoon van school.
Maak een kopie van het werkblad in je eigen omgeving (Bestand - Een kopie maken...)
of download het werkblad (Bestand - Downloaden als).
Groep 2: Sexting
Veel jongeren doen aan sexting. Dit is het versturen van seksueel getinte foto’s, video’s en/of tekst. Sexting hoeft geen problemen op te leveren, bijvoorbeeld wanneer de beelden tussen twee personen blijven. Maar, er zijn altijd risico’s aan verbonden. Een relatie kan uitgaan en uit wraak kunnen beelden verspreid raken. Dat noem je “shame sexting”.
Het maken van een foto is zo gebeurd, net als het doorsturen. Het kan ook best spannend zijn om je vriend(in) een naaktfoto te sturen. Maar, wanneer die foto wordt doorgestuurd, kun je daar veel last van hebben. Het doorsturen van dit soort beelden is strafbaar. Je kunt daar dus aangifte van doen.
Download nu het werkblad: Sexting en maak de opdrachten. Maak een kopie van het werkblad in je eigen omgeving (Bestand - Een kopie maken...) of download het werkblad (Bestand - Downloaden als).
Groep 3: Sextortion
Sextortion betekent dat iemand wordt gechanteerd en afgeperst met naaktbeelden die van hem of haar zijn gemaakt, bijvoorbeeld via de webcam. ‘Sextortion’ is een samentrekking van de Engelse woorden ‘sex’ en ‘extortion’, wat afpersing betekent. Sextortion kan op verschillende manieren plaatsvinden.
Je kunt twee vormen onderscheiden:
De dader is uit op geld.
Je spreekt in dit geval ook wel van “financial sextortion”. Vooral jongens en mannen worden slachtoffer. Zij worden online benaderd door een onbekende dame en gaan over op webcamseks. Vervolgens blijken de beelden te zijn opgenomen en wordt het slachtoffer gedwongen om geld over te maken.
Wanneer dat niet gebeurt, zullen de beelden online worden gezet en/of naar vrienden worden gestuurd.
De dader is uit op meer (naakt)beelden, seksueel contact of een relatie met het slachtoffer.
De dader dreigt bijvoorbeeld om naaktfoto’s van het slachtoffer op internet te zetten als diegene niet nog meer naaktfoto’s stuurt. Een voorbeeld van een slachtoffer is de Canadese Amanda Todd die door de Nederlandse Aydin C. is gechanteerd, nadat zij naaktbeelden van zichzelf naar hem had gestuurd.
Amanda pleegde uiteindelijk zelfmoord omdat zij geen andere uitweg zag.
Bekijk de video: Sextortion: afpersing met webcambeelden.
Download nu het werkblad: Sextortion en maak de opdrachten. Maak een kopie van het werkblad in je eigen omgeving (Bestand - Een kopie maken...) of download het werkblad (Bestand - Downloaden als).
Het arrangement Blok: Kennis is macht hv123 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Dit blok hoort bij het thema 'Macht en regels', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Mens en Natuur voor niveau hv123. In dit blok kijk je naar de kennis en voorlichting over gezondheid. Je leert aan de hand van verschillende opdrachten dat je gezondheid wordt beïnvloed door de combinatie van slechte en goede gewoontes, inentingen en je afweersysteem. Ook ga je leren over medicatie, inentingen en verslavingen. Ten slotte ga je verschillende standpunten rondom seksuele onderwerpen met anderen bespreken en kan je uitleggen wat een SOA is en hoe je ze kunt voorkomen.
Leerniveau
VWO 2;
HAVO 1;
VWO 1;
HAVO 3;
VWO 3;
HAVO 2;
Leerinhoud en doelen
Mens en natuur;
Mens en gezondheid;
Kennis en technologie;
Eindgebruiker
leerling/student
Moeilijkheidsgraad
gemiddeld
Studiebelasting
4 uur en 0 minuten
Trefwoorden
arrangeerbaar, gezondheid, hv123, immuunsysteem, inentingen, kennis is macht, macht en regels, mens en natuur, soa's, stercollectie
Dit blok hoort bij het thema 'Macht en regels', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Mens en Natuur voor niveau hv123. In dit blok kijk je naar de kennis en voorlichting over gezondheid. Je leert aan de hand van verschillende opdrachten dat je gezondheid wordt beïnvloed door de combinatie van slechte en goede gewoontes, inentingen en je afweersysteem. Ook ga je leren over medicatie, inentingen en verslavingen. Ten slotte ga je verschillende standpunten rondom seksuele onderwerpen met anderen bespreken en kan je uitleggen wat een SOA is en hoe je ze kunt voorkomen.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Jeugdgezondheidzorg
Micro-organismen
Micro-organismen
Micro-organismen
Ben jij immuun?
HPV-vaccinatie
De huid
Tatoeage
Geneesmiddelen
Quiz Antibiotica
Hoe word je afhankelijk?
Verslaving
Genotmiddelen
Tienermoeders
Voorbehoedsmiddelen
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.