Blok: Kennis is macht hv123

Blok: Kennis is macht hv123

Kennis is macht

Intro

Francis Bacon, 1561-1626

‘Kennis is macht’ is een uitspraak van de Engels filosoof Francis Bacon. Hij was ervan overtuigd dat wetenschap (kennis) en technologie de mensheid vooruit zouden helpen.

Als je kennis hebt en die kennis deelt, vergroot dat je aanzien (wat mensen van je denken) en je macht.

In dit blok kijk je naar de kennis en voorlichting over gezondheid. Dat is soms ingewikkeld.
Een voorbeeld: bij voedsel speelt niet alleen gezondheid een rol. Het gaat ook om wat mensen lekker vinden. Producenten willen vooral hun product verkopen en soms zijn die producten niet gezond.

Startopdracht A

Kennis verzamelen

Bespreek de volgende vragen met je docent en je klasgenoten.

  1. Wie heeft volgens jou heel veel kennis?
  2. Waarover heeft die persoon veel kennis?
  3. Welke invloed of macht heeft die persoon op andere mensen?
  4. Welke organisaties ken je die kennis verzamelen? Wat doen die organisaties met die kennis? En met welk doel?

Veel organisaties hebben kennis die direct gebruikt kan worden door anderen. Voorlichting is een manier om die kennis bij de gebruikers te krijgen.

Startopdracht B

Kinderreclame

Bekijk het filmpje over kinderreclame:

  1. Verzamel een aantal voorbeelden van kinderreclame voor producten die volgens jullie ongezond zijn.
    Beantwoord daarna de volgende vragen en bespreek deze in de klas:
  2. Onderzoekers hebben ouders en kinderen geobserveerd in de supermarkt.
    Hoe vaak krijgen kinderen in de supermarkt hun zin denk je? Is dat afhankelijk van de leeftijd van het kind?
    Vergelijk jullie antwoorden met deze gegevens.

    Hoe vaak krijgen kinderen hun zin? Het aantal keren dat kinderen hun zin krijgen, in verschillende leeftijdsgroepen.
  1. Wat is jouw mening over kinderreclame? Welke grenzen zou jij willen trekken?

Startopdracht C

Keurmerken

Een andere manier om met kennis invloed uit te oefenen op de keuze van anderen, is het gebruik van keurmerken.


Hier zie je er drie:

  • EKO-keurmerk: Het EKO-keurmerk geeft aan dat het voedingsmiddel een product is van de biologische landbouw, waarbij geen chemische bestrijdingsmiddelen en kunstmest worden gebruikt en waar dieren op een diervriendelijke worden gehouden. www.eko-keurmerk.nl
  • Max Havelaar en Fairtrade: Fairtrade bevordert eerlijke handel, een groter deel van de opbrengst gaat naar de boeren in ontwikkelingslanden zelf. https://www.fairtradenederland.nl
  • Ik Kies Bewust’-logo: geïntroduceerd door samenwerkende voedselproducenten (Unilever, Campina etc.). Het logo is bedoeld om consumenten te helpen bij het maken van een bewuste keuze.
    Vinkjes verdwijnen echter van alle verpakkingen, dus ook het vinkjes-logo. Er wordt gezocht naar een andere manier om heldere informatie op de voorkant van voedselverpakkingen zichtbaar te maken. Kijk voor de laatste ontwikkelingen op de site van de Consumentenbond: https://www.consumentenbond.nl/acties/vinkjes


Beantwoord de volgende vragen:

  1. Wat willen de bedenkers van de drie genoemde keurmerken bereiken? Noteer dat voor de drie keurmerken en wissel je antwoorden uit.
  2. Op welk(e) keurmerk(en) zou jij in ieder geval letten bij het kopen van voedsel? Leg je antwoord uit.
  3. Op deze website Keurmerkwijzer vind je nog veel meer keurmerken.
    Welke ken je? Op welke wordt bij jou thuis gelet?

Voordat je begint

Benodigdheden:

  • kommetje
  • mes
  • wegwerpbestek
  • 8 afsluitbare plastic zakjes
  • 6 glazen potjes
  • 6 papieren bordjes
  • zwarte peper
  • appel
  • handzeep of afwasmiddel
  • antibacteriële zeep
  • handdoek
  • zout
  • suiker
  • azijn
  • 2 sneetjes wit brood
  • 2 sneetjes bruin brood
  • smartphone of fototoestel
  • viltstift
  • etiketten of papier en plakband
  • vergrootglas

Tijd blok:

4 uur

Leerdoelen en vaardigheden

Je kunt:

  • met enkele voorbeelden uitleggen dat je gezondheid wordt beïnvloed door de combinatie van slechte en goede gewoontes, inentingen en je afweersysteem.
  • verschillen uitleggen tussen actieve en passieve immunisatie en enkele voorbeelden hiervan geven.
  • uitleggen hoe je verantwoord om kunt gaan met medicijnen zoals pijnstillers en antibiotica.
  • argumenten noemen waarom je je wel of niet laat inenten.
  • de onderdelen van de huid benoemen.
  • uitleggen hoe je de huid moet verzorgen bij een (brand)wond.
  • uitleggen waaraan en hoe je verslaafd kan raken.
  • enkele gevolgen noemen van een verslaving.
  • verschillende standpunten rondom seksuele onderwerpen met anderen bespreken en daarbij je eigen standpunt uitleggen.
  • uitleggen wat een SOA is, hoe je ze kunt voorkomen en wat je kunt doen als je denkt een SOA te hebben opgelopen.
  • benoemen hoe seksuele geaardheid kan verschillen.
  • instanties opzoeken die hulp bieden bij problemen rond seksualiteit en relaties.

Stap 1

Opdracht 1

Jeugdgezondheidszorg en preventie

Vanaf de eerste week van je leven kom je in contact met de jeugdgezondheidszorg. Als baby heb je waarschijnlijk vaccinaties gekregen en werd je groei en ontwikkeling goed in de gaten gehouden. Als je naar school gaat, neemt de schoolarts en/of verpleegkundige dit over.

Het valt niet altijd mee om gezond te leven. Hoe kun je dat doen? Waar kun je op letten?
In deze stap kijk je naar micro-organismen, heel kleine organismen die zowel nuttig als schadelijk voor je kunnen zijn.

Jeugdgezondheidszorg

Hier kun je zien wat de jeugdgezondheidszorg inhoudt.

 

Wanneer heb jij voor het laatste contact gehad met de jeugdgezondheidszorg?

Lees vanaf Slechte en goede gewoontes t/m Afweersysteem.

Opdracht 2

Hoe snel groeien ze?

Micro-organismen kunnen zich erg snel vermenigvuldigen.
Daardoor kan je voedsel snel bederven!

Opdracht 3

Micro-organismen in de keuken

In de keuken kun je allerlei micro-organismen vinden.
Waar vind je in de keuken de meeste micro-organismen?
En waarom groeien ze juist daar?

Om dat uit te zoeken kun je thuis twee proefjes uitvoeren.
Download de werkbladen:

Maak een kopie van het werkblad in je eigen omgeving (Bestand - Een kopie maken...) of download het werkblad (Bestand - Downloaden als).

Voer de onderzoeken uit.
Maak afspraken met je docent over de beoordeling.

Opdracht 4

Hoe ga je veilig om met voedsel?

Lees de informatie van het Voedingscentrum over voedselveiligheid: 5 stappen om voedselinfecties te voorkomen.

Opdracht 5

In en op jezelf

Maar een klein deel van de bacteriën waar je mee in aanraking komt, is schadelijk voor je.
Wist je dat jij samenleeft met wel honderdduizend miljard micro-organismen?

Lees de informatie over 'De onzichtbare wereld: In en op jezelf’.
Beantwoord de vragen.

Opdracht 6

Goed je handen wassen!

Die opdracht heb je natuurlijk vaak gekregen. Maar hoe doe je het echt goed?
Bekijk het filmpje over handen wassen in zes stappen.

  • In tweetallen:

Was je handen. Kijk bij elkaar of je dat op de juiste manier doet.
Zo nee? Wat gaat er nog niet goed?
Zo ja? Ga zo door!

Opdracht 7

Waarom zeep?

Waarom gebruik je zeep om je handen te wassen?
Download het werkblad: Peperwater.

Voer het proefje uit om achter het antwoord te komen.

Stap 2

Opdracht 1

Afweer

Je kunt veel doen om micro-organismen geen of weinig kans te geven om je ziek te maken. Maar wat gebeurt er als ze wel je lichaam binnenkomen? Je lichaam heeft een natuurlijk afweermechanisme. Dit afweermechanisme kun je een beetje helpen, bijvoorbeeld door een vaccinatie. Wat is een vaccinatie en hoe werkt het?

De bestrijders

Wanneer er toch micro-organismen je lichaam binnendringen, heb je gelukkig een aantal mechanismen om ze te bestrijden.
Lees in de Kennisbank de pagina's Immuun t/m Meerdere medicijnen.

Bekijk het filmpje over ziekteverwekker.



Beantwoord daarna de vragen.

Opdracht 2

Ben jij immuun?

Met een vaccinatieprogramma probeert de overheid bepaalde ziekten te voorkomen of uit te roeien.
Welke inentingen heb jij gehad? Vraag hiervoor aan je ouders of verzorgers het inentingsboekje.

Opdracht 3

HPV-vaccinatie

Sinds 2010 is er een vaccinatie aan het programma toegevoegd: meisjes worden ingeënt tegen HPV.
HPV is een virus dat baarmoederhalskanker kan veroorzaken. De opkomst bij deze vaccinaties is veel minder hoog dan bij de andere vaccinaties, namelijk 53%.
Hoe komt dat?

  • In drietallen.

Bestudeer  ieder een van de drie bronnen over HPV. Wissel de informatie uit.
Beantwoord daarna de volgende vragen.

Bronnen

Stap 3

Opdracht 1

De huid

Huidbacteriën zorgen ervoor dat schadelijke bacteriën geen kans krijgen.
Samen met de huidcellen vormen ze de eerste verdedigingslinie van je afweersysteem.

Lees de Kennisbank en maak de vragen.

Opdracht 2

EHBO

  • In tweetallen.

Bekijk de lijst met EHBO-tips: www.ehbo.nl

Welke tips hebben met de huid te maken?
Bekijk deze tips goed en maak met de gegevens een affiche over ‘Eerste hulp bij huidongelukken’.

Wil je meer informatie? Bekijk de video over brand- en snijwonden.

 

 


Bespreek met je docent hoe de poster (affiche) wordt beoordeeld.
Lever de poster (affiche) in bij de docent.

Affiche maken

Met een affiche geef je op een aantrekkelijke manier informatie door. Het is een soort
reclameboodschap met afbeeldingen en tekst. Het draait om twee dingen: inhoud en vorm.

 

Opdracht 3

Piercing en tatoeage

Veel mensen dragen een piercing of een tatoeage. Bekijk het filmpje over het zetten van een tatoeage.

Lees nu informatie over het verwijderen van een tatoeage: www.tatoeageverwijderen.com

​Beantwoord daarna de vragen.

Als je een piercing wilt of een tatoeage wilt laten zetten, heb je te maken met regels.
Welke? Deze regels vind je hier: Wat zijn de regels als ik een piercing of tatoeage wil aanbrengen?

Oefening 2: Gaatjes, piercings of tatoeages

  • In twee- of drietallen.

Bespreek de volgende vragen:

  1. Heb jij met je ouders afspraken over gaatjes, piercings en tatoeages? Zo ja, welke regels en wat vind je daarvan?
  2. Wat vind je ervan dat de overheid hierover regels stelt?
  3. Tatoeages zijn in principe voor je leven. Zouden zichtbare tatoeages verschil kunnen maken als je gaat solliciteren op een baan?
  4. Wat kun je doen als je spijt krijgt van een tatoeage? Hoe makkelijk of moeilijk is dat?

Opdracht 4

Jeugd EHBO

In deze stap heb je alleen naar huidbeschadigingen gekeken.
Er is veel meer wat je als EHBO'er moet weten!

Is er een Jeugd EHBO-cursus bij jou in de buurt? Zou je die willen volgen?
Wil je je daarvoor opgeven?

Stap 4

Opdracht 1

Medicijnen

Als je ziek wordt, kun je als dat nodig is medicijnen (geneesmiddelen) gebruiken.
Voor de meeste medicijnen heb je een recept van de arts nodig.
Voor andere medicijnen, zoals pijnstillers of een neusspray, geldt dat niet.

Weet wat je slikt

Iedereen slikt wel eens een pijnstiller. Een enkele keer kan dat geen kwaad.
Maar in België maakt men zich wel zorgen.

Bekijk het filmpje over overmatig geneesmiddelengebruik.

  • In twee- of drietallen.

Beantwoord de volgende vragen.
Zoek zo nodig de antwoorden op internet of vraag een deskundige:

Opdracht 2

Pijnstillers

Bekijk het filmpje ‘Overmatig gebruik pijnstillers overschat' vanaf 1:00 min. t/m 6.36 min.

In het filmpje worden twee vrij verkrijgbare pijnstillers genoemd: paracetamol en ibuprofen.

Oefening 1: Welke pijnstillers

Lees nu de tekst over Annelieke, Koen en Noor.

Het is vrijdag. Annelieke (13) is flink grieperig. Ze heeft hoofdpijn en een beetje koorts.
Vanmiddag heeft ze nog een toets, daarna kan ze in het weekend uitzieken.

Koen (16) heeft kiespijn. Hij heeft al een afspraak bij de tandarts gemaakt.
Morgen kan hij terecht. Door de pijn kan hij niet slapen.

Noor (2) is hangerig, huilerig en heeft flink koorts.


Zoek voor Annelieke, Koen en Noortje de volgende vragen uit.
Je kunt gebruikmaken van de genoemde bronnen.
Gebruik bijsluiters van paracetamol en ibuprofen om de dosering vast te stellen.

  1. Welke pijnstiller kunnen ze het best gebruiken?
  2. Hoe vaak ze moeten de pijnstiller innemen?
  3. Hoe lang moeten ze of mogen ze met de tabletten doorgaan?
  4. In welke vorm kunnen ze de pijnstiller toedienen (tablet, smelttablet, zetpil)? Geef hierbij uitleg.

Bronnen

Oefening 2: Werking pijnstillers

Medicijnen kun je op verschillende manieren innemen: via de mond (oraal), via de anus (rectaal) of direct in het bloed, via een infuus of een injectie (intraveneus). Alle medicijnen moeten uiteindelijk in het bloed komen. Via het bloed verspreiden ze zich door het lichaam.

Beantwoord nu de vragen 5, 6 en 7 op het werkblad Pijnstillers.

Opdracht 3

Infectieziekten bestrijden

Bekijk het filmpje ‘Hoe kun je een infectieziekte voorkomen?’.
Beantwoord daarna de vragen.

Opdracht 4

Antibiotica

Lees de Kennisbank en bekijk het filmpje over resistentie.

Maak daarna de quiz.

Tante Biotica

Wil je meer weten en houd je van strips?
Dan kun je Suske en Wiske's Tante Biotica online lezen op issuu.com.

Stap 5

Opdracht 1

Verslaving

Als je jong bent, kom je met heel veel nieuwe dingen in aanraking. Veel daarvan zijn leuk, spannend, opwindend. Ze geven je een goed gevoel.

Soms wordt die aandrang zo sterk, dat je er helemaal door beheerst wordt. Je bent niet meer de baas over jezelf, je hebt geen vrije keuze meer. De macht is overgenomen! Je bent verslaafd.

Het woord verslaving is niet zo duidelijk. Deskundigen spreken liever van afhankelijkheid.
Chocola bijvoorbeeld noem je wel verslavend, maar je leven kan niet afhankelijk worden van het gebruik van chocola.

Opdracht 2

Hoe word je afhankelijk?

Aan afhankelijkheid gaat een proces vooraf, dat wordt gekenmerkt door vier fasen.
Lees de Kennisbank.

Apps

Heb je een smartphone? Welke apps gebruik jij heel vaak?
Hebben apps jou in hun macht?
Bekijk een filmpje over de ‘afkickkliniek’.

  1. Waardoor is een app verslavend?
  2. Weet jij hoeveel tijd je op je smartphone aan verschillende apps besteedt? Meet jou app-tijd van deze week.
    Dat kan je meten met door het op een lijstje bij te houden of download bijvoorbeeld deze app: www.qualitytimeapp.com
  3. Hoe voorkom je een app-verslaving?
    Bedenk hoe je kunt voorkomen dat je aan een bepaalde toepassing op je mobiel verslaafd raakt.
    Wissel daarna je antwoorden uit met je klasgenoten en kijk ook hier.

Maatregelen
Welk van deze maatregelen wil jij uitproberen?

  • Zet notificaties uit. Blokkeer er zo veel mogelijk, slechts het meest noodzakelijke moet overblijven. Zo doorbreek je de routine die je brein voor je heeft gemaakt.
  • Verwijder zwaar verslavende apps, zoals Facebook, Youtube, Instagram etc. Gebruik in plaats hiervan de mobiele website. Dat kost iedere keer moeite omdat je het webadres moet intypen. Zo kijk je niet steeds een paar seconde op je app om te zien of er nieuwe berichten zijn, maar dwing je jezelf om steeds een kleine drempel over te gaan.
  • Gebruik apps die toegang tot bepaalde apps tijdelijk blokkeren of je belonen voor het niet gebruiken van je smartphone.

Helpt dit niet genoeg? Neem dan extreme maatregelen:

  • Maak je smartphone scherm zwart-wit, zodat je niet door felle kleuren wordt getriggerd.
  • Verwijder je Social-Media-accounts volledig.
  • Zet je smartphone standaard uit en zet hem pas aan als je iets nodig hebt.

Opdracht 3

Gevoelig voor verslaving

Bekijk de clipphanger over verslavingsgevoeligheid.

Maak nu de oefening.

Opdracht 4

Genotmiddelen

Wat weet jij over genotmiddelen? Bekijk het volgende filmpje.

Maak daarna de oefening.

Stap 6

Opdracht 1

Seksualiteit en macht

De puberteit is een verwarrende periode. Er verandert niet alleen lichamelijk veel, maar ook geestelijk.
In allerlei opzichten ga je nieuwe grenzen verkennen. Je gaat je vrienden en vriendinnen bewuster kiezen. Je ontdekt je eigen seksualiteit. Hoe ga je met al die veranderingen om?

Seksuele relaties kunnen heel prettig zijn, maar ze kunnen ook ongewenste gevolgen hebben.
Dingen die je liever niet wil of niet prettig zijn. Hoe kun je jezelf daartegen beschermen?

In seksuele relaties speelt macht soms een rol. Sexting, verkrachting, loverboys …
Het zijn voorbeelden waarbij iemand zijn (of haar) macht gebruikt en de grenzen van de ander niet respecteert.

Hoe herken je deze ‘ongezonde’ relaties en wat kun je doen om het te voorkomen of het te stoppen?

Heb je het blok ‘Help ik ben een verliefde puber’ al gedaan? Dan kun je verder.

Nog niet? Dan kun je eerst dat blok doen of lees de volgende Kennisbank:

Normen en waarden

1. In verschillende culturen zijn er andere normen en waarden over seksualiteit.
Wat weten jullie al over hoe in andere culturen wordt gedacht en gesproken over onderwerpen die met seks te maken hebben?

Denk hierbij aan:

  • fantaseren over seks
  • vrije partnerkeuze
  • seks voor het huwelijk
  • gebruik van voorbehoedsmiddelen
  • seksuele geaardheid
  • abortus

Verzamel jullie kennis en mening daarover in een tabel. Is er één ‘juiste’ mening of norm over deze onderwerpen?

2. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft internationaal de rechten over seksualiteit en voortplanting vastgelegd in verdragen. Deze zijn door de meeste landen ondertekend.

Ieder individu heeft recht op

  • De hoogst haalbare standaard van seksuele gezondheid, inclusief toegang tot voorzieningen (anticonceptie, veilige abortus, seksuologische hulp, enzovoort)
  • Toegang tot en het verkrijgen van betrouwbare informatie over seksualiteit
  • Seksuele en relationele vorming
  • Respect voor lichamelijke integriteit
  • Vrije partnerkeuze
  • Keuzevrijheid om wel of niet seksueel actief te zijn
  • Seksuele relaties met wederzijdse instemming
  • Huwelijk of partnerschap met wederzijdse instemming
  • Keuzevrijheid om wel of niet kinderen te krijgen en wanneer
  • Het nastreven van een bevredigend, veilig en plezierig seksleven


Zien jullie verschillen tussen de door jullie verzamelde normen en de rechten zoals die door de WHO zijn vastgelegd?
Zo ja welke?

3. Zijn er op school afspraken over seksueel gedrag?

Bespreek de volgende situaties.
Formuleer met een groepje hoe jullie zouden willen dat de situatie wordt opgelost.
Moeten er (meer) vaste afspraken of regels komen op jullie school?

Situatie 1
Twee leerlingen zijn sinds kort een stel. Ze kunnen niet van elkaar afblijven.
In de pauze in de kantine zoenen ze elkaar innig en strelen ze elkaar over de rug en billen.
Er zijn leerlingen die zich zichtbaar aan het zoenende stel storen.

Situatie 2

“De docent ging met zijn hand langs mijn rug op een seksuele manier.
Ik voelde me vies en kreeg rillingen, best eng.
De hele klas zat erbij, maar niemand had iets door omdat het een kleine beweging was.”

Situatie 3

“Ik heb een sexy selfie gestuurd naar mijn vriendje, gewoon om te teasen.
Hij deelde de foto met zijn vrienden. Nu voel ik me slecht en ik schaam me kapot.
Mijn mentor zei van de week nog dat je nooit naaktfoto’s van jezelf moet versturen.
Ze zal wel denken: ‘dom mens, eigen schuld’. Ik durf dit echt nooit te melden.”

Situatie 4
De docent feliciteert een jarige leerling met een handdruk. De medeleerlingen roepen: “Zoenen! Zoenen!”  

Opdracht 2

Tienerzwangerschappen

Wanneer een meisje tussen 15 en 19 jaar een kind krijgt, dan is dat meestal ongepland.
Op de website van het CBS vind je hoe vaak dat gebeurt. 

Beantwoord de volgende vragen.

Opdracht 3

Wat is een soa?

Lees informatie hierover op Thuisarts.nl.
Beantwoord daarna de volgende vragen.

Opdracht 4

Voorbehoedsmiddelen

Lees de Kennisbank over voorbehoedsmiddelen en beantwoord de bijbehorende vragen.

Opdracht 5

Grenzen aangeven

Bekijk het filmpje Grenzen aangeven is belangrijk!

Waar liggen jouw grenzen?
En hoe geef je ze aan?

Ga naar www.langlevedeliefde.nl en maak Digiles 3 (onder punt 4).

Seksualiteit kan verwarrend zijn.

Waar kun je terecht voor hulp of advies?

Hier vind je betrouwbare sites:

www.seksindepraktijk.nl

 

Tot slot

Eindopdracht

Seksualiteit online

Je komt via internet gemakkelijk met allerlei vormen van seksueel gedrag in aanraking.
Dat betekent dat je goed je eigen grenzen moet kennen en daar zorgvuldig mee om moet gaan. En dat is niet altijd gemakkelijk.

Eindopdracht

Om dit blok af te sluiten verzamel je in groepjes informatie over verschillende vormen van online seksueel misbruik.
Je maakt per groep een poster over het onderwerp en presenteer je dit aan je klasgenoten.

Samen met je docent heb je een klassengesprek over dit ingewikkelde onderwerp.

De klas wordt daarvoor verdeeld in drie groepen:

  • Groep 1: Grooming
  • Groep 2: Sexting
  • Groep 3: Sextortion.

Zo nodig worden de groepen weer verder onderverdeeld in kleinere groepen van vijf of zes leerlingen.

Poster maken

Op een informatieve poster kun je laten zien wat de belangrijkste delen van de lesstof zijn. Ook kun je weergeven hoe bepaalde delen zich tot elkaar verhouden.

 

Groep 1: Grooming

Grooming is het online contact leggen met een kind door een volwassene met als doel seksueel misbruik. Het wordt ook wel ‘online kinderlokken’ genoemd.
De online kinderlokkers doen zich natuurlijk anders voor. Ze gebruiken bijvoorbeeld een nepprofiel op social media waarop ze zich jonger voordoen.

Veel jongeren die slachtoffer zijn, schamen zich. Zij hebben het idee dat zij er zelf schuldig aan zijn en durven het daardoor niet aan hun ouders te vertellen.
Juist daarom is het belangrijk dat deze slachtoffers ergens terecht kunnen. Dat kan bij HELPWANTED.nl maar ook bijvoorbeeld bij de mentor of vertrouwenspersoon van school.

Bekijk de video: Wat is grooming?

Beantwoord met Kahoot! de vragen over grooming.

Download nu het werkblad: Grooming en maak de opdrachten.

Maak een kopie van het werkblad in je eigen omgeving (Bestand - Een kopie maken...)
of download het werkblad (Bestand - Downloaden als).

Groep 2: Sexting

Veel jongeren doen aan sexting. Dit is het versturen van seksueel getinte foto’s, video’s en/of tekst. Sexting hoeft geen problemen op te leveren, bijvoorbeeld wanneer de beelden tussen twee personen blijven. Maar, er zijn altijd risico’s aan verbonden. Een relatie kan uitgaan en uit wraak kunnen beelden verspreid raken. Dat noem je “shame sexting”.

Het maken van een foto is zo gebeurd, net als het doorsturen. Het kan ook best spannend zijn om je vriend(in) een naaktfoto te sturen. Maar, wanneer die foto wordt doorgestuurd, kun je daar veel last van hebben. Het doorsturen van dit soort beelden is strafbaar. Je kunt daar dus aangifte van doen.

Bekijk de video: Wat is sexting?

Beantwoord met Kahoot! de vragen over sexting.

Download nu het werkblad: Sexting en maak de opdrachten.
Maak een kopie van het werkblad in je eigen omgeving (Bestand - Een kopie maken...)
of download het werkblad (Bestand - Downloaden als).

Groep 3: Sextortion

Sextortion betekent dat iemand wordt gechanteerd en afgeperst met naaktbeelden die van hem of haar zijn gemaakt, bijvoorbeeld via de webcam. ‘Sextortion’ is een samentrekking van de Engelse woorden ‘sex’ en ‘extortion’, wat afpersing betekent. Sextortion kan op verschillende manieren plaatsvinden.
Je kunt twee vormen onderscheiden:

  • De dader is uit op geld.
    Je spreekt in dit geval ook wel van “financial sextortion”. Vooral jongens en mannen worden slachtoffer. Zij worden online benaderd door een onbekende dame en gaan over op webcamseks. Vervolgens blijken de beelden te zijn opgenomen en wordt het slachtoffer gedwongen om geld over te maken.
    Wanneer dat niet gebeurt, zullen de beelden online worden gezet en/of naar vrienden worden gestuurd.
  • De dader is uit op meer (naakt)beelden, seksueel contact of een relatie met het slachtoffer.
    De dader dreigt bijvoorbeeld om naaktfoto’s van het slachtoffer op internet te zetten als diegene niet nog meer naaktfoto’s stuurt. Een voorbeeld van een slachtoffer is de Canadese Amanda Todd die door de Nederlandse Aydin C. is gechanteerd, nadat zij naaktbeelden van zichzelf naar hem had gestuurd.
    Amanda pleegde uiteindelijk zelfmoord omdat zij geen andere uitweg zag.

Bekijk de video: Sextortion: afpersing met webcambeelden.

Lees het artikel en bekijk de bijbehorende reportage over: De dood van Amanda Todd

Beantwoord met Kahoot! de vragen over sextortion.

Download nu het werkblad: Sextortion en maak de opdrachten.
Maak een kopie van het werkblad in je eigen omgeving (Bestand - Een kopie maken...)
of download het werkblad (Bestand - Downloaden als).

Begrippenlijst

  • micro-organismen
  • groei
  • afweer
  • immuniteit
  • antigeen
  • antistof
  • actieve immunisatie
  • passieve immunisatie
  • antibiotica
  • resistent
  • bouw en functie van de huid
  • infectieziekten
  • genotmiddelen
  • verslaving
  • heteroseksueel
  • homoseksueel
  • biseksueel
  • soa
  • voorbehoedsmiddelen
  • Het arrangement Blok: Kennis is macht hv123 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2024-02-19 13:16:03
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Dit blok hoort bij het thema 'Macht en regels', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Mens en Natuur voor niveau hv123. In dit blok kijk je naar de kennis en voorlichting over gezondheid. Je leert aan de hand van verschillende opdrachten dat je gezondheid wordt beïnvloed door de combinatie van slechte en goede gewoontes, inentingen en je afweersysteem. Ook ga je leren over medicatie, inentingen en verslavingen. Ten slotte ga je verschillende standpunten rondom seksuele onderwerpen met anderen bespreken en kan je uitleggen wat een SOA is en hoe je ze kunt voorkomen.
    Leerniveau
    VWO 2; HAVO 1; VWO 1; HAVO 3; VWO 3; HAVO 2;
    Leerinhoud en doelen
    Mens en natuur; Mens en gezondheid; Kennis en technologie;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, gezondheid, hv123, immuunsysteem, inentingen, kennis is macht, macht en regels, mens en natuur, soa's, stercollectie

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content - Gereedschapskist. (2019).

    Gereedschapskist activerende werkvormen

    https://maken.wikiwijs.nl/105906/Gereedschapskist_activerende_werkvormen

    VO-content - Kennisbanken. (2017).

    Kennisbank Biologie

    https://maken.wikiwijs.nl/87304/Kennisbank_Biologie

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Jeugdgezondheidzorg

    Micro-organismen

    Micro-organismen

    Micro-organismen

    Ben jij immuun?

    HPV-vaccinatie

    De huid

    Tatoeage

    Geneesmiddelen

    Quiz Antibiotica

    Hoe word je afhankelijk?

    Verslaving

    Genotmiddelen

    Tienermoeders

    Voorbehoedsmiddelen

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.