Algemeen
Planning schooljaar 2018 - 2019
In havo 4 ga je 6 boeken lezen. Bij elk boek update je het leeslogboek
Hieronder vind je een schema met deadlines. Wanneer je dit schema volgt, weet je zeker dat je tijd genoeg hebt om alle boeken te lezen en je leeslogboek tijdig bij te werken. Je docent zal aangeven wanneer zij de leeslogboeken bekijkt. Op deze momenten kun je feedback ontvangen over de gelezen boeken en over de inhoud van je leeslogboek.
Leeslogboek starten zorg dat je leeslogboek uiterlijk vrijdag 31 augustus gemaakt is
Boek 1 periode 1 - vrijdag 12 oktober
Boek 2 periode 2 - vrijag 23 november
Boek 3 periode 2 - vrijdag 11 jaunuari
Boek 4 periode 3 - vrijdag 22 februari
Boek 5 periode 3 - vrijdag 5 april
Boek 6 periode 4 - vrijdag 17 mei
Leeslogboek compleet periode 4 - vrijdag 14 juni
Voorwaarden boekkeuzes
In havo 4 ga je 6 boeken lezen. Geef altijd aan je docent door welk boek je gaat lezen. Op deze manier kan de docent
tijdig adviseren om eventueel een ander boek te kiezen.
De boeken op je leeslijst moeten aan een aantal eisen voldoen:
- De boeken moeten oorspronkelijk in de Nederlandse taal zijn geschreven. Dus geen vertaalde werken.
- Je leeslijst mag 1 literaire thriller bevatten.
- Er moet een ontwikkeling zichtbaar zijn in het niveau van de boeken die je leest.
Gebruik hiervoor http://www.lezenvoordelijst.nl/zoek-een-boek/nederlands-15-tm-19-jaar/
Lezen voor de lijst
Op de website Lezen voor de lijst vind je 6 verschillende leesniveaus (http://www.lezenvoordelijst.nl/zoek-een-boek/nederlands-15-tm-19-jaar/home/leesniveaus) Probeer te bepalen welk niveau bij de start van havo 4 het beste bij jou past. Probeer om in havo 4 in elk geval één boek van een hoger niveau te lezen. Bij het mondeling in havo 5 komt de ontwikkeling ook ter sprake. Wil je een boek lezen dat je niet terug kunt vinden op Lezen voor de lijst? Overleg dan met je docent over het niveau van het boek.
Instructie leeslogboek
Hoe moet je leeslogboek eruit zien?
Je leest in havo 4 in totaal zes boeken. Bij elk boek moet je je leeslogboek updaten. Maak de opdracht in Wikiwijs en niet via een bestand als bijlage!
Bij elk gelezen boek moet er een reflectie terug te vinden zijn in je leeslogboek. Hiervoor moet je de volgende stappen doorlopen:
1. Zorg er eerst voor dat je een eigen Wikiwijspagina aanmaakt. De instructie die je stap voor stap uitlegt hoe dit moet, vind je in de studiewijzer.
2. De gemaakte opdrachten moeten direct zichtbaar zijn. Dat betekent dat je de teksten typt in Wikiwijs of kopieert vaunit Word. Je mag geen Worddocument toevoegen als bijlage!
3. Geef op het tabblad 'boekenoverzicht' een volledig overzicht van de gelezen boeken. Zo kun je in één oogopslag zien welke boeken je gelezen hebt. Noteer van elk boek: de titel, de auteur, het niveau van het boek en het aantal sterren dat je het boek zou geven. Hierbij geldt dat 5 sterren maximaal is. Houd dit overzicht up-to-date!
2. Voor elk boek gebruik je vervolgens een tabblad waar je een verwerkingsopdracht maakt bij het gelezen boek. De opdrachten waar je uit kunt kiezen, vind je bij het tabblad 'opdrachten'. Je mag hierbij natuurlijk werken met afbeeldingen als je wilt!
3. Aan het begin en aan het einde van het schooljaar ontvang je van je docent nog overige opdrachten die je bij het tabblad 'overige opdrachten' moet uitvoeren.
Tussentijdse 'beoordeling'
Wanneer je docent tussentijds je leeslogboek bekijkt, zal hij/zij letten op de volgende aspecten:
- Kwaliteit: heb je de juiste opdrachten gekozen die passen bij jouw visie op het gelezen boek? Heb je ook niet altijd de makkelijkste weg gekozen?
- Ontwikkeling: is er in de gelezen boeken een ontwikkeling in niveau waar te nemen? Zoek je uitdaging en ontwikkeling in de boeken die je leest?
- Volledigheid: geeft je opdracht een volledig beeld van jouw visie op het gelezen boek?
- Taalgebruik: heb je niet te veel spel- en taalfouten gemaakt?
Je krijgt feedback van je docente zodat je eventueel de gemaakte opdrachten kunt aanpassen. Natuurlijk kun je de feedback altijd gebruiken bij de komende opdrachten.
Een Wikiwijspagina maken
Je gaat je leeslogboek maken in je eigen Wikiwijspagina. Je hebt hiervoor deze Wikiwijspagina nodig. Deze ga je kopiëren naar je eigen Wikiwijsaccount. Daar kun je de pagina wijzigen door steeds je eigen verwerkingsopdrachten toe te voegen.
Hoe je deze Wikiwijspagina naar je eigen account kunt kopiëren, vind je hier
Verwerkingsopdrachten
In je leeslogboek is het van belang dat je bij elk gelezen boek vooral aangeeft wat je ervan vond en waarom. Je kunt hierbij kiezen uit een aantal vaste opdrachten of je maakt een eigen verslag waarin de voor jou belangrijkste informatie is opgenomen.
Neem bij elk boek sowieso op: titel - auteur
Op deze manier is het voor jouzelf en voor je docent direct duidelijk over welk boek het verslag gaat.
Je mag bij elk boek kiezen uit onderstaande verwerkingsopdrachten:
Standaardverslag
Het standaardverslag bestaat uit de volgende onderdelen:
- samenvatting van het boek
- overzichtelijke analyse met de belangrijkste elementen uit de verhaalanalyse
- informatie over de schrijver
- je eigen mening over het gelezen boek
Bij deze opdracht geldt dat je alle informatie (met uitzondering van je eigen mening) letterlijk van internet mag overnemen. Vermeld in dat geval bij elk onderdeel de gebruikte bron. Wees kritisch in de bronnen die je gebruikt. Jij bent verantwoordelijk voor de kwaliteit van de verwerkingsopdracht.
Recensieopdracht
Schrijf een recensie waarin je elementen uit de samenvatting, de analyse, de schrijversinformatie en je eigen mening combineert. Let hierbij op het volgende:
- Je schrijft de recensie voor iemand die het boek niet gelezen heeft. Laat de lezer van de recensie dus eerst kennismaken met het boek. Vertel kort waar het over gaat / neem een stukje uit het boek letterlijk over. Maak de lezer nieuwsgierig naar het verhaal
- Vertel in de kern meer over de analyse en de schrijver. Combineer deze informatie met je eigen mening. Leg dus steeds uit wat jij ergens van vindt.
- In het slot geef je je eindoordeel. Je vertelt wat je uiteindelijk ‘over-all’ van het boek vond. Je geeft een tip aan mogelijke lezers of reageert op de verwachting die je had voordat je ging lezen.
- Je recensie krijgt een passende en pakkende titel. Dat kan een quote zijn uit het boek, het mag al iets zeggen over je eindoordeel. Als het maar origineel is en de aandacht trekt.
- Markeer in je recensie de zinnen / zinsdelen waarin je je eigen mening verwoordt.
Opdracht van Lezen voor de Lijst
Maak de opdrachten die op de site www.lezenvoordelijst.nl horen bij jouw boek. Als er bij jouw boek opdrachten horen op verschillende niveaus, kies dan de opdracht die het beste bij jou past. Neem bij de uitwerking van de opdracht telkens de opdracht over en het bijbehorende antwoord. Geef tot slot kort aan waarom je voor deze opdracht gekozen hebt.
Juryrapport
Je doet alsof het boek dat je hebt gelezen is ingezonden voor een landelijke boekenwedstrijd. Bij deze wedstrijd ben je als jurylid op zoek naar het beste Nederlandstalige boek. Om dit beste boek te kunnen kiezen, moet je eerst bepalen aan welke eisen het moet voldoen. 2 eisen zijn al bekend, namelijk: - het boek moet een verrassend einde hebben EN - de titel moet perfect de strekking van het verhaal weergeven.
Wat ga jij als jurylid op papier zetten:
- Je vult de gegeven eisen aan met 3 eigen eisen waarvan jij vindt dat het beste boek daaraan moet voldoen. Geef ook een korte motivatie / verantwoording bij elke eis: waarom vind je deze eis belangrijk?
- Uiteindelijk heb je een lijst van 5 eisen verzameld die je nu moet gaan koppelen aan het gelezen boek. Dit doe je door bij elke eis een omschrijving te geven van jouw boek. Dus bijvoorbeeld: heeft het boek een verrassend einde? Waarom wel of waarom niet? De antwoorden hoeven niet altijd positief te zijn.
- De laatste stap is bepalen of jouw boek het beste Nederlandstalige boek is. Dit doe je door een conclusie te schrijven bij de 5 eisen. Je geeft een korte samenvatting van jouw bevindingen en komt tot een eindoordeel. Dit eindoordeel hoeft niet altijd positief te zijn!
Brief van de uitgever
Bij deze opdracht kruip je in de huid van de uitgever. Je doet je alsof het boek dat je gelezen hebt, nog niet is uitgegeven.
Stel je voor: je werkt bij een uitgeverij. De schrijver van jouw boek komt binnen met zijn verhaal en vraagt of jij het werk wilt uitgeven. Je bent best enthousiast, maar je ziet nog wel ruimte voor verbeteringen. Je besluit om jouw reactie op papier te zetten en naar de schrijver te sturen.
De opdracht:
- Schrijf een brief aan de schrijver. Je begint natuurlijk met een korte inleiding.
- Vervolgens geef je jouw persoonlijke oordeel over het boek. Het is jouw oordeel, dat betekent dat het zowel positief als negatief kan zijn.
- Daarna ga je aangeven waarom je op dit moment het boek nog niet wilt uitgeven. Je geeft 3 elementen waarvan je vindt dat deze aangepast moeten worden en waarom. Denk bij elementen aan de theorie van verhaalanlyse.
- Als je hebt aangegeven wat je aangepast wilt hebben en waarom, ga je de schrijver advies geven in hoe hij/zij het moet aanpassen. Je hebt hier als uitgever natuurlijk een visie in. Dus: wat zou de schrijver moeten doen om ervoor te zorgen dat je het boek wel uitgeeft.
- Je rondt de brief netjes af.
Brief aan de uitgeverij
Stel je voor: het werk dat je gelezen hebt, heb je zelf geschreven. Je blijkt over bijzonder schrijftalent te beschikken. Het verhaal is nog niet gepubliceerd, maar je wilt graag dat een uitgeverij het uit gaat geven. Je besluit een uitgeverij te schrijven om je verhaal te promoten!
- Je schrijft een brief aan een uitgeverij. Ga eerst eens op zoek naar bestaande uitgeverijen en kies een geschikte uit voor jouw boek.
- Je introduceert jezelf als schrijver en je vertet kort waarom je deze brief schrijft.
- In de kern introduceer je het verhaal. Je geeft informatie over de titel, het thema, het plot en het perspectief.
- Je legt uit voor welk publiek jouw boek geschikt is. Koppel dit aan de niveaus van Lezen voor de Lijst en leg uit waarom dit het geschikte publiek is.
- Rond je brief netjes af.
Beoordeling
Algemeen
In havo 4 ben je verantwoordelijk voor het eerste deel van je leeslogboek. Aan het einde van het schooljaar moeten er 6 boeken terug te vinden zijn in je logboek. Je docent zal tussentijds aangeven wanneer zij de leeslogboeken bekijkt. In havo 5 vul je het leeslogboek aan met nog 4 boeken. Aan het einde van havo 5 vindt tot slot het mondeling plaats over de 10 gelezen boeken. Voor dit mondeling krijg je een cijfer. Het leeslogboek dat je in havo 4 hebt opgebouwd wordt beoordeeld met een cijfer. Dit cijfer is onderdeel van het PTA van Nederlands.
Tussentijdse 'beoordeling'
Wanneer je docent tussentijds je leeslogboek bekijkt, zal ze letten op de volgende aspecten:
- Kwaliteit: heb je de juiste opdrachten gekozen die passen bij jouw visie op het gelezen boek? Heb je ook niet altijd de makkelijkste weg gekozen?
- Ontwikkeling: is er in de gelezen boeken een ontwikkeling in niveau waar te nemen? Zoek je uitdaging en ontwikkeling in de boeken die je leest?
- Volledigheid: geeft je opdracht een volledig beeld van jouw visie op het gelezen boek?
- Taalgebruik: heb je niet te veel spel- en taalfouten gemaakt?
Je krijgt feedback van je docente zodat je eventueel de gemaakte opdrachten kunt aanpassen. Natuurlijk kun je de feedback altijd gebruiken bij de komende opdrachten.
Boeken
Boekenoverzicht
boekenoverzicht:
1. Komt een vrouw bij de dokter
- Schrijver: Kluun
- Niveau: 1
- Opdracht: standaardverslag
- Ik geeft het boek 4 sterren
2. Klaproos
- Schrijve ster: Anne-Fleur van der Heijden
- Niveau: 2
- Opdracht: brief aan de uitgever
- Ik geeft het boek 3 sterren
3. Isabelle
- Schrijve ster : Tessa van de Loo
- Opdracht: recensie
- Niveau: 2
- Ik geeft het boek 4 sterren
4. Het gouden ei
- Schrijver: Tim Krabbé
- Niveau: 3
- Opdracht: standaardverslag
- Ik geeft het boek 3 sterren
5. Dorst
- Schrijve ster: Esther Gerritsen
- Niveau: 3
- Opdracht: standaard verslag
- Ik geeft het boek 3 sterren
6. De passievrucht
- Schrijver: Karel Grastra van Loon
- Niveau: 2
- Opdracht: standaardverslag
- Ik geeft het boek 3 sterren
7. Het gym
- Schrijver: Karin Amatmoekrim
- Niveau: 2
- Opdracht: standaardverslag
- Ik geeft het boek 3 sterren
8. De eetclub
- Schrijver: Saskia Noort
- Niveau: 1
- Opdracht: standaardverslag
- Ik geeft het boek 4 sterren
9. Turks fruit
- Schrijver: Jan wolkers
- Niveau: 3
- Opdracht: standaardverslag
- Ik geeft het boek 3 sterren
10. De aanslag
- Schrijver: Harry Mulisch
- Niveau: 4
- Opdracht: standaardverslag
- Ik geeft het boek 2 sterren
Komt een vrouw bij de dokter - Kluun
Komt een vrouw bij de dokter
Kluun
Sara Theunisz | H4e | 10-11-2018
Samenvatting:
Het boek `komt een vrouw bij de dokter’ gaat over Carmen en Stijn. Zij zijn twee jonge mensen met allebei hun eigen bedrijf. Zij hebben elkaar voor het eerst ontmoet tijdens een vergading op het werk van Carmen. Niet veel later zijn ze getrouwd en hebben ze samen een kind gekregen. Hun dochter Luna is nu 1 jaar oud en ze zijn heel gelukkig samen. Ze hebben leuke vrienden en gaan regelmatig op stap. Maar dan wordt Carmen ernstig ziek. Er wordt borstkanker geconstateerd. Twee jaar geleden had Carmen ook al last van haar borst en ging toen naar de dokter. Daar werd ze doorverwezen naar het ziekenhuis maar gelukkig bleek dat alles in orde was. Nu, twee jaar later, blijkt dat Carmen kanker heeft en dat ze zelfs al een grote tumor in haar borst heeft. Het leven van Carmen en Stijn staat op z’n kop. Ze moeten vaak naar het ziekenhuis en Carmen moet zware chemokuren doorstaan.
Voordat Carmen kanker kreeg waren ze gelukkig met elkaar, ondanks dat Carmen wist dat Stijn vaak vreemd ging. Hij houdt heel veel van Carmen maar toch doet hij het. Hij gaat wekelijks vreemd met collega’s, vriendinnen of allerlei andere meiden die hij ontmoet tijdens het uitgaan. Nu Carmen ziek is moet hij goed voor haar zorgen en dit doet hij ook. Hij gaat met haar naar het ziekenhuis en zorgt thuis goed voor haar. Maar ook gaat hij nog steeds één keer in de week uit. Hij kan niet zonder het uitgaan, hij heeft het nodig om het allemaal te kunnen verwerken.
Ondertussen gaat het met Carmen steeds slechter en moet ze stoppen met werken. Ze vindt het heel fijn dat Stijn zo goed voor haar zorgt maar heeft wel een dubbel gevoel over het feit dat hij vaak laat thuis komt. Ze weet wel dat hij vreemd gaat, dat heeft hij haar eens verteld aan het begin van hun relatie, maar ze hebben het er verder nooit meer over gehad. Carmen weet eigenlijk niet of ze het nou erg moet vinden of niet. Ze denkt dat ze het gewoon niet wil weten.
Op een avond tijdens het stappen ziet Stijn de mooie Roos. Roos is een meisje dat hij al vaker heeft ontmoet. Iedere keer als hij haar ziet wordt hij weer opnieuw verliefd op haar. Zijn verschillende versierpogingen zijn steeds mislukt bij haar, maar dit keer is het anders. Stijn en Roos spreken regelmatig samen af. Stijn houdt echt van Roos en heeft haar nodig. Elk vrij moment op de dag rijdt hij naar haar toe. Ondertussen heeft Carmen al haar borst moeten laten amputeren en is ze kaal geworden van de chemokuur. Het gaat steeds slechter met Carmen, de kanker is nu ook uitgezaaid naar andere organen. Tussen Carmen en Stijn gaat het ook niet zo goed. Stijn komt steeds vaker laat thuis en hij heeft verteld dat hij vaak vreemdgaat. Over zijn relatie met Roos kan hij niets vertellen omdat hij daar Carmen teveel verdriet mee zou doen. .
Na ongeveer een jaar gaat het zo slecht met Carmen dat ze het wil opgeven. Ze heeft zo veel pijn en kan het niet meer aan. Carmen gaat het opgeven, ze heeft er vrede mee dat de dood er aankomt. Stijn en Carmen hebben het afgelopen jaar nog wel allemaal leuke dingen gedaan zoals hun vakantie naar Barcelona. Ondertussen heeft Stijn al een keer zijn relatie met Roos beëindigd, maar toen bleek dat hij toch niet zonder haar kon. Nu Carmen bijna doodgaat, heeft hij zijn relatie met Roos weer even stilgezet. ze zien elkaar niet meer zien maar ze appen nog wel vaak. Carmen en Stijn zijn heel gelukkig samen en ze genieten van de laatste paar weken die Carmen nog te leven heeft. Maar dan gaat het steeds slechter met Carmen waardoor ze heeft besloten om er een einde aan te maken. Ze belt de dokter om een afspraak te maken voor euthanasie. Stijn is erbij als Carmen het dodelijke drankje op drinkt en als ze overlijd. Hij vindt het heel moeilijk en is bang, het is voor hem de eerste keer dat hij iemand die hij liefheeft ziet sterven. De laatste woorden van Carmen waren ‘nee hoor, ik ben er nog’. Het was een langzame maar pijnloze dood. Stijn heeft het er nog wel zwaar mee maar gaat door met zijn leven samen met Luna en Roos.
Perspectief
Het verhaal wordt volledig vanuit de ik-persoon beschreven, je ziet niet meer en niet minder dan dat de ik-persoon ziet/weet. Stijn is de ik-persoon in het hele boek. Het is een erg luchtige schrijfstijl, wat ook wel nodig is voor een boek met zo’n zwaar thema.
Structuur
Er is een epiloog, die de dag na Carmens dood beschrijft. Carmen ligt in een kist in de woonkamer, in haar Replayjurk en haar Dieseljasje. Op het eind trekt Stijn haar haar favoriete schoenen nog even aan. Het boek is in drie (vier) delen verdeeld: Deel I: Stijn & Carmen, Deel II: Stijn & Carmen en Stijn & Roos, en Deel III: Carmen. Daarnaast nog de epiloog (als vierde deel). Deel I bestaat uit 34 korte, genummerde en naamloze hoofdstukken, Deel II uit 39 en Deel III uit 18 hoofdstukken. Alle hoofdstukken zijn genummerd, niet getiteld.
Plaats
Het verhaal speelt zich af op de Amstelveense Weg 872 in Amsterdam, verscheidene uitgaansgelegenheden in Amsterdam, het Lucasziekenhuis in Amsterdam, het Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis, in het huis van Thomas en Anne (met de jaarwisseling, 2000) in Maarssen, Breda met carnaval, en op de vakantie van Stijn in Miami.
Chronologie
Stijn kijkt af en toe nog wel eens terug naar het verleden, bijvoorbeeld als hij de lezer verteld dat Carmen een half jaar geleden ook al een kanker-check had laten doen, maar die terugblikken zijn vaak zo kort dat het niet echt flashbacks te noemen zijn.
Het doel hiervan is om af en toe nog even wat achtergrondinformatie aan de lezer te verschaffen, zodat die weet wat er in het verleden is gebeurd. Maar dit gebeurt dus alleen als het echt van belang is, en dan vaak maar heel kort.
Voor de rest is het verhaal chronologisch verteld.
bron: https://educatie-en-school.infonu.nl/samenvattingen/16529-kluun-komt-een-vrouw-bij-de-dokter.html
Personages
Stijn: Een zeer gevoelige jonge man die veel mee heeft in het leven, tot hij hoort dat zijn vrouw borstkanker heeft. Met het feit dat hij vreemd gaat valt te zeggen dat hij niet volledig te vertrouwen is. Maar zijn onvoorwaardelijke liefde (en zorg) voor Carmen geeft aan dat hij zeker niet harteloos is. Hij weet dat hij Carmen er veel pijn mee doet.
Carmen: Een erg sterke vrouw, die op een gegeven moment te horen krijgt dat ze borstkanker heeft. Ze zet er alles op om beter te worden maar zakt eigenlijk in als duidelijk wordt dat het een absoluut aflopende zaak is. Ze staat erg optimistisch in het leven, waarin ze zelfs accepteert dat Stijn vreemd gaat. Jammer dat een vrouw die nog zo jong is en vol met leven, door zo’n ziekte langzaam leeggezogen kan worden.
Bron: https://educatie-en-school.infonu.nl/samenvattingen/1865-boekverslag-komt-een-vrouw-bij-de-dokter.html
Schrijver
De schrijver van het boek `Komt een vrouw bij de dokter` is Kluun. Kluun is op 17 april 1964 geboren in Tilburg, hij is dus 54 jaar. Hij heeft een vrouw en 3 kinderen. Komt een vrouw bij de dokter heeft hij uitgebracht in 2003. Het is een roman. Verder heeft Kluun nog veel meer boeken uitgebracht de meeste boeken waren romans. Eerst had Kluun een baan in de reclamewereld. In 2003 bracht hij dus het boek Komt een vrouw bij de dokter uit, dat in 30 landen vertaald werd. Daarvan werden er 1,2 miljoen exemplaren verkocht. Het boek werd in 2009 succesvol verfilmd.
Mijn eigenmening
Ik vind Komt een vrouw bij de dokter een emotioneel verhaal, omdat het toch wel een heel heftig onderwerp is. Ik vind het heftig om te lezen hoe het steeds slechter en slechter met Carmen ging, en hoe ze uiteindelijk overleed. Ik leefde echt mee met de hoofdpersonen. Ik vind het vooral zielig voor Luna, het dochtertje van Carmen en Stijn. Hoe zij moest zien dat het heel slecht met haar moeder ging. Ik vind dat het verhaal goed en duidelijk is geschreven. Het grootse deel van het verhaal zijn gesprekken tussen de hoofdpersonen waardoor je goed begreep hoe ze zich voelen. Verder wordt er ook goed uitgelegd waar ze zijn en wat er aan de hand is. Kortom het boek Komt een vrouw bij de dokter is zeker een aanraden als je van emotionele romantische boeken houdt.
niveau: 1
Opdracht: Standaardverslag
Klaproos - Anne-Fleur van der Heijden
Klaproos
Anne-Fleur van der Heiden
Sara Theunisz | H4e | 16-12-2018
Uitgeverij: A.W. Bruna
Geachte heer/mevrouw,
Ik ben Sara Theunisz en ik heb het boek Klaproos geschreven. Klaproos is mijn eerste zelfgeschreven boek, daarom ben ik opzoek naar een uitgeverij die mijn boek wil uitgeven. Op internet stond dat uitgeverij A.W. Bruna de beste uitgeverij van Nederland is. Daarom hoop ik dat jullie mij kunnen helpen.
Hier heb ik een korte samenvatting van mijn boek:
Op Noor haar 26ste verjaardag gaat ze naar haar moeder Jossie en haar stiefvader Las. Las heeft te horen gekregen dat hij terminale kanker heeft. Noor is al jaren niet bij haar moeder geweest. Sinds Noor zeven jaar oud is heeft haar moeder een vriend genaamd Las. Alles loop een beetje uit de hand, want de moeder van Noor en Las raken verslaafd aan Heroïne. Waardoor de moeder van Noor niet meer goed voor haar kan zorgen.
Net voor de kerst overlijd Las aan terminale kanker, dit zet Jossie aan het denken en ze wil van haar verslaving af. Ze gaat naar een afkickkliniek om zo van haar verslaving af te komen. In het begin vindt ze het heel moeilijk maar uiteindelijk is het haar gelukt en is ze van haar verslaving af.
Nadat Jossie van haar verslaving af is bezoekt ze Noor. Jossie en Noor maken samen een wandeling langs het spoor. Daar zien ze veel klaprozen. Noor doet dit aan Las, haar stiefvader, denken. Las heeft ooit in een verhaal aan Noor verteld over dat uit klaprozen opium word gewonnen en dat is de grondstof voor heroïne.
Het boek is geschikt voor jongeren die in de bovenbouw zitten op HAVO of WVO. Het is niet een heel dik boek en je lees er lekker door heen. Dus het boek Klaproos is zeker een aanrader!
Ik hoop dat ik u zo voldoende informatie over mijn boek heb gegeven. Ik hoor graag van jullie terug.
Met vriendelijke groet,
Sara Theunisz
Opdracht: Brief aan de uitgever
Isabelle - Tessa van de Loo
Is het zo dat je uiterlijk je levensloop bepaalt?
Recensie van het boek Isabelle,
van Tessa de Loo
Sara Theunisz | H4e | 11-03-2019
Isabelle is een leuk boek dat tot de laatste bladzijde spannend blijft. Het boek is niet zo dik het heeft maar 122 bladzijdes, maar het is zeker de moeite waard om het te lezen.
Het gaat over de beeldschone filmster Isabelle Amable, die op een klaarlichte dag plotseling spoorloos is. Opsporingsacties blijken vergeefs en worden spoedig gestaakt. Alleen de dorpsonderwijzer Bernard Buffon berust niet. Isabelle is uit jaloezie ontvoerd door de lelijke Jeanne Bitor, die zich voorneemt de schoonheid van Isabelle te verwoesten door haar te laten verhongeren. Er ontstaat een strijd van leven en dood tussen de twee vrouwen, maar wie wint?
Tessa de Loo maakt regelmatig gebruik van flashbacks, hierdoor kom je onder andere te weten wat verschillende personages denken en wat zich heeft afgespeeld in het verleden. Ik vind dat dit het verhaal duidelijk maakt en je meer met de personages meeleeft. Het verhaal speelt zich af in Auvergne, Frankrijk. De omgeving wordt goed beschreven waardoor je een goed beeld krijgt van het dorp en de plaats waar Isabelle wordt vastgehouden.
Het boek Isabelle is spannend en leuk om te lezen. Het verhaal is wel voorspelbaar maar dat vind ik niet erg. Het is zo voorspelbaar omdat je van tevoren al wist dat de filmster het zou overleven en dat het boek goed zou aflopen. Het heeft toch een open einde omdat je niet weet want er met Jeanne Bitor is gebeurd. Je weet dus wel genoeg om het verhaal af te sluiten. Als je opzoek bent naar een spannend verhaal die niet te lang is, is het boek Isabelle zeker een aanrader.
niveau: 2
opdracht: recensie
Het gouden ei - Tim Krabbé
Het gouden ei
tim krabbé
Sara Theunisz | H4e | 19-04-2019
Samenvatting
Rex Hofman en Saskia Ehlvest kennen elkaar al een tijd en zijn op weg naar hun vakantiebestemming in Frankrijk. Onderweg stoppen ze bij een benzinestation om even te rusten. Saskia gaat iets te drinken halen en Rex maakt een foto van haar. Rex denkt aan de vakantie van drie jaar geleden. Op een gegeven moment was toen de benzine op, Saskia heeft toen drie uur in de auto moeten wachten totdat Rex met benzine terugkwam. Ze was helemaal overstuur. Als kind had Saskia een nachtmerrie gehad, waarin ze opgesloten zat in een gouden ei. Tijdens het wachten in de auto dacht ze weer aan deze nachtmerrie. In die nachtmerrie zweefde ze in een gouden ei door de ruimte zonder sterren en de enige manier om daar uit te komen was door tegen het enige andere gouden ei aan te botsen, maar het heelal is zo groot dat dat niet snel zou gebeuren.
Ondertussen wacht Rex al een hele tijd op haar, maar Saskia komt niet terug. Hij gaat naar de winkel bij het tankstation om haar te zoeken maar de medewerkers weten niet waar ze is. Daarna belt hij de politie en het hotel waar ze naar toe zouden gaan, maar niemand kan hem helpen. Saskia is spoorloos verdwenen.
Raymond Lemorne heeft al zijn hele leven vreemde gedachten. Zo vraagt hij zich op zijn zestiende af wat er gebeurt als hij van een flat afspringt. HIj springt van de flat af en het resultaat is dat hij zes weken in het ziekenhuis moet liggen. Eenentwintig jaar later is hij scheikundeleraar, getrouwd en heeft hij twee kinderen. Dan komt er weer een rare gedachte bij hem op. Nadat hij eerst een kind van verdrinkingsdood heeft gered, vraagt hij zich af of hij ook in staat is om een misdaad te plegen. Vanaf dat moment begint hij met de voorbereidingen voor de perfecte misdaad, namelijk iemand levend te begraven. Hij doet net alsof hij zijn vakantiehuisje gaat opknappen. In het echt maakt hij alles gereed voor de misdaad. Hij bedenkt een plan om zijn slachtoffer vanuit een benzinestation mee te lokken. Hij gaat een vrouw terwijl hij zijn arm in een mitella houdt, vragen of ze hem wil helpen zijn aanhangwagen aan zijn auto te koppelen. Zijn eerste pogingen mislukken, omdat niemand in zijn auto durft te stappen. Een volgende poging lukt wel: een meisje (Saskia) vraagt hem naar de sleutelhanger die hij bij zich heeft. Hieraan hangt namelijk een grote R. Ze is heel geïnteresseerd en vraagt hem of ze er eentje kan kopen. Hij neemt haar mee naar zijn auto, maakt haar bewusteloos en rijdt met haar weg. Daarvoor had hij 2 kampeerders doodgeschoten, omdat die voor zijn vakantiehuisje kampeerden.
Acht jaar later is Rex op vakantie in Italië, samen met zijn nieuwe vriendin Lieneke. Hij vraagt haar ten huwelijk. Hij wil Lieneke eerlijk vertellen hoe hij over Saskia denkt. Lieneke merkt dat Rex ‘s nachts een nachtmerrie heeft over het gouden ei. Na deze vakantie start Rex een opsporingscampagne. Hij roept in advertenties mensen op, die Saskia toen hebben gezien. Hij krijgt verschillende reacties maar geen enkele geeft verwijzingen naar waar Saskia is. Later belt Lieneke op: zij is bedroefd, omdat ze elkaar na de vakantie zo weinig hebben gezien. Na een aantal dagen meldt een Franse man zich (Raymond). Rex herkent deze man: hij was de man met de mitella bij het tankstation, acht jaar geleden. Raymond wil hem wel vertellen wat er met Saskia is gebeurd, maar alleen als Rex hetzelfde lot ondergaat. Rex stemt toe, terwijl hij weet dat hij dan zal sterven. Raymond neemt hem mee naar het tankstation en laat hem koffie met een slaapmiddel drinken. Dan vertelt hij wat er is gebeurd. Als Rex wakker wordt, ligt hij op een matras in een doodskist en weet hij dat hij (net als Saskia) levend is begraven. Lieneke zoekt Rex, maar van hem en Saskia werd nooit meer iets vernomen.
Personages
Rex
Rex is een vriendelijke man die veel voor anderen over heeft. Hij wilt bijvoorbeeld weten wat er met Saskia is gebeurd en dat moet hij zelf bekopen met de dood. Daarnaast is hij een doorzetter, hij laat zich niet snel iets vertellen en zet altijd door totdat hij zijn eindpunt bereikt heeft. Over het uiterlijk van Rex krijg je niks te weten in het verhaal.
Saskia
Saskia is een vriendelijke roodharige vrouw die een relatie met Rex heeft. Ze is ijdel en wil er altijd goed uit zien en vindt het fijn om haar zaakjes op orde te hebben.
Raymond Lemorne
Raymond Lemorne is een 41-jarige Franse man die als scheikundeleraar op een school werkt met middelbare scholieren. Hij heeft een vrouw en twee kinderen. Het is een gewelddadige man met dwangmatige gedachten die daar apart mee om gaat. Hij denkt niet zo vaak aan anderen. Het liefste ziet hij mensen pijn hebben en hij vindt het dan ook niet erg om mensen pijn te doen.
Lieneke
Lieneke is een vriendin van Rex nadat Saskia ontvoerd is. Ze hebben het leuk als ze samen zijn, maar verder gebeurt er weinig tussen hen.
Structuur & perspectief
Het verhaal is makkelijk geschreven en het is voor iedereen te begrijpen. Er wordt niks te veel gezegd en er is dan ook geen gebruik gemaakt van details. Als je aan het lezen bent, dan lees je alles zo weg.
Doordat er geen details zijn gebruikt wordt er ook geen gebruik gemaakt van verhaalvertragingen. Het verhaal is niet-chronologisch.
Er is veel gebruik gemaakt van spanning. Vanaf hoofdstuk drie weet de lezer meer dan de personages uit het boek en dat maakt het spannend: je wil dat de personages in het verhaal het ook zo snel mogelijk weten.
Het verhaal begon toen de handelingen al begonnen waren. Er is dus gebruik gemaakt van de opening-in-handeling. De personages of de plaatsen werden niet eerst geïntroduceerd. Het boek heeft wel een gesloten einde: alles is duidelijk en het verhaal stopt niet waar het boek doorloopt.
Voor het verhaal is een auctoriale verteller gebruikt. Dit wordt ook wel een alwetende verteller genoemd. Niemand uit het verhaal vertelt het verhaal, maar iemand van bovenaf lijkt het verhaal te vertellen. Hierdoor weet je als lezer ook meer dan de personages uit het boek weten.
Tijd
In het boek komen flashbacks en flashforwards voor. Het is echter niet moeilijk om deze uit elkaar te houden, omdat dit steeds per hoofdstuk gebeurt. De tijd verandert steeds per hoofdstuk.
In hoofdstuk twee heeft Rex alweer een nieuwe vriendin (Lieneke) na Saskia, terwijl in hoofdstuk drie Lemorne aan het oefenen is om iemand te ontvoeren, wat dan met Saskia lukt.
De tijd versnelt af en toe erg, maar het is redelijk moeilijk om al die tijdverschillen uit elkaar te houden. "In 1950 was Raymond Lemorne zestien jaar. (…) Het duurde eenentwintig jaar voor er weer iets dergelijks bij Lemorne opkwam".
Perspectief
Het verhaal wordt vanuit het vertellersperspectief geschreven. Hij vertelt niet alleen over het leven en de gedachten van Rex maar ook hoe de ontvoerder zich voelt en wat er in hem om gaat. De verteller vertelt het van allebei de kanten.
bron: https://www.scholieren.com/verslag/boekverslag-nederlands-het-gouden-ei-door-tim-krabb-43553
Schrijver:
De schrijver van dit boek is Tim Krabbé. Hij is geboren op 13 april 1943 in Amsterdam. Naast romans schreef hij verschillende boeken over zijn twee grootste passies: schaken en wielrennen. De stijl van Tim Krabbé is erg kenmerkend. Hij schrijft alles namelijk zo kort mogelijk op en gebruikt geen woord veel. Daarnaast heeft hij een erg duidelijke schrijfstijl. Deze manier van schrijven zorgt ervoor dat de gedachtes van hoofdpersoon Rex erg concreet verwoord worden.
Mijn mening
Ik vond het leuk om het boek te lezen. Het was een spannend boek en het zat leuk in elkaar, het had een goede opbouw. Steeds als ik aan een nieuw hoofdstuk begon, dacht ik: waar gaat het nou weer over? Maar daar kom je dan snel achter. Het boek lijkt een beetje op een puzzel, het bestaat uit allemaal kleine stukjes die bij het eind allemaal goed in elkaar blijken te passen. Ik had plezier in het lezen van het boek. Er is heel veel spanning in het boek en heel even romantiek maar geen humor. Soms vond ik het verhaal wel een beetje raar. Spanning is er eigenlijk het hele boek, als Saskia opeens is verdwenen, als Lemorne zijn plan maakt, als Lemorne Rex meeneemt om hem de waarheid te vertellen enz. Romantiek is er even in het eerste hoofdstuk als Rex en Saskia op reis zijn naar hun vakantiebestemming.
Niveau: 3
Opdracht: standaard verslag
Dorst - Esther Gerritsen
Dorst
Esther Gerritsen
Sara Theunisz | H4e | 25-05-2019
Samenvatting
Als moeder Elisabeth en dochter Coco elkaar op een ochtend op de Overtoom in Amsterdam onverwacht tegenkomen, is dat een ongemakkelijke situatie voor beiden. Ze zien elkaar niet zo vaak en zeker niet onverwacht. Elisabeth realiseert zich dat ze haar dochter nu moet vertellen dat ze niet lang meer te leven heeft. Ze heeft kanker. Het is begonnen in haar nieren, en de artsen behandelen haar nu even niet, tot er iets op gevonden is. Met deze bewoordingen vertelt Elisabeth aan Coco dat ze uitbehandeld is. Later wordt duidelijk dat Elisabeth ook uitzaaiingen in haar hoofd heeft.
De conversatie tussen moeder en dochter is ongemakkelijk. Hun contact verloopt stroef.
Na dit gesprek gaat Elisabeth even langs de lijstenmakerij waar ze werkt en naar de kapper, met wie ze een gesprekje heeft over haar ziekte. Ze voelt zich op haar gemak bij de kapper. Het voelt voor haar heel vertrouwd en gemakkelijk om met hem te praten, ook over de ziekte die ze heeft.
Coco gaat later die week met haar vriend Hans, haar vader Wilbert en stiefmoeder Miriam naar de Chinees. Daar vertelt ze dat haar moeder kanker heeft en niet lang meer zal leven. De manier waarop dat gesprek verloopt, is ook zeer ongemakkelijk. Heel veel blijft ongezegd. Ze praten tijdens het eten over Elisabeth.
Ze bespreken tijdens het eten ook dat Elisabeth autisme heeft of op zijn minst asperger. 'Het is een oude vraag waar al vaak omheen gecirkeld is' (p. 34). Tijdens het etentje maakt Coco de grap dat ze bij haar moeder zou kunnen gaan wonen. Omdat iedereen negatief reageert, vindt ze dat ze niet meer terug kan. Ze moet nu bij haar moeder gaan wonen, meent ze. Deze gedachtegang geeft een inkijkje in de mentaliteit van Coco. Tijdens het etentje komt ook ter sprake dat Elisabeth Coco opsloot op haar kamer, toen ze nog maar twee jaar was. Elisabeth had gemerkt dat het niet uitmaakte of ze Coco opsloot of niet: ze huilde even lang en hard. Voor Elisabeth was het opsluiten een manier om even verlost te worden van het kind dat alles 'besmeurde, brak en scheurde'(p. 68). Daar kon ze niet tegen.
Toen Coco vijf was, zijn haar ouders gescheiden. Ze ging bij haar vader en Miriam wonen en was iedere woensdagmiddag en woensdagnacht bij haar moeder. Toen ze vijf was, is Coco expres met haar fietsje door het serreraam gereden en een verdieping daaronder neergekomen op de tegels. Daardoor heeft ze veel littekens. Haar vader is met haar naar het ziekenhuis gegaan, haar moeder heeft de scherven opgeruimd en een ruitenzetter gebeld om het raam te maken. Ze maakte geen haast om in het ziekenhuis te komen. Als Coco haar later vraagt naar dit gedrag, denkt Elisabeth: 'Het is onmogelijk om de waarheid te spreken. Dat het een mooi en acceptabel einde was en dat ze zich had verzoend met dat einde en ze zegt: 'Ik moet zo zijn geschrokken' (p. 174). Dit is de meest stevige van alle aanduidingen die er op wijzen dat Elisabeth het heel moeilijk vond om haar moederrol te vervullen. Ze vond het zwaar om met haar kind om te gaan, omdat ze zo beweeglijk was. Elisabeth was liever alleen of in de lijstenmakerij. Ze voelde opluchting dat Coco door de lucht zweefde met haar fiets en dacht in een flits dat Coco dood zou gaan. Dat had ze een mooi einde gevonden.
Coco gaat vijf dagen nadat ze het nieuws over de ziekte heeft gehoord, bij haar moeder wonen. Elisabeth vindt dit niet fijn. Ze krijgt direct weer de maagpijn die ze ook had toen Coco pas geboren was.
Nu ze samenwonen proberen Coco en Elisabeth allebei hun best te doen om met elkaar om te gaan. Dat valt niet mee. Intimiteit voelt onveilig, want dat hebben ze nooit gehad. Wilbert en Miriam komen langs en blijven koffiedrinken. Coco's vriend Hans komt op bezoek en probeert erachter te komen hoe Elisabeth in elkaar zit.
Als het slechter met Elisabeth gaat, maakt Coco een rooster, zodat er altijd iemand bij haar waakt. Elisabeth haat het om nooit meer alleen te zijn. Het rooster is ook een manier voor Coco om uit te kunnen gaan. Ze bezoekt Hans en verleidt hem. Daarnaast gaat ze in cafés op zoek naar mannen die haar kunnen bevredigen, ook al weet ze dat het nooit genoeg zal zijn. Haar dorst naar gevoel is onlesbaar.
Elisabeth slaapt steeds meer. Wanneer ze wakker wordt, is Wilbert bij haar. Ze zegt tegen hem dat hij haar hond is. Dat is een opmerking uit de tijd dat ze nog getrouwd waren, toen noemde ze hem ook zo. Wilbert vindt het heel vervelend om hond genoemd te worden.
Voor Elisabeth was Coco als kind een vis die ze niet kon vasthouden en niet kon aaien. Een hond kun je wel aaien. Daarom is het voor haar een positieve aanduiding, maar die wordt niet zo begrepen. Elisabeth noemde Coco een vis en zijzelf was het viswijf. Daardoor hoorden ze toch bij elkaar. Van Miriam mocht Coco haar moeder geen viswijf noemen, daarmee werd dat verbond tenietgedaan. Het positieve aan de benaming viswijf werd niet begrepen door buitenstaander Miriam.
In de laatste fase van haar ziekte gaat Elisabeth steeds minder goed zien. Als Martin, haar leidinggevende, op bezoek komt, is hij ongerust en belt Coco op en zegt dat ze thuis moet komen. Coco rent naar huis. Als Martin weg is, gaat ze op haar kamer zitten, op haar bed. Ze denkt na. Elisabeth kruipt de trap op en sluit Coco op in haar kamer. Daarna gaat ze beneden in bed liggen en sterft. Ze sterft alleen, wat ze graag wilde. De kapper komt langs, Coco laat hem binnen door de voordeursleutel uit het raam te gooien. De kapper betreedt de kamer en ziet dat Elisabeth dood is. Coco wordt heel druk en opgewonden vlak nadat haar moeder overleden is. Hans komt langs en belt de dokter. Als die arriveert, stelt hij het overlijden van Elisabeth officieel vast. Coco smeert de handen van haar moeder in met crème en gaat daarna naar boven. Ze maakt zich op om weer door het serreraam te springen. Ze voelt zich licht en blij.
Bron: uittrekselbank.nl
Personages
De twee hoofdpersonages zijn Elisabeth en Coco, moeder en dochter. Elisabeth heeft kanker en gaat dood. Ze heeft nog een paar weken te leven op het moment dat ze Coco vertelt over haar ziekte. Er wordt gesuggereerd in een gesprek tussen andere personages dat ze autistisch is of Asperger heeft. Elisabeth houdt van spullen. Als haar dochter klein is, maakt zij allerlei dingen kapot. Dit tot groot afgrijzen van Elisabeth, die gehecht is aan materie. Aan het eind van de roman, als Elisabeth in haar kamer op haar doodsbed ligt, ziet ze dat al haar spullen weer heel worden. Het voelt hemels.
Coco is de dochter van Elisabeth. Ze is 23 jaar en studeert officieel Russisch, maar doet er in de praktijk niet veel aan. Coco merkt dat ze geen invloed heeft op de relaties om haar heen. Ze zal haar vriend kwijt raken en de relatie met haar moeder is nooit goed geweest. Ze is op zoek naar gevoel, probeert zichzelf te ontdekken. Daarom gaat ze bij haar moeder wonen ' ze besluit haar moeder lief te hebben nu het nog kan. Ze gaat drinken om zo mannen op te pikken en via de seks ook iets te voelen. Ze zegt van zichzelf: 'Veel van iets. Ik hou van niets bijzonders maar van veel van iets' (p. 179). Ze is vanaf haar vijfde door haar vader en zijn nieuwe vrouw opgevoed en ging alleen de woensdagmiddag en woensdagnacht naar haar moeder. Ze is op zoek naar de waarheid over haar jeugd: is ze door haar moeder opgesloten toen ze nog geen twee was, en hoe kon die valpartij gebeuren door het serreraam, toen ze vijf was?
Wilbert is de ex-echtgenoot van Elisabeth en de vader van Coco. Hij is al jaren getrouwd met Miriam, die bij hem werkte in de winkel. Wilbert dronk veel toen hij jong was en nog met Elisabeth omging. Zij vond dat niet erg. Miriam heeft hem van de drank afgeholpen. Hij wil geen echt contact met Elisabeth, maar komt wel bij haar waken als het steeds slechter met haar gaat. Hij is iemand die intimiteit met anderen niet aankan, net zoals Coco en Elisabeth.
Miriam is de vrouw van Wilbert. Zij heeft Coco opgevoed. Ze heeft brede heupen, geen billen en een Gronings accent. Alles bij elkaar redenen voor Elisabeth om niet jaloers te zijn. Wilbert mag haar hebben. Voor Elisabeth is zij jarenlang alleen een naam geweest. 'Zelden heeft iemand er zo lang over gedaan om te materialiseren' (p. 128).
Hans is de vriend van Coco. Hij is een man van middelbare leeftijd en was pas gescheiden toen Coco hem ontmoette in een wasserette. Hans wil de relatie met Coco verbreken, maar Coco is daar niet aan toe en verleidt hem iedere keer tot seks als hij erover wil beginnen. Hans wil Elisabeth eerst niet ontmoeten, maar probeert later zijn sociale vaardigheden op haar uit.
Martin is de leidinggevende van Elisabeth in de lijstenmakerij waar ze werkte tot ze ziek werd. Martin is heel tevreden over haar werk. Hij vindt haar de beste lijstenmaker van de stad. Hij doet haar administratie en regelt de begrafenis, zegt Elisabeth.
De kapper. Elisabeth en Coco gaan naar dezelfde kapper. Elisabeth voelt zich gewoon als ze bij hem is. Hij spreekt haar niet tegen, gaat soepel om met wat ze zegt. Alle onderwerpen, ook kanker, bespreken ze in koetjes-en-kalfjesstijl.
De huisarts, Peter Voors. Hij komt langs voor een visite en dan horen de andere personages die op bezoek zijn dat Elisabeth uitzaaiingen in haar hoofd heeft. Dat had Elisabeth hen niet verteld.
Bron: uittrekselbank.nl
Het perspectief
Het verhaal wordt wisselend vanuit twee perspectieven verteld, in het ene hoofdstuk zie je de gebeurtenissen door de ogen van Elisabeth terwijl je in een ander hoofdstuk door de ogen van Coco kijkt. Dit zorgt ervoor dat je de twee hoofdpersonen goed leert kennen, omdat je het verhaal uit beide perspectieven leest.
Deze twee perspectieven zijn noodzakelijk voor het verhaal, omdat het belangrijkste thema de moeder-dochterrelatie is, en om die te kunnen begrijpen moet je weten wat moeder en dochter denken.
Bron: https://educatie-en-school.infonu.nl/samenvattingen/168609-boekverslag-dorst-esther-gerritsen.html
Structuur
Het verhaal wordt in korte vlotlezende dialogen verteld, dit zorgt voor korte hoofdstukken over het algemeen.
Bron: https://educatie-en-school.infonu.nl/samenvattingen/168609-boekverslag-dorst-esther-gerritsen.html
Informatie over de schrijver
Gerritsen groeide op in de plaats Gendt bij Nijmegen en studeerde Dramaschrijven en Literaire vorming aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht.
In oktober 2014 verscheen haar roman Roxy. Gerritsen is columniste voor de VPRO Gids. In april 2015 werd bekend dat de stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek Gerritsen heeft gevraagd het boekenweekgeschenk van 2016 te schrijven.[2] In 2016 is Broer dan ook het boek dat als boekenweekgeschenk wordt weggegeven.[3]
Bron: wikipedia.nl
Mijn eigen mening
Ik vond het een moeilijke verhaal om te lezen, omdat er veel moeilijke woorden in stonden. Doordat ik niet wist wat de betekenis van de woorden waren, vond ik het moeilijk om het verhaal begrijpen. In het begin vond ik het verhaal niet zo leuk omdat ik er niet veel van snapte. Maar uiteindelijk toen ik bijna op de helft vond ik het toch wel een leuk om het boek te lezen. Het was niet echt een leuk vrolijk verhaal omdat het slecht gaat met de moeder van Coco. Maar omdat de relatie tussen Coco en haar moeder erg ongewoon was vond ik het toch wel leuk om te lezen. Maar omdat de relatie tussen Coco en haar moeder erg ongewoon was vond ik het toch wel leuk om te lezen. Als je heel goed bent ik lezen en niet van z’n standaard boeken houd is dit zeker een aanraden.
De passievrucht - Karel Grastra van Loon
De passievrucht
Karel Glastra van Loon
Sara Theunisz | H4e | 02-06-2019
Samenvatting
Armin Minderhout en zijn vriendin Ellen hebben een vruchtbaarheidstest laten doen omdat Ellen zwanger wil worden maar dat niet lukt. Uit deze test komt een schokkende uitslag; Armin blijkt onvruchtbaar te zijn, altijd al. Hij heeft namelijk het syndroom van Klinefelter. Dit op zich is al een schokkende ontdekking, maar wat het nog emotioneler maakt is dat Armin dacht dat hij een zoon had. Armin kwam Monika voor het eerst tegen in de tram in Amsterdam. Hij was zo brutaal te vragen of hij met haar mee mocht winkelen en zij zei ja. Het klikte en al snel hadden ze een relatie. Samen kregen ze een zoon: Bo. Wanneer Bo drie jaar is overlijdt Monika plotseling aan een hersenvliesontsteking.
Na de ontdekking dat Bo zijn zoon niet kan zijn, besluit Armin op zoek te gaan naar de vader van Bo, de ‘dader’. De eerste verdachte die hij bezoekt is Robbert Hubeek, een ex van Monika. Deze blijkt echter niet te weten dat Monika al tien jaar dood is en valt dus af. Daarna gaat Armin langs bij de huisarts van Monika om hem op de man af te vragen of hij een seksuele relatie had met Monika. De huisarts ontkent dit en de twee raken in een heftige discussie. Armin verlaat woedend de kamer maar is er wel van overtuigd dat de huisarts geen seks heeft gehad met Monika.
Als laatst bezoekt hij Niko Neerinckx, een oud-collega van Monika. Met een smoes weet hij zich binnen te praten bij de vrouw van Niko en raakt met haar aan de praat. Hij komt onder andere te weten dat de zoon van Niko en zijn vrouw ook Bo heet en wanneer de vrouw hem foto’s laat zien van haar kinderen ziet hij een foto van Monika in het foto-album. Armin is er van overtuigd dat Niko de vader van zijn Bo is en wil hem daarmee confronteren. Ellen, zijn huidige vriendin, weet hem te overtuigen dit niet te doen.
Na de dood van Monika raakt Armin in een depressie en grijpt naar de drank. Voordien werkte hij als corrector voor een wetenschappelijke uitgeverij, maar zijn werkgever stuurde hem naar huis om de dood van Monika te verwerken. Hij zorgt alleen voor Bo en neemt hem vaak mee naar de kroeg. Hij zwerft ’s nachts door de straten van Amsterdam met Bo op zijn rug.
In deze periode ziet Armin weinig mensen, behalve de mensen in de kroeg. En behalve Ellen. Ellen was de beste vriendin van Monika en inmiddels ook een goede vriendin van Armin. Af en toe belt Ellen Armin om te vragen hoe het met hem gaat. Er hangt een spanning tussen de twee die te wijten is aan de vrijpartij vlak na de begrafenis van Monika. Dit is niet de enige keer dat Armin en Ellen het bed hebben gedeeld; samen met Monika hebben ze een keer een trio gehad, nog voor de geboorte van Bo. Daarnaast is Armin vreemdgegaan met Ellen, tijdens de zwangerschap van Monika.
Armin en Ellen hebben veel steun bij elkaar groeien steeds meer naar elkaar toe. Ze krijgen een relatie en voeden samen Bo op. Niet lang na de ontdekking dat Bo zijn zoon niet is, overlijdt de vader van Armin. Armin raakt hierdoor nog meer in de war en gefrustreerd en dit leidt tot geruzie met Ellen. Armin besluit samen met Bo een weekendje naar Ameland te gaan. Ze vissen samen en trekken de natuur in. Het lijkt hen beiden goed te doen. Bo ontmoet een meisje op Ameland en belandt uiteindelijk met haar in bed. Armin raakt hierdoor erg in de war en slaat aan het drinken. Dit loopt er uit de hand en eindigt in een ruzie waarin Armin schreeuwt dat Bo zijn zoon niet is.
Eenmaal weer thuis ontloopt Armin Bo en Ellen. Hij gaat naar het huis van zijn vader om op te ruimen. Hier stuit hij op een briefje van de hand van Monika, gericht aan zijn vader. ‘Ik ben zwanger. M.’ Armin beseft meteen wat dit betekent. Wanneer hij weer thuis komt blijkt Bo een brief gekregen te hebben van
Ellen, ook van de hand van Monika. Hierin legt ze Bo uit dat opa eigenlijk zijn vader is. Voor Armin en ook voor Bo begint een moeilijke periode om deze informatie te verwerken.
Bron: https://www.scholieren.com/boek/307/de-passievrucht/zekerwetengoed
Informatie over de schrijver
Karel Reinier Glastra van Loon is geboren in Amsterdam op 24 december 1962. Hij is overleden in Hilversum 1 juli 2005. Karel was een Nederlandse schrijver, publicist, columnist, cabaretier, en politiek activist. Zijn bekendste boeken zijn Lisa’s adem en het later verfilmde boek de passievrucht. Voor zijn boek de passievrucht won hij de Generale Bank-literatuurprijs.
bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Karel_Glastra_van_Loon
Verhaalanalyse
Thema: Het thema is bedrog, aangezien de personages in het boek elkaar bedriegen.
Personages: de belangrijkste personages van het boek zijn Armin Minderhout, Ellen(de vriendin van Armin), en Bo(‘zoon’ van Armin).
Armin:
Uiterlijk: bruin haar, blank, zijn linker voet is een halve maat kleiner dan zijn rechter. Armin is verloofd met Ellen.
Beroep: Corrector bij een wetenschappelijke uitgeverij in Amsterdam, waar hij ook woont.
Armin is halverwege de 30 en is geboren in Abkoude.
Hobby’s: Hij is een liefhebber van biochemische weetjes, vissen en natuur. Hij vindt het ook leuk om te drinken in de kroeg met zijn beste vriend Dees. Zijn favoriete vakantieplek is Ameland.
Karakter: Een in zichzelf gekeerd persoon, wantrouwend, trekt zich niet veel aan van anderen. Hij wil altijd de waarheid weten. Hij wil graag voor anderen zorgen, maar heeft er moeite mee.
Bo:
Uiterlijk: Blond, blank, ook zijn linker voet kleiner dan zijn rechter. Hij lijkt veel op Armin. Bo slaapt sinds de dood van Monika met zijn ogen open. Totdat hij met het meisje met het petje samen heeft geslapen. Hij is 13-14 jaar oud.
Hobby’s: Vissen en natuur.
Karakter: Bo is een rustige jongen. Hij denkt goed na voor hij wat doet.
Monika:
Uiterlijk: Rood haar, lichte huid. Ze kan slecht tegen de zon.
Beroep: Monika werkte bij het reisbureau, de kleine wereld net als haar hartsvriendin Ellen.
Karakter: Erg dominant, wat zij wilde gebeurde.
Vrijgevochten, maakt haar niet zoveel uit wat naderen denken en voelen, zolang zij maar lol heeft. Ze heeft veel passie en durf. Ze is heel spontaan.
Perspectief: Het verhaal is in een ik-vorm
Bron: http://leerlingen.com/huiswerk/auteur/karel-glastra-van-loon/boekverslag/passievrucht/42881
Mijn mening van het boek
Ik vond het een leuk boek om te lezen. In het begin vond ik dat er nog niet heel veel spannends gebeurde. Maar toen Armin te horen kreeg dat hij geen kinderen kon krijgen werd het ineens spannend, dit vond ik erg leuk. Armin wou natuurlijk weten wie de vader van Bo was en ging daarom op zoek. Dit vond ik allemaal wel een beetje langdradig en een beetje saai. Omdat het niet heel spannend was. Maar doordat ik toch wou weten wie de vader was van Bo las ik door. Het was een heel verassend einde, ik had dit niet aan zien komen, maar dat was juist leuk. Ondanks dat ik het verhaal een beetje langdradig vond was het toch een leuk en goed boek. Het is zeker een aanrader.
terugblik - havo 4
Het gym - Karin Amatmoekrim
samenvatting
De twaalfjarige Sandra woont met haar Surinaamse moeder en zusje in een achterstandswijk. Na de zomervakantie gaan Sandra en haar vriendinnen Tanya en Chantal naar de middelbare school. Tanya en Chantal gaan naar een scholengemeenschap in de buurt. Sandra, die goed kan leren, wordt door haar moeder naar een zelfstandig gymnasium buiten de stad gestuurd.
Op het gymnasium blijkt Sandra de enige gekleurde leerling te zijn en de enige die uit 'de wijk' komt, zoals haar buurt wordt genoemd. Vrijwel alle andere leerlingen wonen in het groene villadorp waar de school staat.
Sandra voelt zich erg ongemakkelijk op school. De leerlingen zijn anders dan de kinderen met wie ze in de wijk omgaat. Ze praten anders, dragen andere kleding, gaan een paar keer per jaar op vakantie en hun ouders hebben beroepen waar ze nog nooit van heeft gehoord, zoals 'internist'. Sandra's moeder heeft een bijstandsuitkering en zelfs voor eten is niet altijd voldoende geld, laat staan voor vakanties. Wanneer een klasgenoot pocht over de nieuwe boot van zijn vader die anderhalve ton duurder uitviel dan de vorige, berekent Sandra dat dit evenveel is als vier jaar bijstand.
Toch raakt ze bevriend met een aantal meisjes uit haar klas. Ze durft hen niet bij haar thuis te ontvangen, want ze schaamt zich voor de armoedige buurt en de flat met tweedehands meubels waarin ze woont. Ze komt andersom wel bij haar schoolvriendinnen thuis. Op een dag staat de moeder van Nienke erop om Sandra met de auto thuis te brengen. Sandra weet haar niet op andere gedachten te brengen. Als ze wordt afgezet, schaamt ze zich enorm.
Dan wordt Sandra uitgenodigd voor het verjaardagsfeestje van Renske. Als ze op het feestje arriveert, zit de kamer al vol gasten. Sandra wordt door Renskes moeder naar het midden van de kamer geloodst. Daar vraagt ze de aandacht van de gasten en zegt: 'Dit is Sandra. Ze komt uit Suriname, maar ze zit bij Renske op het gymnasium. Knap hè?'
Klasgenoot Bart laat zich discriminerend uit over allochtonen. Sandra ergert zich daaraan, maar ze reageert niet. Ook niet als hij haar 'negertje' noemt. 'Surinamers mochten elkaar negers noemen', vindt ze, 'Maar als een Nederlander het zei, neger, dan klonk het anders. Het klonk fout'
Op een gegeven moment onderneemt ze toch actie tegen Bart. In het geheim bekladt ze de posters waarmee hij campagne voert voor de schoolraadverkiezingen. Per ongeluk schrijft ze 'rasist' in plaats van 'racist'. Iedereen valt over die spelfout. Daardoor komt de boodschap totaal niet over. Het is niet duidelijk of Bart weet dat het Sandra was die zijn campagneposters bekladde. Later schrijft iemand stiekem 'nepkakker' op de buitenmuur van haar flat. Sandra vermoedt dat Bart het heeft gedaan, omdat hij vertelt dat hij bij haar langs is geweest toen ze ziek was. Maar ze weet het niet zeker. Als tijdens de les handenarbeid de docent even de klas uit is, maakt Bart een beledigende tekening van Sandra. Sandra is vastbesloten Bart een lesje te leren. 'Ik ga hem in elkaar slaan, zegt ze tegen haar schoolvriendinnen, want zo wordt dit soort problemen in de wijk opgelost. Maar van vechten heeft ze weinig verstand, daarom vraagt ze Tanya om advies. Tanya oefent met Sandra een paar klappen en trappen en bij de volgende aardrijkskundeles, waar iedereen bij is, geeft ze Bart een trap in zijn kruis en een paar trappen na. Beiden worden naar de rector gestuurd. Sandra weigert te vertellen waarom ze Bart aanviel. Maar haar vriendinnen Mirte en Renske vertellen de rector dat Bart een racist is en beschrijven een paar nare voorvallen. Tot Sandra's verbazing neemt de rector het voor haar op. Terwijl Bart wordt geschorst, spreekt hij Sandra aan alsof ze zielig is. Ze is verbijsterd. 'Ze had net een jongen die een kop groter was in zijn kruis getrapt. Als er íemand geen zielenpiet was, was zij het wel'
Een andere jongen uit haar klas, Dirk Jan, laat vaak merken dat hij Sandra leuk vindt. Ze dansen samen op het schoolfeest en hij geeft haar een pen met inscriptie cadeau. Sandra wordt verliefd op hem, maar ook hem wil ze niet confronteren met de armoedige omstandigheden waarin ze woont. Op de dag dat ze haar rapport moet ophalen, is haar fiets kapot. Dirk Jan biedt aan haar achterop de fiets naar huis te brengen. Ze snauwt dat ze helemaal niets van hem wil en scheldt hem uit voor 'stomme kakker'. Uiteindelijk is haar eerste tongzoen niet met Dirk Jan, op wie ze verliefd is, maar met een wildvreemde jongen op het eindfeest van de hockeyclub.
Personages
Sandra Spalburg is twaalf jaar (aan het einde van het verhaal is ze dertien), klein en van Surinaamse afkomst. Ze kan goed leren. Sandra woont samen met haar moeder en jongere zusje en voelt zich verantwoordelijk voor hen. Regelmatig haalt ze haar zusje van school en kookt ze, terwijl haar moeder buitenshuis een cursus volgt. Het gezin van Sandra woont in een flat in een achterstandswijk van een Nederlandse kuststad. Daar wonen ze al zolang ze zich kan herinneren. In deze wijk voelt ze zich thuis. Sandra is vlot in de omgang, maar op het gymnasium voelt ze zich onzeker. Ze is er een buitenbeentje en dat wil ze niet. Angstvallig probeert ze de armoedige omstandigheden waarin ze leeft verborgen te houden voor haar klasgenoten. Ze is bang dat die de situatie niet zullen begrijpen en dat ze daardoor nóg meer een buitenstaander zal worden.
Sandra’s Surinaamse moeder is gescheiden en leeft met haar twee kinderen van een bijstandsuitkering. Ze is ambitieus en probeert vooruit te komen door een secretaresseopleiding te volgen. Ze leert Sandra om nooit financieel afhankelijk te zijn van een man en pusht haar om hard te werken en iets te bereiken in de maatschappij. Om die reden stuurt ze Sandra naar een zelfstandig gymnasium, de hoogst mogelijke opleiding. Sandra's moeder is streng, zelfstandig en heeft overal een mening over. Ze heeft een zwak voor haar ex-man.
Sandra's vader verliet haar moeder voor een andere vrouw, stichtte met die andere vrouw een gezin, maar komt dan toch weer terug bij haar moeder. Haar vader is lui, onbetrouwbaar en toont geen enkele verantwoordelijkheid voor zijn gezin. Al snel verdwijnt hij weer uit hun leven.
Sandra heeft twee hartsvriendinnen in de wijk. Tanya is groot, stoer, brutaal en heel donker gekleurd. Zij ziet school niet zo zitten en wil zo snel mogelijk aan het werk. Chantal is lang en blond en heeft het figuur van een volwassen vrouw. Ze draagt graag sexy kleding en houdt van flirten. Chantal komt uit een Nederlandse arbeidersfamilie.
Op het gym is Sandra bevriend met de hockeymeisjes Nienke en Renske, met de alternatieve Mirte en met Jojanneke, die ‘naast Jehova’s getuige ook een soort hippie was’(p. 57). Sandra's vriendinnen zijn aardig, maar ze vinden het ook interessant om met een Surinaams meisje bevriend te zijn. Ze hebben allerlei vooroordelen over gekleurde mensen. Zo zegt Mirte op het schoolfeest tegen Sandra: 'Ik weet zéker dat jij goed kunt dansen. Dat kunnen jullie toch allemaal?'
Klasgenoot Bart Willink woont niet in het dorp, maar in de stad. Hij uit zich racistisch, maar hij raakt Sandra vooral doordat hij haar keer op keer confronteert met de armoedige buurt waarin ze woont. Toch heeft ze ook bewondering voor hem. Hij durft zich verkiesbaar te stellen voor de leerlingenraad, terwijl hij een gewone jongen is en geen directeurszoontje, zoals veel andere kinderen op school. Bart heeft door dat Sandra door de leraren en de ouders van haar schoolvriendinnen vooral interessant wordt gevonden omdat ze van Surinaamse afkomst is.
Klasgenoot Dirk Jan woont in de villawijk, zijn vader is internist. Hij valt op Sandra en Sandra vind hem ook leuk. Ze wordt verliefd op hem, maar omdat ze hem niet durft te confronteren met de buurt waarin ze woont, stoot ze hem toch van zich af.
Thema
Het thema van dit boek is cultuurverschillen. Het gaat allemaal om het meisje Sandra dat zich als Surinaams meisje moet handhaven tussen de kakkers van het gymnasium. Hoewel ze zich soms schaamt voor haar afkomst, weet ze zich goed staande te houden.
Analyse
Het boek is erg realistisch geschreven. De verhaalgebeurtenissen zijn niet mooier in het boek dan in werkelijkheid. Alles wat in het boek staat zou in het echt namelijk ook kunnen gebeuren. Daarnaast zou het kunnen dat de schrijfster dit verhaal zelf heeft meegemaakt, omdat zij dezelfde achtergrond heeft als de hoofdpersonage in het boek. Toeval heeft geen grote rol in dit boek.
Mijn mening
Ik vond dit boek heel anders dan ik had verwacht. Ten eerste omdat in dit boek het perspectief wel bij de hoofdpersoon ligt, namelijk Sandra. Maar het hele verhaal wordt verteld door de schrijver en dat heb ik eigenlijk nooit met boeken. Want bij de meeste boeken die ik lees, lees je echt wat de hoofdpersoon denkt en doet en bekijk je alles vanuit die persoon en dat was bij dit boek dus niet. Maar ik vond het boek wel leuk. Het leest lekker vlot door, want er staan niet echt moeilijke woorden in. Ik vond het ook wel bijzonder om te lezen hoe er een groot verschil was bij Sandra wanneer ze thuis was en wanneer ze op school was. Ik vind het wel een aanrader om dit boek te lezen. Wel vind ik het een nadeel dat bij de eerste 150 bladzijdes ongeveer alleen maar uitleg wordt gegeven en dat er niet echt wat gebeurt.
De eetclub - Saskia Noort
Samenvatting
In deze samenvatting worden de gebeurtenissen in chronologische volgorde beschreven.
Karen van der Made is gelukkig getrouwd met Michel, heeft twee jonge kinderen, en is met haar gezin naar een dorpje nabij Amsterdam verhuisd omdat ze het in de hoofdstad te onveilig vonden worden.
De eerste anderhalf jaar vindt ze het vreselijk in haar nieuwe omgeving, ze kent er niemand en vereenzaamt. Als ze op zoek gaat naar een vriendin, maakt ze kennis met Hanneke Lemstra, ook een nieuwkomer. Tussen hen, hun kinderen en echtgenoten klikt het snel. Hanneke brengt Karen in contact met nog drie vrouwen, Patricia Vogel, Angela Bijlsma en Babette Struyk. Ze roepen een eetclub in het leven en doen van alles samen, zoals tennissen, drinken en roddelen.
Na een housewarmingparty in de villa van Patricia en Simon Vogel blijken ook de mannen goed met elkaar te kunnen opschieten. De vijf families trekken nu geregeld samen op en er ontstaat een hechte vriendschap. Karen is erg onder de indruk van de steenrijke, vlotte en sexy Simon, die de andere mannen helpt met snel carrière maken. Ivo, de man van Hanneke, biedt de vijf vrouwen een vakantie aan in zijn vakantiepark in Zuid-Portugal.
Tijdens die vakantie horen de vrouwen dat Evert Struyk helemaal is doorgedraaid. Allemaal hebben ze het zien aankomen: al maanden is Evert erg somber en verward.
Het eigenlijke verhaal opent in hoofdstuk 1 met het telefoontje van Patricia, midden in de nacht, die Karen en Michel meedeelt dat er iets verschrikkelijks is gebeurd: het huis van Evert en Babette staat in brand. De twee haasten zich naar het nabije huis, waar de brandweer al volop in de weer is. Babette en haar twee kinderen blijken het te hebben gered, Evert wordt dood gevonden. Later wordt er een brief van Evert gevonden waaruit blijkt dat hij zelfmoord wil plegen. De politie gaat ervan uit dat hij de brand heeft aangestoken.
Iedereen is ontzet en probeert Babette en de kinderen te troosten. Angela vraagt aan Karen of zij Babette en haar twee kinderen zolang in huis wil nemen. Karen vindt het verzoek wat vreemd (Angela en Babette zijn dikke vriendinnen), maar stemt toe.
Op de bijeenkomst na Everts begrafenis drinkt Hanneke veel te veel. Ze beweert tegenover Karen dat Everts dood hun schuld is omdat iedereen hem in de steek liet toen hij overspannen was en moest worden opgenomen. Ze krijgen ruzie en Hanneke loopt weg. Een dag later belt ze naar haar man Ivo en deelt mee dat ze in Amsterdam zit. Hanneke belt ook Karen om een afspraak in Amsterdam te maken. Daar komt Hanneke echter niet opdagen. Al snel blijkt waarom: Dorien Jager, een politieagent, belt haar en deelt mee dat ze van het balkon van haar hotelkamer is gesprongen. Ze wordt geopereerd aan een hematoom en ligt in coma.
Dorien verhoort alle betrokkenen. Karen zegt haar dat ze niet gelooft in een zelfmoordpoging, daar was Hanneke geen type voor. Bovendien weet ze uit het roddelcircuit dat Hanneke en Evert een verhouding hadden en dat Evert die een week voor de brand heeft verbroken.
Iedereen is van slag en reageert zich af met flink wat drank. Zonder Hanneke voelt Karen zich vreselijk eenzaam. Als Simon toenadering tot haar zoekt, kan ze zich amper beheersen. Tijdens een avondje doorzakken gaat Michel misselijk naar bed en hebben Karen en Simon een snelle, heftige vrijpartij in het nabije schuurtje. Schuldig voelt ze zich niet en het liefst wil ze snel opnieuw met hem naar bed. Ze sms'en en ontmoeten elkaar opnieuw, al komt het niet tot seks.
Als de vriendinnen van de eetclub doorhebben dat Karen wat te veel aan Dorien heeft verteld, willen Angela en Patricia haar niet meer zien. De politie verdenkt Simon en neemt zijn boekhouding in beslag. Dan keren ook de mannen zich tegen Karen: zij zijn zakelijk afhankelijk van Simon. Zelfs Michel begrijpt zijn vrouw niet meer en hun relatie bekoelt. Babette blijft haar echter steunen.
In overleg met de artsen stemt Ivo toe om een einde te maken aan de coma van zijn vrouw en haar te laten inslapen. Haar begrafenis is voor Karen een marteling. Ze wordt met de nek aangekeken en voelt zich schuldig aan de dood van haar vriendin: ze waren met ruzie uit elkaar gegaan. Na de begrafenis ontmoet ze Dorien. Die vertelt haar dat ze door toedoen van de sluwe Simon van de zaak is afgehaald. Dorien laat Karen duidelijk blijken dat ze Karens zogenaamde vriendinnen allesbehalve vertrouwt.
Karen spreekt weer met Simon af. Ze wil hem zeggen dat ze een punt achter hun relatie wil zetten. Maar hij heeft zo'n invloed op haar dat ze dit plan snel laat varen. Als Simon mobiel wordt gebeld en zich even verwijdert, ontdekt zij in zijn koffertje een e-mail van Evert die hij één week voor de brand aan Hanneke heeft verstuurd. Ze grist het mee en leest het later thuis. Er blijkt uit dat Evert helemaal niet depressief was en met zelfmoordplannen rondliep, maar juist een nieuwe start wilde maken door te verhuizen. Karen concludeert dat Hanneke dus wist dat Evert vermoord was en zelf was vermoord omdat ze op het punt stond met bewijzen voor de moord op Evert te komen.
Ze spreekt haar vermoeden uit tegen Dorien. Die vraagt haar het contact met Simon nog even aan te houden omdat ze vermoedt dat Simon achter de moorden zit.
Karen gaat naar Angela om hun ruzie bij te leggen. Ze paait Angela en die raakt daar zo van gecharmeerd dat ze Karen vertrouwelijk meedeelt dat ze moet oppassen voor Babette: die doet het met elke man. Babette heeft ook een korte relatie gehad met Kees (Angela's man). Dat was de reden dat ze Babette na de brand niet in haar huis duldde.
Karen gaat naar het huis van Ivo en Hanneke en kan in haar computerbestand komen omdat ze het wachtwoord kent. In Hannekes mailbox leest ze allerlei mailtjes van Hanneke aan ene MO, vice versa, waaruit blijkt dat Hanneke lid was van een groepje mensen dat vrijmoedig mailde over hun overspel. Hanneke schreef daarin over de terreur die Babette, Everts vrouw, op hem uitoefende. Babette kleineerde en mishandelde hem en Evert deed niets terug uit angst zijn kinderen nooit meer te zien.
Karen is nu doodsbang: zou Babette het inmiddels ook voorzien hebben op haar Michel? Thuisgekomen controleert ze zijn mobiel, maar ze vindt geen berichten van Babette.
Karen deelt Dorien mee dat ze met Simon heeft afgesproken in een Motel bij Akersloot. Tot seks komt het niet omdat er een fikse ruzie ontstaat. Karen verwijt hem dat hij niet eerlijk is geweest en hij onthult zijn gecompliceerde, half criminele affaires met onder anderen Evert, die Hanneke aan de politie bekend wilde maken. Als Babette ter sprake komt, wordt hij plotseling doodsbang. Hij zegt Karen dat hij ook een affaire met Babette heeft gehad en dat ze een stapelgekke feeks is die hem nog dagelijks stalkt met sms'jes en mailtjes. Karen weet nu zeker dat Babette degene is die de brand zelf heeft aangestoken en Hanneke van het balkon heeft geduwd.
Plotseling gaat de deur open en voelt Karen een vreselijke pijn. Het is Babette die met een soort spray spuit. Ze is razend omdat 'haar' Simon een seksafspraakje heeft met Karen. Babette schreeuwt allerlei verwensingen en bindt een shawl om Karens hals om haar te wurgen. Simon herwint zich, probeert haar af te leiden en zegt dat hij van haar houdt. Dan weet Karen zich op te richten en Babette met Simons koffertje knock-out te slaan. Ze belt de politie, hoewel Simon dat niet wil, en niet veel later arriveert Dorien, die door haar baas weer in genade is aangenomen.
Thuisgekomen wacht Karen een zware opgave: haar overspel opbiechten aan Michel. Hij is er kapot van, maar verlaat haar niet en beiden werken hard aan verbetering van hun relatie. Ze besluiten te verhuizen, ergens anders opnieuw te beginnen.
Op een dag toont Michel Karen een interview in een krant waaruit blijkt dat de sluwe zakenman Simon nog niets veranderd is.
De ochtend voor hun verhuizing fietst Karen door het dorp en ziet Angela en Patricia op een terras zitten. De twee wenden het hoofd af. Karen glimlacht, voelt zich gelukkig en fietst door.
Personages
De belangrijkste personages zijn nieuwe rijken van eind dertig, begin veertig, rijke, narcistische en snobistische yuppen die dure huizen bewonen, in terreinwagens toeren, veel drinken en feesten. De vrouwen zijn goed gekapt en opgemaakt proberen hun verveling te verdrijven door iedere gril te volgen, te konkelen en overspel te plegen. Deze big spenders denken de wereld naar hun hand te kunnen zetten, leven in een soapachtige schijnwereldje van glamour en glitter, en dulden geen losers in hun midden.
Geen van hen komt sympathiek over, al zijn er gradaties van kleurloze typen tot ware sekreten. Ze wekken irritatie op vanwege hun leegheid, arrogantie en schijnheiligheid.
Karen (Ka) van der Made heeft gestudeerd, is van beroep vormgeefster, is gelukkig getrouwd met Michel Brouwers en heeft twee kinderen, Annabelle en Sophie. Door haar opleiding en het alternatieve leven dat ze leidt, valt ze een beetje buiten de andere vrouwen van de eetclub. Anderen typeren haar als een moraalridder. Ze is sociaal voelend en wil oprecht zijn, al is ze vooral in het begin vrij naïef en oppervlakkig omdat ze lange tijd niet doorheeft of niet wil zien wat er allemaal aan de hand is. Met Hanneke kan ze het best opschieten.
Michel Brouwers komt sympathiek over en wordt door de leden van de eetclub een trouwe hond genoemd. Hij is een familieman en een harde werker, heeft een goede baan als televisieproducent en wordt onder invloed van Simon een geldwolf, die vervreemdt van zijn vrouw.
Hanneke Leenstra, binnenhuisarchitect, is een sexy, hip geklede vrouw met een openhartig en onstuimig karakter. Ze is vaak cynisch en worstelt met haar dubbele leven, haar affaire en onmogelijke liefde voor Evert, waardoor ze veel rookt en drinkt. Ze heeft twee dochters, Mees en Anna.
Ivo Smit, Hannekes corpulente echtgenoot, ontwikkelt zich door toedoen van Simon van een gewone accountant tot een rijke vermogensbeheerder en eigenaar van een vakantiepark in Zuid-Portugal. Hij zit in de tang, heeft geknoeid met de boekhouding van Simon en Evert en kan zich weinig permitteren. Daarom blijft hij liever op de achtergrond, kiest voor de gemakkelijkste weg en geeft Karen de schuld van de problemen omdat ze te veel gepraat heeft tegen de politie.
Angela Bijlsma, donkerharig en mollig, loopt net als Patricia, met wie ze veel optrekt, voor de problemen weg. Ze weet van het overspel van haar man met Babette maar zwijgt erover, liever dan dat ze haar relatie en luxe leventje op het spel zet. Dat ze een meeloper is blijkt wel als ze drie weken nadat Patricia een duur jasje van Dolce & Gabbana heeft gekocht, eenzelfde jasje koopt. Ze heeft drie kinderen, Lotte, Daan en Joep.
Kees, haar man, is eigenaar van een keten grand cafés. Zijn rol in de roman is niet zo groot. Hij houdt van vrouwen en flirt graag.
Simon Vogel heeft zich op slinkse wijze opgewerkt van marktkoopman op de Albert Cuyp tot miljonair in de vastgoedhandel. Hij is niet zo groot, heeft felblauwe ogen, zwart haar, heeft een vlotte babbel, is charmant en weet maar al te goed dat vrouwen hem onweerstaanbaar vinden. Als zakenman is hij keihard. Aan het eind van de roman valt hij door de mand als een bang en zielig mannetje, dat doodsbang is dat zijn imperium instort.
In een interview merkt de auteur op dat nogal wat vrouwelijke lezers gecharmeerd zijn van Simon omdat het zo'n 'leuke foute man' is, een zelfverzekerde durfal die geen angst kent en iedereen inpakt ( Het Parool, 19 juni 2004).
Patricia (Patris), zijn vrouw, is klein en mager. Ze weet van de affaires van haar man, maar kiest net als Angela voor zwijgen. Ze is naïef, op geld en status belust. Ze is een controlfreak, 'altijd maar bezig haar huis griezelig netjes te houden' (p. 99). Ze heeft drie kinderen, Thom, Thies en Thieu.
Evert Struyk werkt zich met hulp van Simon op tot eigenaar van een sportketen. Hij is een wat labiele man die zich laat terroriseren door zijn vrouw (die hem slaat) en depressief raakt. Hij heeft een affaire met Hanneke, maar kiest voor zijn vrouw, al blijft hij van Hanneke houden. Door die affaire, zijn slechte huwelijk en grote financiële problemen (speculeren en grote schulden aan Simon) raakt hij op een hellend vlak en wil hij verhuizen om een nieuw leven te beginnen.
Babette (Babs) Struyk is een slanke aantrekkelijke vrouw. Ze kan uitstekend toneelspelen, werpt zich na de brand op als een lieve, kwetsbare, verdrietige weduwe, maar stookt en manipuleert en blijkt een sluwe en meedogenloze vrouw, die kost wat kost haar plan wil doordrukken (namelijk Simon als echtgenoot hebben). Ze heeft twee zoons: Beau en Luuk.
Dorien Jager is de agent die op de (zelf)moordzaken wordt gezet. Ze is mollig en heeft kortgeknipt haar. Ze heeft een mislukte relatie achter de rug. Ze blijkt het wereldje van de nieuwe rijken goed te peilen en het gelijk aan haar kant te hebben. Karen ziet pas laat in dat zij een oprechte en lieve vrouw is. Haar naam is typerend voor haar instelling: als een echte jager gaat zij achter haar prooi aan. (Die prooi heeft trouwens ook een veelzeggende achternaam: Vogel!) Haar drijfveer om Simon te pakken, wortelt in haar verleden: Simon heeft destijds een flinke som geld van haar vader geleend en nooit terugbetaald.
Turks fruit - Jan Wolkers
Samenvatting
Het boek gaat over Erik, een beeldhouwer, en over zijn relatie met zijn vrouw Olga. Olga heeft hem verlaten en Erik beschrijft korte hoogtepunten uit zijn relatie met Olga. Pas op tweederde van het boek horen we wat er gebeurd is. De hoofdstukken daarvoor zijn steeds of voor dat moment of erna. Zo wordt er een zekere spanning opgebouwd naar het moment waarop verklaard wordt hoe ze uit elkaar zijn gegaan. Die eerste hoofdstukken zijn eigenlijk één grote kreet 'ik ben zo eenzaam'. Vervolgens begint het bij het begin dat hij haar al liftend leert kennen. Ze worden verliefd, maar ze krijgen een auto-ongeluk. Een paar maanden later zien ze elkaar weer en van af toen was de liefde een feit en trekt ze bij hem in. We zien steeds hoe gelukkig hij is geweest met Olga. Het is een liefde die heel intens beleefd is. Seks speelt daarbij een belangrijke rol. Soms heb je het idee dat ze de hele dag naakt liepen en elk moment aangrepen om 'het' weer te doen. Uit de fragmenten na het keerpunt blijkt dat alle andere vrouwen niet dat voor hem betekenen als wat Olga voor hem was geweest. Ondanks dat het er dan flink aan toe was gegaan, vooral op seksueel gebied.
Olga was voor hem alles. Allerlei kleine details worden er van haar beschreven. Ze zorgt voor inkomsten, hoe klein ze ook zijn. Ze houdt van dieren, maar niet van kinderen. Dit blijkt ook uit twee beelden die Erik gedurende deze periode maakt. Het eerste is een moeder met kind, waarvan de wethouder zegt: "het lijkt wel of ze angst heeft voor het kind." Het andere beeld is een vrouw met een kat op haar arm, waarvan men opmerkt: "Het lijkt wel of het haar kind is." In beide gevallen heeft Olga uren lang model gestaan. Van het schaarse geld gingen ze regelmatig naar jazzconcerten, ten koste van vlees bij het eten. Ook de vakanties waren heel sober: een tentje op Ameland, waar de liefde ook weer heel intens beleefd werd.
De angst van Olga voor zwangerschap kwam door haar moeder, die een borstamputatie had moeten ondergaan. Tegen Olga zei ze vroeger dat Olga haar borst leeggezogen had. Een andere angst van Olga was kanker. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het moment dat zij wat roods in haar ontlasting ziet.
Het grote keerpunt in de relatie wordt volgens Erik geregisseerd door Olga's moeder, waarvoor Erik altijd al beneden de stand was geweest. Na de dood van Olga's vader is haar moeder constant aan het stoken. Ze zegt dat andere vriendinnen van Olga het beter hebben. Uiteindelijk blijkt Olga niet ongevoelig voor de materiële tekortkoming.
Een zakendiner is het breekpunt. Olga zit te flirten met een zakenrelatie, tot genoegen van haar moeder, maar tot ontzetting van Erik. Hij wordt er misselijk van en geeft midden aan tafel over. Op de terugweg van de toilet slaat hij uit woede Olga een blauw oog. Olga neemt dit niet en trekt bij haar moeder in. Uiteindelijk volgt een scheiding. Olga hertrouwt nog twee keer, maar wordt niet echt gelukkig.
Het boek eindigt met het ontstaan van een tumor bij Olga. Haar haar valt uit en ze wordt vergeetachtig en opvliegerig, dit alles door de medicijnen. Van af dat moment bezoekt Erik haar iedere dag. Hij koopt een pruik voor haar en ook Turks fruit, het laatste en het enige snoep dat ze nog kon eten. Op een dag sterft ze en is het verhaal uit.
MOTIEVEN
VERVAL, AFTAKELING, ANGST
Turks fruit gaat over het verval van de liefde tussen de hoofdpersoon en Olga. Een hoofdoor-zaak van hun scheiding is Olga's angst om kinderen te krijgen. Kinderen krijgen associeert ze met aftakeling en bederf. Haar moeder heeft haar deze angst bezorgd: zij heeft een borst moeten missen na Olga's geboorte. Opmerkelijk in dit verband is de scène waarin Olga de voorstudies van de beelden die het 'Moedergeluk' voorstellen (vervoerd per kinderwagen!) in de Amstel gooit. Ook lichamelijk verval speelt een rol: Olga takelt lichamelijk af totdat ze door een tumor niet veel meer is dan een wrak. Subtiel wordt al vroeg in de roman naar deze tumor verwezen. De hoofdpersoon werkt in de grotten bij Valkenburg aan een reliëf dat de opwekking van Lazarus moet voorstellen. Dan ziet hij in het hoofd van Christus een fossiel. Om dat er gaaf uit te krijgen, hakt hij te veel mergel weg. 'Een paar dagen later viel het fossiel dat ik uit het hoofd van gods zoon bevrijd had als een bal bruine suiker tot pulver in de hal van het hotel.'
MEDELIJDEN
Olga's sterk zinnelijke schoonheid wordt uitvoerig beschreven. In de bloei van haar leven wordt ze omringd door mannen. Schrijnend is het daarom dat iedereen (ook haar moeder) haar in de steek laat, als ze een ongeneeslijke tumor heeft en door de bestraling kaal en blind geworden is. Slechts de ik-figuur voelt medelijden, hij houdt zielsveel van haar en blijft haar trouw tot in de dood.
SEKSUALITEIT
Seksualiteit speelt in het leven van de hoofdpersoon een grote rol. Maar omdat Olga bang is om een kind te krijgen, moet hun relatie wel mislukken. Dat zijn liefde sterk zinnelijk is, blijkt uit benamingen als 'dat rooie mistige beest' en 'het lieve rooie dier'. Overmatig seksueel verkeer is zeker ook een oorzaak van de breuk tussen Olga en haar man. Zij klaagt erover dat hij haar te veel wil 'bezitten', soms wel zeven keer op een dag met haar wil vrijen ('Dan had ze gedacht, daar komt het weer.'). Ze beschuldigt hem (misschien niet ten onrechte) van satyriasis, mede nadat een arts had gesproken van 'overmatig sexueel verkeer'. Daar staan uitlatingen tegenover waaruit blijkt dat ook zij hevig naar seks verlangt. Na hun scheiding gaat de hoofdpersoon seksueel als een beest tekeer: 'Ik naaide de ene meid na de andere. Ik sleepte ze naar mijn hol en rukte ze de kleren van het lijf en ramde me een ongeluk.' Totdat hij er genoeg van krijgt: 'Ik begon al te kotsen als ik een rok zag.'
DIERENLIEFDE EN -HAAT
Olga houdt van dieren, het meest van de poes die haar man voor haar koopt. Als zij een jaar weg is, loopt de kat 'nog steeds naar de deur als hij hoge hakken in een driftig ritme hoorde aankomen'. Dat ze geen kinderen wil, compenseert ze ruimschoots door dieren in huis te halen, waarmee het vaak niet goed afloopt: 'Rooie Olga. Olga van de dieren. Potnia theiroon, heerseres over de dieren. (...) Je zou inderdaad haar leven bij mij op zevenmijlslaarzen aan de hand van gebeurtenissen met dieren kunnen doorstappen.'Ook haar man houdt van dieren, zo wordt hij 'vader' van een meeuw. Deze redt hij in het begin van hoofdstuk 16 van de dood, maar laat hij huilend aan het eind ervan vrij, nadat hij het verhaal van de geknakte Olga heeft gehoord.Ook op andere plaatsen wordt de dierenwereld met de mensenwereld vermengd. Mensen worden als dieren omschreven of krijgen menselijke eigenschappen toegemeten. Zo wordt de schoonmoeder omschreven als 'helhond', 'viswijf' en 'teef', haar vriend, de bedrijfsleider, als 'baviaan' en 'reptiel' en de advocaat als een 'opgeblazen varken'. Olga is 'een gebleekte poedel', 'een kat die ergens op jaagt en verder nergens oog voor heeft'.
SCHULD
We hebben er al op gewezen dat de stokende schoonmoeder grote schuld heeft aan het mislopen van de relatie tussen Olga en de kunstenaar. Hoewel zelf van arme komaf, stelt ze de 'gegoede burgerstand', waartoe ze dankzij een berekend huwelijk behoort, boven 'het artiesten-leven' van haar schoonzoon. Tegen haar dochter vertelt ze dat zij schuldig is aan het afzetten van een van haar borsten. Zelf is zij ook schuldig aan het vroege overlijden van haar man: tegen de dieetvoorschriften voor zijn leveraandoening in mest ze hem stiekem vet. Ten slotte wijzen we op de Verenigde Staten als 'schuldige'. Amerika wordt in de roman als een verderfelijke natie afgespiegeld. Zo worden de twee Amerikaanse meisjesstudenten als 'trutten' voorgesteld, met 'grijpgrage dollerhandjes'. Als zijn huis een keer vol zit met vijftien 'clochards van Uncle Sam', met 'bacteriën, kopkaas en korsten uit alle vijftig staten van Amerika', is de maat vol en zegt hij dat ze kunnen 'opdonderen met hun gepofte maïs en sweet potatoes'. De nieuwe rage uit Amerika, barbecuen, wordt via de negatieve reacties van de beeldhouwer bekritiseerd (sauzen met 'braakkleuren', tranende ogen door stank en rook, vlees als een 'half verteerde rubber schoenzool'). We noemen in dit verband ook het feit dat Olga tijdens haar reis door de Verenigde Staten van binnen totaal ontregeld raakt. De criticus J. Fontijn vindt Amerika de hoofdschuldige: 'Wie Carreidas zegt (zie: motto), staat ergens in dit stripverhaal, zegt: vliegtuigen, wol, petroleum, film, pers, Sani-Cola enz. Olga wordt door haar zucht naar luxe en geld gedreven in de armen van een rijke Amerikaan die in olie doet. Niet vader, moeder of God is de hoofdschuldige in Wolkers' roman dit keer, maar onze door Amerika bepaalde kapitalistische maatschappij.
SPROOKJESMOTIEF
De roman bevat vele sprookjesverwijzingen. De titel van hoofdstuk 5 ('De wraakappel') en de inhoud ervan verwijzen naar de sprookjes Sneeuwwitje en Assepoester. Olga's moeder is de boze stiefmoeder en de heks die haar dochter vergiftigt, Olga is de stiefdochter en de beeldhou-wer gelooft lang in de goede afloop van het sprookje, maar blijkt voor Olga geen reddende prins te kunnen zijn.
De aanslag - Harry Mulisch
Samenvatting
Het boek is geschreven in vijf episodes, die plaatsvinden tussen 1945 en 1981. De hoofdpersoon is Anton Steenwijk. In 1945 is Anton twaalf jaar. De familie Steenwijk woont aan de rand van Haarlem, waar langs het Spaarne vier villa's staan met nogal burgerlijke namen. De Steenwijken wonen is 'Buitenrust'. Het gezin bestaat uit Moeder en Vader Steenwijk en de kinderen Peter en Anton. Pa is griffier bij de rechtbank. Anton's broer, Peter, is 17 jaar. Naast hun huis woont aan de ene kant de familie Beumer en aan de andere kant de Hr. Korteweg en zijn dochter Karin.
Vlak voor de bevrijding, in januari 1945, vindt er voor het huis van de Kortewegs 's avonds een aanslag plaats op Fake Ploeg, hoofdinspecteur van politie, de grootste moordenaar en verrader van Haarlem en omstreken. De Kortewegs verslepen het lijk naar het huis van de familie Steenwijk, die op het moment van de aanslag aan het Mens-erger-je-niet-en waren. Als de Duitsers komen nemen ze wraak op de familie Steenwijk. Anton wordt apart gehouden van zijn familie. Hij ziet ze niet meer terug. Pas later zal hij vernemen wat er met ze gebeurd is. Wel ziet hij dat het huis in brand gestoken wordt. Peter, die het lijk terug had willen schuiven, wordt aangetroffen met het pistool van Fake Ploeg. Hij wordt doodgeschoten. Ook de ouders van Anton worden kort hierna geëxecuteerd.
Anton wordt in het politiebureau een nacht opgesloten in een cel waar ook een vrouw aanwezig is. Als hij vertelt, wat er gebeurd is, reageert zij heftig. Ze vraagt of hij weet wie er dood geschoten is en dat hij niet moet vergeten wat die man op zijn geweten had. Maar ze heeft het heel moeilijk met de gevolgen voor Anton.
Anton ziet zijn familie niet meer terug. Hij wordt naar zijn oom en tante in Amsterdam gebracht. Hier groeit hij verder op. Na zijn middelbare school gaat hij studeren en wordt anesthesist. Nog tijdens zijn studie (episode 2, 1952) komt hij na een bezoek aan een feestje van een medestudent weer op de kade waar hij vroeger woonde. Als hij voor de open plek staat waar vroeger zijn ouderlijk huis stond nodigt Mevr. Beumer hem uit om binnen te komen. Tijdens dat gesprek hoort hij dat er een monument is opgericht op de plek waar vroeger de aanslag had plaatsgevonden. Inderdaad vind hij op de plaquette de namen van zijn ouders en van zijn broer.
Episode 3 vindt plaats in 1956, een jaar waarin veel gebeurtenissen plaatsvinden die met het communisme te maken hebben. Tijdens een demonstratie komt hij vlak voor zijn huis in contact met Fake Ploeg, de zoon van de vermoorde hoofdinspecteur van politie Fake Ploeg. Binnen vertellen ze elkaar wat hen beide is overkomen. Voor Fake is er geen verschil tussen de dood van zijn vader en de dood van Anton's ouders. Voor hem waren ze allemaal onschuldig. Zijn vader had wat betreft de communisten gelijk gehad: wat ze nu hoorden zei hij toen ook al en hij was tenslotte vermoord door de communisten, die vlak voor het eind van de oorlog nog een daad wilden stellen.
De vierde episode vindt plaats in 1966, hij is inmiddels zes jaar getrouwd. Zij vrouw, Saskia de Graaff, heeft hij in Loden leren kennen en was meteen verliefd op haar. Haar vader was toen ambassadeur in Athene, maar is nu gepensioneerd en de familie De Graaff woont in Gelderland. Anton en Saskia hebben een dochter Sandra. Tijdens de begrafenis van een vriend van Anton's schoonvader, in een dorp ten noorden van Amsterdam, maakt Anton kennis met verschillende oude vrienden van zijn schoonvader en met diverse oud-verzetsmensen. Ze zijn anti-communistisch en ook nog steeds anti-fascistisch. Voor hen zijn de gebeurtenissen tijdens de oorlog nog steeds actueel. Opeens hoort hij hoe iemand beschrijft hoe hij een ander had doodgeschoten tijdens het voorbijfietsen. Het blijkt inderdaad over Fake Ploeg te gaan. De man heet Cor Takes, die tijdens de oorlog de schuilnaam Gijs had. Voor Cor was Fake een hufter die terecht doodgeschoten was. Het was natuurlijk vervelend dat er represailles op waren gevolgd, maar zoiets was nu eenmaal onvermijdelijk. Hadden ze het daarom achterwege moeten laten? Ook zijn jongste broer (J. Takes volgens het monument op de kade) was er bij betrokken en door de Duitsers in gijzeling genomen en vervolgens doodgeschoten. Cor vraagt aan Anton of hij weet waarom de Kortewegs het lijk van Ploeg niet voor het huis de andere buren hadden gelegd, Anton heeft geen idee. Opeens vertelt Cor dat ze met z'n twee‰n waren: hij en een vriendin. Anton begrijpt dat dát de vrouw was geweest die hij in de kelder van het politiebureau had ontmoet. Voor Cor is het een grote verrassing dat Anton haar heeft gekend. Anton weet nog dat zij gewond was. Haar gezicht heeft hij in het donkere vertrek niet gezien. Van Cor verneemt hij dat ze Truus Coster heette. Drie weken voor de bevrijding in de duinen is zij geëxecuteerd.
Na de begrafenis gaan ze nog naar het strand, waar Anton behoorlijk verbrandt. Als hij thuis ligt bij te komen overdenkt hij wat hem allemaal is overkomen. Hij begrijpt dat hij toch een beeld heeft hoe Truus eruit gezien moet hebben: ze moet heel erg op Saskia lijken en dat is waarschijnlijk ook de reden dat hij op Saskia verliefd geworden is. Anton gaat Takes opzoeken in Amsterdam. Voor Takes is de oorlog nog helemaal niet afgelopen. Dat blijkt wel als hij een kranteartikel laat zien waarin staat dat het voormalig hoofd van Gestapo in Nederland wegens ziekte is vrijgelaten. In een kamer hangt ook nog een kaart met daarop de oorlogsfronten ingetekend zoals die op het eind van de oorlog waren. Naast de kaart ziet Anton de foto van een vrouw: ze lijkt inderdaad sprekend op Saskia. Het is Truus.
De laatste episode is 1981. Anton is inmiddels hertrouwd met Liesbeth nadat hij van Saskia is gescheiden. Hij heeft nu ook een zoon, Peter. Met Sandra is hij nog een keer bij het monument op de kade geweest en op de begraafplaats in Haarlem bij het graf van Truus. Sandra begreep niet waarom hij zo vriendelijk over Truus sprak. Anton reageerde toen met de woorden: 'iedereen heeft gedaan wat hij heeft gedaan en niets anders'. Tijdens dit zeggen beseft Anton dat deze woorden van Truus zijn geweest.
Het boek eindigt met een kennismaking tussen Anton en Karin Korteweg tijdens een demonstratie tegen de atoombewapening. Van Karin hoort hij het laatste ontbrekende puzzelstukje: de reden dat Ploeg niet voor het andere huis werd gelegd was dat daar Joden ondergedoken zaten. De familie Steenwijk had dat nooit geweten.
Personages
Anton Steenwijk: Anton is de hoofdpersoon van het verhaal , hij is lang, slank, heeft donker haar en loopt wat `sloffend'.Op 12-jarige leeftijd verleist Anton zijn ouders en zijn 17-jarige broer Peter.Anton studeert medicijnen en wordt later anesthesist. Hij trouwt twee keer, de eerste keer met Saskia de Graaf, stewardess. Samen krijgen ze een dochter Sandra.De tweede keer trouwt Anton met Liesbeth. Met Liesbeth krijgt Anton een zoon, Peter.Anton lijdt aan migraine en rond zijn veertigste aan neersmagtigheid.
Saskia Steenwijk: over Saskia kom je niet zo veel te weten, doordat zij meer op de achtergrond blijft. Wel weet je dat zij veel van Anton houdt en nog meer van hun dochtertje Sandra. Later als ze gescheiden is blijft ze wel goede vrienden met Anton.
Sandra Steenwijk: ook over haar kom je weinig te weten doordat ook zij op de achtergrond blijft. Wel merk je aan het verhaal dat ze erg goed met haar vader kan opschieten en die twee ook een erg goede band hebben.
Liesbeth: Van haar weet je dus totaal niets, behalve dat ze met Anton is getrouwd.
Cor Takes: een oude verzetsheld die de oorlog niet uit zijn hoofd kan zetten, omdat zijn vriendin daarin is omgekomen. 'Het is nog steeds oorlog, hè Anton?' 'Zeker,' zei Anton en bleef hem ook recht aankijken. 'Zeker.'
Overige opdrachten
Wat is je startpositie?
Aan het einde van havo 5 moeten jullie een mondeling examen afleggen over 10 gelezen boeken. Deze boeken lees je in havo 4 en havo 5.
Het is natuurlijk niet zo dat je pas in havo 4 begint met lezen. Jullie hebben allemaal al eerder boeken gelezen. De één misschien wat meer boeken dan de ander. De één leest alleen, omdat het moet, terwijl de ander ook voor zijn of haar ontspanning leest.
Eén van de doelen die we in havo 4 en 5 met lezen hebben, is dat je je ontwikkelt op het gebied van literatuur. Je gaat nog beter ontdekken welk type boek past bij jou en waarom. Aan het einde van havo 5 moet je een beargumenteerde mening kunnen geven over gelezen boeken.
We hebben dus een doel in havo 5, maar om een doel te hebben, moet je ook weten waar je gestart bent. Daarom de volgende opdracht voor jullie:
Denk eens terug aan de boeken die je gelezen hebt. Denk je dat dit literatuur of lectuur is? Wat is eigenlijk het verschil tussen literatuur en lectuur? Beantwoord de vorige vragen en verwerk je antwoorden in een goedlopend geheel.
Kies één van de boeken uit die je recentelijk gelezen hebt. Welk boek kies je en waarom? Raad je mensen dit boek aan of juist niet? En waarom? Beantwoord ook deze vragen en verwerk de antwoorden in een goedlopend geheel.
Plak je antwoorden hieronder