Het gym - Karin Amatmoekrim

het gym

 

samenvatting 

De twaalfjarige Sandra woont met haar Surinaamse moeder en zusje in een achterstandswijk. Na de zomervakantie gaan Sandra en haar vriendinnen Tanya en Chantal naar de middelbare school. Tanya en Chantal gaan naar een scholengemeenschap in de buurt. Sandra, die goed kan leren, wordt door haar moeder naar een zelfstandig gymnasium buiten de stad gestuurd.

Op het gymnasium blijkt Sandra de enige gekleurde leerling te zijn en de enige die uit 'de wijk' komt, zoals haar buurt wordt genoemd. Vrijwel alle andere leerlingen wonen in het groene villadorp waar de school staat.

Sandra voelt zich erg ongemakkelijk op school. De leerlingen zijn anders dan de kinderen met wie ze in de wijk omgaat. Ze praten anders, dragen andere kleding, gaan een paar keer per jaar op vakantie en hun ouders hebben beroepen waar ze nog nooit van heeft gehoord, zoals 'internist'. Sandra's moeder heeft een bijstandsuitkering en zelfs voor eten is niet altijd voldoende geld, laat staan voor vakanties. Wanneer een klasgenoot pocht over de nieuwe boot van zijn vader die anderhalve ton duurder uitviel dan de vorige, berekent Sandra dat dit evenveel is als vier jaar bijstand.

Toch raakt ze bevriend met een aantal meisjes uit haar klas. Ze durft hen niet bij haar thuis te ontvangen, want ze schaamt zich voor de armoedige buurt en de flat met tweedehands meubels waarin ze woont. Ze komt andersom wel bij haar schoolvriendinnen thuis. Op een dag staat de moeder van Nienke erop om Sandra met de auto thuis te brengen. Sandra weet haar niet op andere gedachten te brengen. Als ze wordt afgezet, schaamt ze zich enorm.

Dan wordt Sandra uitgenodigd voor het verjaardagsfeestje van Renske. Als ze op het feestje arriveert, zit de kamer al vol gasten. Sandra wordt door Renskes moeder naar het midden van de kamer geloodst. Daar vraagt ze de aandacht van de gasten en zegt: 'Dit is Sandra. Ze komt uit Suriname, maar ze zit bij Renske op het gymnasium. Knap hè?'

Klasgenoot Bart laat zich discriminerend uit over allochtonen. Sandra ergert zich daaraan, maar ze reageert niet. Ook niet als hij haar 'negertje' noemt. 'Surinamers mochten elkaar negers noemen', vindt ze, 'Maar als een Nederlander het zei, neger, dan klonk het anders. Het klonk fout'

Op een gegeven moment onderneemt ze toch actie tegen Bart. In het geheim bekladt ze de posters waarmee hij campagne voert voor de schoolraadverkiezingen. Per ongeluk schrijft ze 'rasist' in plaats van 'racist'. Iedereen valt over die spelfout. Daardoor komt de boodschap totaal niet over. Het is niet duidelijk of Bart weet dat het Sandra was die zijn campagneposters bekladde. Later schrijft iemand stiekem 'nepkakker' op de buitenmuur van haar flat. Sandra vermoedt dat Bart het heeft gedaan, omdat hij vertelt dat hij bij haar langs is geweest toen ze ziek was. Maar ze weet het niet zeker. Als tijdens de les handenarbeid de docent even de klas uit is, maakt Bart een beledigende tekening van Sandra. Sandra is vastbesloten Bart een lesje te leren. 'Ik ga hem in elkaar slaan, zegt ze tegen haar schoolvriendinnen, want zo wordt dit soort problemen in de wijk opgelost. Maar van vechten heeft ze weinig verstand, daarom vraagt ze Tanya om advies. Tanya oefent met Sandra een paar klappen en trappen en bij de volgende aardrijkskundeles, waar iedereen bij is, geeft ze Bart een trap in zijn kruis en een paar trappen na. Beiden worden naar de rector gestuurd. Sandra weigert te vertellen waarom ze Bart aanviel. Maar haar vriendinnen Mirte en Renske vertellen de rector dat Bart een racist is en beschrijven een paar nare voorvallen. Tot Sandra's verbazing neemt de rector het voor haar op. Terwijl Bart wordt geschorst, spreekt hij Sandra aan alsof ze zielig is. Ze is verbijsterd. 'Ze had net een jongen die een kop groter was in zijn kruis getrapt. Als er íemand geen zielenpiet was, was zij het wel'

Een andere jongen uit haar klas, Dirk Jan, laat vaak merken dat hij Sandra leuk vindt. Ze dansen samen op het schoolfeest en hij geeft haar een pen met inscriptie cadeau. Sandra wordt verliefd op hem, maar ook hem wil ze niet confronteren met de armoedige omstandigheden waarin ze woont. Op de dag dat ze haar rapport moet ophalen, is haar fiets kapot. Dirk Jan biedt aan haar achterop de fiets naar huis te brengen. Ze snauwt dat ze helemaal niets van hem wil en scheldt hem uit voor 'stomme kakker'. Uiteindelijk is haar eerste tongzoen niet met Dirk Jan, op wie ze verliefd is, maar met een wildvreemde jongen op het eindfeest van de hockeyclub.

Personages

Sandra Spalburg is twaalf jaar (aan het einde van het verhaal is ze dertien), klein en van Surinaamse afkomst. Ze kan goed leren. Sandra woont samen met haar moeder en jongere zusje en voelt zich verantwoordelijk voor hen. Regelmatig haalt ze haar zusje van school en kookt ze, terwijl haar moeder buitenshuis een cursus volgt. Het gezin van Sandra woont in een flat in een achterstandswijk van een Nederlandse kuststad. Daar wonen ze al zolang ze zich kan herinneren. In deze wijk voelt ze zich thuis. Sandra is vlot in de omgang, maar op het gymnasium voelt ze zich onzeker. Ze is er een buitenbeentje en dat wil ze niet. Angstvallig probeert ze de armoedige omstandigheden waarin ze leeft verborgen te houden voor haar klasgenoten. Ze is bang dat die de situatie niet zullen begrijpen en dat ze daardoor nóg meer een buitenstaander zal worden.

Sandra’s Surinaamse moeder is gescheiden en leeft met haar twee kinderen van een bijstandsuitkering. Ze is ambitieus en probeert vooruit te komen door een secretaresseopleiding te volgen. Ze leert Sandra om nooit financieel afhankelijk te zijn van een man en pusht haar om hard te werken en iets te bereiken in de maatschappij. Om die reden stuurt ze Sandra naar een zelfstandig gymnasium, de hoogst mogelijke opleiding. Sandra's moeder is streng, zelfstandig en heeft overal een mening over. Ze heeft een zwak voor haar ex-man.

Sandra's vader verliet haar moeder voor een andere vrouw, stichtte met die andere vrouw een gezin, maar komt dan toch weer terug bij haar moeder. Haar vader is lui, onbetrouwbaar en toont geen enkele verantwoordelijkheid voor zijn gezin. Al snel verdwijnt hij weer uit hun leven.

Sandra heeft twee hartsvriendinnen in de wijk. Tanya is groot, stoer, brutaal en heel donker gekleurd. Zij ziet school niet zo zitten en wil zo snel mogelijk aan het werk. Chantal is lang en blond en heeft het figuur van een volwassen vrouw. Ze draagt graag sexy kleding en houdt van flirten. Chantal komt uit een Nederlandse arbeidersfamilie.

Op het gym is Sandra bevriend met de hockeymeisjes Nienke en Renske, met de alternatieve Mirte en met Jojanneke, die ‘naast Jehova’s getuige ook een soort hippie was’(p. 57). Sandra's vriendinnen zijn aardig, maar ze vinden het ook interessant om met een Surinaams meisje bevriend te zijn. Ze hebben allerlei vooroordelen over gekleurde mensen. Zo zegt Mirte op het schoolfeest tegen Sandra: 'Ik weet zéker dat jij goed kunt dansen. Dat kunnen jullie toch allemaal?'

Klasgenoot Bart Willink woont niet in het dorp, maar in de stad. Hij uit zich racistisch, maar hij raakt Sandra vooral doordat hij haar keer op keer confronteert met de armoedige buurt waarin ze woont. Toch heeft ze ook bewondering voor hem. Hij durft zich verkiesbaar te stellen voor de leerlingenraad, terwijl hij een gewone jongen is en geen directeurszoontje, zoals veel andere kinderen op school. Bart heeft door dat Sandra door de leraren en de ouders van haar schoolvriendinnen vooral interessant wordt gevonden omdat ze van Surinaamse afkomst is.

Klasgenoot Dirk Jan woont in de villawijk, zijn vader is internist. Hij valt op Sandra en Sandra vind hem ook leuk. Ze wordt verliefd op hem, maar omdat ze hem niet durft te confronteren met de buurt waarin ze woont, stoot ze hem toch van zich af.

Thema

Het thema van dit boek is cultuurverschillen. Het gaat allemaal om het meisje Sandra dat zich als Surinaams meisje moet handhaven tussen de kakkers van het gymnasium. Hoewel ze zich soms schaamt voor haar afkomst, weet ze zich goed staande te houden.

Analyse

Het boek is erg realistisch geschreven. De verhaalgebeurtenissen zijn niet mooier in het boek dan in werkelijkheid. Alles wat in het boek staat zou in het echt namelijk ook kunnen gebeuren. Daarnaast zou het kunnen dat de schrijfster dit verhaal zelf heeft meegemaakt, omdat zij dezelfde achtergrond heeft als de hoofdpersonage in het boek. Toeval heeft geen grote rol in dit boek.

Mijn mening

Ik vond dit boek heel anders dan ik had verwacht. Ten eerste omdat in dit boek het perspectief wel bij de hoofdpersoon ligt, namelijk Sandra. Maar het hele verhaal wordt verteld door de schrijver en dat heb ik eigenlijk nooit met boeken. Want bij de meeste boeken die ik lees, lees je echt wat de hoofdpersoon denkt en doet en bekijk je alles vanuit die persoon en dat was bij dit boek dus niet. Maar ik vond het boek wel leuk. Het leest lekker vlot door, want er staan niet echt moeilijke woorden in. Ik vond het ook wel bijzonder om te lezen hoe er een groot verschil was bij Sandra wanneer ze thuis was en wanneer ze op school was. Ik vind het wel een aanrader om dit boek te lezen. Wel vind ik het een nadeel dat bij de eerste 150 bladzijdes ongeveer alleen maar uitleg wordt gegeven en dat er niet echt wat gebeurt.