Leeslogboek Sam

Leeslogboek Sam

Algemeen

Planning schooljaar 2018 - 2019

In havo 4 ga je 6 boeken lezen. Bij elk boek update je het leeslogboek

Hieronder vind je een schema met deadlines. Wanneer je dit schema volgt, weet je zeker dat je tijd genoeg hebt om alle boeken te lezen en je leeslogboek tijdig bij te werken. Je docent zal aangeven wanneer zij de leeslogboeken bekijkt. Op deze momenten kun je feedback ontvangen over de gelezen boeken en over de inhoud van je leeslogboek.

 

Leeslogboek starten       zorg dat je leeslogboek uiterlijk vrijdag 31 augustus gemaakt is
Boek 1                            periode 1 - vrijdag 12 oktober
Boek 2                            periode 2 - vrijag 23 november
Boek 3                            periode 2 - vrijdag 11 jaunuari
Boek 4                            periode 3 - vrijdag 22 februari
Boek 5                            periode 3 - vrijdag 5 april
Boek 6                            periode 4 - vrijdag 17 mei
Leeslogboek compleet   periode 4 - vrijdag 14 juni

Voorwaarden boekkeuzes

In havo 4 ga je 6 boeken lezen. Geef altijd aan je docent door welk boek je gaat lezen. Op deze manier kan de docent
tijdig adviseren om eventueel een ander boek te kiezen.

De boeken op je leeslijst moeten aan een aantal eisen voldoen:
- De boeken moeten oorspronkelijk in de Nederlandse taal zijn geschreven. Dus geen vertaalde werken.
- Je leeslijst mag 1 literaire thriller bevatten.
- Er moet een ontwikkeling zichtbaar zijn in het niveau van de boeken die je leest.
Gebruik hiervoor http://www.lezenvoordelijst.nl/zoek-een-boek/nederlands-15-tm-19-jaar/

Lezen voor de lijst
Op de website Lezen voor de lijst vind je 6 verschillende leesniveaus (http://www.lezenvoordelijst.nl/zoek-een-boek/nederlands-15-tm-19-jaar/home/leesniveaus) Probeer te bepalen welk niveau bij de start van havo 4 het beste bij jou past. Probeer om in havo 4 in elk geval één boek van een hoger niveau te lezen. Bij het mondeling in havo 5 komt de ontwikkeling ook ter sprake. Wil je een boek lezen dat je niet terug kunt vinden op Lezen voor de lijst? Overleg dan met je docent over het niveau van het boek.

Instructie leeslogboek

Hoe moet je leeslogboek eruit zien?

Je leest in havo 4 in totaal zes boeken. Bij elk boek moet je je leeslogboek updaten. Maak de opdracht in Wikiwijs en niet via een bestand als bijlage!

 

Bij elk gelezen boek moet er een reflectie terug te vinden zijn in je leeslogboek. Hiervoor moet je de volgende stappen doorlopen:

1. Zorg er eerst voor dat je een eigen Wikiwijspagina aanmaakt. De instructie die je stap voor stap uitlegt hoe dit moet, vind je in de studiewijzer.
2. De gemaakte opdrachten moeten direct zichtbaar zijn. Dat betekent dat je de teksten typt in Wikiwijs of kopieert vaunit Word. Je mag geen Worddocument toevoegen als bijlage!
3. Geef op het tabblad  'boekenoverzicht' een volledig overzicht van de gelezen boeken. Zo kun je in één oogopslag zien welke boeken je gelezen hebt. Noteer van elk boek: de titel, de auteur, het niveau van het boek en het aantal sterren dat je het boek zou geven. Hierbij geldt dat 5 sterren maximaal is. Houd dit overzicht up-to-date!
2. Voor elk boek gebruik je vervolgens een tabblad waar je een verwerkingsopdracht maakt bij het gelezen boek. De opdrachten waar je uit kunt kiezen, vind je bij het tabblad 'opdrachten'. Je mag hierbij natuurlijk werken met afbeeldingen als je wilt!
3. Aan het begin en aan het einde van het schooljaar ontvang je van je docent nog overige opdrachten die je bij het tabblad 'overige opdrachten' moet uitvoeren.
 

Tussentijdse 'beoordeling'
Wanneer je docent tussentijds je leeslogboek bekijkt, zal hij/zij letten op de volgende aspecten:

- Kwaliteit: heb je de juiste opdrachten gekozen die passen bij jouw visie op het gelezen boek? Heb je ook niet altijd de makkelijkste weg gekozen?
- Ontwikkeling: is er in de gelezen boeken een ontwikkeling in niveau waar te nemen? Zoek je uitdaging en ontwikkeling in de boeken die je leest?
- Volledigheid: geeft je opdracht een volledig beeld van jouw visie op het gelezen boek?
- Taalgebruik: heb je niet te veel spel- en taalfouten gemaakt?

Je krijgt feedback van je docente zodat je eventueel de gemaakte opdrachten kunt aanpassen. Natuurlijk kun je de feedback altijd gebruiken bij de komende opdrachten.

 

Een Wikiwijspagina maken

Je gaat je leeslogboek maken in je eigen Wikiwijspagina. Je hebt hiervoor deze Wikiwijspagina nodig. Deze ga je kopiëren naar je eigen Wikiwijsaccount. Daar kun je de pagina wijzigen door steeds je eigen verwerkingsopdrachten toe te voegen.
Hoe je deze Wikiwijspagina naar je eigen account kunt kopiëren, vind je hier

 

 

Verwerkingsopdrachten

In je leeslogboek is het van belang dat je bij elk gelezen boek vooral aangeeft wat je ervan vond en waarom. Je kunt hierbij kiezen uit een aantal vaste opdrachten of je maakt een eigen verslag waarin de voor jou belangrijkste informatie is opgenomen.

Neem bij elk boek sowieso op: titel - auteur
Op deze manier is het voor jouzelf en voor je docent direct duidelijk over welk boek het verslag gaat.

 

Je mag bij elk boek kiezen uit onderstaande verwerkingsopdrachten:

Standaardverslag

Het standaardverslag bestaat uit de volgende onderdelen:
- samenvatting van het boek
- overzichtelijke analyse met de belangrijkste elementen uit de verhaalanalyse
- informatie over de schrijver
- je eigen mening over het gelezen boek
Bij deze opdracht geldt dat je alle informatie (met uitzondering van je eigen mening) letterlijk van internet mag overnemen. Vermeld in dat geval bij elk onderdeel de gebruikte bron. Wees kritisch in de bronnen die je gebruikt. Jij bent verantwoordelijk voor de kwaliteit van de verwerkingsopdracht.

Recensieopdracht

Schrijf een recensie waarin je elementen uit de samenvatting, de analyse, de schrijversinformatie en je eigen mening combineert. Let hierbij op het volgende:
- Je schrijft de recensie voor iemand die het boek niet gelezen heeft. Laat de lezer van de recensie dus eerst kennismaken met het boek. Vertel kort waar het over gaat / neem een stukje uit het boek letterlijk over. Maak de lezer nieuwsgierig naar het verhaal
- Vertel in de kern meer over de analyse en de schrijver. Combineer deze informatie met je eigen mening. Leg dus steeds uit wat jij ergens van vindt.
- In het slot geef je je eindoordeel. Je vertelt wat je uiteindelijk ‘over-all’ van het boek vond. Je geeft een tip aan mogelijke lezers of reageert op de verwachting die je had voordat je ging lezen.
- Je recensie krijgt een passende en pakkende titel. Dat kan een quote zijn uit het boek, het mag al iets zeggen over je eindoordeel. Als het maar origineel is en de aandacht trekt.
- Markeer in je recensie de zinnen / zinsdelen waarin je je eigen mening verwoordt.

 

Opdracht van Lezen voor de Lijst

Maak de opdrachten die op de site www.lezenvoordelijst.nl horen bij jouw boek. Als er bij jouw boek opdrachten horen op verschillende niveaus, kies dan de opdracht die het beste bij jou past. Neem bij de uitwerking van de opdracht telkens de opdracht over en het bijbehorende antwoord. Geef tot slot kort aan waarom je voor deze opdracht gekozen hebt.

 

Juryrapport

Je doet alsof het boek dat je hebt gelezen is ingezonden voor een landelijke boekenwedstrijd. Bij deze wedstrijd ben je als jurylid op zoek naar het beste Nederlandstalige boek. Om dit beste boek te kunnen kiezen, moet je eerst bepalen aan welke eisen het moet voldoen. 2 eisen zijn al bekend, namelijk: - het boek moet een verrassend einde hebben EN - de titel moet perfect de strekking van het verhaal weergeven.
Wat ga jij als jurylid op papier zetten:
- Je vult de gegeven eisen aan met 3 eigen eisen waarvan jij vindt dat het beste boek daaraan moet voldoen. Geef ook een korte motivatie / verantwoording bij elke eis: waarom vind je deze eis belangrijk?
- Uiteindelijk heb je een lijst van 5 eisen verzameld die je nu moet gaan koppelen aan het gelezen boek. Dit doe je door bij elke eis een omschrijving te geven van jouw boek. Dus bijvoorbeeld: heeft het boek een verrassend einde? Waarom wel of waarom niet? De antwoorden hoeven niet altijd positief te zijn.
- De laatste stap is bepalen of jouw boek het beste Nederlandstalige boek is. Dit doe je door een conclusie te schrijven bij de 5 eisen. Je geeft een korte samenvatting van jouw bevindingen en komt tot een eindoordeel. Dit eindoordeel hoeft niet altijd positief te zijn!

 

Brief van de uitgever

Bij deze opdracht kruip je in de huid van de uitgever. Je doet je alsof het boek dat je gelezen hebt, nog niet is uitgegeven.
Stel je voor: je werkt bij een uitgeverij. De schrijver van jouw boek komt binnen met zijn verhaal en vraagt of jij het werk wilt uitgeven. Je bent best enthousiast, maar je ziet nog wel ruimte voor verbeteringen. Je besluit om jouw reactie op papier te zetten en naar de schrijver te sturen.
De opdracht:
- Schrijf een brief aan de schrijver. Je begint natuurlijk met een korte inleiding.
- Vervolgens geef je jouw persoonlijke oordeel over het boek. Het is jouw oordeel, dat betekent dat het zowel positief als negatief kan zijn.
- Daarna ga je aangeven waarom je op dit moment het boek nog niet wilt uitgeven. Je geeft 3 elementen waarvan je vindt dat deze aangepast moeten worden en waarom. Denk bij elementen aan de theorie van verhaalanlyse.
- Als je hebt aangegeven wat je aangepast wilt hebben en waarom, ga je de schrijver advies geven in hoe hij/zij het moet aanpassen. Je hebt hier als uitgever natuurlijk een visie in. Dus: wat zou de schrijver moeten doen om ervoor te zorgen dat je het boek wel uitgeeft.
- Je rondt de brief netjes af.

 

Brief aan de uitgeverij

Stel je voor: het werk dat je gelezen hebt, heb je zelf geschreven. Je blijkt over bijzonder schrijftalent te beschikken. Het verhaal is nog niet gepubliceerd, maar je wilt graag dat een uitgeverij het uit gaat geven. Je besluit een uitgeverij te schrijven om je verhaal te promoten!
- Je schrijft een brief aan een uitgeverij. Ga eerst eens op zoek naar bestaande uitgeverijen en kies een geschikte uit voor jouw boek.
- Je introduceert jezelf als schrijver en je vertet kort waarom je deze brief schrijft.
- In de kern introduceer je het verhaal. Je geeft informatie over de titel, het thema, het plot en het perspectief.
- Je legt uit voor welk publiek jouw boek geschikt is. Koppel dit aan de niveaus van Lezen voor de Lijst en leg uit waarom dit het geschikte publiek is.
- Rond je brief netjes af.

Beoordeling

Algemeen

In havo 4 ben je verantwoordelijk voor het eerste deel van je leeslogboek. Aan het einde van het schooljaar moeten er 6 boeken terug te vinden zijn in je logboek. Je docent zal tussentijds aangeven wanneer zij de leeslogboeken bekijkt. In havo 5 vul je het leeslogboek aan met nog 4 boeken. Aan het einde van havo 5 vindt tot slot het mondeling plaats over de 10 gelezen boeken. Voor dit mondeling krijg je een cijfer. Het leeslogboek dat je in havo 4 hebt opgebouwd wordt beoordeeld met een cijfer. Dit cijfer is onderdeel van het PTA van Nederlands.


Tussentijdse 'beoordeling'
Wanneer je docent tussentijds je leeslogboek bekijkt, zal ze letten op de volgende aspecten:

- Kwaliteit: heb je de juiste opdrachten gekozen die passen bij jouw visie op het gelezen boek? Heb je ook niet altijd de makkelijkste weg gekozen?
- Ontwikkeling: is er in de gelezen boeken een ontwikkeling in niveau waar te nemen? Zoek je uitdaging en ontwikkeling in de boeken die je leest?
- Volledigheid: geeft je opdracht een volledig beeld van jouw visie op het gelezen boek?
- Taalgebruik: heb je niet te veel spel- en taalfouten gemaakt?

Je krijgt feedback van je docente zodat je eventueel de gemaakte opdrachten kunt aanpassen. Natuurlijk kun je de feedback altijd gebruiken bij de komende opdrachten.

Boeken

Boekenoverzicht

Boek 1: Naamloos 

Boek 2: De helaasheid der dingen

Boek 3: Het Gym

Boek 4: Held van beroep

Boek 5: Leesoog

Boek 6: Boven is het stil

Boek 1 - havo 4

Verslag leesboek 1 (standaardverslag)                               Sam van Sluis (H4D)

 

Titel: Naamloos

Schrijver: Pepijn Lanen

 

Samenvatting van het boek:

Het verhaal begint in Amsterdam, na een flink avondje stappen. Een man van rond de 30 (zijn naam is niet bekend in het verhaal) wordt wakker met een flinke kater. Hij weet niet meer wie hij is. Zijn doel is om zijn identiteit te achterhalen. Hier heeft hij maar een maand de tijd voor. Eén maand, want na die maand moet hij beginnen met zijn nieuwe baan. Hij spreekt met zichzelf af, dat hij niet meer drinkt en geen drugs meer gebruikt; hij gaat beter voor zichzelf zorgen.
Hij besluit, nadat hij even alleen heeft geleefd, terug te gaan naar Utrecht. Utrecht is de stad waar hij is opgegroeid. Misschien kan hij daar  zijn geheugen terug brengen.
Eenmaal in Utrecht, raakt hij in paniek en pakt de eerste trein terug naar Amsterdam. Vervolgens probeert hij het toch nog een keer. Maar het helpt niks. Totdat hij op het station een meisje tegenkomt, die hij herkende van een avond stappen in Amsterdam. Zij heeft hem (waarschijnlijk)  drugs gegeven waardoor hij zijn geheugen kwijt is. Hij schreeuwt dat zij ervoor heeft gezorgd dat hij zijn geheugen kwijt is. Ze krijgen ruzie, maar besluiten de ruzie uit te praten. Het meisjes weet er immers meer van. Na een tijdje krijgen ze een relatie en genieten ze samen van vele mooie momenten. Tot het einde blijven de namen van de twee hoofdpersonen onbekend. De naam van het meisje vertelt ze op het laatst toch tegen hem, maar voor de lezer blijft haar identiteit een mysterie.

 

Verhaal analyse:

Tijd:

Het hele boek speelt zich in de huidige tijd, in een tijdsbestek van ongeveer een maandf.
Elk hoofdstuk is een dag of een aantal dagen. Er zijn ook hoofdstukken die het leven beschrijven van de man vóór zijn geheugenverlies.

 

Ruimte:

Het hele verhaal speelt zich op een paar plekken af, in Amsterdam en in Utrecht. Het is dan vaak in het huis van de kennis waar hij wakker wordt nà de avond stappen toen hij zijn geheugen kwijt was en in het appartement van het meisje.

 

Perspectief:

Het is geschreven vanuit een ik-perspectief. De hoofdpersoon vertelt wat er gebeurt in een vorm van een dagboek. De gevoelens en gedachten van de hoofdpersoon kom je goed te weten.

 

 

Hoofdpersonen:

Hij (naamloos):

De man is rond de 30 jaar oud en weet niet meer wie hij is. Hij is als het ware zijn identiteit verloren. Hij houdt heel erg veel van feesten en zit tijdens het boek tussen twee banen in. Vooral in het begin van het boek is hij best agressief en heeft een kort lontje. Dit komt vooral doordat hij gefrustreerd is ‘naamloos’ te zijn. Naarmate het verhaal vordert, wordt hij rustiger krijgt gevoelens voor het meisje en berust in zijn verloren identiteit.

Zij (naamloos):

Het meisje blijft een mysterie voor de lezer. Ze is donker van uiterlijk en houdt van lezen, maar verder kom je weinig tot niets over haar te weten. In de loop van het verhaal lijkt het dat het meisje  van de man gaat houden.

 

Titelverklaring:

De titel ‘Naamloos’ en dat heeft ermee te maken dat hij zijn naam niet meer weet. Zijn naam komt verder wordt niet bekend in de loop van het verhaal, ook niet op het einde. Ook van het meisje wordt de naam niet bekend voor de lezer. Uiteindelijk fluistert ze haar naam wel in zijn oor, maar aan de lezer wordt de naam niet bekend.

 

Schrijver:

Pepijn Lanen (Utrecht,1982), ook bekend als Faberyayo, is rapper en tekstschrijver van onder andere De Jeugd van Tegenwoordig (JVT) en Le Le. Hij debuteerde met Sjeumig en publiceerde in 2016 de succesvolle roman Naamloos. In 2018 kwam daar de graphic novel Hotel Dorado bij, die Lanen samen met Floor van het Nederend maakte.

 

Eigen mening:

Ik vond het een leuk boek, het is leuk en komisch geschreven. In het verhaal wordt je helemaal meegetrokken; het is pakkend geschreven en je leeft echt mee met de man die zijn identiteit wil achterhalen. Omdat het verhaal vanuit het ik perspectief is geschreven, zorgde het bij mij voor (leuke) spanning!

 

Bronnen:

Schrijver: https://www.amboanthos.nl/auteur/pepijn-lanen/

Boek: www.scholieren.com

 

Boek 2 - havo 4

Verslag leesboek 2 (standaardverslag)                               Sam van Sluis, H4D

                                                                                            

Titel: De helaasheid der dingen

Schrijver: Dimitri Verhulst

 

 

Samenvatting:

Dimitri Verhulst woont met zijn familie in een primitief huis in het dorp Reetveerdegem. De vader van Dimitri is tegen alles wat kapitalistisch is en wil zo min mogelijk bezit hebben. Hij en zijn broers (de ooms van Dimitri) geven hun salaris voornamelijk uit aan alcohol of gok spelletjes.

Dimitri maakt een moeilijke jeugd door, vooral vanwege het alcoholisme van zijn ooms en vader.  Zijn oma is eigenlijk de enige die voor hem zorgt. Vriendjes van school zeggen dat ze niet meer met hem om mogen gaan, vanwege het (rare) gedrag van zijn familie.
Op school gaat het ook niet goed met Dimitri. Op een dag besluit de oma van Dimitri om iemand van jeugdzorg in te schakelen en wordt hij uit huis geplaatst.

Hij gaat weg uit het geboortedorp, krijgt (ongewenst) een zoon, van een ongewenste vriendin. Later keert hij, met zijn zoontje, terug naar zijn geboortedorp en merkt dat hij zijn broers en dorp ontgroeid is. Zijn oma zit in een bejaardentehuis en zijn vader is dood.

 

Verhaalanalyse:

Tijd:

Het verhaal speelt zich af in de jeugd jaren van de 40 jarige Dimitri Verhulst. Het verhaal bestaat voornamelijk uit terugblikken van schrijver Verhulst op zijn jeugd.

Ruimte:

Het verhaal speelt zich af in een dorpje genaamd Reetveerdegem. Meestal in het huis van de oma en in een café, waar zijn vader en ooms vaak zitten te drinken.

Perspectief:

Het verhaal wordt verteld vanuit de ik-verteller, in dit geval Dimitri.

 

Hoofdpersonen:

Dimitri Verhulst:

Dimitri Is de hoofdpersoon van het verhaal. In het begin van het verhaal is hij 13 jaar. Hij woont samen met zijn ooms, vader en oma in zijn geboortedorpje Reetveerdegem. Later krijgt Dimitri (ongewenst) een zoon, zit zijn oma in een bejaardentehuis en is zijn vader gestorven. Als hij, weer later met zijn zoon terugkomt in zijn geboortedorp, is hij het dorp en zijn familie ontgroeit.

 

De vader van Dimitri (Piere Verhulst):

Piere Verhulst heeft een zware alcohol verslaving. Hij gaat dan ook elke avond naar de kroeg en drinkt super veel. Hij heeft geen werk en heeft dus weinig geld. Als hij geld heeft, geeft hij het eigenlijk alleen maar uit aan bier. Hij heeft geprobeerd af te kicken, wat niet lukt.

 

Oma:

De oma van Dimitri heeft het maar zwaar met al die mannen in huis, die zoveel drinken en er een puinhoop  van maken.

 

Titelverklaring:

De titel is ‘de helaasheid der dingen’, wat te maken heeft met de jeugd van Dimitri. Hij heeft het niet altijd even makkelijk gehad. Zijn vader is verslaafd aan alcohol, zijn moeder ziet hij nooit. Hij wordt overgeplaatst naar een gezinsvervangend tehuis. Ongewenst en ‘helaas’ wordt hij vader van een zoon Vandaar deze titel; zijn leven is vol van dingen die ‘helaas’ zijn.

 

Schrijver:

De schrijver van het boek is Dimitri Verhulst. Hij werd geboren in 1972 in Aalst. Hij wordt gezien als een van de grote schrijvers van de Lage Landen. Zijn boeken zijn in 20 verschillende talen geschreven en werd bekroond met verschillende literaire prijzen. Van de klassieker De helaasheid der dingen werden meer dan 200.000 exemplaren verkocht en het boek werd verfilmd en bekroond met de Gouden Uil Publieksprijs. Ook heeft hij de Libris Literatuurprijs gewonnen met zijn boek genaamd Godverdomse dagen op een godverdomse bol. Verder heeft hij ook nog andere bekende boeken zoals De laatkomer, Kaddisj voor een kut, De zomer hou je ook niet tegen. Onlangs is bij Atlas Contact zijn nieuwste boek Het leven gezien van beneden verschenen.

 

 

 

Eigen mening:

Ik vond het best wel een leuk boek. Maar het was wel een beetje een vaag verhaal omdat het heel veel ging over zuipen en gokken. Maar dat maakte het verhaal toch wel interessant. Om te zien hoe het leven eruit ziet van een jongen met een moeilijke jeugd.

 

Bronnen:

Samenvatting: https://www.stuvia.nl/doc/317316/helaasheid-der-dingen-dimitri-verhulst

Informatie schrijver: http://www.dimitriverhulst.nl/biografie/

Boek 3 - havo 4

Verslag leesboek 3 (standaardverslag)                               Sam van Sluis, H4D

 

 

Titel:                      Het Gym 

Schrijfster:             Karin Amatmoekrim

 

 

Samenvatting:

Sandra is een klein Surinaams meisje. Ze woont in een achterstandswijk en gaat naar de eerste klas van het gymnasium. Ze komt in een klas terecht met allemaal rijkeluiskinderen, die hockey en piano spelen. Sandra begrijpt weinig van de ‘kakkers’. Ze praten over de gekste dingen, zoals dat het de normaalste zaak van de wereld is om vier keer per jaar op vakantie te gaan. Sandra is drie jaar geleden voor het laatst op vakantie geweest,  op de kosten van de sociale dienst.

Haar klasgenoten doen net alsof zij veel over de wereld weten, maar eigenlijk weten ze niets, vindt Sandra. Ze weten niet hoe het leven is in háár wijk, waar mensen vanaf zes hoog afval zakken naar beneden gooien.

Sandra probeert zich zo goed mogelijk aan te passen aan de ‘kakkers’ in haar klas om haar eigen toekomst beter te maken. Maar tegelijkertijd wil ze zichzelf ook staande houden tegenover de vriendinnen uit haar wijk. Ze leeft dus eigenlijk in twee werelden.

Dan wordt ze verliefd op een klasgenoot, genaamd Dirk Jan. Ze stoot hem af, omdat ze hem thuis niet wil ontvangen in haar armoedige omstandigheden. Een andere klasgenoot, Bart Willink, maakt steeds racistische opmerkingen. Ze rekent met hem af, zoals mensen dat in haar wijk zouden doen. Ze schopt hem in zijn kruis. De reactie daarop had ze niet verwacht. Sandra wordt niet van school gestuurd, maar Bart moet er af!

Verhaalanalyse:

Tijd:

Het verhaal speelt zich af in de jeugdjaren van Sandra. Het is geschreven in de tijd van nu.

 

Ruimte:

Het verhaal speelt zich af in de achterstandswijk waar Sandra woont en op haar school.

 

Perspectief:

Het verhaal word niet verteld vanuit het ik-perspectief. Het wordt ook niet verteld vanuit het auctoriaal perspectief omdat je nergens stukken ziet waarbij er wordt verteld vanuit een hoger niveau. In het verhaal wordt gesproken over ‘zij’ in plaats van ‘ik’. Je bekijkt het verhaal dus niet echt door de ogen van Sandra. Nergens in de tekst zijn stukken te vinden waaruit blijkt dat iemand het verhaal vanaf een hoger niveau vertelt. Je leeft mee in het verhaal, zonder hints te krijgen over wat er bijvoorbeeld later zal gebeuren.

Door dit perspectief leef je mee met Sandra. Je kunt je echt voorstellen hoe het voor haar is. Je leeft mee met haar, maar krijgt, omdat het geen ik-persoon is, ook genoeg mee van de omgeving. De schrijfster laat je echter niet twijfelen over wat haar hoofdpersoon vindt of doet, omdat er geen andere personale perspectieven zijn. De waarheid volgens Sandra is de waarheid die ook in het boek naar voren komt.

 

Hoofdpersonen:

Sandra:

Sandra is de hoofdpersoon, ze is 13 jaar oud. Het is een slim meisje dat op het gymnasium zit. Ze woont in een arme wijk, waar ze zich goed staande houdt.

 

Tanya en Chantal:

Dit zijn de vriendinnen van Sandra, uit haar wijk. Ze zijn heel erg brutaal en ze lijken zich niks van een ander aan te trekken. Chantal wordt beschreven als het meisje met de grote borsten en Tanya is de stoerdere die graag vecht en rookt.

 

Mirte, Renske, Nienke en Jojanneke:

Dit zijn de vriendinnen van Sandra, uit haar klas. Het zijn vier keurige meisjes. Ze hebben rijke ouders en zitten op hockey.

 

 

Titelverklaring:

De titel van dit boek is “Het Gym”. Deze titel is gekozen omdat verhaal gaat over een meisje dat in een achterstandswijk woont en naar het gymnasium, ‘het Gym’ gaat.

 

Schrijfster:

De schrijfster, Karin Amatmoekrim, studeerde na het gymnasium af aan de UvA als letterkundige. Momenteel woont ze in Amsterdam. Haar eerste boek is Het Knipperleven (2004). Dat was een groot succes. Haar tweede boek is Wanneer wij samen zijn (2006). Verder heeft ze nog een aantal boeken geschreven: Titus (2009), Het gym (2011), De man van veel (2013) en Tenzij de vader (2016). Momenteel werkt Amatmoekrim aan een proefschrift in de vorm van een biografie over Anil Ramdas.

 

Eigen mening:

Ik vond het best een leuk boek. Door dit boek te lezen krijg je een goede indruk van hoe het leven in een achterstandswijk is. Ik ken eigenlijk niemand uit zo’n wijk en wist dus niet zo goed hoe het leven daar zou zijn. Door het lezen van dit boek, kom je daar meer over te weten en kun je je heel goed inleven.

 

Bron vermeldingen:

Samenvatting: https://www.volkskrant.nl/cultuur-media/het-gym~bb364491/

Informatie schrijfster: http://www.amatmoekrim.com/site/?page_id=12

 

 

 

Boek 4 - havo 4

Verslag leesboek 4 (standaardverslag)                               Sam van Sluis, H4D

 

Titel: Held van beroep

Schrijver: Adriaan Jaeggi

 

 

Samenvatting:

Sam Fittipaldi is 15 jaar. Hij heeft drie zussen, een vader en een zieke moeder. Sam houdt van zwemmen en doet dat vaak.

Als hij op een dag thuis komt van het zwemmen, ziet hij dat zijn moeder met een ambulance weggebracht wordt en hij hoort dat hij dat niet mag weten. Sam gaat dan naar Dixie, de secretaresse van zijn vader. Daar woont Do ook, het meisje waarmee Dixie een relatie heeft. Sam blijft bij hen tot hij hoort dat zijn moeder overleden is. Dan gaat hij terug naar huis.

Zijn vader wil Sam’s moeder in zee gooien, omdat ze elkaar daar ontmoet hebben. Ze leggen haar in een skibox met stenen en nemen haar op de auto mee. ’s Nachts gooien ze haar vanaf de veerboot in zee.

Als ze weer thuis zijn, loopt Sam voor de tweede keer weg. Hij verblijft eerst bij zijn demente oma en gaat daarna naar het huis van zijn andere, overleden oma.

Daar ontmoet hij Do weer. Ze is de dochter van de buren. Hij komt erachter dat zijn oma overleden is, doordat ze schrok van Do, die stiekem in haar huis was. Hij vertelt dit Do niet. Nadat hij een paar dagen met Do in zijn oma’s huis geweest is, gaat hij weer naar huis.

 

 

 

Verhaalanalyse:

Tijd:

Het verhaal speelt zich af in de tijd van nu, en gaat vooral over de puber-‘teit. ‘

 

Ruimte:

Veel kom je er niet over te weten: het verhaal speelt zich af in een rijke wereld, want mensen leven behoorlijk luxe, zoals met zwembaden in de achtertuin. Het kan zich dus in allerlei rijkere landen af spelen.

 

Perspectief

Het verhaal wordt verteld vanuit het ik-perspectief, in dit geval door de hoofdpersoon Sam.

 

Hoofdpersonen:

 

Samson Fittipaldi (Sam):

Sam is de hoofdpersoon van het verhaal. Hij is 15 jaar oud. Hij heeft drie zussen, waar hij het niet altijd goed mee kan vinden. Hij zwemt graag en speelt ook graag monopolie met zijn zus Teddy. Hij denkt veel na over wat hij later wil worden, hij wil het liefst iets wat anderen niet doen; hij wil bijzonder zijn. Hij wil een held zijn;een held van beroep.

 

Do:

Do is het meisje waar Sam verliefd op wordt. Do loopt ook vaak weg van huis net zoals Sam. Dit komt omdat ze vaak ruzie heeft met haar ouders. Do is erg brutaal en heeft heel erg veel zelfvertrouwen. Do vraagt Sam veel over zijn toekomst. Hierdoor gaat Sam veel nadenken over wat hij later wil worden.

 

Titelverklaring:

De titel van het boek is ‘Held van beroep’. Sam denkt veel na over wat hij later wil en hij wil iets speciaals worden. Hij weet niet precies wat, maar hij wil iets wat niemand anders is; een held of iets dergelijks.

 

Schrijver:

Adriaan Jaeggi is 45 jaar geworden hij was schrijver, dichter en columnist. Verder was hij vader van twee jonge dochters. Hij is overleden aan darmkanker in 2008. In een van zijn laatste columns schreef hij ‘Zolang schrijven even goed helpt als die pillen, houd ik het nog wel even vol’.

 

 

Eigen mening:

Ik vond dit boek niet heel erg leuk. Sam liep steeds weg om rare redenen en ik vond het ook niet echt spannend. Verder kreeg ik ook niet steeds het gevoel dat ik verder wilde lezen.

 

Bronvermelding:

Informatie boek:  www.scholieren.com

Informatie schrijver: https://www.trouw.nl/home/in-memoriam-adriaan-jaeggi-1963-2008~a49c2b4f/

 

 

 

Boek 5 - havo 4

Verslag leesboek 5 (standaardverslag)                               Sam van Sluis, H4D                                                                                                       

Titel: Sleuteloog

Schrijver: Hella S. Haasse

 

Samenvatting:

Herma Warner, een kunsthistoricus, werd door Bart Moorland, een journalist, benaderd met de vraag of zijn hem informatie kon verschaffen over een zekere Mila Wychinska.

Op een foto van Mila Wychinska, die Moorland haar toestuurde, herkende Herma onmiddellijk haar jeugdvriendin Dee Mijers. Herma wist vele herinneringen over haar jeugd in Nederlands-Indië op te halen uit haar geheugen. Ook had ze nog een ebbenhouten kist met oude foto’s en documenten, maar deze zat op slot en ze wist niet waar de sleutel van deze kist was.

Dee (Herma’s jeugdvriendin) woonde bij haar oma, mevrouw Mijers (vaak Non genoemd) en haar vader Louis, in een grote villa in Nederlands Indië. Na de derde klas Gymnasium ging Dee echter verder met een andere opleiding en verslechterde de relatie tussen de twee. Jaren later ging Herma met haar man in Overijssel wonen. Soms reisde ze terug naar Indië, om haar oude contacten op te zoeken, zoals Non en Dee. Dee was echter vaak onbereikbaar.

Tijdens het ophalen van haar herinneringen, komt Herma dingen te weten, waar ze tevoren nooit bij had stilgestaan. Raadsels worden opgelost.

Uiteindelijk vindt Herma zelfs de sleutel van de ebbenhouten kist, maar ze krijgt deze niet open. Bart Moorland haalt de kist op en komt er achter dat er niets in blijkt te zitten…

 

 

 

 

 

Verhaal analyse:

Tijd:

De periode van het verhaal loopt van ongeveer 1930 tot 1990.

Het begint in het heden, als Herma een oudere dame is. Herinneringen die ze ophaalt gaan over de tijd in Nederlands Indië.

Het verhaal is niet in chronologische volgorde verteld, bevat veel flashbacks en springt steeds heen en weer tussen herinneringen en heden.

 

Ruimte:

Het verhaal speelt zich deels af in Overijssel (heden) en deels in Batavia- Nederlands Indië (herinneringen).

In Overijssel woont Herma Warner, waar zij herinneringen van haar oude leven in Nederlands Indië ophaalt. Het “echte” verhaal over de vroegere Herma en Dee speelt zich af in Nederlands Indië.

 

Perspectief:

Het hele verhaal wordt verteld in het ik perspectief, door Herma Warner. In het grootste gedeelte van het boek worden herinneringen door Herma opgehaald, die Herma aan de lezer verteld en aan de journalist Bart Moorland opstuurt.

 

Hoofdpersonen:

Herma Warner:

Herma is kunsthistoricus en de hoofdpersoon in het verhaal, vanuit haar wordt het verhaal vertelt. Ze is geboren in het jaar 1920, in Nederlands-Indië. Ze woont in het verhaal in een groot huis in de buurt van Zutphen(Overijssel) en vertelt het verhaal van daar uit.

Bart Moorland

Hij is een journalist en onderzoekt Westerse activisten in Zuidoost Azië waarbij hij vaak op de naam van Mila Wychinska stuit. Hij vraagt kunsthistoricus Herma Warner of zij misschien ooit van deze naam heeft gehoord.

 

(Adèle) Dee Mijers/ Mila Wychinska:

Dee is geboren in Nederlands Indië en vriendin geweest met Herma, in de periode dat ze in Nederlands Indië woonde. Ze heeft een knap uiterlijk; een matige licht getinte huid, een smal gezicht, een korte rechte neus en groene ogen. Ze neemt later de naam aan van haar moeder, Wychinska. Ze is druk, watervlug, lenig en nieuwsgierig.

 

 

Non/ Aimée Mijers

Zij is de oma van Dee, en woonde in het zelfde huis als Dee, in Batavia. Non kreeg een mystieke band met Dee’s vriendin Herma, omdat zij net als Non de hadji kon zien, en omdat ze allebei een grote interesse hadden voor bloemen en planten. Ze had een donkere huid, was mager, en droeg altijd jurken. Verder was ze erg stil.

De andere figuren in het verhaal zijn vooral bijfiguren.

 

Titelverklaring:

De titel “Sleuteloog”, slaat op het versierde sleutelgat van de ebbenhouten kist van Herma. Hierin zouden al haar documenten en foto’s liggen, die bij konden dragen aan de herinneringen uit haar jeugd.

 

Schrijfster:

Hélène Serafia (Hella) Haasse (Batavia, 2 februari 1918Amsterdam, 29 september 2011), auteursnaam Hella S. Haasse, was een Nederlandse schrijfster van romans, essays, toneel en poëzie. Haar bekendste titels zijn de in 1948 als boeken weekgeschenk verschenen novelle Oeroeg, de historische roman Het woud der verwachting uit 1949 en de Indische roman Heren van de thee uit 1992. In 1983 werd haar de P.C. Hooft-prijs toegekend en in 2004 de Prijs der Nederlandse Letteren. Zij was een van de eerste Nederlandse schrijvers die hun werk in het buitenland actief onder de aandacht bracht en behoort tot de in het buitenland meest gelezen Nederlandse schrijvers. Ze is tot nu toe ook de enige auteur die drie keer het Boekenweekgeschenk verzorgde.

 

Eigen mening:

Ik vond dit boek niet leuk. Dit kwam vooral doordat ik het lastig lezen en vaag vond. Herinneringen en heden lopen door elkaar heen, wat op zich best leuk kan zijn, maar uiteindelijk had ik het idee dat het alleen maar om die ene sleutel ging.

Verder vond ik het boek ook langdradig. Er zit niet echt een verhaallijn in, alleen veel herinneringen en hoe deze worden opgeschreven en –gestuurd worden naar een journalist.

Ik kom steeds meer tot de conclusie dat een verhaallijn waarbij heden en verleden, met name Nederlands Indië, door elkaar lopen niet mijn interesse hebben.

 

 

Bronvermelding:

Samenvatting en verhaalanalyse: https://educatie-en-school.infonu.nl/samenvattingen/18986-hella-s-haasse-sleuteloog-boekverslag.html

Informatie schrijver: https://nl.wikipedia.org/wiki/Hella_Haasse

Boek 6 - havo 4

Verslag leesboek 6 (standaardverslag)                               Sam van Sluis, H4D

                                                                                                        

Titel:  Boven is het stil

Schrijver: Gerbrand Bakker

 

Samenvatting:

Op een boerderij in de buurt van Monnickendam wonen Helmer, een man van in de vijftig, en zijn bedlegerige vader. Hun relatie is moeizaam, door gebeurtenissen in het verleden. De vroege dood van Helmers tweelingbroer, Henk, neemt daarbij een belangrijke plaats in. Helmer is boer.

Het verleden wordt opgerakeld als Riet contact opneemt met Helmer. Riet is de vrouw met wie Henk ruim dertig jaar geleden zou gaan trouwen. Riet heeft inmiddels een zoon die Henk heet en ze vraagt Helmer of de jongen enige tijd bij hem op de boerderij mag komen werken. Helmer zelf begint voorzichtig te dromen van een nieuw leven in Denemarken, waar in die tijd veel boeren naar emigreren.

‘Boven is het stil’ gaat over eenzaamheid, onderdrukte emoties en onuitgesproken verlangens. Het is ook een roman waarin het landschap van Noord-Holland op prachtige wijze wordt beschreven.
De eerste zin is vaak geciteerd: ‘Ik heb vader naar boven gedaan.’ Deze zin roept direct een treffend beeld op van de situatie van Helmer en zijn vader.

 




Verhaalanalyse:

 

Tijd:

Het verhaal wordt vrij chronologisch verteld. Geregeld worden we via korte ingelaste flash-backs op de hoogte gebracht van vroegere gebeurtenissen, die hun nasleep hebben in het heden. Er zijn geen flash-forwards.                                                                                                                                                        De periode die beschreven wordt, loopt van eind november 2002 tot mei 2003. De flash-back periode gaat over 1966-1967, het jaar waarin de broer Helmer verdronk.

 

Ruimte:

Het verhaal speelt zich voornamelijk af op de boerderij en directe omgeving daarvan in Noord-Holland, in de buurt van Monnickendam (waterland). Een klein deel speelt zich af in Denemarken.

 

Perspectief:

Het verhaal is in ik-perspectief geschreven. Alle gebeurtenissen (ook in het verleden) worden door de ik-persoon verteld. De verteller is tevens de hoofdpersoon van het boek.

 

Hoofdpersonen:

Helmer:

Door het ik-perspectief komen we het meest te weten van Helmer, de hoofdpersoon, hij is in de vijftig en boer van beroep. De andere hoofdrolspelers in het verhaal: de vader van Helmer, Henk  (de overleden tweelingbroer), Riet en Henk (de zoon van Riet, die op de boerderij van Helmer komt werken).

 

Titelverklaring:

‘Boven is het stil’ slaat op het moment dat Riet op bezoek is in de boerderij, terwijl Helmer haar wijs gemaakt heeft, dat zijn vader dood is. Hij heeft de oude man laten zweren zich stil te houden. Dat doet zijn vader ook. Helmer denkt dan op een bepaald moment opgelucht: boven is het stil.

Maar het kan natuurlijk ook slaan op het moment, dat vader daadwerkelijk is overleden: ook dan is het boven stil en kan Helmer eindelijk echt aan zijn eigen, nieuwe leven beginnen.

 

Schrijver:

De schrijver van het boek, Gerbrand Bakker (geboren 28 april 1962 te Wieringerwaard), was de derde zoon in een boerengezin met zeven kinderen. Zijn tweejarige broertje verdronk in een sloot achter de boerderij, toen Gerbrand zeven jaar was. Hij deed havo en vwo op de scholengemeenschap Schagen. Hij studeerde cultureel werk in Leeuwarden en Nederlandse taal- en letterkunde in Amsterdam. Van 1995 tot 2002 werkte hij als ondertitelaar. Vanaf 1997 werkt hij als schaatstrainer op de Jaap Edenbaan in Amsterdam.

‘Boven is het stil’ is het eerste literaire boek van Bakker en het verscheen in 2006. Hierna zijn nog diverse romans van hem verschenen.

 

Eigen mening:

Ik vond het boek niet super leuk, omdat het vrij ‘zwaar’ is en af en toe heel moeilijk te begrijpen voor mij.

Dit kwam onder andere door de vele flash-backs die door het verhaal heen liepen. Ook beschrijft het een verhaal waar ik me niet in kon herkennen. Ik vond het verhaal daarom een beetje saai. Daarnaast vind ik het best een droevig verhaal. Mijn volgende boek wordt er een met meer actie en spanning, ik denk dat me dat meer ligt.

 

Bronvermelding:

Samenvatting en verhaalanalyse: https://mijnboekenkast.blogspot.com/2006/11/gerbrand-bakker-boven-is-het-stil.html

Informatie schrijver: https://www.schrijversinfo.nl/bakkergerbrand.html.

 

 

 

Boek 7 - havo 5

Boek 8 - havo 5

Boek 9 - havo 5

Boek 10 - havo 5

Overige opdrachten

Wat is je startpositie?

Aan het einde van havo 5 moeten jullie een mondeling examen afleggen over 10 gelezen boeken. Deze boeken lees je in havo 4 en havo 5.

Het is natuurlijk niet zo dat je pas in havo 4 begint met lezen. Jullie hebben allemaal al eerder boeken gelezen. De één misschien wat meer boeken dan de ander. De één leest alleen, omdat het moet, terwijl de ander ook voor zijn of haar ontspanning leest.

Eén van de doelen die we in havo 4 en 5 met lezen hebben, is dat je je ontwikkelt op het gebied van literatuur. Je gaat nog beter ontdekken welk type boek past bij jou en waarom. Aan het einde van havo 5 moet je een beargumenteerde mening kunnen geven over gelezen boeken.

We hebben dus een doel in havo 5, maar om een doel te hebben, moet je ook weten waar je gestart bent. Daarom de volgende opdracht voor jullie:
Denk eens terug aan de boeken die je gelezen hebt. Denk je dat dit literatuur of lectuur is? Wat is eigenlijk het verschil tussen literatuur en lectuur? Beantwoord de vorige vragen en verwerk je antwoorden in een goedlopend geheel.
Kies één van de boeken uit die je recentelijk gelezen hebt. Welk boek kies je en waarom? Raad je mensen dit boek aan of juist niet? En waarom? Beantwoord ook deze vragen en verwerk de antwoorden in een goedlopend geheel.

Plak je antwoorden hieronder

 

Mindmap

  • Het arrangement Leeslogboek Sam is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    sam van sluis Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2019-06-13 17:25:39
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.