Leeslogboek havo 4 - 2018/2019 - kopie 1

Leeslogboek havo 4 - 2018/2019 - kopie 1

Algemeen

Planning schooljaar 2018 - 2019

In havo 4 ga je 6 boeken lezen. Bij elk boek update je het leeslogboek

Hieronder vind je een schema met deadlines. Wanneer je dit schema volgt, weet je zeker dat je tijd genoeg hebt om alle boeken te lezen en je leeslogboek tijdig bij te werken. Je docent zal aangeven wanneer zij de leeslogboeken bekijkt. Op deze momenten kun je feedback ontvangen over de gelezen boeken en over de inhoud van je leeslogboek.

 

Leeslogboek starten       zorg dat je leeslogboek uiterlijk vrijdag 31 augustus gemaakt is
Boek 1                            periode 1 - vrijdag 12 oktober
Boek 2                            periode 2 - vrijag 23 november
Boek 3                            periode 2 - vrijdag 11 jaunuari
Boek 4                            periode 3 - vrijdag 22 februari
Boek 5                            periode 3 - vrijdag 5 april
Boek 6                            periode 4 - vrijdag 17 mei
Leeslogboek compleet   periode 4 - vrijdag 14 juni

Voorwaarden boekkeuzes

In havo 4 ga je 6 boeken lezen. Geef altijd aan je docent door welk boek je gaat lezen. Op deze manier kan de docent
tijdig adviseren om eventueel een ander boek te kiezen.

De boeken op je leeslijst moeten aan een aantal eisen voldoen:
- De boeken moeten oorspronkelijk in de Nederlandse taal zijn geschreven. Dus geen vertaalde werken.
- Je leeslijst mag 1 literaire thriller bevatten.
- Er moet een ontwikkeling zichtbaar zijn in het niveau van de boeken die je leest.
Gebruik hiervoor http://www.lezenvoordelijst.nl/zoek-een-boek/nederlands-15-tm-19-jaar/

Lezen voor de lijst
Op de website Lezen voor de lijst vind je 6 verschillende leesniveaus (http://www.lezenvoordelijst.nl/zoek-een-boek/nederlands-15-tm-19-jaar/home/leesniveaus) Probeer te bepalen welk niveau bij de start van havo 4 het beste bij jou past. Probeer om in havo 4 in elk geval één boek van een hoger niveau te lezen. Bij het mondeling in havo 5 komt de ontwikkeling ook ter sprake. Wil je een boek lezen dat je niet terug kunt vinden op Lezen voor de lijst? Overleg dan met je docent over het niveau van het boek.

Instructie leeslogboek

Hoe moet je leeslogboek eruit zien?

Je leest in havo 4 in totaal zes boeken. Bij elk boek moet je je leeslogboek updaten. Maak de opdracht in Wikiwijs en niet via een bestand als bijlage!

 

Bij elk gelezen boek moet er een reflectie terug te vinden zijn in je leeslogboek. Hiervoor moet je de volgende stappen doorlopen:

1. Zorg er eerst voor dat je een eigen Wikiwijspagina aanmaakt. De instructie die je stap voor stap uitlegt hoe dit moet, vind je in de studiewijzer.
2. De gemaakte opdrachten moeten direct zichtbaar zijn. Dat betekent dat je de teksten typt in Wikiwijs of kopieert vaunit Word. Je mag geen Worddocument toevoegen als bijlage!
3. Geef op het tabblad  'boekenoverzicht' een volledig overzicht van de gelezen boeken. Zo kun je in één oogopslag zien welke boeken je gelezen hebt. Noteer van elk boek: de titel, de auteur, het niveau van het boek en het aantal sterren dat je het boek zou geven. Hierbij geldt dat 5 sterren maximaal is. Houd dit overzicht up-to-date!
2. Voor elk boek gebruik je vervolgens een tabblad waar je een verwerkingsopdracht maakt bij het gelezen boek. De opdrachten waar je uit kunt kiezen, vind je bij het tabblad 'opdrachten'. Je mag hierbij natuurlijk werken met afbeeldingen als je wilt!
3. Aan het begin en aan het einde van het schooljaar ontvang je van je docent nog overige opdrachten die je bij het tabblad 'overige opdrachten' moet uitvoeren.
 

Tussentijdse 'beoordeling'
Wanneer je docent tussentijds je leeslogboek bekijkt, zal hij/zij letten op de volgende aspecten:

- Kwaliteit: heb je de juiste opdrachten gekozen die passen bij jouw visie op het gelezen boek? Heb je ook niet altijd de makkelijkste weg gekozen?
- Ontwikkeling: is er in de gelezen boeken een ontwikkeling in niveau waar te nemen? Zoek je uitdaging en ontwikkeling in de boeken die je leest?
- Volledigheid: geeft je opdracht een volledig beeld van jouw visie op het gelezen boek?
- Taalgebruik: heb je niet te veel spel- en taalfouten gemaakt?

Je krijgt feedback van je docente zodat je eventueel de gemaakte opdrachten kunt aanpassen. Natuurlijk kun je de feedback altijd gebruiken bij de komende opdrachten.

 

Een Wikiwijspagina maken

Je gaat je leeslogboek maken in je eigen Wikiwijspagina. Je hebt hiervoor deze Wikiwijspagina nodig. Deze ga je kopiëren naar je eigen Wikiwijsaccount. Daar kun je de pagina wijzigen door steeds je eigen verwerkingsopdrachten toe te voegen.
Hoe je deze Wikiwijspagina naar je eigen account kunt kopiëren, vind je hier

 

 

Verwerkingsopdrachten

In je leeslogboek is het van belang dat je bij elk gelezen boek vooral aangeeft wat je ervan vond en waarom. Je kunt hierbij kiezen uit een aantal vaste opdrachten of je maakt een eigen verslag waarin de voor jou belangrijkste informatie is opgenomen.

Neem bij elk boek sowieso op: titel - auteur
Op deze manier is het voor jouzelf en voor je docent direct duidelijk over welk boek het verslag gaat.

 

Je mag bij elk boek kiezen uit onderstaande verwerkingsopdrachten:

Standaardverslag

Het standaardverslag bestaat uit de volgende onderdelen:
- samenvatting van het boek
- overzichtelijke analyse met de belangrijkste elementen uit de verhaalanalyse
- informatie over de schrijver
- je eigen mening over het gelezen boek
Bij deze opdracht geldt dat je alle informatie (met uitzondering van je eigen mening) letterlijk van internet mag overnemen. Vermeld in dat geval bij elk onderdeel de gebruikte bron. Wees kritisch in de bronnen die je gebruikt. Jij bent verantwoordelijk voor de kwaliteit van de verwerkingsopdracht.

Recensieopdracht

Schrijf een recensie waarin je elementen uit de samenvatting, de analyse, de schrijversinformatie en je eigen mening combineert. Let hierbij op het volgende:
- Je schrijft de recensie voor iemand die het boek niet gelezen heeft. Laat de lezer van de recensie dus eerst kennismaken met het boek. Vertel kort waar het over gaat / neem een stukje uit het boek letterlijk over. Maak de lezer nieuwsgierig naar het verhaal
- Vertel in de kern meer over de analyse en de schrijver. Combineer deze informatie met je eigen mening. Leg dus steeds uit wat jij ergens van vindt.
- In het slot geef je je eindoordeel. Je vertelt wat je uiteindelijk ‘over-all’ van het boek vond. Je geeft een tip aan mogelijke lezers of reageert op de verwachting die je had voordat je ging lezen.
- Je recensie krijgt een passende en pakkende titel. Dat kan een quote zijn uit het boek, het mag al iets zeggen over je eindoordeel. Als het maar origineel is en de aandacht trekt.
- Markeer in je recensie de zinnen / zinsdelen waarin je je eigen mening verwoordt.

 

Opdracht van Lezen voor de Lijst

Maak de opdrachten die op de site www.lezenvoordelijst.nl horen bij jouw boek. Als er bij jouw boek opdrachten horen op verschillende niveaus, kies dan de opdracht die het beste bij jou past. Neem bij de uitwerking van de opdracht telkens de opdracht over en het bijbehorende antwoord. Geef tot slot kort aan waarom je voor deze opdracht gekozen hebt.

 

Juryrapport

Je doet alsof het boek dat je hebt gelezen is ingezonden voor een landelijke boekenwedstrijd. Bij deze wedstrijd ben je als jurylid op zoek naar het beste Nederlandstalige boek. Om dit beste boek te kunnen kiezen, moet je eerst bepalen aan welke eisen het moet voldoen. 2 eisen zijn al bekend, namelijk: - het boek moet een verrassend einde hebben EN - de titel moet perfect de strekking van het verhaal weergeven.
Wat ga jij als jurylid op papier zetten:
- Je vult de gegeven eisen aan met 3 eigen eisen waarvan jij vindt dat het beste boek daaraan moet voldoen. Geef ook een korte motivatie / verantwoording bij elke eis: waarom vind je deze eis belangrijk?
- Uiteindelijk heb je een lijst van 5 eisen verzameld die je nu moet gaan koppelen aan het gelezen boek. Dit doe je door bij elke eis een omschrijving te geven van jouw boek. Dus bijvoorbeeld: heeft het boek een verrassend einde? Waarom wel of waarom niet? De antwoorden hoeven niet altijd positief te zijn.
- De laatste stap is bepalen of jouw boek het beste Nederlandstalige boek is. Dit doe je door een conclusie te schrijven bij de 5 eisen. Je geeft een korte samenvatting van jouw bevindingen en komt tot een eindoordeel. Dit eindoordeel hoeft niet altijd positief te zijn!

 

Brief van de uitgever

Bij deze opdracht kruip je in de huid van de uitgever. Je doet je alsof het boek dat je gelezen hebt, nog niet is uitgegeven.
Stel je voor: je werkt bij een uitgeverij. De schrijver van jouw boek komt binnen met zijn verhaal en vraagt of jij het werk wilt uitgeven. Je bent best enthousiast, maar je ziet nog wel ruimte voor verbeteringen. Je besluit om jouw reactie op papier te zetten en naar de schrijver te sturen.
De opdracht:
- Schrijf een brief aan de schrijver. Je begint natuurlijk met een korte inleiding.
- Vervolgens geef je jouw persoonlijke oordeel over het boek. Het is jouw oordeel, dat betekent dat het zowel positief als negatief kan zijn.
- Daarna ga je aangeven waarom je op dit moment het boek nog niet wilt uitgeven. Je geeft 3 elementen waarvan je vindt dat deze aangepast moeten worden en waarom. Denk bij elementen aan de theorie van verhaalanlyse.
- Als je hebt aangegeven wat je aangepast wilt hebben en waarom, ga je de schrijver advies geven in hoe hij/zij het moet aanpassen. Je hebt hier als uitgever natuurlijk een visie in. Dus: wat zou de schrijver moeten doen om ervoor te zorgen dat je het boek wel uitgeeft.
- Je rondt de brief netjes af.

 

Brief aan de uitgeverij

Stel je voor: het werk dat je gelezen hebt, heb je zelf geschreven. Je blijkt over bijzonder schrijftalent te beschikken. Het verhaal is nog niet gepubliceerd, maar je wilt graag dat een uitgeverij het uit gaat geven. Je besluit een uitgeverij te schrijven om je verhaal te promoten!
- Je schrijft een brief aan een uitgeverij. Ga eerst eens op zoek naar bestaande uitgeverijen en kies een geschikte uit voor jouw boek.
- Je introduceert jezelf als schrijver en je vertet kort waarom je deze brief schrijft.
- In de kern introduceer je het verhaal. Je geeft informatie over de titel, het thema, het plot en het perspectief.
- Je legt uit voor welk publiek jouw boek geschikt is. Koppel dit aan de niveaus van Lezen voor de Lijst en leg uit waarom dit het geschikte publiek is.
- Rond je brief netjes af.

Beoordeling

Algemeen

In havo 4 ben je verantwoordelijk voor het eerste deel van je leeslogboek. Aan het einde van het schooljaar moeten er 6 boeken terug te vinden zijn in je logboek. Je docent zal tussentijds aangeven wanneer zij de leeslogboeken bekijkt. In havo 5 vul je het leeslogboek aan met nog 4 boeken. Aan het einde van havo 5 vindt tot slot het mondeling plaats over de 10 gelezen boeken. Voor dit mondeling krijg je een cijfer. Het leeslogboek dat je in havo 4 hebt opgebouwd wordt beoordeeld met een cijfer. Dit cijfer is onderdeel van het PTA van Nederlands.


Tussentijdse 'beoordeling'
Wanneer je docent tussentijds je leeslogboek bekijkt, zal ze letten op de volgende aspecten:

- Kwaliteit: heb je de juiste opdrachten gekozen die passen bij jouw visie op het gelezen boek? Heb je ook niet altijd de makkelijkste weg gekozen?
- Ontwikkeling: is er in de gelezen boeken een ontwikkeling in niveau waar te nemen? Zoek je uitdaging en ontwikkeling in de boeken die je leest?
- Volledigheid: geeft je opdracht een volledig beeld van jouw visie op het gelezen boek?
- Taalgebruik: heb je niet te veel spel- en taalfouten gemaakt?

Je krijgt feedback van je docente zodat je eventueel de gemaakte opdrachten kunt aanpassen. Natuurlijk kun je de feedback altijd gebruiken bij de komende opdrachten.

Boeken

Boekenoverzicht

Boek 1 - havo 4

Angst, Ik ben niet meer bang voor jou

 

Het boek Turis van de schrijver Özcan Akyol gaat over de jeugd van Eus, een Turks-Nederlandse jongen, onder het strenge oog van zijn vader Turis. In het boek maak je kennis met de thuis situatie van Eus, die alles behalve normaal is. Zijn vader Turis, die over het algemeen altijd dronken is en dus humeurig, reageert op de kleinste dingen al als of de wereld vergaat. Eus zijn moeder wie met Turis is getrouwd doet haar best om de kinderen te beschermen, maar dat lukt niet altijd. Ondanks alles weigert ze toch om bij hem weg te gaan, uit angst voor wat er dan zal gebeuren. Ook maak je dingen mee over het leven wat Eus lijd nadat hij bij zijn ouders is weggegaan. Tussen zijn jongeren jaren en het heden maakt het boek sprongen. Het boek begint zo: De andere kinderen moesten bidden, daarom wandelde ik naar huis.

 

Özcan Akyol is op 7 april 1984 geboren in Deventer, waar hij ook werkt en woont. In februari 2016 kwam het boek Turis uit. Eerder heeft Özcan de roman Eus uit gebracht in oktober 2012. Özcan werd gezien door zijn korte verhaal Zero Impact in de bundel WTF? Ik vind dat in het boek wordt goed gebruik wordt gemaakt van de spanning. Je weet niet wanneer Turis weer eens een slechte bui heeft en vervolgens is het ook nog afwachten wat Turis gaat doen. Ook denk ik dat het woorden gebruik in de tekst is ook goed gekozen. Op de momenten wanneer nodig is wordt het woorden gebruik aangepast aan de situatie. Bijv. als Eus weer eens ruzie met Turis heeft komen er scheldwoorden voor en kun je de woede uit de woorden halen, maar wanneer Eus met zijn vriendin Tess in gesprek is het woorden gebruik heel anders. Het is dan zachter. Wat ik vervelend vind is dat op sommige momenten in het boek er sprongen tussen het heden en de jeugd van Eus worden gemaakt. Bijv. het ene moment ben je aan het lezen over zijn jeugd en op de volgende bladzijde gaat het verder in het heden.

 

In het kort, er wordt in het boek goed gebruik gemaakt van de spanning en de woorden keuze. Verder vind ik de tijd sprongen in het boek tussen Eus zijn jeugd en het heden op sommige momenten vervelend, maar over het algemeen vind ik het een leuk boek om te lezen. Daarom raad ik het boek ook echt aan om te lezen als je van een beklemmende en geestige roman houdt.

 

 

 

 

 

 

 

 

Bron : Wikipedia                                                                                 Gemaakt door : Aaron Hasselman H4D

Boek 2 - havo 4

Standaard verslag Nederlands 2

Boek : Het Gym

Schrijfster : Karin Amatmoekrim

Samenvatting :
De 12-jarige Sandra Spalburg woont in Zeewijk, laten we zeggen een wat minder rijke wijk in de buurt van Beverwijk. Ze is erg goed op school en na de vakantie gaat zij als enige van haar wijk en school naar het gymnasium. Ze is dus echt een buitenbeentje. Haar ouders zijn van Surinaamse afkomst: haar moeder doet niet veel anders dan televisiekijken en haar vader heeft een scharrel. Af en toe komt hij thuis om haar moeder te verwennen en het valt Sandra op dat haar moeder dan altijd wel een betere bui heeft. Haar vriendinnen in de wijk zijn Chantal (met grote tieten) en Tanya. Chantal heeft al veel ervaring met tongen, maar Sandra niet: ze heeft ook nog bijna geen borsten. In de zomervakantie bezorgt ze kranten, maar erg goed doet ze het niet en ze moet ook nog het geld afdragen aan haar moeder. Ze gaan ook niet op vakantie, maar wel met vriendinnen naar het strand. Chantal experimenteert daar wel met jongens. Aan het einde van de vakantie moet ze met haar moeder de boeken van school ophalen. Haar moeder gaat als enige ouders cash het boekengeld betalen, de anderen hebben het geld overgemaakt. De eerste schaamte komt dan al over Sandra. De dag voor de lessen beginnen gaan moeder en Sandra naar de Zwarte Markt in Beverwijk om twee goedkope jeans te kopen.

Op de eerste dag komen er toch al een aantal meisjes met haar praten, hoewel ze een buitenbeentje is. Zo zijn er Nienke en Jojanneke. Sandra valt wel op tussen de anderen: kleding is goedkoper, ze heeft een omafiets en geen geld om ijsjes e.d te kopen. Sommige jongens en meisjes zijn echte “kakkers.”
De leraar Nederlands Vurings doet erg cynisch, is vreemd, maar valt daardoor ook wel meer op en een beetje uit de toon. Toch is hij best populair.
Er is op school voorlopig één knul die erg vervelend doet. Hij heet Bart Willink en maakt
vervelende en racistische opmerkingen o.a. over Turken en negers. Sandra neemt de handschoen op en is niet bang voor hem. Er is ook een andere jongen in de klas die Dirk Jan Brouwer heet, maar die is wel erg aardig voor haar en zij raakt in stilte een beetje verliefd op hem. Ze gaat ook auditie doen voor het schooltoneel, al weet ze niet wie Goethe is. Maar ze krijgt een rol in “Faust”, als God. Het is maar een klein rolletje, maar toch hoort ze er weer een beetje bij. Haar moeder vindt het maar niets, dat toneelgedoe.
Ze gaat een keer met vriendinnetje Nienke mee naar huis. Ze mag van haar moeder blijven mee-eten, ook al zijn er te weinig gehaktballen. Wanneer de moeder van Nienke haar thuis wil brengen, laat ze zich ver uit de buurt van haar huis afzetten. Ze schaamt zich voor de buurt. Tijdens een excursie naar een museum maakt Bart weer vervelende opmerkingen over negers, maar ze geeft hem weer zijn vet. De andere kinderen durven weinig te zeggen.
Toch wil Sandra er meer bij horen en ze wil graag een B-versie van het merk Levi’s. Haar vader komt toevallig weer eens langs en ze maakt gebruik van de gelegenheid om een broek aan hem te vragen . Hij kost zestig gulden en dat is veel geld voor haar moeder. Haar vader belooft de broek te geven, maar als hij de volgende morgen weer weg is, heeft hij geen geld achtergelaten, de teringlijder, denkt Sandra.
Door leraar Nederlands Vurings wordt ze enthousiast gemaakt voor boeken. Zij lenen ze uit de bieb, maar dat vindt Vurings maar raar. Boeken moet je kopen. Sandra leest boeken die zich alle afspelen in de hoofden van de personages, eigenlijk maar saai.( Het waren schrijvers die ze niet kende maar die hij heel belangrijk vond. Het waren sombere boeken. Dat vond ze wel leuk. Het ging over jongemannen die opgroeiden. En dat het dan allemaal tegenviel, met het leven en de verwachtingen die ze ervan hadden.’ (blz. 117)
Als ze zelf een opstel moet schrijven, doet ze eigenlijk hetzelfde: ze schrijft een verhaal over een eenzame man die het verhaal vooral beleeft in zijn hoofd.
Maar dan is er vlak voor de kerst een brugklasfeest. Ze mag er naar toe van haar moeder en ze gaat met de vriendinnetjes. Gelukkig is Dirk Jan er ook en wanneer de slijpnummers komen, gaat hij met haar dansen.
 

Ze dansten een paar nummers achter elkaar en de andere meiden kwamen er ook bij staan en het was heel gezellig. Het was toch niet zoals van de zomer op het strand, dacht Sandra bij zichzelf. Want ze danste toen ook wel eens met jongens op langzame muziek. Maar zo dicht als ze net bij Dirk Jan was, zo dicht was ze nog nooit bij een jongen geweest.’ (blz. 125)
Ze raakt op dat moment echt verliefd op hem. Aan het einde van de avond wil hij wel thuisbrengen met zijn vader, maar Sandra schaamt zich en zegt dat ze ook wordt opgehaald. Laat in de avond moet ze geheel alleen fietsen naar de arme wijk. Haar moeder slaapt als ze thuis komt, maar ze is wel te laat thuis gekomen.
Kort daarna is het kerst: ze kopen een niet al te dure boom. In de familiekring zegt Sandra’s moeder dat haar vader wil zal terugkeren en zijn andere vrouw zal verlaten. Sandra is in de vakantie ook jarig. Ze hoop vurig op een nieuwe fiets, zodat ze niet meer opvalt tussen haar klasgenoten, maar het wordt een goud armbandje, erfstuk van haar oma. Ze vindt er geen fluit aan.
Vlak voor Oudjaar bezoekt ze Chantal: die heeft een kermisjongen ontmoet met wie ze seks heeft. Plastisch beschrijft ze hoe dat is gegaan. Sandra schrikt er zelfs van. Daarna kijkt de jongen Chantal niet meer aan en een dag later zoent hij alweer met een ander. Het is voor de lezer duidelijk dat Chantal erin getuind is. Om toch een beetje indruk te maken zegt Sandra tegen Chantal dat ze van school gaat: het is veel te moeilijk. Het is gewoon een leugen, die later nogal wat ellende veroorzaakt. Eerst moet Sandra ontkennen dat ze het gezegd heeft wanneer haar moeder ernaar vraagt. Daarna vindt Chantal dat ze voor leugenaar is gezet. Ze zit nu tussen twee vuren: ook in haar eigen wijk wordt er niet zo leuk meer over haar gedacht: ze hoort niet meer tot OSM (ons soort mensen)
Op school zijn er juist dingen die goed gaan. Van Dirk Jan krijgt ze een prachtige Parkerpen met inscriptie voor haar verjaardag. Van Vurings krijgt ze een 9 voor haar opstel over de eenzame man en ze mag ook komen op een verjaardagsfeestje van Renske. Het is een heel groot huis en opnieuw schaamt Sandra zich voor haar afkomst. Wanneer ze thuiskomt, is het licht weer eens afgesneden. Niet lang daarna keert haar vader weer terug in huis.
Bart Willink blijft vervelend doen: hij wil zelfs in de leerlingenvereniging en houdt een vlammende toespraak. Hij blijft haar trouwens op school pesten met racistische opmerkingen over Turken en negers. Daar baalt ze van en ze zint op wraak.
Intussen is het schooljaar aardig gevorderd en komt er een voorstelling van het schooltoneel. Het is een moderne opvoering van Faust met veel bloot en seks en haar moeder kan dat niet zo waarderen. Die praat weer over vreemde Nederlanders die dit allemaal goed vinden. Haar vader is intussen weer weggegaan met medeneming van al zijn spullen.
Bij handvaardigheid loopt de leraar even weg uit het lokaal. Bart grijpt de kans om aan Sandra door middel van een tekening opnieuw te beledigen. De klas vindt nu ook dat hij te ver gaat. Sandra besluit hem nu een lesje te leren. Ze bespreekt met Tanya hoe ze dat het beste kan doen en ze krijgt het advies hem een knietje in zijn kruis te geven. Bij de aardrijkskundeles is het zover: Bart komt te laat en in een volle klas gaat Sandra haar gang: ze schopt hem in zijn kruis en trapt ook nog enkele keren na wanneer hij huilend op de grond valt. Natuurlijk moet ze naar de rector en ze wil Bart nog niet eens verraden, maar dan komen er meisjes uit haar klas bij de rector om te vertellen wat Bart heeft geflikt. De rector stelt zich op achter Sandra en Bart wordt voor drie weken geschorst vanwege zijn racistische houding die ze op het gym niet accepteren. Tanya vindt het aan de ene kant wel leuk dat Sandra zo daadkrachtig heeft gehandeld, maar er is ook iets van jaloezie op de andere vriendinnen van Sandra.
 

 

 

 

Na de zoenpartij met Dirk Jan heeft ze hem steeds ontlopen. Toch weet ze dat hij wel wat voor haar voelt. Na het uitdelen van de rapporten (ze heeft een mooi rapport en gaat over) wil hij haar naar huis brengen, maar weer uit schaamtegevoel zeikt ze hem af. De boodschap is nu duidelijk. Ze wil hoewel ze verliefd is het standsverschil niet overbruggen.
Wel wordt ze uitgenodigd op een hockeyfeestje van Renske, waar haar vriendinnetjes al drinken en roken. Ook experimenteren ze met zoenen en een beetje vrijen. Van Renske hoort Sandra dat Dirk Jan op het toilet een ander meisje staat te zoenen. Dan komt er een vreemde jongen op haar af en ze “tongt” met hem voor de eerste keer. Zij is zijn eerste bruintje, die nogal geil zijn denkt de jongen. Kort daarna vertrekt ze op de fiets naar huis. Alleen.

Bron : www.scholieren.com

 

Analyse :

De belangrijkste gebeurtenissen uit het boek zijn op een rijtje,

1 – Sandra gaat als enigste uit de wijk naar het gymnasium.

2 – Daar maakt ze vriendinnen.

3 – Sandra ontmoet Dirk Jan.

4 – Sandra heeft last van Bart Willink.

5 – Sandra wordt gekust door Dirk Jan.

6 – Bart gaat te ver met het vervelen, Sandra wordt link.

7 – Sandra gaat naar haar beste vriendin uit de wijk, Tanya, om haar om advies te vragen om Bart aan te pakken.

8 – Sandra volgt het advies van Tanya op en verkoopt Bart in de klas een trap in zijn kruis.

9 – Sandra en Bart moeten naar de directeur en uiteindelijk wordt Bart geschorst.

10 – Op een hockeyfeest krijgt Sandra haar eerste tongzoen van een “kakker”.

 

Informatie schrijfster :

Karin Amatmoekrim (Paramaribo, 1977) is geboren uit een Javaanse moeder en Chinees-Creools-Indiaanse vader. Na het Gymnasium studeerde ze af aan de UvA als Letterkundige. Ze woont momenteel in Amsterdam. In 2004 debuteerde ze met Het knipperleven (Uitgeverij 521), dat lovend werd ontvangen door pers en publiek. Het boek werd omschreven als een existentialistische bildungsroman, waarin Amatmoekrim zonder reserves onderwerpen als eenzaamheid en dood aanpakte.
Met haar tweede roman Wanneer wij samen zijn (2006) sloeg de auteur een andere weg in. Wanneer wij samen zijn is gebaseerd op Amatmoekrims eigen familiegeschiedenis en beschrijft drie generaties in een Javaans-Surinaamse familie. Met dit boek toonde de schrijfster zich een volwassen talent met een meeslepende stijl.
In 2006 werd Amatmoekrim gevraagd een bijdrage te leveren aan de verhalenbundel 25 onder 35, een boek dat de belangrijkste jonge auteurs uit Nederland en België verzamelt. In het voorjaar van 2007 kwamen twee verhalenbundels uit waarin korte verhalen van Amatmoekrim zijn opgenomen: En toen viel ik van het podium (Prometheus) en Waarover we niet mogen praten (In de Knipscheer).
De derde roman, Titus (Prometheus), kwam in april 2009 uit. In het boek worden orde en chaos tegenover elkaar gesteld, met als centrale vraag of de mens zichzelf kan redden, of niet. Titus won de Black Magic Woman Literatuurprijs.
Kort na deze roman volgde, op initiatief van het instituut Forum, de bundel De radicaal (Prometheus), met daarin een kort verhaal van Amatmoekrim. In hetzelfde jaar verschenen columns in nrc.Next en korte verhalen in De groene Amsterdammer en Vrij Nederland. In 2010 schreef ze onder meer korte verhalen die werden gepubliceerd in Voor mij ben je hier (Meulenhoff) en Suriname en ik (Meulenhoff).
Amatmoekrim maakt tevens deel uit van de redactieraad van de Stichting Literaire Activiteiten Amsterdam (SLAA), de adviesraad Cultuur van de gemeente Den Haag en is lid van de Raad van Toezicht van Forum, het kennisinstituut voor multiculturele vraagstukken.

Bron : www.scholieren.com

Eigen mening :

Het boek, Het Gym van Karin Amatmoekrim vind ik na het lezen er van een leuk en geestig boek. Toen ik het boek begon te lezen had ik er mijn twijfels over, maar naarmate ik verder las werd het als maar leuker. In het boek wordt genoeg humor gebruikt, wat ik ook leuk vind om te lezen. Verder zit het verhaal ook goed in elkaar en het is een verhaal waarin je je makkelijk kunt inleven. Dit komt met name doordat het zich in groep acht en het eerste jaar van de middelbare afspeelt. Ook vind ik het gebruik van de woorden en de keuze er van goed. De woorden zijn niet te makkelijk niet te moeilijk.

Boek 3 - havo 4

Verslag Nederlands boek 3

Boek: De pelikaan, Martin Michael Driessen

Samenvatting:

Het boek De pelikaan van Martin Michael Driessen gaat over een postbode genaamd Andrej en een oud veteraan van de tweede wereld oorlog genaamd Josip. Josip bestuurd de kabeltrein en houdt hem bij. Even als het heldenmonument boven op de berg. Andrej is de postbode en heeft de taak om ze rond te brengen, maar ook om ze te controleren. Met een goede manier maakt hij de brieven open om ze te controleren. In de brieven komt hij van alles tegen. Zoals brieven van familie en verjaardagskaarten. In het geheim haalt Andrej al het geld wat in de enveloppen zit er uit, op deze manier heeft hij in het arme Joegoslavië toch een extra inkomen naast dat van zijn beroep. Ook komt hij erachter dat Josip een geheime minnaar is. Dit vindt Andrej niet kunnen en besluit er iets aan te doen. In de brief staat wanneer en waar Josip met zijn geheime liefde afspreekt, namelijk bij het heldenmonument. Met zijn camera besluit hij bewijs vast te leggen en met dat bewijs dwingt hij Josip in een anonieme brief geld te betalen. Josip schrikt zich kapot en betaald het bedrag. Dit is niet makkelijk want zijn pensioen is niet hoog en zijn baan bij de kabeltrein levert ook niet al te veel op. Andrej besluit met het geld te gaan gokken en al snel is hij zijn geld kwijt. Dus besluit hij Josip vaker te chanteren. Als op een dag Andrej wordt aangereden door een auto voor de ogen van een groep oudere mannen op het terras schieten ze hem allemaal te hulp. De groep besluit de taken op te delen. Een iemand brengt de post weg die Andrej nog bij zich heeft. En Josip gaat naar het huis om voor de hond van Andrej te zorgen. In het huis van Andrej komt Josip er achter dat hij geld uit andermans enveloppen steelt. Josip besluit daarom dat Andrej wel wat geld kan missen en omdat hij zelf krap bij kas zit door zijn chanteur besluit Josip om Andrej te chanteren. De spanningen in de landen lopen op. Via geruchten krijgen ze te horen dat er een oorlog is uitgebroken. Grotere steden in het land zijn al verwoest. Het zal nog maar enkele dagen duren voordat de oorlog hun stadje zal bereiken. Door een fout die Josip begaat raakt hij zijn baan kwijt. Andrej die door de oorlog ook werkloos is neemt die baan over. En juist op dit moment is het belangrijk dat de spoorbaan altijd paraat staat. Als in het hoogst van de strijd de kabelbaan wordt gebombardeerd wordt Andrej geraakt. Josip snelt naar hem toe maar er is geen redden aan. Josip biecht nog op dat hij het was die hem chanteerde maar daar het Andrej geen erg meer in. Josip gaat met zijn liefde Jana naar Duitsland. Tijdens het gokken wat Jana altijd al eens het willen proberen krijgt Josip een hartaanval.

Analyse belangrijke gebeurtenissen:

De eerste belangrijke gebeurtenis in het boek is wanneer Andrej ontdekt dat Josip een geheime liefde heeft en hem begint te chanteren. Dit is een belangrijke gebeurtenis omdat hier het verhaal op verder gaat. De volgende belangrijke gebeurtenis is wanneer Andrej wordt aangereden door een auto en de mannen van het terras hem komen helpen. Hierdoor komt Josip er achter dat Andrej geld steelt uit de enveloppen die hij moet  bezorgen. De een na laatste gebeurtenis is wanneer de oorlog hun stadje bereikt en Andrej bij een bombardement om het leven komt. De laatste gebeurtenis is dat Josip tijdens het gokken een hartaanval krijgt. 

De schrijver:

De schrijver Martin Michael Driessen is geboren op 19 april 1954. Martin Michael is een schrijver, acteur, vertaler en regisseur. Na studies in Nederland die hij niet heeft afgemaakt is hij naar de universiteit van München. In München werkte hij als acteur. Hij heeft meegespeeld in de film Blaulicht. Verder regisseerde hij daar toneel en opera. In 1999 debuteerde hij met zijn roman Gars. Verder schrijf hij boeken zoals Vader van God uit 2012 en Een ware Held uit 2013. Ook heeft hij verschillende prijzen gewonnen met zijn boeken. Het werk van Martin Michael is vertaald in het Italiaans, Hongaars en Duits.

Eigen mening:  

Het  boek De pelikaan zou ik beschrijven als een leuk boek, omdat het een goed verhaal is en in het boek komt zo nu en dan wat humor boven water. Dit is dan vaak ook op de juiste momenten het geval. Verder is het een goed verhaal met een betekenis, namelijk de betekenis van de pelikaan. Deze betekenis wordt door het boek heen steeds duidelijker. Wat ik ook goed vind aan het verhaal is dat de volgorde van de tekst ook goed is. Alle gebeurtenissen komen in een logische volgorde met ook logische gebeurtenissen voorafgaand. Ook is het woorden gebruik niet al te moeilijk en dat maakt het makkelijk om door het boek heen te lezen. Naast het makkelijke woorden gebruik is de spanning ook goed, je wilt verder lezen als je er eenmaal aan bent begonnen.

Bron: www.google.nl

Boek 4 - havo 4

Nederlands boekverslag 4

Boek: Dagen Van Gras, Philip Huff.

Samenvatting:

Het boek Dagen van Gras van Philip Huff gaat over het leven van Ben van Deventer. Ben heeft een moeilijke jeugd gehad en is aan de drugs verslaafd geraakt, waardoor hij later in een jeugdkliniek terecht is gekomen. In het boek vertelt Ben over zijn jeugd op het landgoed van zijn grootouders. Landgoed Weldra. Ben woont samen met zijn ouders op het landgoed van zijn grootouders in een huis aan de rand van het landgoed. Verder op landgoed staat nog een huis en het Oude Huis, dit is het grote huis waar zijn grootouders in wonen. Op een dag kwam er een verhuis wagen het terrein oprijden van het huis van Ben, er kwamen mensen bij wonen in het naastgelegen huis. Hij was nieuwsgierig en ging kijken wie zijn nieuwe buren waren. Daar ontmoette hij Tom. Samen hadden ze al snel veel lol en ze konden het goed met elkaar vinden. Ze vonden de zelfde muziek mooi en ze hadden de zelfde droom om groot artiest te worden. Ben en Tom waren beste vrienden. Het enige verschil tussen hun twee is dat Ben een angsthaas is, dit komt mede door zijn moeder. Thuis mag Ben niks van zijn moeder. Omdat zijn moeder een stoornis heeft waardoor ze snel en veel moe is, en het dus graag stil heeft in huis, vlucht Ben steeds vaker naar buiten. Hij gaat dan naar het Oude Huis of naar de boomhut, waar hij in het geheim met Tom afspreekt. Dit moet in het geheim omdat Tom Ben vaak in  de problemen brengt. Als ze afspreken zijn ze meestal aan het blowen. Maar het blijft niet bij het blowen, Tom heeft namelijk een nieuw idee, ze gaan paddo’s halen. De eerste keer dat ze de paddo’s nemen loopt het goed af en hebben ze een goede trip, maar de vijfde keer heeft Ben een slechte trip en raakt daar maar niet vanaf. Als hij op een dinsdagmiddag samen met Tom zit te blowen in de boomhut valt hij in slaap. Hij wordt wakker door een klap, de boomhut staat in brand. De gasbrander die ze hebben gebruikt om de joints aan te steken zijn ze vergeten uit te zetten. Ben klimt uit de boom en valt naar beneden en breekt zijn arm op drie plekken. Eenmaal weer thuis uit het ziekenhuis zit Ben in de woonkamer van het Oude Huis, zijn ouders moesten even weg. Even later ziet en hoort hij zij opa tegen hem praten, maar dit kan niet hij is gestorven aan een hartaanval. Doordat dit Ben ook overkomt wanneer zijn moeder thuis is stuurt ze hem naar de psycholoog, hier komen ze achter het drugsgebruik en dat Ben in een psychose is geraakt. Om hier vanaf te komen moet hij naar een kliniek. Maar in de kliniek wordt hij gek, het gaat nog slechter als voorheen. Echter gaat het beetje bij beetje beter. Naar een aantal maanden moet hij naar een andere kliniek voor zijn laatste periode in de kliniek. En dan eindelijk is hij weer thuis op landgoed Weldra.

Analyse belangrijke gebeurtenissen:

De eerste belangrijke gebeurtenis in het verhaal is wanneer Ben Tom leert kennen en dat ze beste vrienden worden. De volgende gebeurtenis is het doodgaan van zijn grootvader, hier kan Ben slecht mee omgaan. Verder is het drugsgebruik een belangrijke rol in net verhaal net zoals het doodgaan van zijn vader terwijl Ben in de kliniek zit. Dit geeft ook gelijk de laatste gebeurtenis aan het ontslagen worden uit de kliniek en het thuis komen op Weldra.

De schrijver: 

Philip Huff, geboren in 1984 en wonend in New York, studeerde filosofie en geschiedenis in Amsterdam en Berlijn. Hij publiceerde verhalen in verschillende tijdschriften en bladen. In 2009 maakt hij zijn debuut met de roman Dagen Van Gras. Verder schreef hij nog twee romans, een verhalen bundel en een persoonlijke leesgeschiedenis. Verder hij meegeschreven aan films, onder andere de bioscoopverfilming van Niemand in de stad (roman van Philip).

Eigen mening:  

Het boek Dagen van gras vond ik een boeiend boek om te lezen. Dit komt met name doordat het een jongen van mijn leeftijd is met een toch wel veel voorkomend probleem, namelijk drugs. Verder vind ik het een goed boek omdat het goed in elkaar zit, het is te volgen wat Ben meemaakt. Zelfs de momenten van drugsgebruik zijn zo verwoord dat je je kunt inleven wat hij meemaakt. Ook geeft het verhaal een goede inkijk in de jeugd van Ben.

Bron: www.philiphuff.net/bio/

Boek 5 - havo 4

Nederlands boek 5 verslag

Boek: Mijn Mercedes is niet te koop, Jeroen van Bergeijk.

Samenvatting:

Als Jeroen van Bergeijk in Burkina Faso in een Mercedes-taxi stapt en een vergeelde sticker van voetbalclub PSV op het dashboardkastje ziet, wordt zijn fantasie geprikkeld. Niets aan de auto herinnert nog aan zijn land van herkomst: springveren steken door de stoelen en uit de knalpijp komt een walmende, inktzwarte rook. Hoe is die auto daar terecht gekomen?
Met die vraag in het achterhoofd reist Van Bergeijk een jaar later met een oude Mercedes Diesel van Amsterdam naar West-Afrika. Hij doorkruist Marokko, de woestijn van Mauritanië en belandt via Mali, Ghana, Togo en Benin uiteindelijk in Ouagadougou. Hij krijgt autopech – uiteraard! – en maakt de nasleep van een staatsgreep mee in Togo. Onderweg gaat hij op zoek naar de handelaren en avonturiers die in oude auto’s door de Sahara rijden om ze in Afrika met winst te verkopen.      Mijn Mercedes is niet te koop is ook de geschiedenis van een auto: een Mercedes 190 D, bouwjaar 1988, 220.000 kilometer op de teller. Van Bergeijk koopt hem van een politieagent die hem tijdens zijn stationering in Kosovo van een guerrillastrijder kocht. Even nieuwsgierig naar wie de volgende zal zijn, is hij naar de vorige eigenaren, naar het verhaal achter die 220.000 kilometers.
bron: www.vanbergeijk.com

Analyse:

De belangrijkste gebeurtenis in het boek is het feit dat Jeroen in zijn oude Mercedes naar Afrika rijdt om hem daar te verkopen. Wat ook een belangrijke gebeurtenis is, is dat Jeroen panne krijgt met zijn Mercedes.

Informatie schrijver:

Jeroen van Bergeijk is journalist, schrijver, documentairemaker (en tot voor kort uitgever). Eigenlijk vind ik die bio’tjes in de derde persoon nogal aanmatigend. ‘Ik’ dan maar, al aarzelt iedere rechtgeaarde journalist uiteraard bij dat woordje. Een paar feiten. Ik woon in Amsterdam, en ben geboren in Naaldwijk. Tja, dat is net zoiets als zeggen dat je in Zoetermeer bent geboren – of  in Almere. Dan heeft mijn zoon Nick het beter gedaan: die is geboren in New York. Hij werd daar geboren omdat ik van 1996 tot 2002 als freelance journalist in New York woonde en werkte. In 1996 was ik net een paar afgestudeerd (heb sociale geografie, sociologie, communicatiewetenschap en journalistiek gestudeerd in Utrecht, Amsterdam en het gehucht New Britain, Connecticut) en vertrok samen met mijn toenmalige geliefde op de bonnefooi naar New York. We dachten dat we er een half jaartje zouden blijven, het werden er zes. Veel van wat ik toen schreef kun je nog hier vinden.

Ik heb een aantal boeken geschreven. Mijn nieuwste boek heet Uberleven – Undercover als Uberchauffeur (2018) waarvoor ik me tot taxichauffeur liet omscholen om als Uberchauffeur door Amsterdam te rijden. Mijn eerste (echte) boek kwam uit in 2003: U.S.1 – Amerika na 11 september. Daarna volgde in 2006 Mijn Mercedes is niet te koop (is in vertaling in Duitsland en Amerika verschenen). Een jaar later schreef ik samen met Han Ceelen Meer dan de feiten – gesprekken met auteurs van literaire non-fictie. Halverwege 2009 verscheen mijn bloemlezing met Afrikaanse non-fictie verhalen: Toubab! en eind 2011: Goudkoorts – of hoe ik dacht rijk te worden in de Australische outback(verscheen ook in het Duits), een verslag van mijn maandenlange pogingen goudzoeker te worden in Australie. In 2016 fietste ik na intens liefdesverdriet in een opwelling naar Santiago de Compostella en deed daarvan verslag in Liefde, lijden, lossen – in veertig dagen naar Santiago (2017). In 2007 maakte ik een documentaire, Aan ons den arbeid, die op het IDFA in premiere ging en werd genomineerd voor de ASN Bank Mediaprijs 2008. Ik maak ook veel radio-documentaires voor de VPRO en de NTR voor het programma Radio Doc, voorheen Holland Doc.
bron: www.vanbergeijk.com

Eigen mening:

Ik vond het boek Mijn Mercedes Is Niet Te Koop van Jeroen van Bergeijk een leuk boek om te lezen. Wat het boek leuk maakte voor mij was dat het over auto’s ging. Verder vond ik het avontuur om naar Afrika te rijden in een oude Mercedes reuze interessant. Ook vond ik de humor van de schrijver wel passen in het verhaal, op de juiste momenten kwam het naar voren.

Boek 6 - havo 4

Nederlands verslag boek 6                                                                                   standaard verslag

Samenvatting:
Recensie door Olivier Rieter

De man zonder ziekte van Arnon Grunberg gaat over een jonge ambitieuze Zwitserse architect met Indiase roots, Samarendra Ambani, voor zijn vrienden Sam. De kern van Sams identiteit definieert hij negatief. Deze wordt namelijk gevormd door ´het gebrek aan ziekte. Hij heeft geen rolstoel nodig, geen permanente verzorging, hij is heer en meester over zijn eigen lichaam.´ (8) Hierin verschilt hij van zijn jongere zus Aida, die kampt met een langzaam erger wordende spierziekte, waarvoor geen genezing is, behalve misschien via een dure methode in de Verenigde Staten. Sam is niet tevreden over zichzelf: ´De afwezigheid van ziekte in zijn leven was geen zegen, maar een verborgen gebrek. Hij had altijd genomen, zonder ooit iets terug te geven. Hij besloot een architect te worden die gaf, een genereuze architect.´ (23) ‘Hij wil geen architectuur maken die boven de mensen staat, die macht wil uitoefenen, maar architectuur die naast de mensen staat, die iets terug geeft.’  (35)

Het boek gaat onder meer over hooggestemde idealen over kunst en cultuur en hun nut voor de mens. Grunberg lijkt te willen tonen hoe zulke idealistische denkbeelden totaal verkeerd kunnen uitpakken in een gepolitiseerde wereld vol geweld en haat. Sam wordt door Grunberg twee maal naar het Midden Oosten gestuurd. De eerste keer naar Irak, omdat hij denkt dat hij meedingt in een wedstrijd om een operagebouw in Bagdad te ontwerpen, om Puccini naar de Irakezen te brengen. De tweede maal gaat hij naar Dubai, om een enorme bibliotheek te bouwen, die alle boeken van de wereld moet bevatten. Beide keren loopt Sams reis uit op een persoonlijk drama. Hij wordt gevangen genomen en aangezien voor een spion. De eerste keer wordt hij nog verlost uit zijn gevangenschap, de tweede keer verloopt anders.

De niet meer gelovige Sam wordt ertoe gedwongen terug te komen op zijn haast religieuze visie op de heilzaamheid van kunst: vroeg in de roman lezen we het volgende: ´Waar eens God zat, zat nu de kunst; een god zonder tanden vermoedde Sam, maar wel met een liefdevolle glimlach. Kunst bijt niet.´ (19) Dat is, zo blijkt, een naïeve gedachte. Als Sam naar Irak afreist doet hij dit in de veronderstelling dat het ergste daar wel achter de rug is. Hij wil helpen bij de wederopbouw. Hij ziet voor zichzelf en andere architecten een grote rol: ´Oorlog vernietigde mensen en hun huizen. Architecten bouwden huizen, zij stonden tegenover oorlog zoals de arts tegen de dood.´ (22) Volgens zijn compagnon Dave neemt Sam de architectuur echter te serieus, hij moet deze meer als spel zien, zoals een kind met zijn blokken speelt. (127)

Sam is een leerling van de bekende architect Max Fehmer. Hij denkt soms dat hij deze kan evenaren of overtreffen. Fehmer stelt in het boek het volgende:´De kracht van een architect is zijn talent, waarvan je zijn naïviteit moet aftrekken. Je kunt er een vergelijking voor opstellen: k=t-n´ (62/63) En ook: ´De architect moet de mensen niet verbeteren, hij moet ze bij de hand nemen en leiden´ (62) Hiermee is Sam het niet eens. Het gaat bij hem steeds ook om ‘de actieve interpretatie van de gebruiker.’ (192) De architect moet niet te dwingend zijn.

De man zonder ziekte is onder meer een roman over kunst- en architectuurvisies en hun rol in een onoverzichtelijke wrede wereld. Grunberg sprak in voorbereiding op het schrijven van het boek met diverse architecten, onder wie Rem Koolhaas. Het personage Max  Fehmer stelt: ´In onze wereld is identiteit fastfood. Architectuur moet meer willen zijn dan de tomaat op de hamburger, architectuur moet de keuken zijn waar de hamburger wordt gebakken. De architect beïnvloedt de identiteit van de gebruikers van zijn gebouwen, zijn bruggen, zijn torens. De architect is er niet alleen om mensen een dak boven het hoofd te geven, voor een dak hebben ze genoeg aan een tent, daarvoor hebben ze geen architect nodig´ (19/20). Voor Fehmer is iedere burger een architect, omdat iedereen dagelijks met architectuur wordt geconfronteerd, dit in tegenstelling tot de visies van filosofen en sociologen, waarmee mensen maar zelden in aanraking komen. (20) De architect heeft dus zowel grote invloed als grote verantwoordelijkheid.

Sam ziet in de eerste helft van de roman een connectie tussen schoonheid en idealisme. Hij  herinnert zich instemmend een uitspraak van een docent kunstgeschiedenis die zei: ´Geen ethiek zonder esthetiek. Wie de esthetiek verwaarloost, kan vroeg of laat ook de ethiek begraven.´ (50)

Wat later in de tekst, als hij de futiliteit van zijn Irakmissie begint in te zien, komt hij tot een hard zelfverwijt: ´Hij is naïef geweest, en naïviteit is erger dan domheid, erger zelfs dan slechtheid.´ (62). Het is een mening waarmee men het hartgrondig oneens kan zijn. Sam handelt in de rest van het boek ook niet alsof hij dit inzicht daadwerkelijk tot zich heeft laten doordringen.

Het boek gaat minder over trauma dan misschien mogelijk was geweest. Nadat hij na zijn eerste gevangenschap uit Irak terug is in het veilige Zwitserland vraagt Sam zijn vriendin om op hem te urineren en hem ´hond´ te noemen, zoals in gevangenschap geschiedde. Echt over het gebeurde praten wil hij niet: ´Praten maakte de dingen in de regel alleen erger. Als iets genezend is, is het zwijgen.´ (101)
Bron: https://www.literairnederland.nl/de-man-zonder-ziekte-arnon-grunberg/

Belangrijke gebeurtenissen:
De eerste belangrijke gebeurtenis is de uitnodiging die Sam krijgt voor de ontwerpwedstrijd in Irak, vervolgens is een belangrijke gebeurtenis de ontvoering/gevangen zetten van Sam. Verder heb je het moment dat het Rode Kruis hem vindt en hem mee naar huis neemt, het moment waarop hij een van de beveiligers uit Irak in Zwitserland ziet, de mail van weer iemand die hij niet kent.

Informatie schrijver:
Auteur Arnon Yasha Yves Grunberg werd in 1971 in Amsterdam geboren. Hij woont en werkt in New York City.

Grunberg werd op de leeftijd van zeventien uit de middelbare school gezet. Hij begon zijn eigen uitgeverij Kasimir , gespecialiseerd in niet-Arische Duitse literatuur, op negentienjarige leeftijd, acteerde en schreef toneelstukken. Toen hij nog maar drieëntwintig jaar oud was, werd zijn eerste roman Blue Mondays een bestseller in Europa en won hij de Anton Wachter-prijs. Het is vertaald in dertien talen.

Zijn roman Silent Extras werd in 1997 uitgegeven en heeft meer dan 100.000 exemplaren verkocht.

In 1998 schreef hij de roman Heilige Antoniusvoor de Nederlandse 'Week van de boeken'. Er zijn 701.000 exemplaren gepubliceerd. Zijn verzameling essays getiteld The Comfort of Slapstick werd hetzelfde jaar gepubliceerd.

Zijn eerste scenario, The Fourteenth Chicken , werd in de herfst van 1998 uitgebracht als een film, samenvallend met de première van You Are Also Very Attractive When You Are Dead , een toneelstuk dat Grunberg schreef voor Duitse en Israëlische acteurs en dat werd opgevoerd in Düsseldorf en Tel Aviv.

Grunberg's roman Phantom Pain werd in 2000 uitgegeven en won de AKO-prijs, het Nederlandse equivalent van de Booker. De Engelse vertaling van deze roman stond op de shortlist voor de International IMPAC Dublin Literary Award in 2005.

Grunberg heeft in opdracht van de stad Rotterdam en de uitgeverij Athenaeum-Polak & van Gennep een eigentijdse versie van Erasmus 'In Praise of Folly geschreven. Dit boek, In Praise of Mankind , verscheen in 2001 en won een jaar later de Golden Owl Award voor het beste boek. In 2001 vond ook de publicatie plaats van Amuse-Bouche , een verzameling van zijn korte verhalen.

Onder de naam Marek van der Jagt schreef Grunberg de roman Het verhaal van mijn kaalheid , waarvoor hij voor de tweede keer de Anton Wachter-prijs won, een prijs voor de beste debuutroman. Hij werd de eerste schrijver in de geschiedenis van deze prijs die het twee keer had gewonnen. The Story of My Baldness heeft de Aspekte-prijs in Duitsland gewonnen.

Wederom onder de naam Marek van der Jagt, in 2002, publiceerde Grunberg het essay Monogamous , het essay dat dat jaar werd gekozen voor de 'Week van de boeken'. Een ander werk van Marek van der Jagt, de roman Gstaad 95-98 , werd in 2002 gepubliceerd en werd geïntroduceerd door Arnon Grunberg in Wenen.

In 2002 won Grunberg de Duitse NRW Literatuurprijs voor al zijn boeken die in het Duits waren vertaald, waaronder die van Marek van der Jagt.

In 2003 verscheen zijn roman The Asylum Seeker in Nederland en werd hij tot zijn beste roman tot nu toe uitgeroepen.

In 2004 publiceerde hij een verzameling korte verhalen, Grunberg Around the World , en een novelle, Monkey Grabbing Hold of Happines . In september 2004 werd zijn roman De Joodse Messias gepubliceerd.

In 2004 won hij de prestigieuze Bordewijk-prijs voor The Asylum Seeker.
Ook won hij voor deze roman voor de tweede keer de AKO-prijs. Grunberg is tot nu toe de enige auteur die deze prijs twee keer heeft gewonnen.

Van september 2004 tot november 2005 was hij de anchorman van het wekelijkse Nederlandse culturele tv-programma RAM .

In 2005 stond de Joodse Messias op de shortlist van zowel de Gouden Uil als de AKO-prijs.
In het voorjaar van 2005 gaf hij een masterclass aan de Technische Universiteit in Delft, over "de techniek van lijden". Najaar 2005 werd The Technique of Suffering gepubliceerd. Het boek bevat zijn lezingen en een beschrijving van de machines die de studenten onder zijn supervisie hebben gebouwd.

Ook in 2005 werd de Grunberg-bijbelgepubliceerd, de beste uit het oude en het nieuwe testament volgens Grunberg.

In hetzelfde jaar monteerde hij een verzameling verhalen uit Oost-Europa, Fear Defeats Everything .

In september 2006 werd zijn roman Tirzagepubliceerd. Met deze roman won hij zijn tweede Golden Owl Award en de Libris Prize. Het heeft meer dan 300.000 exemplaren verkocht.

Omdat I Desire You , een verzameling brieven, in 2007 werd gepubliceerd.

Zijn roman Our Uncle werd in september 2008 gepubliceerd.

Een verzameling van rapporten van 2006 tot 2008, Chambermaids en Soldiers , werd begin 2009 gepubliceerd.

In het najaar van 2009 verscheen The Betrayal of the Text , een verzameling van Grunberg's lezing over oorlog en waarheid, tijdens zijn gastlessen aan de Universiteit Leiden , evenals essays en korte verhalen van zijn studenten.

Hij was gastschrijver aan de Wageningen Universiteit in september en oktober 2009.

In december 2009 ontving Grunberg de Constantijn Huygensprijs voor zijn complete oeuvre, gevolgd door de Frans Kellendonk-prijs in 2010.

Zijn roman Huid en Haar (tand en nagel) werd in oktober 2010 gepubliceerd.

In het voorjaar van 2011 schreef Grunberg een toneelstuk, De Hollanders (geregisseerd door Gerardjan Rijnders), over de terugkeer van Nederlandse soldaten uit Afghanistan, voor studenten van de Amsterdamse Theaterschool. De première vond plaats in De Kleine Komedie in Amsterdam op 22 juni 2011.

Grunberg ontving in juli de Vlaamse KANTL-prijs voor zijn roman Tirza .

In oktober 2011 verscheen De Mensendokter .

In februari 2012 verscheen een eerste verzameling van de dagelijkse column van Arnon Grunberg in de Volkskrant, Voetnoot(Voetnoot).

In mei 2012 verscheen zijn roman De man zonder ziekte .

In februari 2013 verscheen Grunberg's verzamelde essays over film, Buster Keaton lacht nooit ("Buster Keaton lacht nooit").

In november 2013 werd een verzameling korte verhalen, Apocalyps , gepubliceerd.

In januari 2015 ging zijn toneelstuk Our Mothers in première.

De volgende maand kwam de novelle Het bestand uit.

Grunberg was een eredoctoraat aan de Universiteit van Amsterdam in januari en februari 2015.

In mei 2016 verscheen zijn roman Birthmarks .

Op 18 juni 2016 ging het toneelstuk The Future of Sex in première.

In januari 2017 ontving Grunberg de Gouden Ganzenveer, een prijs voor zijn grote bijdrage aan het geschreven woord.

In mei 2017 is Thuis ben je , een verzameling reisverhalen, verschenen.

1 juni 2017 was de première van De Mensheid, waarin Grunberg een van de hoofdrollen speelde.

Het stuk De tweede wereldoorlog einde vandaag ging in première op 4 mei 2018.

In september 2018 publiceerde hij de roman Goede mannen .

Het werk van Grunberg is vertaald in negenentwintig verschillende talen.

Hij schrijft rapporten, boekbesprekingen, columns en essays voor de NRC Handelsblad en de Volkskrant, een maandelijkse column voor het Belgische tijdschrift Humo ( The Mailbox of Arnon Grunberg ), voor Wordt Vervolgd , het Nederlandse magazine van Amnesty International en het tijdschrift Vrij Nederland ( Grunberg Helps ) en een wekelijkse column voor het tijdschrift VPRO Gids .

Regelmatig publiceert hij essays en verhalen in het literaire tijdschrift Hollands Maandblad .

Grunberg schreef ook een blog voor het online literaire tijdschrift Words Without Borders van 2005 tot 2010.

Hij droeg bij aan bijvoorbeeld The New York Times, The Times of London, L'Espresso, Internazionale, Aftonbladet, Tages-Anzeiger, Süddeutsche Zeitung, Der Standard, Die Welt, Die Zeit, Neue Zürcher Zeitung, SonntagsZeitung, Libération, Courrier International, Culture + Travel, Salon.com, n + 1 Magazine en Bookforum.

 

 

 

 

Eigen mening:
Ik vond het boek De Man Zonder Ziekte van Arnon Grunberg een leuk en op sommige stukken een spannend boek. Wat ik leuk vond aan het boek was het verhaal, een Zwitser die wordt uitgenodigd voor een wedstrijd in Irak waar eigenlijk nog gewoon oorlog is. Verder zit de spanning in de stukken op momenten wanneer je zelf ook echt geen idee hebt wat er zo kunnen gebeuren. Je verplaatst je in de hoofdpersoon. Wel woorden er af en toe wel wat moeilijkere woorden gebruikt, niet woorden die heel belangrijk zijn om het verhaal te begrijpen. Ook zitten er stukken in het boek waarin de tijd in stappen gaat, wat niet altijd even duidelijk is. Maar ondanks deze dingen blijf ik het een leuk en spannend boek vinden.

 

Boek 7 - havo 5

Boekverslag Nederlands 7:   

Samenvatting:
Het boek J.Kessels The Novel van de schrijver P.F. Thomése gaat over een bizarre reis die de schrijver zelf met zijn beste vriend J.Kessels meemaakt. Het verhaal begint met een telefoontje dat in het begin lijkt op een van de vele fans die graag het adres van J.Kessels te weten willen komen. Naar een tijdje valt het kwartje bij de schrijver, de man aan de telefoon is een oude bekende van vroeger, die hij voornamelijk herkent aan de gedachten naar zijn oudere zus Birgit de Braaij. De man aan de telefoon is Bertje de Braaij. Bertje die zelf voortaan door het leven gaat als Berend heeft een detective bureau. Voor de opdracht die hij nu heeft binnen gekregen had hij hulp nodig en kon maar aan een persoon denken die hem daarbij zou kunnen helpen. Omdat de schrijver graag weer bij zijn droom meisje zou willen komen besluit hij akkoord te gaan en Berend te helpen, dat doet hij natuurlijk met J.Kessels. De zoektocht gaat naar een man die volgens  Berend verschillende illegale operaties onderhanden heeft. De zoektocht brengt hun naar het Duitse Hamburg. Eenmaal in Hamburg aangekomen begint de zoektocht naar de man nogal rumoerig omdat Berend over alles wil vergaderen. Ze weten dat de man die ze zoeken fan is van een voetbalclub in Hamburg. Wanneer ze naar een voetbalwedstrijd gaan in het stadion duurt het even voordat ze hem spotten. Midden in een afgesloten vak staat de gezochte man. Nadat Berend de wachter van het vak heeft om weten te praten halen ze de man uit het vak. Ondertussen moesten de schrijver en J.Kessels de auto gaan halen. Toen ze bij de auto aankwamen en hun tassen in de kofferbak wouden leggen deden ze een schokkende ontdekking, er lag namelijk een lijk in de kofferbak. Ze besloten om te zwijgen over het lijk en Berend en de man op te halen. Eenmaal terug in Breda aangekomen bij het huis van Boontje(de man) deed de schrijver een schokkende ontdekking zijn droom meisje was een oud vel geworden. Verder werd bekend dat het lijk van Berend afkwam. En daarmee eindigt het verhaal.

Belangrijke gebeurtenissen:
De eerste gebeurtenis die belangrijk is het moment waarop hij het telefoontje krijgt van Bertje en zich zijn oudere zus herinnerd. De volgende gebeurtenis is het vinden van de man van de zoektocht. Verder volgen de gebeurtenissen dat ze het lijk vinden, dat de schrijver zijn droom meisje ontmoet en dat het raadsel van het lijk wordt opgelost.

Informatie schrijver:
P.F. Thomése is geboren in 1958 in Doetinchem. Hij staat bekend als een van de veelzijdigste schrijvers op ons taalgebied. Verder is hij meerdere keren genomineerd en bekroond. Ook zijn de boeken van hem in meer dan twintig talen vertaald.

Eigen mening:
Ik vind het boek J.Kessels The Novel een grappig en goed geschreven verhaal. Het boek is grappig omdat de schrijver met zijn beste vriend en personage de meest belachelijke dingen meemaakt. Verder is hun humor van de bovenste plank of eerder gezegd van de onderste plank. En het is een goed verhaal omdat alles in het verhaal klopt maar ook weer niet.
 

Boek 8 - havo 5

Nederlands boekverslag 8

Titel: Zwarte Ogen
Schrijver: Thijs Feuth

Samenvatting:

Het boek Zwarte Ogen van Thijs Feuth gaat over een succesvolle advocaat. De advocaat genaamd Karel Marsman blinkt uit onder de advocaten. Door zijn vele successen als advocaat wordt er hem een baan aangeboden op de universiteit om andere te leren over het vak van advocaat. Maar vlak voordat hij aan zijn nieuwe baan begint wordt alles hem te veel. Het dagelijkse leven, de drukte en het vermoeden dat zijn vrouw vreemd gaat drijft hem tot het uiterste. Zonder zijn vrouw en naasten in te lichten trekt Karel er op uit. Met als doel de leegte van de Finse moerassen. Met zijn fiets en bepakking vertrekt hij, hoe verder Karel komt des te meer voelt hij de vrijheid. Al snel komt Karel terecht in het nogal afgelegen Scandinavië, waar hij steeds minder mensen tegenkomt. Maar toch blijft dat steken bij Karel, er is letterlijk niemand. Wanneer hij eenmaal enige tijd door het noorden heeft rond getrokken en de Finse moerassen bereikt, beseft Karel ook dat de vrijheid die hij dacht dat er was in het vrije noorden, steeds meer begint af te zwakken. Hoe langer Karel rond fiets des te meer hij zich verlaten voelt. Ook beseft Karel steeds meer over zijn eigen, met name over voorgaande jaren.

Informatie schrijver:

Thijs feut is geboren in Nijmegen in 1981. Hij heeft geneeskunde gestudeerd in Amsterdam. Hij werkt als arts in Fins Lapland. Ook is hij fanatiek hardloper en behoort hij tot de Nederlandse marathontop.

Eigen Mening:

Het boek Zwarte Ogen vond ik een apart en enig sinds een saai verhaal. Ik vond het apart vanwege het besluit om zomaar te vertrekken naar een plek die je niet kent. En ik vond het verhaal soms wat saai omdat het vooral eentonig is geschreven, het blijft bij de hoofdpersoon die op zijn fiets naar het noorden vertrekt en links en rechts wat mensen tegen komt die hem weer op een recht spoor zetten. 

Boek 9 - havo 5

Nederlands boekverslag 9

Titel: Maan en Zon
Schrijver: Stefan Brijs

Samenvatting:

Het boek gaat over een taxichauffeur op Curaçao genaamd Roy Tromp. Het boek begint wanneer op een dag bij de lokale school een nieuwe jongen wordt afgezet. Op de school zijn de geestelijke broeders de leraren. Maar de auto waarmee Max werd afgezet trok de meeste aandacht, het was namelijk een super mooie Dodge. Toen Max uit de auto was gestapt en het schoolplein opliep werd hij meteen omringd door nieuwsgierige klasgenoten en de rest van de school. Iedere dag na schooltijd zo zijn vader hem ophalen, maar vaak moest Max daar nog verschillende uren op wachten voordat zijn vader er dan eindelijk was. Max woont samen met zijn moeder in een golfplaten huisje ergens op de kunuku. Het blijkt dat Roy meerdere vrouwen heeft gehad en zal krijgen, ook heeft de moeder van Max een geheim te verbergen wat ze de broeder wel heeft verteld. Na enkele jaren krijgt Max een verschrikkelijk probleem te verduren, zijn vader Roy heeft reuma gekregen en ligt zo goed als vast aan het bed. Door deze gebeurtenis is er wel een wens vervult, die van Max haar moeder. Zij wou namelijk dat Roy gewoon bij haar bleef. Doordat Roy niet meer als taxichauffeur kan werken wordt de Dodge ook langzaam aan vergeten en verwaarloosd. Tot op een moment Max juist weer aan de auto gaat sleutelen. Om de auto weer compleet te krijgen gaat hij af en toe onder delen halen in Nederland met het vliegtuig. Maar met deze vluchten blijkt Max ook iets anders te doen, namelijk drugs vervoeren. Dit komt hem uiteindelijk duur te staan, met de dood.

Informatie Schrijver:  

Stefan Brijs werd geboren op 29 december 1969 in Genk (Belgisch-Limburg), waar hij ook jarenlang woonde en naar school ging. In 1990 studeerde hij af als onderwijzer en begon als opvoeder aan zijn vroegere middelbare school te werken. Van 1994 tot 1997 woonde hij in Zonhoven, daarna vestigde hij zich opnieuw in Genk.

Sinds 1999 schrijft Stefan Brijs voltijds – hij had op dat ogenblik drie boeken gepubliceerd en verscheidene essays en recensies geschreven voor de boekenbijlagen van De Morgen en De Standaard. In 2003 verhuisde hij naar het platteland van Koningshooikt, niet ver van het stadje Lier in de provincie Antwerpen. Tien jaar later verruilde hij België voor het diepe zuiden van Spanje.
Stefan Brijs debuteerde bij uitgeverij Atlas (Amsterdam) met De verwording, een magisch-realistische roman die opviel door zijn barokke taal. Een recensent noemde hem toen ‘een groot talent’ en ‘de hoop van de Vlaamse letteren’.

Na zijn debuut zwierf Brijs over Vlaamse begraafplaatsen, op zoek naar de resten van zijn literaire voorgangers, onder wie Gustaaf Vermeersch, Richard Minne, Maurice Gilliams en Karel van de Woestijne. Zijn queesten beschreef hij in Kruistochten, dat in 1998 verscheen. Deze essays kregen een vervolg in de krant De Standaard, waarvoor hij De vergeethoek maakte, een serie literaire portretten van vergeten Vlaamse schrijvers die in maart 2003 werden gebundeld.

In 2000 verscheen Arend, een aangrijpende roman over een misvormde jongen, die op zoek is naar zichzelf, naar begrip en naar liefde en ervan droomt om ooit te kunnen vliegen. Het boek kreeg zowel in Vlaanderen als in Nederland veel lof toegezwaaid. In Het Belang van Limburg werd het ‘een sterke en ontroerende roman’ genoemd, in Knack ‘een literaire prestatie die er mag zijn’. De Volkskrant had het over ‘een wonderschone roman’ en HP/De Tijd over ‘een nieuwe literaire sensatie’.

In de zomer van 2001 was er de publicatie van Villa Keetje Tippel, die veel stof deed opwaaien. In deze monografie wordt de geschiedenis verteld van de schrijfster Neel Doff en haar (intussen gesloopte) villa in Genk, die zij van 1908 tot 1939 elke zomer betrok en die haar inspireerde tot verscheidene werken. Tegelijk verwerkte Stefan Brijs in dit boek ook de geschiedenis van zijn eigen geboorte- en woonplaats Genk, een schilderachtig boerendorpje in de Kempen dat in honderd jaar tijd uitgroeide tot het industriële kunsthart van Belgisch-Limburg.

In de winter van 2001 verscheen Twee levens, een novelle die net als Arend in Vlaanderen en Nederland erg positief werd ontvangen. De Morgen had het over ‘een beklemmend kerstavondrelaas’, in het Parool werd de novelle aangeprezen als ‘een overtuigend verhaal. Heel mooi’ en het Algemeen Dagblad schreef dat het ‘een pracht van een kerstnovelle’ was.

In oktober 2005 verscheen zijn nieuwe roman De engelenmaker, waarvan de vertaalrechten aan meer dan vijftien landen zijn verkocht, waaronder Amerika, Engeland, Frankrijk, Duitsland, Rusland en China. Het boek ging intussen in Vlaanderen en Nederland al 175.000 keer over de toonbank en werd bekroond met de Gouden Uil Prijs van de Lezer 2006, de Vijfjaarlijkse Prijs voor Proza van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde 2006 en door de leesclubs van Vlaanderen en Nederland met de Boek-delenprijs 2007. Ook werd het genomineerd voor de Libris Literatuurprijs 2006 en de AKO Literatuurprijs 2006. In 2010 kreeg de Franse vertaling Le Faiseur d’anges de Prix des Lecteurs Cognac, een jaar later won het boek de Euregio-Schüler-Literaturpreis, toegekend door scholieren uit België, Nederland en Duitsland. In 2011 verscheen de 25ste druk in het Nederlands als Dwarsligger®. Momenteel zit het boek aan zijn 39e druk.

In oktober 2006 verscheen Korrels in Gods grote zandbak, een essaybundel over de schrijvers van Turnhout, onder wie Jan Renier Snieders, Emiel Fleerackers, Jozef Simons en Ward Hermans. Dit boek schreef Stefan Brijs in opdracht van de stad Turnhout en het Cultuurcentum De Warande.

In oktober 2011 verscheen zijn nieuwe roman: Post voor mevrouw Bromley. Daarvan zijn intussen meer dan 50.000 exemplaren verkocht. Het boek prijkte op de longlist van de Libris Literatuurprijs en de AKO Literatuurprijs. Duitsland en Frankrijk verwierven de vertaalrechten. De Franse vertaling Courrier des tranchées (door Daniel Cunin) werd genomineerd voor de Prix Fémina Étranger.

Samen met beeldend kunstenaar Koenraad Tinel verzamelde hij verhalen in Genk, die werden gebundeld in VertelGenkVertel. Deze samenwerking resulteerde in september 2013 in een nieuw project: Verhalen van het Pajottenland, waarvoor Koenraad verhaal en tekeningen aanleverde en Stefan de tekst schreef.

In 2015 volgde Maan en zon, de ‘grote Antiliaanse roman,’ volgens HP/De Tijd. Onder de titel Taxi Curaçao verscheen het boek in het Duits en in het Frans. De Franse vertaling (door Daniel Cunin) haalde de shortlist van de Prix Fémina Étranger.

In 2017 volgde Andalusisch logboek, een bonte verzameling van aantekeningen en impressies, belevenissen en verhalen over de natuur, de cultuur, de geschiedenis en de mensen in het zuiden van Spanje, waar Brijs sinds 2014 woont. Het boek stond op de shortlist van de Bob den Uyl Prijs voor het beste Nederlandstalige reisboek.

In september 2019 verschijnt Brijs’ nieuwe roman Zonder liefde. De Franse vertaalrechten zijn intussen al verkocht aan Editions Héloïse d’Ormesson.

Bron: http://www.stefanbrijs.be/biografie/

Eigen mening:

Het boek Maan en Zon van Stefan Brijs vind ik een apart en vernieuwend boek dat ik heb gelezen. Ik vind het boek een beetje apart omdat het geen doorsnee verhaal is. Je weet in het begin niet dat het gaat eindigen zoals het boek is geëindigd. Daarnaast vind ik het een voor mij vernieuwend boek omdat de schrijver het perspectief op een leuke manier heeft gebruikt. Namelijk door de ogen van de Broeder die alles ziet en hoort over het gezin Tromp.
 

Boek 10 - havo 5

Boek verslag Nederlands 10

Titel: Onheilig
Schrijver: Roos van Rijswijk

Samenvatting:
Een zevenenvijftigjarige vrouw is dodelijk ziek. Haar therapeute Jacoba heeft haar de opdracht gegeven om een dagboek bij te houden. Er is een man, Leendert, die af en toe wat wiet komt brengen om haar lijden te verlichten. Een oudere zus, van de verwijtgeneratie, en haar zoon Miguel, de vrucht van een korte relatie met een zo goed als onbekende Mexicaan. Het is een wonder dat een dergelijke jonge schrijfster de naderende dood zó kan aanvoelen, dat het testament van de moeder zo waarachtig is. Dat heeft met eerlijkheid te maken, van personage én van schrijfster. De stervende vrouw neemt geen blad voor haar mond, voor zover ze dat gedurende haar leven ooit heeft gedaan. Haarscherp fileert ze haar eigen tekortkomingen en die van anderen. Geen tijd meer voor het omfloersen van gedachten en gevoelens. Eigenlijk heeft ze nooit van het kind gehouden. Haar man Alfons, overduidelijk niet de vader, deed aangifte van het kind. Geboortekaartjes werden er niet gestuurd. Op z’n achttiende vertrok hij uit huis.

Ik weet niet of mijn leven eindigde toen Miguel kwam, ik neig naar dat laatste. Het eindigde toen ik doorhad dat hij zou komen, toen het te laat was om hem tegen te houden. […] Ik ben gedoemd familiebanden te hebben die niet goed voor me zijn; zelfs als kind zoog die jongen het leven uit alles wat in zijn buurt kwam.

Nu, jaren later, heeft Miguel zijn baan eraan gegeven en heeft hij een huisje verbouwd in het Duitse kuuroord Nieheim (Nomen est omen, ‘geen thuis’, het bestaat echt, ligt niet ver van Paderborn in Noordrijn-Westfalen, vlak bij Hessen.) Twee jaar lang is er geen contact tussen moeder en zoon. Voor zover dat er in de voorgaande decennia wel is geweest. In elk geval vindt de zus van de stervende vrouw dat ze het aan hem moet vertellen. Maar hoe, Miguel heeft alleen het adres van het stadhuis van Nieheim opgegeven. Fijne vervreemding.

Hoe scherp zet Van Rijswijk haar personages neer. De zus komt binnen met de obligate bak soep ‘voor in de vriezer’. Even daarvoor had ze getelefoneerd.

Zus huilde, ik denk alleen om het idee, haar adem klonk zwaar in de telefoon.

Daar is weer zo’n kleine twist, in dit geval een behoorlijk cynische constatering van de stervende.

Ik had nooit gedacht dat ik je zou overleven, zei ze. Het is nog niet te laat, zei ik.

Voor haar ziekte is ze er te goed aan toe. (Een herkenbaar, wat vreemd verwijt. ‘Je kunt het aan jou niet zien.’ ‘Je leeft nog.’ Wat voor schuld willen mensen soms toch dat je op je laadt?) En dat terwijl ze wel van het goede leven hield. Waarschijnlijk heeft ze in de loop der jaren nogal eens wat voorgewend. (Ze beeldde zich als jong meisje in aan de vallende ziekte te lijden. In zekere zin komt dat als een soort ‘ziekte-lemma’ nu weer terug. ‘De angst voelt als vallen, ook weer als vallen.’) Uiteindelijk krijgt Miguel via via een brief van haar. Hij wil bewijs zien, attesten van dokters.

De briefachtige bespiegelingen van de moeder worden afgewisseld met stukken in hij-vorm die Miguel in Duitsland beschrijven. Miguel die daar zijn eigen huis heeft gebouwd op een berg en daar samen met twee aanlopers leeft: een jong katertje en Jorge, een Spanjaard of Mexicaan, een grote jongen met een geestelijke achterstand. De goegemeente beschouwt hen, kort door de bocht zoals een dergelijke gemeenschap kan zijn – als twee broers. Dezelfde gebronsde huid en donkere haren. Miguel heeft de behoefte om zich alleen terug te trekken, maar kan tegelijkertijd geen afstand nemen van de forse jongen. Jorge heeft driftbuien, maar kan wel goed hekjes timmeren, schilderen en kersen plukken. Ze vullen hun dagen met klusjes. Als Jorge maar af en toe de harde nummers van de band Unheilig kan draaien dat blijft de situatie beheersbaar.

Dan werkt Van Rijswijk bekwaam naar een apotheose toe, die, goed zo, eerder een teleurstelling is, voor de personages welteverstaan, beslist niet voor de lezer. Zoals in het echte leven er vaak geen ruimte is om iets mooier voor te doen. De moeder gaat met haar laatste krachten alleen ‘op vakantie’ naar Duitsland. Zoonlief gaat met zijn sidekick naar Amsterdam. Heel krachtig is ook aan Onheilig, dat Van Rijswijk nergens verzandt in (over)bekende beschrijvingen van lichamelijk verval. Je kunt medelijden hebben met je lichaam, bijna als een aparte entiteit. De vorm, de monoloog interieur, zorgt ervoor dat de schrijfster het meest intieme van haar protagonist ‘heel particulier’ aan de lezer kan presenteren. De stervende vrouw is (excuus, het drong zich op) in deze roman als personage echt tot leven gekomen.
Bron: www.tzum.info

Informatie schrijver:
In 2016 verscheen bij Querido de roman Onheilig, bekroond met de Anton Wachterprijs. In 2017 verscheen het prozagedicht (beeld & vormgeving Niek Hendrix) Calligram bij De Ketelfactory. In 2018 verschenen Wat ben ik meer dan stilte – verhalen van geesten (verhalen & gedichten, Van Eyck) en De Olifant van de bovenbuurman (verhalen, Querido, illustraties door Sylvia Weve).

Voor diverse opdrachtgevers (o.a. Crossing Border, Singel Uitgeverijen, Vrije Universiteit, Wintertuinfestival) interview ik op en ver van podia, ook moderatie en presentatie. Maandelijks programma: Letteren Live.

Voordracht bij/op o.a. Mensen Zeggen Dingen, Writers Unlimited, Passa Porta, SLAA, Lowlands, Haarlemse Lente.

Proza, essays, interviews, columns voor onder meer Tijdschrift Ei, De Revisor, De Gids, Tirade, de SLAA, Das Magazin, De Correspondent, Advalvas, Athenaeum, VU magazine, De Groene Amsterdammer.

Ik recenseer vertaalde fictie voor NRC Handelsblad.

Ik geef schrijfcursussen- en workshops.

Initiatiefnemer van de J.M.A. Biesheuvelprijs; de enige prijs voor de beste korteverhalenbundel.
 

Bron: www.roosvanrijswijk.nl

Eigen mening:
Het boek Onheilig van Roos van Rijswijk vind ik een aangrijpend verhaal, omdat het gaat over een persoon die dodelijk ziek is en steeds dichter tot de dood komt te staan. Verder vind ik ook het geval van de zoon die later terug gaat naar zijn moeder een mooi iets.

Terugblik havo 4

Overige opdrachten

Wat is je startpositie?

Aan het einde van havo 5 moeten jullie een mondeling examen afleggen over 10 gelezen boeken. Deze boeken lees je in havo 4 en havo 5.

Het is natuurlijk niet zo dat je pas in havo 4 begint met lezen. Jullie hebben allemaal al eerder boeken gelezen. De één misschien wat meer boeken dan de ander. De één leest alleen, omdat het moet, terwijl de ander ook voor zijn of haar ontspanning leest.

Eén van de doelen die we in havo 4 en 5 met lezen hebben, is dat je je ontwikkelt op het gebied van literatuur. Je gaat nog beter ontdekken welk type boek past bij jou en waarom. Aan het einde van havo 5 moet je een beargumenteerde mening kunnen geven over gelezen boeken.

We hebben dus een doel in havo 5, maar om een doel te hebben, moet je ook weten waar je gestart bent. Daarom de volgende opdracht voor jullie:
Denk eens terug aan de boeken die je gelezen hebt. Denk je dat dit literatuur of lectuur is? Wat is eigenlijk het verschil tussen literatuur en lectuur? Beantwoord de vorige vragen en verwerk je antwoorden in een goedlopend geheel.
Kies één van de boeken uit die je recentelijk gelezen hebt. Welk boek kies je en waarom? Raad je mensen dit boek aan of juist niet? En waarom? Beantwoord ook deze vragen en verwerk de antwoorden in een goedlopend geheel.

Plak je antwoorden hieronder

 

  • Het arrangement Leeslogboek havo 4 - 2018/2019 - kopie 1 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Aaron Hasselman Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2020-03-01 19:24:03
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Leerniveau
    HAVO 4;
    Leerinhoud en doelen
    Nederlands; Literatuur;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    20 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    havo4, havo5, leeslogboek, literatuur, nederlands

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Musters, Marloes. (z.d.).

    Leeslogboek havo 4 - 2018/2019

    https://maken.wikiwijs.nl/127670/Leeslogboek_havo_4___2018_2019

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.