Thema Animals and pets - b12

Thema Animals and pets - b12

Animals and pets

Introduction

Welkom bij het tweede thema van Engels.
Dit thema gaat over Animals and pets: dieren en huisdieren.

Hoe?
Je gaat oefenen met schrijven (writing), lezen (reading), luisteren (listening) en spreken (speaking).

Wat?
Je gaat in het Engels schrijven en praten over (jouw) huisdieren en andere dieren.
Je gaat ook luisteren naar mensen die over dieren vertellen. Zij werken met dieren, bijvoorbeeld als dierenarts of als boer.

Succes en veel plezier!

Getting started

Je bent begonnen aan het thema Animals and pets.

In het thema vind je verschillende onderdelen om te kijken, te luisteren, te lezen en te doen.

Er zijn leesteksten, video's, luisterfragmenten, afbeeldingen en foto's.

Er zijn ook verschillende soorten oefeningen. Sommige oefeningen doe je alleen, andere oefeningen doe je in een groep.

Aan het eind van oefeningen die je in een groep doet, bespreek je met dezelfde groep de antwoorden. Soms vraag je andere klasgenoten om mee te luisteren of te lezen.

Sommige oefeningen worden nagekeken door de computer.

Need to know

Eerst ga je kijken of je klaar bent om aan dit thema te beginnen. Doe de test.

Can do

In dit thema ga je oefenen met de volgende leerdoelen.

Luisteren

  • Je kunt basiszinnen begrijpen over (huis)dieren. Je begrijpt wat er wordt gezegd als er langzaam en duidelijk wordt gesproken.

Lezen

  • Je kunt eenvoudige zinnen en een eenvoudig verhaaltje begrijpen over (huis)dieren.

Gesprekken voeren

  • Je kunt deelnemen aan een eenvoudig gesprek over (huis)dieren. Je gesprekspartner spreekt langzaam. Hij of zij herhaalt af en toe de zinnen. Je gesprekspartner helpt je bij wat je probeert te zeggen. Je kunt eenvoudige vragen stellen en beantwoorden.

Spreken

  • Je kunt eenvoudige uitdrukkingen en zinnen gebruiken om te praten over (huis)dieren.

Schrijven

  • Je kunt een kort, eenvoudig verhaaltje schrijven over (huis)dieren.
  • Je kunt een e-mail schrijven.

To do

In dit thema ga je de volgende dingen doen:

  • Luisteren naar mensen die praten over hun huisdieren.
  • Lezen over dieren en huisdieren.
  • Een paar e-mails schrijven.
  • Vertellen over dieren.

Maar dit hoef je nog niet meteen te kunnen!
Volg de lessen om alles te leren wat je moet weten.

Blok

Titel

Activiteit

1

My pet

Luisteren en lezen over huisdieren.

Spreken en een e-mail schrijven. Je vertelt over (jouw) huisdieren.

Grammatica: Oefenen met vragen stellen in de present simple.

2

Animal hospital

Luisteren en lezen over dierenartsen.

Spreken en een e-mail schrijven. Je vertelt een verhaaltje over een bezoek aan een dierenarts.

Grammatica: Oefenen met ontkenningen in de present simple.

3

Farm animals

Luisteren en lezen over boerderijdieren.

Spreken en een e-mail schrijven. Je vertelt over jouw bezoek aan een boerderij.

Grammatica 'Personal pronouns' herhalen.

Lessons

Hieronder staan de drie blokken van dit thema.
Maak je keuze.

Blok 1

My pet

Blok 2

Animal hospital

Blok 3

Farm animals


Vocabulary Animals and pets

Deze woorden en chunks kunnen je helpen bij je lessen.
Je hoeft ze niet uit je hoofd te leren.

Vocabularylist Animals and pets A Animals and pets chunks A
Vocabularylist Animals and pets B Animals and pets chunks B
Vocabularylist Animals and pets C  

 

 

 

 

 

 

Tip:

Er zijn veel manieren om woorden te leren. Je kunt de woorden hardop oplezen of overschrijven.
​Klik in Wozzol op de rode pijl voor de opties.

Finishing touch

Je hebt de blokken van het thema 'Animals and pets' doorgewerkt.

Tijd voor de Finishing touch.
Je vindt hier vier extra schrijf- en spreekopdrachten.

  • Kies er één of twee uit. Overleg met je docent hoeveel je er moet doen.
  • Werk samen met een klasgenoot.
  • Maak daarna de D-toets en beantwoord de evaluatievragen.

Succes.

Project A: Telephone conversation

Telephone conversation: Informatie vragen via de telefoon

Zoek een klasgenoot om mee samen te werken.

Situatie
Je wilt naar de dierentuin, maar je weet niet wat er allemaal te doen is.

  • Bel de dierentuin. Zeg wie je bent.
  • Je wilt weten wat voor dieren er in de dierentuin zijn en wat je er kunt doen.
  • Je klasgenoot speelt de medewerker van de dierentuin en beantwoordt de vragen.
  • Klaar? Draai de rollen om en voer nog een gesprek.

Tip:
Vraag twee klasgenoten te luisteren en commentaar te geven op je gesprek.

Beoordeling van de taak
Je hebt het goed gedaan als je:

  • het gesprek goed bent begonnen en goed hebt afgesloten;
  • de juiste woorden wist;
  • wist hoe je antwoord moest geven;
  • duidelijk sprak;
  • iedereen je begrepen heeft.

Beoordeling van de taak
Je hebt het goed gedaan als:

  • je het gesprek goed bent begonnen en goed hebt afgesloten;
  • je de juiste woorden wist;
  • je wist hoe je antwoord moest geven;
  • je duidelijk sprak;
  • iedereen je begrepen heeft;
  • je jouw gesprek samen met een andere leerling hebt verbeterd.

Kijk in onderstaande tabel of je bovenstaande punten voor jezelf zou beoordelen als goed, voldoende of onvoldoende.

 

GOED

VOLDOENDE

ONVOLDOENDE

 

De juiste woorden kennen en gebruiken

Ik kan alle eenvoudige woorden gebruiken om me voor te stellen en de informatie te vragen.

Ik kan de meest noodzakelijke woorden gebruiken om me voor te stellen en de informatie te vragen.

Ik kan de meest eenvoudige woorden nog niet gebruiken om me voor te stellen en de informatie te vragen.

 

Grammatica – zinnen maken

Ik kan alle geleerde grammatica gebruiken in eenvoudige zinnetjes.

Ik kan de meeste, maar nog niet alle grammatica gebruiken in eenvoudige zinnetjes.

Ik kan de geleerde zinnen niet formuleren, maar gebruik losse woorden zonder zinsverband.

 

Duidelijk - vloeiend spreken

Ik praat bijna zonder aarzelingen vlot door.

Ik praat redelijk vlot door,  met af en toe een aarzeling.

Ik praat met te veel pauzes en aarzelingen en zonder intonatie.

 

Uitspraak

De uitspraak van wat ik geleerd heb, klinkt met wat moeite verstaanbaar voor mijn klasgenoot.

De uitspraak van wat ik geleerd heb, klinkt redelijk verstaanbaar voor mijn klasgenoot.

De uitspraak van wat ik geleerd heb, klinkt niet verstaanbaar genoeg voor mijn klasgenoot.

 

Overbrengen van de boodschap

Ik kan anderen zonder veel moeite duidelijk maken wat ik bedoel en wat ik wil.

Ik kan anderen met wat moeite duidelijk maken wat ik bedoel.

Ik kan anderen niet duidelijk maken wat ik bedoel.

 

Bespreek jouw beoordeling van jezelf met je klasgenoot. Is hij/zij het eens met de beoordeling die jij jezelf hebt gegeven? Bespreek nu de beoordeling van je klasgenoot.

Project B: How was the zoo?

How was the zoo?

Situatie
Je bent naar de dierentuin geweest.
Vertel aan je vrienden:

  • Waar was de dierentuin?
  • Wat heb je er allemaal gezien?
  • Wat heb je er gedaan?
  • Wat deden de medewerkers die je zag?

Tip:
Vraag twee leerlingen naar jouw gesprek te luisteren en commentaar te geven.

Beoordeling van de taak
Je hebt het goed gedaan als:

  • je het gesprek goed bent begonnen en goed hebt afgesloten;
  • je de juiste woorden wist;
  • je wist welke vragen je moest stellen;
  • je wist hoe je antwoord moest geven;
  • je duidelijk sprak;
  • iedereen je begrepen heeft;
  • je jouw gesprek samen met een andere leerling hebt verbeterd.

Kijk in onderstaande tabel of je bovenstaande punten voor jezelf zou beoordelen als goed, voldoende of onvoldoende.

 

GOED

VOLDOENDE

ONVOLDOENDE

 

De juiste woorden kennen en gebruiken

Ik kan alle eenvoudige woorden gebruiken om me voor te stellen en de informatie te vragen.

Ik kan de meest noodzakelijke woorden gebruiken om me voor te stellen en de informatie te vragen.

Ik kan de meest eenvoudige woorden nog niet gebruiken om me voor te stellen en de informatie te vragen.

 

Grammatica – zinnen maken

Ik kan alle geleerde grammatica gebruiken in eenvoudige zinnetjes.

Ik kan de meeste, maar nog niet alle grammatica gebruiken in eenvoudige zinnetjes.

Ik kan de geleerde zinnen niet formuleren, maar gebruik losse woorden zonder zinsverband.

 

Duidelijk -vloeiend spreken

Ik praat bijna zonder aarzelingen vlot door.

Ik praat redelijk vlot door,  met af en toe een aarzeling.

Ik praat met te veel pauzes en aarzelingen en zonder intonatie.

 

Uitspraak

De uitspraak van wat ik geleerd heb, klinkt met wat moeite verstaanbaar voor mijn klasgenoot.

De uitspraak van wat ik geleerd heb, klinkt redelijk verstaanbaar voor mijn klasgenoot.

De uitspraak van wat ik geleerd heb, klinkt niet verstaanbaar genoeg voor mijn klasgenoot.

 

Overbrengen van de boodschap

Ik kan anderen zonder veel moeite duidelijk maken wat ik bedoel en wat ik wil.

Ik kan anderen met wat moeite duidelijk maken wat ik bedoel.

Ik kan anderen niet duidelijk maken wat ik bedoel.

 

Bespreek jouw beoordeling van jezelf met je klasgenoot. Is hij/zij het eens met de beoordeling die jij jezelf hebt gegeven? Bespreek nu de beoordeling van je klasgenoot.

Project C: Guess who?

Guess who? Raad mijn huisdier

Je huisdier is weggelopen. Je hebt een foto van je huisdier.

  • Schrijf in het Engels zo duidelijk mogelijk op hoe je huisdier eruit ziet, hoe groot hij is en hoe hij heet.
  • Schrijf niet op wat voor dier het is!
  • Laat een klasgenoot de omschrijving lezen. Kan hij/zij raden wat voor huisdier jij hebt?
  • Lees ook de omschrijving van je klasgenoot. Kun jij raden wat voor huisdier hij/zij heeft?

Beoordeling van de taak
Je hebt het goed gedaan als:

  • je hebt opgeschreven hoe groot je huisdier is, wat voor kleur hij heeft en wat er verder bijzonder is aan zijn uiterlijk;
  • iemand anders kan raden over welk dier het gaat.

Project D: Hello to you, too!

Hello to you, too!

Situatie
Je hebt op internet iemand leren kennen. Vertel je chatvriend(in) over je huisdier, paard, lievelingsdier... Vertel ook wat je moet doen om je (huis)dier te verzorgen. Stel vragen.

Tip:
Vraag een klasgenoot om naar je e-mail te kijken.
Luister naar de tips van je klasgenoot en verbeter je e-mail.

Beoordeling van de taak
Je hebt het goed gedaan als:

  • je de juiste woorden hebt gebruikt;
  • de volgende onderdelen in je e-mail stonden:
    • begroeting;
    • informatie over jouw (huis)dier;
    • informatie over hoe je je (huis)dier verzorgt;
    • vragen over het (favoriete) (huis)dier van je chatvriend(in);
    • afsluiting.
  • je naar de opmerkingen van je klasgenoot hebt geluisterd en je e-mail hebt verbeterd.

D-toets

Test je kennis. Maak de diagnostische toets.

What did you learn?

Je begon dit thema met het maken van een test in het onderdeel Need to know.

  • Doe de test opnieuw
  • Zijn de resultaten beter dan de eerste keer?

Aan het eind van iedere opdracht heb je evaluatievragen beantwoord. Gebruik deze antwoorden om de volgende vragen te beantwoorden.

  • Welke nieuwe dingen heb je geleerd?
  • Van welke opdracht heb je het meest geleerd?
  • Ging het maken van de opdrachten goed?

Tijd
In de introductie bij elke opdracht wordt een indicatie van de tijd die je nodig hebt gegeven.

  • Klopte de tijdsinschatting?

Groepswerk

  • Wat vond je van het werken in een groep?
  • Heeft ieder groepslid evenveel werk gedaan?

More

Verderkijker

De Verderkijker biedt bij dit thema passende externe linkjes naar uitleg, oefenmateriaal of filmpjes. Voor het thema Animal and pets zijn de volgende items geselecteerd.

Grammatica - vragende zinnen:

Grammatica - ontkennende zinnen:

Grammatica - persoonlijke voornaamwoorden (herhaling):

Lezen - Schrijven - Luisteren - Kijken - Spreken:

  • http://learnenglishteens.britishcouncil.org/
    Bekijk de video 'Lost dog'. Klik op 'Check your understanding': true or false.
    Lees de vragen en klik per vraag op true of false.
  • http://www.breakingnewsenglish.com/
    Lees de tekst over het hebben van een hond als huisdier. Dit zou stress bij kinderen kunnen verminderen. Zoek in de rechterkolom woorden uit de tekst die passen bij woorden uit de linkerkolom.


In de Verderkijker wordt gebruikgemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use. Mocht u vragen/opmerkingen hebben, of constateert u een niet-werkende link, horen wij dit natuurlijk graag. Dit kan via onze helpdesk.

  • Het arrangement Thema Animals and pets - b12 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2023-08-15 14:10:36
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Engels voor vmbo beroepsgerichte leerweg, leerjaar 1 en 2. Dit is het thema Animals and pets. Het thema omvat de volgende onderwerpen: 'My pet', 'Animal hospital' en 'Farm animals'.
    Leerniveau
    VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 1; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 2;
    Leerinhoud en doelen
    Engels; Lezen; Gesprekken voeren; Spreken; Luisteren en kijken; Schrijven;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    8 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    animal hospital, animals and pets, arrangeerbaar, b12, engels, farm animals, my pet, stercollectie

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content - Toetsen. (z.d.).

    Engels vmbo-b12 D-toetsen

    https://maken.wikiwijs.nl/80156/Engels_vmbo_b12_D_toetsen