Welkom bij het tweede thema van Engels.
Dit thema gaat over Animals and pets: dieren en huisdieren.
Hoe?
Je gaat oefenen met schrijven (writing), lezen (reading), luisteren (listening) en spreken (speaking).
Wat?
Je gaat in het Engels schrijven en praten over (jouw) huisdieren en andere dieren.
Je gaat ook luisteren naar mensen die over dieren vertellen. Zij werken met dieren, bijvoorbeeld als dierenarts of als boer.
Succes en veel plezier!
Getting started
Je bent begonnen aan het thema Animals and pets.
In het thema vind je verschillende onderdelen om te kijken, te luisteren, te lezen en te doen.
Er zijn leesteksten, video's, luisterfragmenten, afbeeldingen en foto's.
Er zijn ook verschillende soorten oefeningen. Sommige oefeningen doe je alleen, andere oefeningen doe je in een groep.
Aan het eind van oefeningen die je in een groep doet, bespreek je met dezelfde groep de antwoorden. Soms vraag je andere klasgenoten om mee te luisteren of te lezen.
Sommige oefeningen worden nagekeken door de computer.
Need to know
Eerst ga je kijken of je klaar bent om aan dit thema te beginnen. Doe de test.
In dit thema ga je oefenen met de volgende leerdoelen.
Luisteren
Je kunt basiszinnen begrijpen over (huis)dieren. Je begrijpt wat er wordt gezegd als er langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Lezen
Je kunt eenvoudige zinnen en een eenvoudig verhaaltje begrijpen over (huis)dieren.
Gesprekken voeren
Je kunt deelnemen aan een eenvoudig gesprek over (huis)dieren. Je gesprekspartner spreekt langzaam. Hij of zij herhaalt af en toe de zinnen. Je gesprekspartner helpt je bij wat je probeert te zeggen. Je kunt eenvoudige vragen stellen en beantwoorden.
Spreken
Je kunt eenvoudige uitdrukkingen en zinnen gebruiken om te praten over (huis)dieren.
Schrijven
Je kunt een kort, eenvoudig verhaaltje schrijven over (huis)dieren.
Je kunt een e-mail schrijven.
To do
In dit thema ga je de volgende dingen doen:
Luisteren naar mensen die praten over hun huisdieren.
Lezen over dieren en huisdieren.
Een paar e-mails schrijven.
Vertellen over dieren.
Maar dit hoef je nog niet meteen te kunnen!
Volg de lessen om alles te leren wat je moet weten.
Blok
Titel
Activiteit
1
My pet
Luisteren en lezen over huisdieren.
Spreken en een e-mail schrijven. Je vertelt over (jouw) huisdieren.
Grammatica: Oefenen met vragen stellen in de present simple.
2
Animal hospital
Luisteren en lezen over dierenartsen.
Spreken en een e-mail schrijven. Je vertelt een verhaaltje over een bezoek aan een dierenarts.
Grammatica: Oefenen met ontkenningen in de present simple.
3
Farm animals
Luisteren en lezen over boerderijdieren.
Spreken en een e-mail schrijven. Je vertelt over jouw bezoek aan een boerderij.
Grammatica 'Personal pronouns' herhalen.
Lessons
Hieronder staan de drie blokken van dit thema.
Maak je keuze.
Er zijn veel manieren om woorden te leren. Je kunt de woorden hardop oplezen of overschrijven.
Klik in Wozzol op de rode pijl voor de opties.
Finishing touch
Je hebt de blokken van het thema 'Animals and pets' doorgewerkt.
Tijd voor de Finishing touch.
Je vindt hier vier extra schrijf- en spreekopdrachten.
Kies er één of twee uit. Overleg met je docent hoeveel je er moet doen.
Werk samen met een klasgenoot.
Maak daarna de D-toets en beantwoord de evaluatievragen.
Succes.
Project A: Telephone conversation
Telephone conversation: Informatie vragen via de telefoon
Zoek een klasgenoot om mee samen te werken.
Situatie
Je wilt naar de dierentuin, maar je weet niet wat er allemaal te doen is.
Bel de dierentuin. Zeg wie je bent.
Je wilt weten wat voor dieren er in de dierentuin zijn en wat je er kunt doen.
Je klasgenoot speelt de medewerker van de dierentuin en beantwoordt de vragen.
Klaar? Draai de rollen om en voer nog een gesprek.
Tip:
Vraag twee klasgenoten te luisteren en commentaar te geven op je gesprek.
Beoordeling van de taak
Je hebt het goed gedaan als je:
het gesprek goed bent begonnen en goed hebt afgesloten;
de juiste woorden wist;
wist hoe je antwoord moest geven;
duidelijk sprak;
iedereen je begrepen heeft.
Beoordeling van de taak
Je hebt het goed gedaan als:
je het gesprek goed bent begonnen en goed hebt afgesloten;
je de juiste woorden wist;
je wist hoe je antwoord moest geven;
je duidelijk sprak;
iedereen je begrepen heeft;
je jouw gesprek samen met een andere leerling hebt verbeterd.
Kijk in onderstaande tabel of je bovenstaande punten voor jezelf zou beoordelen als goed, voldoende of onvoldoende.
GOED
VOLDOENDE
ONVOLDOENDE
De juiste woorden kennen en gebruiken
Ik kan alle eenvoudige woorden gebruiken om me voor te stellen en de informatie te vragen.
Ik kan de meest noodzakelijke woorden gebruiken om me voor te stellen en de informatie te vragen.
Ik kan de meest eenvoudige woorden nog niet gebruiken om me voor te stellen en de informatie te vragen.
Grammatica – zinnen maken
Ik kan alle geleerde grammatica gebruiken in eenvoudige zinnetjes.
Ik kan de meeste, maar nog niet alle grammatica gebruiken in eenvoudige zinnetjes.
Ik kan de geleerde zinnen niet formuleren, maar gebruik losse woorden zonder zinsverband.
Duidelijk - vloeiend spreken
Ik praat bijna zonder aarzelingen vlot door.
Ik praat redelijk vlot door, met af en toe een aarzeling.
Ik praat met te veel pauzes en aarzelingen en zonder intonatie.
Uitspraak
De uitspraak van wat ik geleerd heb, klinkt met wat moeite verstaanbaar voor mijn klasgenoot.
De uitspraak van wat ik geleerd heb, klinkt redelijk verstaanbaar voor mijn klasgenoot.
De uitspraak van wat ik geleerd heb, klinkt niet verstaanbaar genoeg voor mijn klasgenoot.
Overbrengen van de boodschap
Ik kan anderen zonder veel moeite duidelijk maken wat ik bedoel en wat ik wil.
Ik kan anderen met wat moeite duidelijk maken wat ik bedoel.
Ik kan anderen niet duidelijk maken wat ik bedoel.
Bespreek jouw beoordeling van jezelf met je klasgenoot. Is hij/zij het eens met de beoordeling die jij jezelf hebt gegeven? Bespreek nu de beoordeling van je klasgenoot.
Project B: How was the zoo?
How was the zoo?
Situatie
Je bent naar de dierentuin geweest.
Vertel aan je vrienden:
Waar was de dierentuin?
Wat heb je er allemaal gezien?
Wat heb je er gedaan?
Wat deden de medewerkers die je zag?
Tip:
Vraag twee leerlingen naar jouw gesprek te luisteren en commentaar te geven.
Beoordeling van de taak
Je hebt het goed gedaan als:
je het gesprek goed bent begonnen en goed hebt afgesloten;
je de juiste woorden wist;
je wist welke vragen je moest stellen;
je wist hoe je antwoord moest geven;
je duidelijk sprak;
iedereen je begrepen heeft;
je jouw gesprek samen met een andere leerling hebt verbeterd.
Kijk in onderstaande tabel of je bovenstaande punten voor jezelf zou beoordelen als goed, voldoende of onvoldoende.
GOED
VOLDOENDE
ONVOLDOENDE
De juiste woorden kennen en gebruiken
Ik kan alle eenvoudige woorden gebruiken om me voor te stellen en de informatie te vragen.
Ik kan de meest noodzakelijke woorden gebruiken om me voor te stellen en de informatie te vragen.
Ik kan de meest eenvoudige woorden nog niet gebruiken om me voor te stellen en de informatie te vragen.
Grammatica – zinnen maken
Ik kan alle geleerde grammatica gebruiken in eenvoudige zinnetjes.
Ik kan de meeste, maar nog niet alle grammatica gebruiken in eenvoudige zinnetjes.
Ik kan de geleerde zinnen niet formuleren, maar gebruik losse woorden zonder zinsverband.
Duidelijk -vloeiend spreken
Ik praat bijna zonder aarzelingen vlot door.
Ik praat redelijk vlot door, met af en toe een aarzeling.
Ik praat met te veel pauzes en aarzelingen en zonder intonatie.
Uitspraak
De uitspraak van wat ik geleerd heb, klinkt met wat moeite verstaanbaar voor mijn klasgenoot.
De uitspraak van wat ik geleerd heb, klinkt redelijk verstaanbaar voor mijn klasgenoot.
De uitspraak van wat ik geleerd heb, klinkt niet verstaanbaar genoeg voor mijn klasgenoot.
Overbrengen van de boodschap
Ik kan anderen zonder veel moeite duidelijk maken wat ik bedoel en wat ik wil.
Ik kan anderen met wat moeite duidelijk maken wat ik bedoel.
Ik kan anderen niet duidelijk maken wat ik bedoel.
Bespreek jouw beoordeling van jezelf met je klasgenoot. Is hij/zij het eens met de beoordeling die jij jezelf hebt gegeven? Bespreek nu de beoordeling van je klasgenoot.
Project C: Guess who?
Guess who? Raad mijn huisdier
Je huisdier is weggelopen. Je hebt een foto van je huisdier.
Schrijf in het Engels zo duidelijk mogelijk op hoe je huisdier eruit ziet, hoe groot hij is en hoe hij heet.
Schrijf niet op wat voor dier het is!
Laat een klasgenoot de omschrijving lezen. Kan hij/zij raden wat voor huisdier jij hebt?
Lees ook de omschrijving van je klasgenoot. Kun jij raden wat voor huisdier hij/zij heeft?
Beoordeling van de taak
Je hebt het goed gedaan als:
je hebt opgeschreven hoe groot je huisdier is, wat voor kleur hij heeft en wat er verder bijzonder is aan zijn uiterlijk;
iemand anders kan raden over welk dier het gaat.
Project D: Hello to you, too!
Hello to you, too!
Situatie
Je hebt op internet iemand leren kennen. Vertel je chatvriend(in) over je huisdier, paard, lievelingsdier... Vertel ook wat je moet doen om je (huis)dier te verzorgen. Stel vragen.
Tip:
Vraag een klasgenoot om naar je e-mail te kijken.
Luister naar de tips van je klasgenoot en verbeter je e-mail.
Beoordeling van de taak
Je hebt het goed gedaan als:
je de juiste woorden hebt gebruikt;
de volgende onderdelen in je e-mail stonden:
begroeting;
informatie over jouw (huis)dier;
informatie over hoe je je (huis)dier verzorgt;
vragen over het (favoriete) (huis)dier van je chatvriend(in);
afsluiting.
je naar de opmerkingen van je klasgenoot hebt geluisterd en je e-mail hebt verbeterd.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Vraag 14
Lees het tekstje en beantwoord de vraag.
Hi, I'm Conrad and I'm going to talk about pets today. The first pet is so sweet and friendly. It wags its tail and licks your face when you get home. It loves playing with you.
1. Welk huisdier wordt hier bedoeld? Een ...
Juist antwoord / Uitleg
1. hond
Gegeven antwoord
0% (0)
Vraag 15
Lees het tekstje en beantwoord de vraag.
The next pet is not as big as a dog, but it's bigger than a rat. When it sees a mouse, it is going to chase it! It's very furry and often a bit lazy...
2. Welk huisdier wordt hier bedoeld? Een ...
Juist antwoord / Uitleg
2. kat
Gegeven antwoord
0% (0)
Vraag 16
Lees het tekstje en beantwoord de vraag.
This pet likes to swim. It swims around in a little bowl or a big tank, but you can’t hold it or cuddle with it.
3. Welk huisdier wordt hier bedoeld? Een ...
Juist antwoord / Uitleg
3. vis
Gegeven antwoord
0% (0)
Vraag 17
Lees het tekstje en beantwoord de vraag.
And finally: maybe this pet looks a little scary to you. It’s long, it doesn’t have legs and it has a forked tongue. It doesn’t eat often, but it likes live mice.
4. Welk huisdier wordt hier bedoeld? Een ...
Juist antwoord / Uitleg
4. slang
Gegeven antwoord
0% (0)
Vraag 18
Je huisdier is weggelopen, en om hem terug te vinden maak je een oproepje.
Vertel wat voor dier je huisdier is.
Vertel hoe hij heet.
Vertel welke kleur hij heeft en welke kleur zijn ogen zijn.
Vertel dat je hem het laatst in de wei hebt gezien.
Vertel dat hij dol is op lekkers.
Vul je naam in.
MISSING….
My [1] .............................. is lost. It ran away yesterday and we can’t find it.
Its name is [2] .............................. .
[3] It is .............................. and it has .............................. .
The last time I saw it, it was [4] .............................. next to our farm.
Je begon dit thema met het maken van een test in het onderdeel Need to know.
Doe de test opnieuw
Zijn de resultaten beter dan de eerste keer?
Aan het eind van iedere opdracht heb je evaluatievragen beantwoord. Gebruik deze antwoorden om de volgende vragen te beantwoorden.
Welke nieuwe dingen heb je geleerd?
Van welke opdracht heb je het meest geleerd?
Ging het maken van de opdrachten goed?
Tijd
In de introductie bij elke opdracht wordt een indicatie van de tijd die je nodig hebt gegeven.
Klopte de tijdsinschatting?
Groepswerk
Wat vond je van het werken in een groep?
Heeft ieder groepslid evenveel werk gedaan?
More
Verderkijker
De Verderkijker biedt bij dit thema passende externe linkjes naar uitleg, oefenmateriaal of filmpjes. Voor het thema Animal and pets zijn de volgende items geselecteerd.
Grammatica - vragende zinnen:
https://www.youtube.com/
Bekijk het filmpje. Dat gaat over hoe je vragen stelt in de present simple.
http://www.breakingnewsenglish.com/
Lees de tekst over het hebben van een hond als huisdier. Dit zou stress bij kinderen kunnen verminderen. Zoek in de rechterkolom woorden uit de tekst die passen bij woorden uit de linkerkolom.
In de Verderkijker wordt gebruikgemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use. Mocht u vragen/opmerkingen hebben, of constateert u een niet-werkende link, horen wij dit natuurlijk graag. Dit kan via onze helpdesk.
Het arrangement Thema Animals and pets - b12 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen
4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en
publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of
bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Engels voor vmbo beroepsgerichte leerweg, leerjaar 1 en 2. Dit is het thema Animals and pets. Het thema omvat de volgende onderwerpen: 'My pet', 'Animal hospital' en 'Farm animals'.
Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Engels voor vmbo beroepsgerichte leerweg, leerjaar 1 en 2. Dit is het thema Animals and pets. Het thema omvat de volgende onderwerpen: 'My pet', 'Animal hospital' en 'Farm animals'.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Need to know
Animals and pets
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.