Can do

In dit thema ga je oefenen met de volgende leerdoelen.

Luisteren

  • Je kunt basiszinnen begrijpen over (huis)dieren. Je begrijpt wat er wordt gezegd als er langzaam en duidelijk wordt gesproken.

Lezen

  • Je kunt eenvoudige zinnen en een eenvoudig verhaaltje begrijpen over (huis)dieren.

Gesprekken voeren

  • Je kunt deelnemen aan een eenvoudig gesprek over (huis)dieren. Je gesprekspartner spreekt langzaam. Hij of zij herhaalt af en toe de zinnen. Je gesprekspartner helpt je bij wat je probeert te zeggen. Je kunt eenvoudige vragen stellen en beantwoorden.

Spreken

  • Je kunt eenvoudige uitdrukkingen en zinnen gebruiken om te praten over (huis)dieren.

Schrijven

  • Je kunt een kort, eenvoudig verhaaltje schrijven over (huis)dieren.
  • Je kunt een e-mail schrijven.