Er is geen objectieve of biologische definitie van onkruid. Wat men als ongewenst beschouwt, is afhankelijk van het gebruik van de grond, waar het onkruid voorkomt en van de beoordelaar. Het is mogelijk dat een plant in de ene omgeving als onkruid gezien wordt, bijvoorbeeld doordat hij overdadig groeit en zo tuinplanten overwoekert, terwijl deze in een andere omgeving als niet ongewenst of zelfs als aantrekkelijk wordt beschouwd, zoals in wilde tuinen. In de biologische landbouw zijn sommige kruiden welkom, terwijl ze in de reguliere landbouw als ongewenst worden gezien. Lijsten van onkruiden hebben dan ook alleen maar zin in de context van een bepaald grondgebruik. De opvatting over onkruiden kan in de loop van de tijd ook veranderen.
Ongewenst en schadelijk
Planten kunnen om verschillende redenen als onkruid worden beschouwd. Meestal doelt men op planten die nutteloos, hinderlijk of schadelijk zijn in landbouwgebieden, privétuinen en openbaar groen. Redenen waarom planten als ongewenst worden gezien zijn:
Niet mooi. In siertuinen worden planten als onkruid aangeduid als de tuinverzorger vindt dat deze niet passen in de tuin en/of het uiterlijk niet mooi vindt. Voorbeelden van dergelijke onkruiden zijn zevenblad, heermoes en gewoon varkensgras. De groei van onder andere Canadese fijnstraal en grote weegbree tussen bestrating ervaart men vaak als 'slordig'.
Verwachte opbrengsvermindering of landbouwschade. In de landbouw zijn onkruiden de planten die de groei van landbouwgewassen of -dieren beperken, en daarmee de oogst en opbrengst. Voorbeelden van dergelijke onkruiden zijn duist, akkerdistel, akkermelkdistel, klaproossoorten en akkermunt.
Planten als waardplant van schadelijke organismen. Onkruiden kunnen waardplanten zijn voor ongewenste organismen. De ziekte kan zo overwinteren en een jong gewas in het voorjaar aantasten.
Gezondheidsschade. Planten worden als onkruid beschouwd als ze direct schadelijk of hinderlijk zijn voor de gezondheid van mens (en dier). Zo kan de reuzenberenklauw een huidreactie zoals zwelling en blaarvorming veroorzaken bij aanraken, doordat het sap van de plant bepaalde chemische stoffen bevat, die bij zonlicht de huid van mensen sterk aantasten. Het stuifmeel van alsemambrosia is sterk allergeen en veroorzaakt hooikoorts. De brandnetel is hinderlijk doordat deze bij aanraking jeuk veroorzaakt. Delen van sommige soorten zoals goudenregen, taxus en vingerhoedskruid zijn giftig.
Schade aan gebouwen. Klimplanten zoals klimop en wilde wingerd kunnen gebouwen beschadigen en worden om die reden wel als onkruid gezien.
Biodiversiteit en natuurkwaliteit. In natuurgebieden verdringen op steeds meer plaatsen nieuwe soorten de van oudsher aanwezige soorten. Vaak gaat het dan om invasieve exoten. Voorbeelden zijn reuzenbalsemien en Japanse duizendknoop. Deze verdringing wordt ongewenst gevonden omdat het de biodiversiteit en de kwaliteit van levensgemeenschappen en ecosystemenkan aantasten. Natuurbeschermers gebruiken overigens niet vaak de term onkruid, ook niet om ongewenste planten in natuurgebieden aan te duiden.
Soorten onkruid naar standplaats
Verscheidene plantensoorten die als onkruid worden aangeduid komen op allerlei plekken voor, zoals akkerdistel, brandnetel en straatgras. Andere zijn meer kenmerkend voor bepaalde milieus.
Akker
Vanwege de intensieve bodembewerking zijn akkers geschikte vestigingsplaatsen voor pioniersoorten, die zich thuis voelen op een bodem die open ligt. In Nederland worden ruim 50 veelvoorkomende soorten als akkeronkruid gezien, waaronder akkerviooltje, korenbloem, klein hoefblad, perzikkruid en varkensgras.
Lang werden veel kruiden in wegbermen langs provinciale en rijkswegen als onkruid gezien. Kruiden die de ontwikkeling van een goede graszode belemmerden werden bespoten met herbiciden.
Al jaren voeren wegbeheerders zoals Rijkswaterstaat een beleid ten aanzien van bermen van wegen uit die gericht is op instandhouden van een biodiversiteit, een meer "ecologisch" beheer. Dit wordt gekenmerkt door één tot twee maal per jaar maaien en afvoer van het maaisel. Hierdoor verarmt de grond, neemt de productie af en de soortenrijkdom toe.
Ook bij veel stedelijk groenbeheer kiest men voor een beheer dat ruimte laat voor planten die lang als onkruiden werden beschouwd. Daarnaast worden soms kruiden speciaal ingezaaid, zoals klaproos, korenbloem en wilde cichorei
Weiland
Grasland dat als weide (of hooiland) in gebruik is binnen de gangbare moderne landbouw, bestaat voornamelijk uit hoogproductieve grassoorten of -rassen. Andere kruiden worden veelal als onkruid beschouwd omdat ze de productiviteit van het grasland aantasten. Veel genoemd zijn paardenbloem, ridderzuring, akkerdistel en giftige soorten als de scherpe boterbloem en jakobskruiskruid. Er bestaan lijsten met tientallen van dit soort graslandonkruiden met onder meer brandnetel, hondsdraf, madeliefje en zilverschoon.In sommige vormen van landbouw, zoals de biologische landbouw, zijn bepaalde kruiden echter gewenst, omdat ze stikstof binden zoals klaver, of de kwaliteit van het land als leverancier van ruwvoer vergroten.
Soorten onkruid naar groeivormen
Onkruiden worden ingedeeld in zaad- of wortelonkruiden.
Het arrangement Herkennen van onkruiden is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Harm Geert Moesker
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2024-02-06 11:13:47
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Herkennen van onkruiden door middel van foto's en video's. Determinatie van onkruiden via online applicaties en apps. Toetsen over herkennen van onkruiden. Praktijkopdrachten.
Leerniveau
MBO, Niveau 2: Basisberoepsopleiding;
MBO, Niveau 3: Vakopleiding;
MBO, Niveau 4: Middenkaderopleiding;
HBO - Bachelor;
Herkennen van onkruiden door middel van foto's en video's. Determinatie van onkruiden via online applicaties en apps. Toetsen over herkennen van onkruiden. Praktijkopdrachten.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Toets 1 onkruiden algemeen
Toets 2 onkruiden algemeen
Toets 3 onkruiden algemeen
Toets 4 onkruiden algemeen
Toets 5 onkruiden algemeen
Toets 6 onkruiden algemeen
Toets 7 onkruiden algemeen
Toets 8 onkruiden mais
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.