In dit arrangement zijn die opdrachten bij elkaar gezet.
De leerling leert zich te houden aan conventies (spelling, grammaticaal correcte zinnen, woordgebruik) en leert het belang van die conventies te zien. (Kerndoel 2)
De titels van de opdrachten staan in het menu hiernaast.
Spelling - Meervoud
Vooraf
Spelling: Meervoud
Leerdoel
Je kunt:
het meervoud van een zelfstandig naamwoord in een tekst herkennen.
verschillende manieren benoemen hoe je het meervoud van een zelfstandig naamwoord maakt.
Eindproduct
Je rondt deze opdracht af met de toets 'Meervoud'.
Beoordeling
Je hebt een voldoende voor de toets als je 80% van de vragen goed hebt beantwoord.
Alleen of samen?
Deze opdracht doe je grotendeels alleen.
Bij sommige stappen vergelijk je je antwoorden met die van een klasgenoot.
Stap 1
Bestudeer uit de Kennisbank Nederlands het volgende onderwerp:
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Zelfstandige naamwoorden in het meervoud
Lees de tekst hieronder goed door.
Hout om gorilla’s te beschermen
Het Wereld Natuur Fonds gaat brandhout uitdelen aan vluchtelingen in Congo.
De vluchtelingen gaan nu in de bossen op zoek naar hout dat ze kunnen gebruiken om te koken.
Hierdoor wordt het leefgebied van de berggorilla verwoest. - Door Victor Mastboom
Ongeveer 40.000 vluchtelingen leven aan de rand van het Virunga National Park in Congo.
Om te kunnen koken, hebben de vluchtelingen brandhout nodig. Omdat hier een tekort aan is, gaan ze in het park op zoek naar stookmateriaal. In het park leven 150 van de laatste zevenhonderd berggorilla's op aarde.
Volgens het WNF is de kans op het uitsterven van deze diersoort ontzettend groot.
Daarom moet alles op alles worden gezet om dit te voorkomen.
Doordat de vluchtelingen massaal op zoek gaan naar brandhout wordt het leefgebied van de gorilla nog kleiner.
Daarom deelt de dierenbeschermingsorganisatie hout uit. Het hout voor de vluchtelingen komt uit productiebossen.
Dit zijn bossen die speciaal zijn aangelegd voor de houtproductie.
Het WNF laat een nieuw productiebos aanleggen om de houtkap te compenseren.
Dat de gorilla's in het gebied onder druk staan, blijkt uit de zinloze moorden die de afgelopen maanden op de dieren zijn gepleegd.
Wie de daders zijn en waarom ze de gorilla's hebben gedood, is onbekend.
Bron: kidsweek.nl
Schrijf alle verschillende zelfstandige naamwoorden die in het meervoud staan op. Voorbeeld: vluchtelingen.
Klaar?
Vergelijk de antwoorden die jij hebt gevonden met die van een klasgenoot.
Hebben jullie er evenveel?
Stap 3
Verschillende manieren om het meervoud te maken
Er zijn verschillende manieren om van een zelfstandig naamwoord het meervoud te maken.
Hieronder zie je een aantal manieren met een voorbeeld.
Plaats en achter het enkelvoud. voorbeeld 1: paard - paarden voorbeeld 2: ...
Als het enkelvoud een lange klinker heeft vervalt in het meervoud een van die klinkers. voorbeeld 1:aap - apen voorbeeld 2: ...
Als het enkelvoud een korte klinker heeft, komt er in het meervoud een medeklinker bij. voorbeeld 1: klok - klokken voorbeeld 2: ...
Eindigt het enkelvoud op een s of een f dan wordt in het meervoud de s vaak een z en de f wordt een v. voorbeeld 1: brief - brieven voorbeeld 2: ...
Woorden die in het enkelvoud eindigen op ee, krijgen in het meervoud ën erbij. voorbeeld 1: zee - zeeën voorbeeld 2: ...
Woorden die op ie eindigen, kunnen in het meervoud eindigen op:
- ies voorbeeld 1: ruzie - ruzies voorbeeld 2: ...
Als een woord in het meervoud een s krijgt, schrijf je die er meestal gewoon aan vast.
Maar als het voor de klank nodig is en bij afkortingen gebruik je 's voorbeeld 1: café - cafés voorbeeld 2: ...
voorbeeld 1: piano - piano's voorbeeld 2: ...
voorbeeld 1: bh - bh's voorbeeld 2: ...
Woorden op us krijgen in het meervoud vaak een i. voorbeeld 1: musicus - musici voorbeeld 2: ...
Selecteer de tekst en kopieer de tekst naar Word.
Zoek nu bij iedere manier zelf nog één ander voorbeeld.
Neem andere voorbeelden dan de voorbeelden uit de Kennisbank.
Klaar?
Vergelijk je voorbeelden met de voorbeelden van een klasgenoot.
Stap 4
Je gaat kijken of de spellingcontrole in Word goed werkt.
Typ de volgende tien woorden in. Typ ieder woord op een nieuwe regel.
Typ nu achter ieder woord ook het meervoud.
Als de spellingcontrole in Word actief is, wordt elk woord dat niet in het woordenboek voorkomt met een rood lijntje onderstreept.
Dat kan betekenen dat het een nieuw woord is voor de computer.
Het kan ook betekenen dat het woord foutief is gespeld.
Klik met de rechter-muisknop op het onderstreepte woord. Word zal in veel gevallen een voorstel doen om het woord anders te spellen.
Werkt de spellingcontrole in Word helemaal goed?
Zorg dat je uiteindelijk van de tien woorden het meervoud weet.
Stap 5
Afsluiting
Je sluit deze opdracht af met het maken van een toets.
De toets bestaat uit tien vragen.
Je moet acht vragen goed beantwoorden om een voldoende te halen.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Tegenwoordige tijd
Je gaat een oefening over de persoonsvorm maken.
Je krijgt 10 zinnen.
In iedere zin ontbreekt de persoonsvorm.
Kies steeds de juiste persoonsvorm.
Verleden tijd
Nu dezelfde oefening, maar dan in de verleden tijd!
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Tik in het eerste vakje van de eerste kolom: 'hele werkwoord'.
Tik in het eerste vakje van de tweede kolom: 'voltooid deelwoord'.
In Tabel 1 komen minimaal vijf werkwoorden waarvan het voltooid deelwoord eindigt op een '-t'. Bijvoorbeeld: Vissen (want je schrijft: Hij heeft gevist).
In Tabel 2 komen werkwoorden (weer minimaal vijf) waarvan het voltooid deelwoord eindigt op een '-d'. Bijvoorbeeld: Rennen (want je schrijft: Hij heeft gerend).
In Tabel 3 komen minimaal vijf sterke werkwoorden en het daarbij horende
voltooid deelwoord. Bijvoorbeeld: Gaan – gegaan (sterk, want je schrijft: hij ging).
Vergelijk jouw tabellen met de tabellen van een klasgenoot.
Verbeter elkaars werk. Laat je werk zien aan je docent.
Stap 3
Spelling: Voltooid deelwoord
Hier vind je een oefening over het voltooid deelwoord.
Let goed op de laatste letter!
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Eindtoets
Je sluit deze opdracht af met het maken van een toets.
De toets bestaat uit tien vragen.
Je moet acht vragen goed beantwoorden om een voldoende te halen.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Spelling: Hoofdletters
Hier vind je een extra oefening over hoofdletters.
Je zult merken dat je met het gebruik van hoofdletters al vertrouwd bent geraakt.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Hieronder zie je een tekst van precies 100 woorden.
Tel het aantal leestekens in de tekst.
Hoeveel leestekens staan er in de tekst?
De punt (.) is het teken aan het einde van een zin. Een punt wordt ook wel gebruikt in afkortingen. En soms gebruik je drie puntjes (…). Daarmee geef je dan aan dat je iets weglaat.
Een komma (,) gebruik je in ieder geval tussen de delen van een opsomming, maar ook als in een zin twee persoonsvormen op elkaar botsen.
Een dubbele punt (:) wordt onder andere vaak gebruikt ter aankondiging van een opsomming.
De puntkomma (;) vind je tussen twee zinnen die nauw verband met elkaar houden, zonder dat de tweede zin een opsomming, toelichting of verklaring geeft.
Wat denk je? Bevat deze tekst meer of minder leestekens dan een willekeurige tekst?
Stap 3
Spelling: Leestekens
Hier vind je een extra oefening over leestekens.
Ervaar hoe je al aan het gebruik van leestekens gewend bent!
van woorden/woordcombinaties aangeven of je ze los of aan elkaar schrijft.
Eindproduct
Je rondt deze opdracht af met de toets 'Aan elkaar of los?'.
Beoordeling
Je hebt een voldoende voor de toets als je 80% van de vragen goed hebt beantwoord.
Alleen of samen?
Deze opdracht doe je bijna helemaal alleen.
Soms vraag je feedback aan een klasgenoot.
Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 1 lesuur nodig.
Stap 1
Woorden en woordgroepen
In deze opdracht onderzoek je wanneer je woorden/woordgroepen
aan elkaar of los schrijft.
Om dat te onderzoeken moet je weten wat samenstellingen zijn.
Weet je dat nog?
Als je twijfelt bestudeer dan het volgende onderwerp uit de Kennisbank.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Ezelsbruggetje
Om te onthouden of je woorden aan elkaar of los moet schrijven, kun je het volgende ezelsbruggetje onthouden:
'Woorden met er, hier en daar, schrijf je aan elkaar'.
Denk bijvoorbeeld aan:
eraf
erbij
erbovenin
erbovenop
hierachterlangs
hierdoorheen
daaronderuit
daarvanaf.
Voorbeeldzinnen:
Loop hierdoorheen om bij het toilet te komen.
We zijn eropuit om lol te gaan maken.
Bedenk zelf nog vijf zinnen die passen bij dit ezelsbruggetje.
Laat de zinnen lezen aan een klasgenoot.
Lees ook zijn zinnen.
Hebben jullie allebei vijf goede zinnen kunnen vinden?
Laat het resultaat controleren door je docent.
Stap 3
Spellingscontrole werkt niet!
Waarschijnlijk weet je het al wel: Word heeft zijn eigen spellingscontrole.
Maar soms werkt die spellingscontrole niet goed!
De spellingscontrole weet niet of het 'te kort' of 'tekort' is.
Dat komt omdat beide woorden/woordcombinaties voor kunnen komen.
Voorbeeld:
Tik in Word in: 'Dat touw is tekort.'
Vind de spellingscontrole het goed?
Wat is de juiste spelling?
Bedenk zelf nog een aantal vergelijkbare foute zinnen.
Gebruik de volgende woordcombinatie/woorden:
te veel - teveel
zo veel - zoveel
hoe lang - hoelang
Vergelijk jouw zinnen met de zinnen van een klasgenoot.
Verbeter elkaars fouten.
Stap 4
Spelling: Aan elkaar of los?
Hier vind je een extra oefening over het aan elkaar of los schrijven van woorden.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
samenstellingen herkennen waarin tussenletters gebruikt worden.
Eindproduct
Je rondt deze opdracht af met de toets 'Tussenletters'.
Beoordeling
Je hebt een voldoende voor de toets als je 80% van de vragen goed hebt beantwoord.
Alleen of samen?
Deze opdracht doe je bijna helemaal alleen. Soms vraag je feedback aan een klasgenoot.
Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 1 lesuur nodig.
Stap 1
In deze opdracht staat de tussenletter centraal.
Een tussenletter gebruik je soms in samenstellingen.
Weet jij nog wat samenstellingen zijn?
Als je twijfelt bestudeer dan het volgende onderwerp uit de Kennisbank:
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Je gaat een typwedstrijdje spelen.
Je krijgt een aantal samenstellingen te zien.
Kijk steeds goed naar de spelling van het woord; is het met of zonder tussenletter?
Typ het woord daarna zo snel mogelijk na.
Als je in het totaal 100 letters of meer hebt getypt, stopt het spel.
Hoe hoog is je score?
Waarschijnlijk weet je het al wel: Word heeft zijn eigen spellingscontrole.
Die spellingscontrole weet, als het goed is, ook alles van tussenletters.
Open een leeg Worddocument. Maak van de volgende woorden een samenstelling.
Als je twijfelt welke tussenletters je moet gebruiken, probeer dan de spellingscontrole van Word.
Maar kijk dan ook even in het woordenboek!
kip + soep = ........
vlag + mast = ........
zwart + piet = ........
pad + stoel = ........
koe + melk = ........
paard + bloem = ........
rijst + pap = ........
zon + schijn = ........
Werkt de spellingscontrole in Word goed?
Stap 4
Eindtoets
Je sluit deze opdracht af met het maken van een toets.
De toets bestaat uit een aantal meerkeuzevragen.
Probeer een zo hoog mogelijke score te halen.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Het arrangement Oefenstof spelling VMBO-B3 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Marianne Kats-Hulleman
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2019-04-30 10:00:15
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Meervoud-1
Meervoud-2
Meervoud-3
Meervoud-4
Werkwoordspelling - 1
Werkwoordspelling - 2
Persoonsvorm tt
Persoonsvorm vt
Voltooid deelwoord-1
Voltooid deelwoord-2
Voltooid deelwoord-4
Voltooid deelwoord-3
Hoofdletters-1
Hoofdletters-2
Leestekens-1
Leestekens-2
e of en?
Tussenletters
Tussenletters
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.