Introductie
Thema 1: Complexe gedragsproblematiek bij mensen met een psychische stoornis of een verstandelijke beperking.
Beste student,
In deze periode ga je in groepjes van 4 studenten werken aan het thema Complexe gedragsproblematiek bij mensen met een psychische stoornis of een verstandelijke beperking.
Dit thema is gekoppeld aan examens/werkprocessen die plaatsvinden binnen de BPV periode in de GHZ en/of GGZ instelling. Je gaat binnen dit thema werken aan de volgende competenties:
Vakinhoudelijk handelen
Communicatie
Samenwerken
Kennis en wetenschap
Maatschappelijk handelen
Organisatie
Proffesionaliteit en kwaliteit
Dit thema is gekoppeld aan de volgende vakken:
- GGZ en GHZ (Complexiteit van de zorg en gedragsstoornissen in relatie tot verstandelijke beperking)
- Communicatie / interdisciplinair samenwerken/begeleiden
- Ethiek/ wet en regelgeving ( zorg /dwang)
- Casuistiek/ verpleegplan
- Kwaliteit van zorg
- Anatomie/pathologie
De kernonderwerpen zijn geestelijke gezondheidszorg en gehandicaptenzorg.
Binnen dit thema ga je als groep een zorgmarkt organiseren over dit thema. Bij het onderdeel planning thema gaan jullie wekelijks d.m.v. verschillende opdrachten je voorbereiden op de zorgmarkt. Binnen dit proces wordt je beoordeeld op verschillende onderdelen. Tezamen met het organiseren van de zorgmarkt vormt dit de eindbeoordeling van dit thema. Je wordt hierbij als individu beoordeeld.
De begeleidende docenten bij dit thema zijn J.Martens, D.Akkerman, M. van Oijen en M.van der Kley.
Beoordeling
Voorwaarden
- Alle onderdelen van het thema zijn per week doorlopen; samenwerkingscontract, casus, verpleegkundige interventies, MDO, logboek, zorgmarkt, reflectie, gastles van GGZ, gastles van GHZ.
- Alle onderdelen worden per week afgetekend door de begeleidend docent op de aftekenlijst.
- Na de aftekening kun je verder met het volgende onderdeel.
- Alle onderdelen zijn verplicht om uit te voeren voor het krijgen van een eindcijfer.
- Alle onderdelen dienen minimaal met een voldoende te worden afgerond.
- Aanwezigheid van studenten tijdens de uitvoer van dit thema is een voorwaarde.
Criteria
Alle beoordelingslijsten zijn volgens planning ingevuld per onderdeel.
Alle beoordelingslijsten worden per week in de planning, waar concreet aan de orde, vermeld.
Betreffende beoordelingslijst dient deze week te worden ingevuld door de docent.
Alle onderdelen zijn door de student uitgevoerd en ingeleverd ter beoordeling bij de docent.
De betreffende onderdelen zijn:
- het samenwerkingscontract (groepsproduct/beoordeling)
- de casus (groepsproduct/beoordeling)
- de verpleegkundige interventies (groepsproduct/beoordeling)
- gastles GGZ (individuele aanwezigheid)
- gastles GHZ (individuele aanwezigheid)
- MDO (individuele beoordeling)
- het logboek (individuele beoordeling)
- de reflectie (individuele beoordeling)
- de zorgmarkt (groepsproduct/beoordeling)
Praktisch : Uitvoering markt
Praktisch : Uitbeelden communicatieve /sociale vaardigheden/
executieve vaardigheden
Theoretisch : Casus met verpleegplan
Praktisch : Proces presentatie
Planning thema
Week 1
Thema uitwerking GGZ/GHZ
Week 1:
De week is begonnen met uitleg over het thema en de opdrachten die hierbij horen.
Stap 1: vorm een groep van maximaal 4 studenten en minimaal 3.
Stap 2: het kiezen van een onderwerp voor het thema. We hebben 8 casussen beschreven waar je uit kunt kiezen. Let op:het zijn 4 casussen met een psychische problematiek en 4 met een verstandelijk beperking.Het kiezen van de casus kun je doen middels de volgende werkvorm: maak een top 3 van de casussen die je interessant lijken, waar je iets mee kan, etc. Hierna bepaal je door overleg met je groepje en de docent het onderwerp waar je aan gaat werken. Let op: de docent moet akkoord gaan met jullie keuze voordat je verder gaat. Dit bespreek je met de aanwezige docent.
Bij elke casus dient er sprake te zijn van een bijkomend lichamelijk probleem die aansluit bij de casus. In elke casus zit een ethisch dilemma.Dit betekent dus dat je julie gekozen casus uitgebreid moet aanvullen, zodat je voldoet aan de voorgaande criteria.
Onderwerpen GHZ
1. Een jongeman met een autistisch spectrum stoornis in de kalenderleeftijd van 16 jaar, met een ontwikkelingsleeftijd van ongeveer 10 jaar. Hij gaat naar het speciaal onderwijs.Vanuit de overheid wordt gestimuleerd om deze doelgroep te laten participeren binnen het reguliere onderwijs.Dit levert echter de nodige problemen op.
2. Een thuiswonenden oudere verstandelijk beperkte zorgvrager met syndroom van Down waarbij is geconstateerd dat zij of hij lijdt aan de ziekte van Alzheimer. De zorgvrager gaat merkbaar erg achteruit, zowel lichamenlijk als met betrekking tot de Alzheimer.Beide ouders geven aan dat de thuissituatie steeds moeizamer gaat.
3. Een oudere verstandelijk beperkte zorgvrager wordt i.v.m. ziekte opgenomen in het ziekenhuisen wordt na operatie erg onrustig en valt uit het bed.Personeel van het ziekenhuis geven aan dat de begeleiding van de zorgvrager erg moeizaam verloopt en vanuit de instelling wordt aangegeven dat het beter zou zijn dat de zorgvrager zo snel mogelijk weer terug gaat naar de instelling, echter de instelling is onvoldoende voorbereidt op het leveren van de benodigde lichamenlijke zorg.
4. Een licht verstandelijk beperkte jongedame met ernstig automutilerend gedrag.Zij woont sinds enkele maanden in een instelling.Het toenemende automutilerende gedrag heeft er toe geleidt dat enkele begeleiders haar handen af te toe willen gaan beschermen met het dragen handschoenen die zij zelf niet af kan krijgen,en ander geven aan hier grote problemen mee te hebben
Onderwerpen GGZ
1.Een zorgvrager in de leeftijd van 40 jaar waarbij de diagnose van een ernstige depressie
is vastgesteld is vanochtend opgenomen Er is verder geen contact meer met de echtgenoot. Zorgvrager is sinds een half jaar gescheiden van zijn vrouw. En is tevens zeer ontdaan over het verlies van zijn zaak die hij vanuit zijn jeugd samen met zijn heeft opgezet.Hij wil graag nog een gesprek met zijn vrouw, echter zijn vrouw wil dit beslist niet .Vanuit zijn depressie en bijbehorend verwerkingsproces zou het goed zijn dat beide personen nog eens met elkaar in gesprek zouden gaan.
2. Een man in de leeftijd van 30 jaar heeft veel last van haar dwangstoornis.Die belemmert haar zeer in het dagelijkse leven. Zo erg zelfs dat ze niet meer naar haar werk gaat. De bedrijfsarts herkent de problemen maar geeft aan dat de werkgever haar graag binnen enkele weken weer terug op het werk ziet.Dit zorgt ervoor dat haar stoornis erger gaat worden.
3. Een meisje van 14 jaar blijkt al enkele maanden een eetstoornis te hebben. Ze is opgenomen in het ziekenhuis met een zeer ernstig vorm van ondervoeding. Zij geeft aan beslist geen sonde voeding te willen, echter de ouders willen graag dat dit wel gebeurd.
4. Een vrouw van 38 jaar is erg onrustig.Ze gaat bijna elke dag naar de huisarts. Ze kan geen rust vinden.Elk moment dat ze het lichaam voelt is ze bang dat ze een ernstige ziekte heeft en dus niet lang meer zal leven. De arts constateert elke keer dat ze geen lichamelijk ziekte heeft.
De arts geeft aan dat zij te veel onnodig gebruik maakt van zijn tijd en dat dit ten koste gaat van andere zorgvragers.De arts adviseert om een psychiater te bezoeken echter de vrouw weigert dit; ze is toch niet gek.
Stap 3.
Stel een samenwerkingscontract op. Alle leden tekenen het contract daarna lever je het in bij de docent.
Stap 4.
Bij elk onderwerp dient er sprake te zijn van een bijkomend lichamelijk probleem die aansluit bij de casus. Formuleer de aanwezige problematieken (je mag hierin zelf keuzes maken die aansluiten bij de casus; echter altijd in overleg/goedkeuring van de docent).
Ga bij de diverse problematieken op zoek naar aansluitende literatuur en of andere informatiebronnen. Deze informatie en bronnen gebruik je verder binnen het thema en de vervolgopdrachten. Je beschrijft in het kort de verschillende informatie uit de verschillende bronnen en bundelt dit in een verslagvorm. Let op: noteer de verschillende bronnen zoals je geleerd hebt (APA)
Stap 5.
Elk groepslid maakt een logboek en houdt deze vanaf week 1 bij.De beoordelingscriteria voor het logboek vind je bij week 2.
Stap 6.
De rode loper.Beschrijf voor het somatische probleem/ziektebeeld een rode loper. Beschrijf eveneens een rode loper voor het psychiatrisch probleem/ontwikkelingsniveau.
En verwerk beide rode lopers in het logboek.Gebruik de methode van de rode loper zoals je hem geleerd hebt voor het maken van een verpleegplan.
Stap 7.
Volgende week is er een gastles (digitaal) vanuit een GGZ instelling . Maak vragen voor betreffende les die direct gerelateerd zijn aan je onderwerp. Je maakt gebruik van de gastles om extra info te krijgen vanuit de praktijk over je onderwerp.
Einddoel van week 1:
- Er is een groep geformeerd
- Er is een onderwerp gekozen (inclusief toestemming docent)
- Er is een samenwerkingscontract gemaakt, ondertekend en als digitale kopie ingeleverd bij de docent
- Er is sprake van literatuurbronnen en andere informatiebronnen; deze zijn in het kort beschreven in een verslagvorm.
- Je hebt minimaal 5 vragen voor de gastles uit de GGZ vanuit je onderwerp.
- Voorgaande zaken worden op de vrijdagochtend ter akkoord voorgelegd aan de betreffende docent
- Maak een begin met het uitwerken van beide rode lopers.
Week 2
Er komt een digitale gastles vanuit een GGZ instelling.
Elke groep formuleert minimaal 5 vragen die betrekking hebben op de doelgroep GGZ
De gastdocent geeft een korte gastles, en is beschikbaar voor beroepsinhoudelijke vragen van studenten die de vorige week zijn geformuleerd aan de hand van het gekozen onderwerp.
Hierbij staat de complexe gedragsproblematiek dus vanuit de beroepspraktijksituatie centraal.
Stap 1.
Maak een korte verslaglegging van de informatie die je kunt gebruiken vanuit de korte gastles.
Verwerk in dit verslagje de begrippen complexe gedragsproblematiek, complexe zorg, kwaliteits van zorg . En beschrijf hierbij jouw rol als verpleegkundige, benoem minimaal vier disciplines die hierbij betrokken kunnen zijn en hun rol. Dit verslag plaats je in het logboek.
Stap 2:
Beschrijf de verkregen antwoorden op de gestelde vragen aan de gastdocent. Leg een duidelijk verband tussen de antwoorden op de vragen en jullie gekozen onderwerp.
Stap 3.
De studenten hebben een onderwerp met een korte omschrijving gekozen. Dit is de basis voor het schrijven van een casus. Jullie gaan binnen deze stap de casus uitwwerken.
De criteria waar de casus aan moet voldoen:
* minimale hoeveelheid teks een A4
* Beschrijving doelgroep GGZ of GHZ (aangevuld met een lichamelijke stoornis)
* gedragsstoornis en 3 bijbehorende verpleegkundige interventies en 1 interventie gericht op de
lichamelijke stoornis
* er is sprake van complexe zorg (inclusief comorbiditeit)
* er is een ethisch dilemma
* aandacht voor kwaliteit van zorg
Stap 4.
Leg de beschreven casus voor aan de docent. De docent dient deze casus goed te keuren voordat je verder gaat met week 3.
Stap 5.
Maak een logboek waarin je alle informatie verzamelt. Alle informatie vanuit deze week 2 wordt samen met de informatie vanuit week 1 verwerkt in het logboek.
Stap 6.
Elke groep formuleert minimaal 5 vragen die betrekking hebben op de doelgroep verstandelijke beperking en die je wilt stellen aan de gastdocenten vanuit Visio (digitaal).
Week 3
Deze week staat in het teken het gastles (digitaal) vanuit de GHZ; deze collega's werken in een instelling voor ernstig meervoudig beperkte gehandicapte mensen.
Deze week staat ook in het teken van ethiek en het oplossen van ethische dilemma's binnen de zorg.
Stap 1.
Je wordt verwacht aanwezig te zijn bij dit gastcollege.
Doel is informatie in te winnen over doelgroep GHz/complexe zorg/meervoudige handicaps/comorbiditeit/en client activiteiten. Op deze manier kun je extra informatie verzamelijk over jullie eigen casus. Niet alleen door het bijwonen van het gastcollege maar ook door actief vragen te stellen aan de hand van jullie geschreven casus.
Stap 2.
Zorg dat je informatie krijgt over minimaal 1 mogelijke ethische dilemma die je tegen komt binnen de instelling m.b.t. deze doelgroep of GGZ doelgroep, aansluitend je casus. (https://www.zorgvoorbeter.nl/levensvragen-ouderen/wat-is-ethiek-zorg)
Bespreek het ethisch dilemma met de docent en verwerk de informatie over de betreffende ethisch dilemma in je logboek/casus.
Maak een koppeling tussen je casus en een van het beschreven ethische dilemma. Verwerk dit in je logboek.
Stap 3.
Beschrijf de interventies zoals vermeld in de bijlage beoordlingsformulier interventies .
Criteria hierbij zijn:
* Maak een anamnese volgens de methodiek van Gordon. Benoem alle patronen die aan de orde
zijn binnen de casus.
* Beschrijf minimaal 1 interventie mbt lichamelijke stoornis
* Beschrijf minimaal 2 interventies mbt gedrag
* Beschrijf interventies mbt van de 5 W's.
* Het gestelde ethische dilemma moet terug komen in het verslag
Stap 4.
Zorg dat alle informatie vermeld staat in jullie individuele logboek.
Stap 5.
Jullie leggen de interventies ter goedkeuring voor aan de docent
Week 4
Stap 1.
Deze week ga je met je groepje een MDO overleg voorbereiden en digitaal uitvoeren .
Bij deze opdracht ga je een MDO voorbereiden en uitvoeren met betrekking tot de casus .Tijdens dit overleg wordt ook de casus ingebracht van de ander groep.
( verdiep je in deze casus en de interventies zodat je mee kan denken/praten met de andere groep aangaande hun interventies) Concreet betekent dit dat je met ongeveer 8 personen het MDO zal gaan uitvoeren en dat er twee casussen met bijbehorende interventies besproken gaan worden
De criteria voor het MDO zijn:
- werk met een voorzitter
- de voorzitter mag kernwoorden op papier zetten (de andere deelnemers hebben niets bij zich)
- jullie zijn allemaal verpleegkundigen
- iedereen moet aan het woord zijn geweest
- er komen verschillende gesprekstechnieken en twee casussen aan de orde
- er komen verschillende aansluitende sociale en communicatieve vaardigheden aan de orde
- tijdsduur minimaal 30 en maximaal 40 minuten
- laat de verschillende zorgproblemen en interventies van beide casussen goed naar voren komen
Stap 2.
Verwerk de betreffende informatie vanuit het gesprek (of een samenvatting ervan) in jullie logboek.
Stap 3.
Gebruik de resterende tijd van deze week voor de voorbereidingen voor de afsluitende opdracht van dit thema.
Informatie over deze opdracht krijg je in de les van de docent.
Week 5
We zijn bezig met een digitale versie.
In week 5 staat het eindproduct centraal. Elke groep maakt een presentatie over de inhoud van dit thema.
Het samenstellen en uitvoeren van deze presentatie vind op een creatieve wijze naar keuze plaats.Deze presentatie duurt ongeveer 20 minuten per groepje.
Eindproduct:
1. Eindpresentatie.
2. In het verslag wordt de eigen reflectie op het eigen leerproces en het eindproduct beschreven in in het logboek.
3. Inleveren van het logboek . De student vermeldt in het logboek wat haar of zijn ervaringen waren m.b.t. het uitwerken van dit thema (dus alle weken zijn inhoudelijk beschreven en daar waar specifiek is gevraagd binnen het thema)
4. Eindbeoordeling docent (alle onderdelen van het Thema); alle onderdelen ontvangen en beoordeeld en de eindbeoordeling wordt vastgesteld.Alle onderdelen moeten minimaal met een voldoende zijn afgerond.
Bronnen
literatuur
Alle gebruikte bronnen dienen in het logboek te worden vermeld volgens APA methode (zie bijlage)
samenwerkingsformulier
