Week 1

samenwerkingsformulier

samenwerkingscontract

APA formulier en link Scribbr de Apa generator

Thema uitwerking GGZ/GHZ

Week 1:
De week is begonnen met uitleg over het thema en de opdrachten die hierbij horen.

Stap 1: vorm een groep van maximaal 4 studenten en minimaal 3.

Stap 2: het kiezen van een onderwerp voor het thema. We hebben 8 casussen beschreven waar je uit kunt kiezen. Let op:het zijn 4 casussen met een psychische problematiek en 4 met een verstandelijk beperking.Het kiezen van de casus kun je doen middels de volgende werkvorm: maak een top 3 van de casussen die je interessant lijken, waar je iets mee kan, etc.  Hierna bepaal je door overleg met je groepje en de docent het onderwerp waar je aan gaat werken. Let op: de docent moet akkoord gaan met jullie keuze voordat je verder gaat. Dit bespreek je met de aanwezige docent.

Bij elke casus dient er sprake te zijn van een bijkomend lichamelijk probleem die aansluit bij de casus.  In elke casus zit een ethisch dilemma.Dit betekent dus dat je julie gekozen casus uitgebreid moet aanvullen, zodat je voldoet aan de voorgaande criteria.

Onderwerpen GHZ

1. Een jongeman met een autistisch spectrum stoornis in de kalenderleeftijd van 16 jaar, met een ontwikkelingsleeftijd van ongeveer 10 jaar. Hij gaat naar het speciaal onderwijs.Vanuit de overheid wordt gestimuleerd om deze doelgroep te laten participeren binnen het reguliere onderwijs.Dit levert echter de nodige problemen op.

 

2. Een thuiswonenden oudere verstandelijk beperkte zorgvrager met syndroom van Down waarbij is geconstateerd dat zij of hij lijdt aan de ziekte van Alzheimer. De zorgvrager gaat merkbaar erg achteruit, zowel lichamenlijk als met betrekking tot de Alzheimer.Beide ouders geven aan dat de thuissituatie  steeds moeizamer gaat.

 

3. Een oudere verstandelijk beperkte zorgvrager wordt i.v.m. ziekte opgenomen in het ziekenhuisen wordt na operatie erg onrustig en valt uit het bed.Personeel van het ziekenhuis geven aan dat de begeleiding van de zorgvrager erg moeizaam verloopt en vanuit de instelling wordt aangegeven dat het beter zou zijn dat de zorgvrager zo snel mogelijk weer terug gaat naar de instelling, echter de instelling is onvoldoende voorbereidt op  het leveren van de  benodigde lichamenlijke zorg.

 

4. Een licht verstandelijk beperkte jongedame met ernstig automutilerend gedrag.Zij woont sinds enkele maanden in een instelling.Het toenemende automutilerende gedrag heeft er toe geleidt dat enkele begeleiders haar handen af te toe willen gaan beschermen met het dragen handschoenen die zij zelf niet af kan krijgen,en ander geven aan hier grote problemen mee te hebben

 

Onderwerpen GGZ

1.Een zorgvrager in de leeftijd van 40 jaar waarbij de diagnose van een ernstige depressie
   is vastgesteld is vanochtend opgenomen Er is verder geen contact meer met de echtgenoot. Zorgvrager is sinds een half jaar gescheiden van zijn vrouw. En is tevens zeer ontdaan over het verlies van zijn zaak die hij vanuit zijn jeugd samen met zijn heeft opgezet.Hij wil graag nog een gesprek met zijn vrouw, echter zijn vrouw wil dit beslist niet .Vanuit  zijn depressie en bijbehorend verwerkingsproces zou het goed zijn dat beide personen nog eens met elkaar in gesprek zouden gaan.

     

2.  Een man in de leeftijd van 30 jaar heeft veel last van haar dwangstoornis.Die belemmert haar zeer in het dagelijkse leven. Zo erg zelfs dat ze niet meer naar haar werk gaat. De bedrijfsarts herkent de problemen maar geeft aan dat de werkgever haar graag binnen enkele weken weer terug op het werk ziet.Dit zorgt ervoor dat haar stoornis erger gaat worden.

 

3. Een meisje van 14 jaar blijkt al enkele maanden een eetstoornis te hebben. Ze is opgenomen in het ziekenhuis met een zeer ernstig vorm van ondervoeding. Zij geeft aan beslist geen sonde voeding te willen, echter de ouders willen graag dat dit wel gebeurd.

 

4.  Een vrouw van 38 jaar is erg onrustig.Ze gaat bijna elke dag naar de huisarts. Ze kan geen rust vinden.Elk moment dat ze het lichaam voelt is ze bang dat ze een ernstige ziekte heeft en dus niet lang meer zal leven. De arts constateert elke keer dat ze geen lichamelijk ziekte heeft.
De arts geeft aan dat zij te veel onnodig gebruik maakt van zijn tijd en dat dit ten koste gaat van andere  zorgvragers.De arts adviseert om een psychiater te bezoeken echter de vrouw weigert dit; ze is toch niet gek.

 

Stap 3.

Stel een samenwerkingscontract op. Alle leden tekenen het contract daarna lever je het in bij de docent.

 

Stap 4.

Bij elk onderwerp dient er sprake te zijn van een bijkomend lichamelijk probleem die aansluit bij de casus. Formuleer de aanwezige problematieken (je mag hierin zelf keuzes maken die aansluiten bij de casus; echter altijd in overleg/goedkeuring van de docent).

Ga bij de diverse problematieken op zoek naar aansluitende literatuur en of andere informatiebronnen. Deze informatie en bronnen gebruik je verder binnen het thema en de vervolgopdrachten. Je beschrijft in het kort de verschillende informatie uit de verschillende bronnen en bundelt dit in een verslagvorm. Let op: noteer de verschillende bronnen zoals je geleerd hebt (APA)

 

Stap 5.

Elk groepslid maakt een logboek en houdt deze vanaf week 1 bij.De beoordelingscriteria voor het logboek vind je bij week 2.

Stap 6.

De rode loper.Beschrijf voor het somatische probleem/ziektebeeld een rode loper. Beschrijf eveneens een rode loper voor het psychiatrisch probleem/ontwikkelingsniveau.
En verwerk beide rode lopers in het logboek.Gebruik de methode van de rode loper zoals je hem geleerd hebt voor het maken van een verpleegplan.

Stap 7.

Volgende week is er een gastles (digitaal) vanuit een GGZ instelling . Maak vragen voor betreffende les die direct gerelateerd zijn aan je onderwerp. Je maakt gebruik van de gastles om extra info te krijgen vanuit de praktijk over je onderwerp.

Einddoel van week 1: